Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerivaard.
Eogelands Eerlijkheid.
M 1865.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 3 JAN.
1900.
EEN GEHEIMZINNIGE MISDAAD.
TRANSVAAL en ENGELAND.
's^r UND van ALIENS
VOOR
*1
Dit blad verschelt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjs verhooging. Afzonderlijke
nummer» 5 cent.
20 December 1899 was voor Transvaal,
sooals wjj gezien hebben, een belangrijke
dag. Ook was dit 20 Dec. 1880 (slag bp
Bronkerssprnit), en hierop heeft dan ook
onderstaand gedicht betrekking, 't welk wjj
hier gaarne een plaatsje geven, waard als
't is om aan de vergetelheid ontrukt te
worden.
Geen volk of aard in eige oog
So dapper as die Brit;
Daarom dan seg hp dat bp ook
So menig land besit.
Geen brawer man op aard
Hp is in sjjn geskiednisboek
V'r heldendeugd vermaard.
Vr onrtg het hjj nooit gestrjj,
Daar is nie van te praat;
En krjjg hp oit die nederlaag,
Dan was dit met verraad.
Met dynamiet en grof geschut,
Bom, vuurpijl-batterp,
Met gattlingguns en Zwasies hulp
Daarmee weet hp te strjj.
As hp met overmag van volk,
En al die oorlogstuig,
Met swakke nasies oorlog maak,
Dan: uitroei, sterf of buig!
Als bp in wel verstrekte forts,
En agter skanse leg,
Dan is de Brit verbazend sterk,
Wee dan wie met hom veg!
Maar bring hom' op die vlakke veld,
En geef hom net spn roer,
Dan stuif spn mag uiteen soo's kaf,
V'r die veragte Boer.
Dit het ons weer op nuw gesien,
Denk maar aan Bronkersspruit,
Daar het 'n handvol »lafaard Boerse
Spn overmoed gestuit.
n.
Dingaansdng was verbpgegaan,
Die vrpheidsvlag geplant,
Die Republiek in eer hersteld,
En vreugd vervuld die land.
Die Brit van waan en hoogmoed dol,
Die geef de eerste vuur;
En stort die eerste onschuldig bloed,
Helaas! dit kos hom duur.
Uit het Engelsch.
(S1
Koetsier Rankin kon verklaren, dat hp
den gevangene van den St. Kildaweg naar
de Powlettstraat in Oost Melbourne had
gebracht, waar deze uitsteeg. Ook kon de
hospita van den gevangene de verklaring
afleggen dat Fitzgerald in de Powlettstraat
woonde, en in den nacht van den moord
eerst enkele minuten na tweeën thuiskwam.
Verder zou de rechercheur, die met het
onderzoek van de zaak belast was geweest,
moeten getuigen, dat bp een handschoen,
welke aan den verslagene behoorde, in een
zak gevonden had van de jas, die in den
nacht van den moord door den gevangene
gedragen was. Ook de geneesheer, die het
ljjk van den verslagene geschouwd had,
moest bevestigen, dat de dood veroorzaakt
was door het inademen van chloroform.
Nadat hjj de reeks feiten, die hp zou
bewpzen uit de getuigenverhooren, had op
genoemd, kwam de eerste getuige, Malcolm
Royston, voor.
Na den eed te hebben afgelegd, herhaalde
deze woordeljjk, hetgeen hjj in de instructie
had verklaard, van het oogenblik, dat het
rptuig was aangehouden tot aan zjjn komst
aan het bureau van politie te St. Kilda,
waar hp het lpk van Wbyte bracht.
Bg het kruisverhoor stelde Calton hem
Genoeg geterg, te lank vertrap,
Tot barstens ingetoom,
Een enk?le kreet deurgalm die lug,
Toen burger bloed daar stroom
Met wagens kruit en kos,
Trek na Pretoria op tot hulp,
Om Lanjjon te verlos.
Frans Joubert toen ontvang 'n brief,
Dat hp die mag moet keer;
En as hul dit nie goedskiks wil,
Dan moet hij hul dit leer.
Met honderdvijftig dapper mans
Wag hp de vjjand op;
Op twintig van Decembermaand
't Was één uur op die kop.
Ontmoet hp hul bjj Bronkersspruit,
Met vaandel en trompet,
Hp seg dat hul nie vort kan gaan.
Dat hjj dit moet belet.
Verbaas hoe dat 'n handvol Boers
Hul so wat durf te seg,
Trek hul maar met veragting vort
En maak hul klaar tot veg.
III.
>Ons order, broedersmoet volbrag,
»Hul mag nie verder gaan,
»Wees dapper en vertrouw op God
>Die an ons sjj sal staan.
»Denk, hoe de Heer in vroeger tpd
»Sjjn volk, op hal gebed,
>In doodsgevaar het bjjgestaan
»En uit die nood gered.
>Hiskia, David, Josafat,
»Denk an die Makkabeen,
»An Gideon an ons eige volk...
»En die nog vrees gaat heen.
»Wie bang is, vlugcen met die woord
Kjjk hp srjn manskap rond,
»»Ons wil verwin of met jou sterf !c
Roep almal uit één mond.
»Het sp so Heerl ons saak is reg,«
Seg dappere Frans Joubert.
»Jaag storm tot honderdvpftig tree,
»Want ons is nog te ver.*
Hul jaag, spring af, en open vuur,
Die kogels mis geen skoot;
En menig vpand bjjt die stof,
Hetsjj verwond of dood.
Hul skiet terug, met laag op laag;
Maar alles ver te hoog.
Wie siet hier nie Gods vaderhand
En Spn alwakend oog?
de vraag, of hp bereid was, te zweren, dat
degeen, door wien het rptuig werd aange
houden dezelfde was, die met den verslagene
in het rptuig ging.
Get. »Ja, daartoe ben ik bsreid.*
Calton. »Zjjt gjj daar zeker van?<
Get. »Ja, volkomen.*
Calton. Herkent gp dan in den gevan
gene dengene, door wien het rptuig werd
aangehouden
»Get. (aarzelend) »Dat durf ik niet be
zweren. Het jongmensch, dat het rptuig
aanhield, had zpn hoed over de oogen ge
trokken, zoodat ik zpn gezicht niet kon
zien, maar de lengte en het geheele voor
komen van den gevangene komen overeen.*
Calton. »Dus denkt gp, dat het een en
dezelfde persoon was, omdat het jongmensch,
dat in het rptuig ging, evenzoo gekleed
was als de gevangene op den avond van
den moord?*
»Get. »Het kwam geen oogenblik in mjj
op, dat het niet dezelfde persoon zou zpn,
bovendien sprak hp ook in dien zin. Ik zei
komt u terugwaarop hp antwoordde
»ja, ik zal hem maar thuisbrengen,* en
daarna ging hp in het rptuig.
Calton. »Merktet gp geen verschil in zpn
stem op?«
Get. »Neen, dan dat bp, den eersten keer,
toen ik hem zag luid sprak en toen hp
terug kwam, sprak hp zeer zacht.
Calton. Waart gp nuchter?*
Get. (verontwaardigend) »Ja, volkomen
nuchter.*
Calton. »Zoo, hadt gp geen slokje ge
nomen, laat ons eens zeggen, in het Oriëntal-
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Net Kiezer wie kan hom vergeet
Spn naam, onthou hom goed
Het in spn moed te veul gewaag,
Betaal dit met spn bloed.
Hij spreek spn makkers sterwend aan
>0, treur nie om mjjn lot,
Ik weet dat mpn Verlosser leef!
Hou moedVertrouw op God
En nog 'n paar word zwaar gewond,
Kotzé sterft kort daarna
Begraaf dis dappere helde saam,
God schenk hul siel gena
Rig daar v'r hul bp Bonkeraspruit
'n Grafsuil an een kant
Vermeld dat hul gesneuveld is:
V'r God en Vaderland.
IV.
Intusse skiet die vpand nog,
Maar zwakker keer op keer
Spn range is geducht gedun,
Gedurig val daar meer.
»Gooi op ju! kepsl* roep Anstruther,
Die Britse kolonel,
»Want anders kom daar niemand uit,
>Wat iets kan navertel.*
Hul swaai heel doeke in die lag,
En gooi hul keppies op;
En smeek en skree: »Oas geef ons Ó9r,
Skiet, skiet nie meer Stop! Stop!*
Nu volgt een merkwaardig stukje dat
onveranderd nog steeds de handelingen van
Boer en Brit teekent.
Transvaalse helde hoor die kreet,
En het die vuur gestaak
Want hul veg net alleen v'r reg,
En laat aan God die wraak.
Gaat telegraaf nou óer die see;
Van moord en van verraad
Vertel van deurslagvan moeras (1),
Van boome en van bos
En van 'n grote owermag
Ja lieg maar vas en los.
Skree luid om wraakverwens die Boer
Die vloeke deer hom niet,
Die waarheid sal jul agterhaal
Tot skande en tot verdriet.
Jul eige nasie sal tot spijt,
Die lastertaal weerspreek;
En daarmee is 'n heldevolk
Genoegsaam ook gewreek.
Café, dat, naar ik geloof, het dichtst bp de
stationneerenle rjjtuigen is.«
Get. (aarzelend) »Nu, ik mag dan één
glaasje geaomen hebben.*
Calton. Dat zal wel, en zeker wel meer
dan één.
Get. (vrjj norsch) »Welnu, er bestaat
toeh geen wet, waarbjj het verboden is dorst
te hebben.*
Calton. >Zeker niet, ook veronderstel ik,
dat gp daar ruimschoots gebruik van hebt
gemaakt.*
Get. (uitdagend) »Ja, dat deed ik.«
Calton. »En hadt gp de hoogte?*
Get. »Ja, ik zat op den bok.* (Algemeen
gelach).
Calton. (streng) »Gij zjjt hier, om als
getuige op te treden mpnheer, en niet om
aardigheden te debiteeren, hoe geestig die
dan ook mogen zpn. Waart gp, of waart
gp niet min of meer beschonken?*
Get. »Dat kan wezen.*
Calton. Dus in een toestand, waarin gp
niet nauwkeurig acht hebt kunnen geven
op dengeen, die u aanriep*.
Get. »Neen, dit doed ik niet, er was ook
geen enkele reden om dat te doen, ik wist
niet, dat er een moord gepleeg 1 zou worden.*
Calton. >En kwam de gedachte niet bp
u op, dat hp een ander kon zjjn?*
Get. »Neen, ik dacht niet anders of het
was dezelfde persoon.*
Hiermede liep het gehoor van Royston
af en nam Calton zeer onvoldaan weder
plaats, daar het niet mogeljjk was iets meer
bepaalds uit hem te krjjgen. Een ding was
duideljjk en wel, dat iemand zich hetzelfde
Vraag Anstruther 2) as hp nog leef,
Wat of bij het geseg,
Toen met vjjf kogels neergeveld
Hp op die slagveld leg.
Vraag hoe die brief van waarskuwing
Was op sjjn borst gespreid;
En hoe hjj roep om Frans Joubert,
En wat hp het geseid.
>Ons kan, ons kan geen sege he!«
So roep die ware held
»Jul saak is reg, en onze nie,
Daarom is ons geveld.
»Geef mjj jou hand, jou hand, Joubert
»Daar, neem mjjn wapens an;
»Ik geef dit, met 'n krjjgsmans eer,
»Aan so'n dappre man.*
Vraag die soldate wat nog leef,
Hoe water is gehaal
Hoe die gewonde is verpleeg,
En stuit jul lastertaal.
Vraag, hoe hnl na Pretoria
Is saggies weggevoer
En hul sal praat van Moed en Trouw
Van die Transvaalse Boer.
VI.
Gaat, meld an Frère en Lanpon nou,
An Shepstone en Carnaaf,
Hoe hul onsal'ge politiek
Veel duisend graf te graaf.
Roep Zoeloe en Basoetoland,
En Sckoekoen ook op;
En al die snood vergote bloed
Daal neer op wie spn kop?
Die bloed ook in Transvaal gestort,
Van Boer en Engelschman,
Die trane wjjd en sjjd geskrei,
Wie is daar oorsaak van?
Met leugens is die Britsche volk,
Nou lank genoeg bedrieg
Nou kom die waarheid an die dag,
Hoe snood daar is gelieg.
Die Engelsche soldaat, helaas,
Hg, hp kan nie daarvoor;
Om leugen en om lastertaal
Word honderde vermoor.
Mog God hul siel genadig wees
Daar hul onvoorbereid
Geslingerd, in 'n oogenblik,
Word in die eeuwigheid.
En wie ooit dit TransvaalsBoer
Durf noeme 'n rebel
Die spreek 'n vuige lastertaal,
Beswadder van die hel.
gekleed moest hebben als Briau en daarbij
zacht gesproken had, uit vrees zich te ver
raden.
Clement Rankin, de volgende getuige,
verklaarde den gevangene op den St. Kilda-
weg in zijn rptuig opgenomen te hebben,
tusgchen één en twee uur van Vrjjdagnacht,
waarna hjj hem naar de Powlettstraat in
Oost-Melbourne gebracht had. Uit het kruis
verhoor haalde Calton ééi ding op ten
gunste van den gevangene.
Calton. >Is de gevangene dezelfde psrsoon,
die door u naar de Powlettstraat gebracht
werd
Get. (op stelligen toon) >0, j».«
Calton. »Hoe weet gp dat? Hebt gjj zpn
gelaat gezien?*
Get. »Neen, zpn hoed was over zpn oogen
getrokken, zoodat ik enkel de punten van
zjjn snorren en zpn kin te zien kon krpgen,
maar hjj had de houding van den gevangene
en zpn snor was van dezelfde kl*ur.«
Calton. »Waar was en wat deed de be
schuldigde, toen hjj u op den St. Kildaweg
aanhield?»
»Get. »Hp was bjj de Grammar school,
liep haastig voort, in de richting van Mel
bourne en rookte een Gi arette.*
Calton. »Had hp handschoenen aan?*
Get. »Ja, aan zpn linkerhand droeg hp
een handschoen, de andere was bloot.*
Calton. Droeg hjj een ring aan zpn
rechterhand?*
Get. »Ja, een ring met een grooten dia
mant, aan zpn wjjsvinger.*
Calton. »Weet gjj dat zeker?*
Get. >Ja, omdat ik het een vreemde plaats
'n Yrjjheidsman is geen rebel,
Die v'r spn land en goed
Stort in 'n ongeljjke kans
Spn laatste druppel bloed.
En de Vrjjstaatsche dichter Reitz voegt
er ten slotte aan toe:
Bid om die Vrede van Transvaal!
Smeek God om spn gena,
Want vrede daar, is vrede hier
Deur gans Suid-Afrika.
Uit 1880 klinkt ons dit toe als eene pro
fetie. Vrede is niet daar, voor Transvaal, niet
hier, voor den Vrpstaat, moge spoedig
»gans Suid Afrika* volgen. De Boer zegt het
Johannes na: Engeland gaat onder, en te
recht Een boom di9 zoo kwade vrucht
draagt verdient slechts uitgerukt en in het
vuur geworpen.
Buitenland.
Het is merkwaardig hoe juist de Boeren
zijn ingelicht omtrent de plaatsen, waar de
Engelsche officieren ts Lady3mith verbljjf
houden. In een schrjjven aan de Daily
News* werd onlangs reels gemeld, dat de
Engelschen er achter waren gekomen, dat
Boeren te Ladysmith aau den vjjaud mede-
deeling deden omtrent de verblijfplaatsen
van de staf- en andere officieren. Men bad
er eerst niet veel acht op geslagen, dat
Boeren onder de veranda's der hotels neer
gehurkt, de gesprekken in de bar of dining-
room gevoerd, afluisterden.
Later toen men argwaan begon te koes
teren tegen deze kalme, vradelievend uit
ziende meuschen, werden er maatregelen
getroffen en mocht niemand het kamp uit.
Doch ook dit scheen niet te helpen.
Juist op het uur, dat verscheiden officieren,
waaronder kolonel Rhodes en Willoughby
zaten te lunchen in de zaal van het »Royal
Hotel,* viel daar een bom op het dak, die
de gasten deed opstuiven. Zjj bleven nog
een paar dagen in hetzelfde hotel, doch het
werd toen te erg.
Een andere plaats om te dejeuneeren werl
uitgezocht, doch het duurde niet lang of
ook daar vielen juist op lunchtjjd de bom
men. Toen ontdekte men, wat niemand van
te voren had geweten, dat er in een auder
hotel een voortreffelpk koele kelder was.
vond voor een heer, om ean ring te dragen
en toen hjj mjj betaalde zag ik dan diamant
in het maanlicht glinsteren.*
Calton. Voldoende.*
De advocaat was verrukt over dit stukje
getuigenis, daar Fitzgerald het land had aan
ringen en ze nooit droeg; dus toekende hp
dit op zpn pleidooi aan.
Daarna werd juffrouw Hableton, de hos
pita van den verslagene opgeroepen. Dezs
verklaarde, dat Oliver Whyte bjjna twee
maanden bjj haar gewoond hal, dat hjj een
kalm jongmensch bleek te zpn, maar toch
dikwjjls dronken thuis kwam. De eanige
vriend, dien hjj, naar haar wvten hal, was
zekere mpnheer Morelaad, die dikwjjls bjj
hem kwam. Op den 14a Juli bezocht de
gevangene den heer Why te en hadden zjj
hevige woorden. Zp hoorde Whyte zeggen:
Zp is de mjjne, gjj hebt niets met haar
uit te staan;* waarop de gevangene ant
woordde: »Ik zou ja kunnen vermoorden,
en als je met haar trouwt, zal ik dit doen
ook, al wa9 het op de openbare straat.* Zjj
begreep toen echter niet in het minst, wie
de dame was, welke het onderwerp van hun
gesprek uitmaakte.
Bjj deze woorden heerschte een hevige
sensatie in de zaal en oordeelde het meeren-
deel van de aanwezigen deze getuigenis vol
doende, om da schuld van den gevangene
te bewpzsn.
Calton was trouwens bjj het kruisverhoor
niet bjj machte deze laatste verklaring te
verzwakken, daar zjj eenvoudig haar ver
zekeringen telkens herhaalde.
HW1BUD
Regverdigheid is steeds sjjn leus,
Drie honderd Britte uit Ljjdenbur/,
Belaster die Transvaalse Boer
En vloek spn heldedaad.
1) De dichter zou nu spreken van «dolgeworden muil
ezels.*
2) Commandant der Engelschen.
Wordt vervolgd.)