Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Hulp voor Transvaal. M 1842. FEUILLETON. land van alte^ Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 18 OCT. 1899. voos Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Dat is een leeljjke tegenvaller voor de Engelscben. Daar hadden ze zoo'n mooi plannetje: van heinde en ver zonden troepen worden aangevoerd naar Znid-Afrika en 0Bderlus8chen de onderhandelingen met Transvaal zoo lang mogeljjk gerekt. Onder worpen moet het worden, maar aanpakken zonder geheel klaar te zijn en terwjjl de opperbevelhebber nog in 't moederland ver toefde, was hoogst gevaarljjk. Daarom op houden en treuzelen en zoo spoedig alle beschikbare krachten aangekomen waren, dan van alle zijden aanvallen. Dat hadden de boers natuurlijk ook in de gaten en zijn met bun oorlogsverklaring hun aartsvijanden voor geweest. Een tegen valler is het, maar wat een geluk weer bij een ongeluk. Kan nu Engeland zjjn handen niet in onschuld wasschen en zeggen: heb ben we niet uit den treuren onderhandeld en 't grootste geduld gehad Hebben we niet ons uiterste best gedaan om een oorlog te voorkomen en door een vreedzame op lossing het werk der verbroedering en be schaving voort te helpen? En wat krijgen we nn tot loon? Een oorlogsverklaring. Nu, als ze dan met geweld oorlog willen voeren, 't zjj zoo, ze zullen er van lusten. O, dat Engeland, dat eerlijke, onschuldige Engeland 1 Tegen zjjn nadrukkelijken wil wordt het nu toch gedwongen in 't vuur te brengen zjjn troepen, daarginds saam- gebracht, zoo maar, tot bescherming der grenzen en tot geruststelling van Engelsche onderdanen in Transvaal. Maar de wereld weet nu dat 't dit laatste land is, dat den oorlog verkozen heeft en de wereldgeschie denis, die het wereldgericht is, zal Engeland deze zonde niet kunnen toerekenen. O, dat eerljjke, onschuldige Engeland Intuschen, wjj weten beter. En heel Europa weet ook beter. En de wereldge schiedenis zal eenmaal oordeelen en we meenen dat 't gericht dan minder rooskleurig zal luiden, dan Engeland thans zegt te ver wachten en vreezen zelfs dat deze oorlog, 't zp Engeland wint of verliest, maar vooral als 't wint, een onuitwischbare smet over 't land brengen zal. En nu staan wjj, broeders der bedreigden, van verre en zien toe. Ons hart is vol deel neming in hun lot en onze mond staat er EEN GEHEIMZINNIGE MISDAAD. Uit het Engelsch. (8 »U kent hem toch zeker wel van niterljjk,« merkte Gorby op. >0 ja, dat wel. Hjj heeft veel van mg, hetgeen ik als een compliment voor mjjzelven mag beschouwen, daar hij er nog al goed uitziet. Hg is lang, nog al blond, spreekt op een toon alsof 't hem te veel is om te spreken, en heeft iets fatterigs over zich maar u moet hem gezien hebben,ging hg tot juffrouw Hableton voort>een week of drie, vier geleden is hg nog hier geweest, dat heeft Whyte mg verteld.* >0, was dat mijnheer Fitsgerald, was hjj dat,< zei juffrouw Hableton verbaasd. >Ja, die had veel van u zoo zoo was dat over juffrouw Frettly, dat zjj het hadden.* Hoogstwaarschijnlijk,* antwoordde Mo reland opstaande. »Maar ik moet weg. Hier is rnjjn adres,* zei bg zijn kaartje aan Gorby o ver rjj kende. »Het zal mjj genoegen doen, n in iets van dienst te kannen zjjn, daar Whyte mgn bes e vriend was en ik dus al het mogelgke zal doen, om den moordenaar te helpen opsporen.* >lk denk niet, dat dit veel moeite zal kosten,* zei Gorby langzaam. >0, heeft u reeds iemand op het oog?* vroeg Moreland hem aanziende, Ja, zekf-r.« >En wie is dat als ik het vragen mag?* Gorby zweeg enkele oogenblikken en zei niet van stil. Wij zjjn bjj hen te Mafeking en te Langnek, we schrjjven over de moge lijke kansel van overwinning en hebben goede hoop. Maar we doen niets dan wat materiaal zenden om gewonden te verzorgen. Ze te hulp komen, dat kan niet: het zon ook ons in oorlog wikkelen en aan 't grootste gevaar blootstellen. Vaarwel Neerlands Indië, konden we dan zeggeD. Zoo bljjft ons niets over dan toe te zien en er 't beste van te hopen. Een biddag is gezegd, zou goede gevolgen hebben. Men is 't daar niet over eens. Laten zjj, die van deze meening zijn een biddag honden, maar laten we allen te zamen niet vergeten dat in een oorlog man schappen moeten aangeworven, proviand gekocht, oorlogsbehoeften ingeslagen en aan gevuld en dat daarvoor een schat van geld benoodigd is. Ziet, wanneer Transvaal noch bet een, noch het ander bezat en 't werd door Engeland aangevallen, dan zou geen biddag in Nederland uitgeschreven den on dergang der Republiek kannen verhoeden. Reden das voor ons om behalve in ons gebed ook Transvaal in stoffeljjken zin te hulp te komen. Nu we dit niet kunnen doen als natie, om een oorlog met Engeland te vermijden, rust op ons de dure plicht persoonlijk hulp te bieden en dit kan niet anders worden gedaan dan door de koorden der beurs los te maken en een fermen greep te doen. Laten we zoo onze sympathie toonen. 't Zjjn onze broeders, ze spreken onze taal en hnn gehechtheid aan wat nog traditioneel Hollandsch onder hen huist, is de reden vau Engelands weerzin. Er moet door particu lieren een collecte worden uitgeschreven, op denzelfden dag voor 't heele land. Daaraan moet elk zjjn gave offeren, naar de mate zjjner financiën en liefde voor Transvaal. Die som moet onverwjjld worden opgezonden tot steun in den oorlog. Als het Transvaal- sche volk er maar ééa week door in staat gesteld wordt den gehaten roodherad te woord te staan, hebben wjj ginds een goed werk gewrocht. En denk u eens dat Enge land in die ééne, door ons bekostigde week een welverdiend pak opliep, 't Zou wezen osn er jaren lang trotsch op te zjjn! Leve Transvaal 1 Buitenland. Onder groote kalmte hebben in geheel België de gemeenteraadsverkiezingen plaats gehad. Te Brnssel winnen de liberalen één toen beslist »Ik heb mijn idee, maar heb nog geen bewijzen heb ik die, dan zal ik spreken.* >Gjj denkt, dat Fitzgerald mgn vriend vermoordde,* zei Moreland. »Dat zie ik aan uw gezicht.* Gorby glimlachte en zei Misschien, maar wacht tot ik zeker heid heb!* VL Mark Frettly was een geluksvogelja, zjjn geluk was in Australië zelfs spreek woordelijk Had hjj zich in een onderneming gestoken, dan kon men verzekerd zijn, dat velen spoedig zjjn voorbeeld zonden volgen. In de meeste gevallen was de uitslag be vredigend, ja, bjjwjjlen beter dan mtn bad durven denken. In den eersten tjjd van de vestiging der kolonie, was hg uitgekomen n et een betrekkelijk klein sommetje, maar zjjn volbarding en nooit falend geluk hadden die honderden spoedig in duizenden doen veranderen, zoodat hjj nu op den leeftjjd van vijfenvijftig jaar zjjn schatten zelfs niet kon berekenen. Zjjn uitgebreide goederen waren over gansch Victoria verspreid en leverden hem een schitterend inkomen op. Daarbjj had bjj een fraai buitengoed, alwaar hg op enkele tjjden van het jaar de grootste gast vrijheid aan zjjn vrienden betoonde en een prachtig huis in St. Kilda. Ook in zjjn hoiseljjke omstandigheden was hg niet minder gelukkig. Hg had een lieve vrouw, de dochter van een der aan zienlijkste families nit Melbourne en een niet minder lieve dochter, wie het door haar schoonheid en rgkdom niet aan aanbidders zetel ten koste van de katholieken te Elsene en te St. Gilles winnen de socialisten zes zetels; te Antwerpen verliezen de katho lieken zeven zetels; te Mechelen zijn de liberalen g«slagen. In het Steenkolenbekken ljjden de soci alisten in het Centrum verscheiden verliezen, maar te Charleroi en omstreken behouden ze bun positie en te Luik is bun positie versterkt. Te Aelst is de christeljjk-democraat Abbé Daens geslagen door de katholieken. Door een ongelukkig toeval is op de tentoonstelling te Parjjs het paleis voor vloot en leger over een lengte van 30 meter ingestort. De bovenbouw was reeds tot een hoogte van 20 meter opgetrokken. Weinig werklieden waren aanwezig, negen zjjn ge kwetst, zes naar het hospitaal vervoerd. De >Matin« deelt een ongehoord staaltje van achteloosheid op de Fransche spoor wegen mede. Drie renpaarlen, die Zondag aan de wedrennen te Laval hadden deelge nomen, werden per spoor naar Parjjs terug gezonden. Tusschen Pont de Gennes en Conné'é werd de staljongen, dia op ean bos stroo bjj de paarden sliep, door het slaan dezer dieren wakker geschrikt. De waggon was vol rook; vermoedeljjk was bet stroo door vonken van de locomotief in brand geraakt. Dadeljjk wilde hg alarm maken, maar in den waggon was geen noodrem, terwjjl de deur aan de buitenzjjle was ge sloten. Ofschoon reeds door de vlammen geschroeid en door de slaande paarden ver wond, wist de jongen door een lichtraampje op het dak van den brandenden waggon te klimmen, van waar hjj lnide om hnlp riep, doch het treinpersoneel hoorde hem niet. Eindelijk werd zjjn geroep opgemerkt door een paar reizigers in den volgenden waggon, die terstond de noodrem overhaalden, maar deze weigerde en steeds snelde de trein voort. Eerst aan het station Connéré ont dekte men wat er gebeurd was. De waggon was geheel uitgebrand en van de paarden vond men slechts de verkoolde ljjken. De 8poorwpgraaatschappjj heeft thans, om een eisch tot schadeloosstelling te ontgaan, de brutaliteit gehad, tegen den jongen eene aanklacht in te dienen, als zou deze in den waggon gerookt en aldus den brand ver oorzaakt hebben. Koningin Victoria heeft 400 p. st. ge schonken aan de familie van den FraDschen ontbrak. Madge Frettly weigerde echter elk hu- weljjksaanzoek. Daar zjj een onafhankelijk persoontje was, die haar eigenaardige op vattingen had en tot nog toe niemand ont moet had, tot wien zjj zich aangetrokken gevoelde, besloot zjj ongetrouwd te bljjven en was met haar moeder er steeds op be dacht het huis in St. Kilda tot een gast vrije woning te maken. Voor elk meisje daagt echter eindeljjk de Prins op, hjj komt toch op den rechten tjjd. O, hoe slank en knap was haar Prins, die van Ierland kwam en zich Brian Fitz gerald noemde. In de oude wereld had hjj een verlaten kasteel en eenige bunders on bebouwd land, bewoond door ontevreden oachters, welke de pacht weigerden te be talen, achtergelaten. In deze omstandigheden, zonder inkomen en zonder vooruitzicht op betere tgden, was Brian naar Australië vertrokken, om for- tain te maken. Hg bracht aanbevelingsbrieven voor Mark Frettly mede, en daar hjj op dezen een hoogst aangenamen indruk maaktj, werd hjj ook zooveel mogelijk voortgeholpen. Op raad van Frettly kocht Brian een hoeve en mocht zich, tot zijn eigen verbazing, in enkele jaren een rjjk man noemen. Even als de meeste vrouwen coquetteerde zjj geruioien tjjd met hem, tot Jat zjj eindeljjk niet langer doof bleef voor de hartstoch telijke liefdesbetuigingen van haar Ierschen minnaar. Fluisterend en met een lieven glimlach op het gelaat bekende zjj, dat de wereld zonder hem voor haar ledig was. De uitwerking van die woorden is ge- makkelgk te begrgpen. Brian liep met den vi8scher, die door een kogel van de Engel sche kanonneerboot »Leda« getroffen werd toen zjjn smak, de Etoile de la Mer, bjj Boulogne in verboden water vischte. Zaterdagmorgen is het stoomschip >Nut- meg State*, van de Bridgeport-ljjn, met zes en vjjftig passagiers en een bemanning van drie en twintig koppen aanboord, tot aan de waterljjn afgebrand. De brand werd ont dekt nabjj Eaton's Neck, aan de kust van Long Islandhet schip liet men op het strand loopenhet was in den tjjd van anderhalf uur totaal wrak. Men is reeds zeker, dat vjjf personen bg deze ramp het leven hebben verlorendoch men vreest, dat dit aantal te gering geschat is en dat er minstens tien menschenlevens te betreuren zjjn. De schuld daarvan wordt grootendeels geweten aan de bemanning, welke het hoofd bad verloren en zich uiterst barbaarseh moet hebben gedragen. Een der passagiers doet daaromtrent het volgende verhaal De bemanning liep doodsbleek rond en was door een paniek aangegrepen. Ik zei hun, dat zjj de passagiers moesten helpen de booten nit te zetten. Pe matrozen storm den nu los op de eerste reddingsboot, aan de bakboordzjjde, lieten haar neer en klau terden als apen langs de touwen naar be neden. Iemand liet een vrouw met twee kinderen in de boot neer. Een jong echtgenoot liet zjjn vrouw aan een touw zakken en bezwoer de mannen haar mede te nemen. Een zee man sneed een der touwen doorhet achter schip zonk en allen stortten in het water. De officieren, die met het neerdalen der passagiers belast waren, hadden totaal het hoofd verloren. Er bestond geen methode. Ieder handelde zoo hem zelf goed dacht. Onder de bemanning gold het recht van den sterkste en de vraag, wie het eerst bjj de boot kon komen. Een moeder vocht voor haar kindereneen jong echtgenoot vocht voor zjjn vrouw; het was verschrikkeljjk om aan te zien. Te midden van de grootste verwarring liet het overbljjvende deel der bemanning de tweede boot zakken; eenige leden der bemanning sprongen er in, terwjjl de pas sagiers op het dek stonden met geladen revolvers en dreigden den eerste den beste te zullen doodschieten, die het waagde de touwen los te maken, vóór de boot vol was. ijver van een jeugdig minnaar alle juweliers van Melbourne af, totdat hjj een ring machtig werd, waarin twee turkooizen schitterden. Hij stak dezen aan den vinger van het meisjs en bezegelde hiermede hnn verbond. Na dit naar genoegen geregeld te hebben, besloot hg een onderhoud met haar vader te hebben en had daartoe juist den moed bijeenverzameld, toen er iets gebeurde, waar door dit plan voorloopig verjjdeld werd. Mevrouw Frettly maakte op zekeren dag een rjjtoer, toen de paarden schrikten en op hol gingen. Koetsier zoowel als palfrenier kwamen met den schrik vrjj; mevrouw Frett ly werd echter uit het rjjtnig geworpen en overleed aan de gevolgen van dien val. Dit was het eerste, waarachtige leed, waarmede Mark Frettly kennis maikte en waaronder hg geheel verslagen was. Op zjjn gelaat, dat altjjd even zonnig was geweest, lag een droefgeestige en som bere uitdrukking. Hoogst zelden zag men daarop een glimlach verschgnen en daa geschiedde dit nog geheel werktuigelijk. Al zjjn liefde seheen nu op zjjn dochter ge- gevestigd te zjjn, die als heerscheres in het huis te St. Kilda optrad en door haar vader werd vergood. Na een gernioaen tjjd besloot Brian nog maals mjjnheer Frettly om de hand van zjjn dochter te vragen, toen dit voornemen voor den tweeden keer verjjdeld werd. Ditmaal was het een mededinger, die hem in den weg trad, waardoor het vurig Iersche ge moed van Brian in opstand kwam. Bedoelde mededinger was een zekere mjjn heer Whyte, die voor enkele maanden uit Engeland Wus gekomen, en een aanbeve lingsbrief aan mjjnheer Frettly bracht, waar- De tweede boot bevatte vier en dertig per sonen, grootendeels matrozen. Toen werd een vlot neergelaten, en alle manschappen, die nog aan boord waren, sprongen er op toe; sommige bereikten het, anderen grepen de touwen, die er aan hingen. Het vlot verdween in den rook en de duisternis. De bemanning trad op als krankzinnigen. De vrouwen hielden zich het dapperst en haar moed deed dien van ander«-n herleven. Als de matrozen een voorbeeld aa'i de vrouwen genomen hadden, zonden er niet zooveel ongelukken hebben plaats gehad.* De oorzaak van de ramp is niet bekend. De vlammen braken het eerst midscheeps door het dek, en versperden de gemeenschap tusschen voor- en achterschip. Uit Engelsche bron komt het bericht van het vermoorden van een Dnitsehe expeditie in het binnenland van Kameroen, aan den Rio del Rey. De honderd inboorlingen die het Dnitsehe districtshoofd vergezellen wa ren, zegt het bericht, voor het grootste ge deelte dragers en voor de rest soldaten. De expeditie, die in de richting van de Cross River trok, nam onderweg een dorpshoofd tot gids. Deze bleek een verrader te zjjn en brecht de expeditie in een hinderlaag, waar uit op haar geschoten werd, terwjjl zij ean brug overtrok. De hooflraan werd door de Duitschers neergeschoten; daarop keerden de inlanders in die streek zich tegen de blanken. De Duitschars vochten mat grooten moed, maar moesten zwichten voor de over macht; van hun dragers konden zjj zoo goed als geen stean krjjgen. De heele expe ditie moet in de pan gebakt zjjn. De in boorlingen vielen na deze overwinning een Engelsche factory aan en plunderden haar; twee blanken, die daar waren, ontkwamen en kwamen den löden September bg den Rio del Rey aan, waar zjj het bericht brach ten van het bloedbad, dat zjj van bevriende inboorlingen gehoord hadden. Zjj hoorden op het oogenblik van hun vlucht dat de inboorlingen ook de andere factorgen in de bunrt hadden aangevallen. Verder wordt gemeld dat te Rio del Rey groote opge wondenheid heerschte, omdat daar maar een blank Duitsch ambtenaar met ongeveer zes inlandsch8 soldaten was. Van Duitschen kant weet men nog niets van dit alles, en om deze reden wil de »Kölnische Zeitung* nog geen geloof schen- na deze hem met zjjn gewone gastvrjjheid ontving. Whyte gevoelde zich hierdoor spoedig in het huis van den gastheer op zjjn gemak. Brian kreeg reeds bjj een eerste ont moeting een onaangenamen indruk van den vreemdeling. Zjjn oordeel over Whyte wa3 alles behalve gunstig, en niettegenstaande zjjn aangename manieren gevoelden Brian en Madge denzelfden afkeer voor hem. Whyte begon echter, niet weinig tot ergernis van Brian, het meisje met allerlei beleefd heden te achtervolgen, verklaarde eindelijk haar zjjn liefde en sprak niettegenstaande haar bepaalde afwijzing met mijnheer Frettly over zjjn plannen. Niet weiaig tot verbazing van Madge stond haar vader toe, dat Whyte haar zjjn aanzoek zou herhalen en gaf zelfs zjjn verlangen te kennen, dat zijn dochter dit niet ten tweeden male zou afslaan. On danks al de beweringen van Madge, ver anderde hjj niet van besluit, zoodat Whyte, bijna zeker van zjju overwinning, Brian op beleedigende, uittartende wjjze begon te be handelen, waardoor de woede van Fitzgerald natnurlgk werd opgewekt. Hjj zocht Whyte in zjjn woning op en verliet hem na een heftige woordenwisseling met de bedreiging hem te zullen vermoorden als hjj Madge Frettly huwde. Dienzelfden avond wendde Fitzgerald zich tot mjjnheer Frettly en had met dezen een langdurig onderhoud. Hjj verklaarde hem zjju liefde voor Madge en maakte hem duideljjk, dat die liefde beantwoord werd. Toen Madge haar verzoek bjj dat van Brian voegde, was mjjnheer Frettly niet gewapend tegen deze vereende krachten en gat zjjn toestemming tot de verloving. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1