Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Somnielerwaard.
Goud in Zuid-Afrika.
M 1909.
FEUILLETON.
De nieuwe Kok.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 6 JUNI.
1900.
TRANSVAAL en ENGELAND.
IAND VAM ALTENA
VOOB
O
Uit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/» c^. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Engeland krjjgt zjjn zin OraDje-Vrjjstaat
ligt aan zjjn voeten. Transvaal zal daar ook
spoedig liggen. Wel zjjn er optimisten, die
het terugtrekken en klakkeloos overgeTen
der boeren niet vertrouwen en meenen dat
er wat achter zit en tegelegener tjjd de
boeren een slag zullen slaan, die Engeland
heugen zal wjj koesteren deze hoop niet
en vreezen dat de Republieken nu voor on-
bepaalden, maar langen tgd »geknecht« zul
len worden.
Engeland krjjgt zgn zin. Onder voorwend
sel van de rechten der Engelsche onderdanen
te beschermen, heeft het zgn lange vingers
naar Afrika uitgestrekt; bet heeft zich in
het eerst deerlijk gebrand, maar onder Ro
berts .krachtig hersteld en 't ziet zicb thans
of binnenkort in 't bezit gesteld van de goud
en diamantvelden, waarom 't te doen was.
Transvaal is een echt goudland. Wel is
op vele plaatsen het vet van den ketel, doch
't bergt nog genoeg goud iD zjjn schoot om
Engeland schadeloos te stellen voor de enorme
oorlogskosten.
Naar men meent waren de goudvelden
van Zuidoost-Afrika reeds eeuwen bekend,
ja er zgn geleerden, die beweren dat het
goudland Ophirvanwaar Salomo schatten
haalde, daar gevonden werd. Zeker is 't dat
in oude reisverhalen der Portugeezen reeds
van 't ontginnen van goudmjjnen gewaagd
wordt.
De voornaamste liggen om en bg de
Olifantenrivier. Daar werd het voor 't eerst
gevonden in 1868 en spoedig daarna ten
zniden te Ljjdenbnrg en ook ten noorden
te Marabar. In 1870 werden goudaders ont
dekt in de heuvelreeks van Murchison en
in den bekenden Spitskop. Later vond naen
goud in de Kaapvallei en de groote hoeveel
heid, daar aanwezig, deed de goudkoorts
geweldig toenemen. Alles stroomde tusschen
75 en 80 daarheen, maar de verwachtingen
waren te hoog gespannen, de overvloed lag
aan de oppervlakte, bg dieper ontginning
bleken de mgnen niet buitengewoon rjjk te
zgn. Er was intusschen voor de liefhebbers
nog terrein genoeg. De Magaliesbergen en
Witwatersrand ten zuiden van Petroria ble-
ken ook goudrjjk te zgn, zoodat al spoedig
de heele Transvaal ontgonnen werd. En niet
alleen goud vond men er, ook zilver en
lood in 't westen, koper te Lgdenburg en
JSene Humoristische Vertelling
GEORG HöCKER. 10)
»Maar, jij kok!* stotterde Stuffer, nadat
hg gedronken had.
»Een eerwaardige stand, zegik je, vriendje,
beter dan die droge juristen, 't Was zoo
iets voor jou!*
»Voor mg? O, een Duitsch dichter
«Kogelrond van louter tafelgenot 1 Blaas
je zoo niet op, kameraad, was je maar kok,
dat geeft altjjd goede hapjes
»0,« zei Fietz Stuffer, wien het water
in den mond kwam.
Hörner zag hem onderzoekend aan en
werd ernstig.
>EdeIe hongerlijder, 't moet je razend
slecht gegaan zgn.«
(Je kunst bedelt om brood zegt onze
groote Lessing.*
>Dat kon nog, als 't tenminste een goed
stuk brood was.<
«Vooral thans zit ik in den klem,* be
kende de dichter, die door 't ongewone ge
not van den zwaren wjjn, praatlustig was
geworden. «Denk eens, ik maak een klein
uitstapje met dertig gnlden in mjjn zak,
uitkeering voor mgn drama in vgf bedrgven,
getiteld: «Feinluft mit Pommeranzen*. Je
moet weten, dat ik aan het hoofd sta der
jongeren, 'k Denk met den som zes weken
toe te komen; verleden week verliet ik
steenkool bg Wakkerstroom.
Het goud in de Zuid-Afrikaangche Repu
bliek vindt men in dsn rotsteen. Deze be
staat uit kwarts of uit zandsteen. Het goud
loopt als een ader door den steengrond, deze
moet worden stukgehakt en fijngestampt,
waarna de goudkorrels met de hand worden
uitgezocht of door scheikundige bewerking
afgezonderd. Men moet dikwjjls heel wat
arbeid verrichten om eenig gou 1 te vinden.
Wanneer de uitkomst de arbeidsloonen niet
dekt, wordt de mgn verlaten. Men berekent
dat één ons goud op 2250 Eng. ponden
kwarts nog loonend is. Het goud komt ook
voor in lossen zandgrond; het wordt daar
uit op de bekende wgze, door wassching,
verkregen.
Toen Transvaal zoo goudrjjk bleek te
zgn, was de regesring al spoedig genood
zaakt het mgn werk aan vaste regelen te
onderwerpen. In 1886 werd een wet uitge
vaardigd, waarin de rechten van maatschap -
pjjen en particulieren bepaald werden. Wan
neer een land zal ontgonnen worlen stelt
het Gouvernement commissarissen en in
specteurs aan, die het in deelen splitsen van
400 bg 150 voet en tegen 1 pond sterling
per maaud tot delving verlof geven. De
eerste gronden door 't Gouvernement uitge
geven waren de Kaapgoudvelden waar Lg
denburg ligt en die aan Witwatersrand met
de plaatsen Heidel ierg en Johannesberg.
Beide velden zgn nog altjjd goudgevend.
De goudaders iu laatste streek loopen over
een uitgestrektheid van 15 tot 20 Eng.
mjjlen.
Om eenig idee te geven van de voor-
deelen, die deze mgnen voor het land op
leveren, zjj aangestipt dat in etteljjke jaren
de inkomsten van den staat door de ont-
ginners met 60.000 pond, d.i. 720.000 gld.
per jaar gestjjfd werden.
Engeland, dat veel geld heeft zitten in
deze en in de diamantmijnen, wist dus zeer
goed wat het deed, toen het de Republieken
tot oorlog noolzaakte.
We eindigen dit korte overzicht met een
waarschuwing. Allicht zal da lezar tot het
besluit komen dat de arbeid in zoo'n mijn-
district zegenrjjke gevolgen moet hebben,
dat spoedig rgk zgn hier aan de orde van
den dag is.
Niets is minder waar dan dit. In alle
goudlanden ter wereld heeft men de onder
vinding opgedaan dat het goad den mensch
niet gelukkig maakt. Gouddelvers zgn in
Berlgn, en nu leeggebrand in de stad
vol vertwijfeling bad ik Zens rajj in dien
nood een bekend wezen te doen ontmoeten,
daar wierpen de,golven jou op mijn strand.*
Hörner lachte goedig. «Nu, ik ben wel
zelf een arme duivel, maar dat hindert niet,
ik zal toch mgn ouden kameraad niet in
den steek laten!*
Daar giet je reuzenkracht in mgn aderen!
declameerde Fietz.
Wacht maar, man! Ik heb namelgk
gegronde hoop, als kok in dit hotel to ko
men. Dan zal ik me dadeljjk een voorschot
laten geven, je komt tegen den avond in
de keuken.*
»Maar ik bid je! Mijn waardigheid als
Duitsch dichter!* bracht Stuffer iu'cmidden.
«Ben je zoo fijn besnaard, geef je dan
eenvoudig uit als een collega van me. Wg
koks zgn een goedhartig volkje en laten
geen kameraad in den steek. Dan spreekt
het van zelf, dat je ja deel krggt.*
»Ik wil me bedenken.*
«Doe het en voor den uitslag ben ik
niet bang!* lachte Hörner.
>Maar hoe ben je kok geworden! ik
kan van mgn verbazing nog niet bekomen
jij, de vrooljjkste kerel, de beste ploerten-
dooder!*
Hörner tiok een spottend gezicht. «Sic
eunt fato hominnml* Hg hield op en wenkte
Jan. >Hé, aannemen ik geloof dat de kerel
ons wil laten verdorsten!*
Stuffer sperde van ontzetting den mond
wjjd open. «Ik smeek je, beste vrieDd, 't is
hier zoo duur! als ik een heele flesch moet
betalen stotterde hg.
»Nu begrjjp ik, waarom je zoo langzaam
dronkt, geen zorg, oude jongenvoor
den regel spelers en dronkaards. Den eenen
dag zgn ze schatrgb, den volgenden straat
arm aan alle lusten en hartstochten bot
vierende verwoesten ze hun gezondheid en
sterren in ellende. Er zgn uitzonderingen,
maar 't gros is van heel laag gehalte. Zij
bevestigen hit spreekwoord: zoo gewonnen,
zoo geronnen.
Buitenland.
Bg den brand van den havendam aan de
East-river te New-York, heeft zich een ont
zettend familiedrama afgespeeld. De kapitein
vftn een in de onmiddellgke nabgheid van
den dam voor anker liggend schip werd
's morgens wakker, toen de vlammen reeds
groote uitbreiding hadden gekregen. Hg
zag bg den eersten blik, dat zjj n schip niet
meer te redden was. Nsuweljjks had hg
zgn vrouw en kind uit de kajuit gehaald,
of ook de boeg van het schip was reeds
aangetast. Den opvarenden bleef geen an
dere keus dan overboord te springen en te
trachten zwemmend den tegenover liggende
dam te bereiken. Beide echtelieden waren
tameljjk goede zwemmers. Na hsar kind
van anderhalt jaar in de arm van den va
der te hebben gelegd, sprong de vronw in
het water en hield op den tegenoverliggende
oever aan. Haar man volgde haar, met het
schreiende kind. Plotseling bemerkte hjj,
dat zgn vronw niet verder kon. Zjj maakte
geen beweging meer, en toen haar gezicht
nog eenmaal uit de golven opdook, zag hjj
dat zjj den doodstrjjd van iemand die ver
drinkt, voerde. De ongelukkige wist dat hg
moest kiezen tusschen vrouw en kind. Bei
den redden kon hjj niet. Een oogenblik
voerde hij een hevige tweestrjjd, toen liet hij
het slechts zacht schreiende kindji glippen
en schoot op zjjue juist in een draaikolk
verdwjjnende vrouw toe. Het was hoog tgd.
Na bo venmenschel jjke inspanning gelukte
het hem met de bewnstelooze vrouw den
oever te bereiken.
Niettegenstaande er in Engelsch Iodië
op sommige plaatsen overvloedige regens
zjjn gevallen bljjft het aantal der honger-
ljjdenden steeds toenemende. Niet minder
dan 5.730.000 menschen werden vanwege
de regeering ondersteund, welk cjjfer eene
vermeerdering aantoont van 123.000 bjj
dat van de vorige week.
Te Madrid is het tegenwoordig met de
veiligheid treurig gesteld. Kwamen in den
't gelag zorg ik.«
Een bljjde lach verhelderde de bleeke trek
ken van den dichter. >0, dan prosit, broe
der!* riep hij, en schonk achtereen twee
glaz n vol, stiet aan en dronk nu onge
woon gauw.
Hörner had zich intusschen in postuur
gezet. »Hoor dan, begon hg. 't Is een
vreemde historie! Je weet, dat ik van me
zelf zoo arm ben als een kerkrat en 't van
mgn oom moet hebben. Nu, ik wil niets
van hem zeggen hij was een braaf man
en heeft me laten studeerenmaar ik vloekte
in mezelf, toen bij midden in al de pret
van 't studentenleven me het streng bevel
zond op slag mjju koffer te pakken en naar
de provinciestad te gaan, waar hjj zgn
hotel had.*
«Was hjj daarvan eigenaar?*
>Hg is 't nog, oude jongen. Toen ik
bg hem kwam, z^i hij vast besloten«dat
geld verknoeien moet uit zjjn.* Hjj had
zeker den wind bekomen van ons vrooljjk
leventje. Ik moest veranderen, kok worden,
en na zgn dood 't hotel overnemen, of ik
kon gaan, waar de peper groeit.*
«En daar je denkeljjk voor je botanische
stadie geen erge belangstelling hebt*
viel Stoffer met een lach van verstandhou
ding in.
»Nu ik «eg je, oude jongen, 't was een
nare grap *ntwoordde Hörner. Maar wat
te doenik leerde dus koken en 't heeft
me nog niet berouwd.*
>En nu ben je hier? Hoe ging dat?*
>Op de natuurlijkste maaier van de we
reld. Binnen een half jaar had ik de hand
grepen beet, en fungeerde als kok in ooms
hotel. Toen begonnen me de broodkraimels
laatsten tgd verschillende groote diefstallen
voor op klaarlichten dag, verleden week is
er opnieuw een brutaal stuk uitgehaald.
Nadat drie mannen geruimen tjjd voor een
pandjeshuis in een der drukste straten had
den staan kjjken naar de daar uitgestalde
kostbaarheden, ter waarde van 35 a 40.000
pesetas, sloeg opeens een hunner met een
hamer de zware spiegelruit in en maakte
zich meester van de kostbaarheden, terwjjl
zjjne beide kameraden met hunne revolvers
de nieuwsgierigen op een eerbiedigen afstand
hielden. Een vierde hield inmiddels de win
keldeur gesloten, totdat het drietal in een
zjjstraat gevlucht en door een openstaanden
rooster der rioleering verdwenen was.
Toen de vierde meende dat zjjne kame
raden in veiligheid waren, zette ook hg het
op een loopen, maar spoedig werd hjj ach
terhaald en ondanks zgn voortdurend schie
ten gegrepen. In zjjne zakken vond men
het huurcontract eener woning in een ach
terbuurt en de politia begaf-zich terstond
daarheen, in de hoop er de roovers te vin
den. Juist bjj hare komst verlieten twee
kerels met beslgkte kleeren dat huis. Over
en weer werden eenige schoten gewisseld,
maar de dieven wisten te ontsnappen. In
hst huis, waaruit inmiddels nog enkele per
sonen gevlucht waren, vond men een tun
nel naar het hoofdriool, maar niets van
het gestolene.
De winkeliers voorzien thans hunne rui
ten van jjzergaas en dreigen hunne winkels
na zonsondergang te slaiten, als de over
heid niet beter voor de veiligheid kan zorgen.
De aankoop van het eiland Autieosti,
aan den mond van de Sint-Lauren3 rivier,
in Canada, door den Franschen chocolade
fabrikant, den Millionair Menier, schjjnt
tot verwikkelingen te zullen leiden.
De heer Menier wil van het grootste ge
deelte van zjjn bezitting een jachtterrein
maken en de rest met Fransche kolonisten
bevolken.
De bewoners, 400 in getal, verzetten zich
er tegen, maar de rechters handhaafden
den heer Menier in diens eigendomsrechten.
De regeering van Canada bood na aan de
bewoners van Anticostie land aan in het
N.W. van Canada, met vrjjon overtocht.
Zjj vroegen tjjd om dit voorstel in over
weging te nemen. De heer Menier telegra
feerde evenwel, naar de «New-York He
rald* zegt, dat hg geen vergunning tot
te steken. Je weet, ik had altgd een zwak
voor 't schoone geslacht!*
Stuff r, die door den wgn sentimenteel ge
worden was, draaide dweepend met dsoogen.
«O, 't was een zalige tgd, toen we samen
nog dweepten en droomden!* zuchtte hjj.
«Na, wordt maar niet poëtisch! weerde
Hörner lachend af. Ik adverteerde dus in
de courant: Jonge dames, die koken willen
leeren enz.en heel gauw had ik een
mooi exemplaar als leerling. Eu nu werd
bet tragisch. Mjjn oom, sinds twintig jaar
een kinderlooze weduwnaar wordt verliefd
op dat mooie exemplaartje en hg be
zweert ze hem begeert ze in een woord,
ik vond dat ik op eens in ooms hotql te
veel was! Zoo, nu weet je 't. En hoe
staat het met jou? Je hoort tot de realis
tische dichterschool?*
Ja, ik verbeter de klassieken,* bevestigde
Stuffer ernstig.
«Een prachtige zaak; maar wat moeiljjk
spotte zgn vriend.
Maar Stuffer trok een deftig gezicht. Wg,
dichters van jong Duitschland, spelen alles
klaar, 't Is geen schande, dat zulke ver
ouderde prulleu als onze klassieken zgn nog
heden ten dage worden opgevoerd, terwjjl
meesterwerken, van mgn eigen wil ik
in 't geheel niet spreken op de schrijf
tafels van plichtvergeten theather-directeurs
beschimmelen? nemen wg mgn drama:
»Feinlnft met pommeranzen* een prach
tige 8tof. Reeds in de eerste akte, die in
een branderjj speelt, krggt de oude groot
moeder het delirium en de held, door 't over
matig genot van Feinlaft en pommeranzen
ontoerekenbaar geworden, hangt eerst zgn
vrouw en vgf kinderen en dan zich zelf op.
verder uitstel kon geven.
De heer Menier is de zoon van mevrouw
Menier, die bekend was in Frankrjjk als de
chocolade-koningin. Haar rjjkdom was on-
meteljjk. Zjj was een zeer weldadige vrouw
en bracht een groot deel van haar leven
door met den nood der armen te lenigen.
Door de duizenden, die aan de chocolade
fabriek waren verbonden, werd zg aange
beden; de kinderen en jonge lieden noem
den haar «bonne mamaa*.
Hoewel de sympathie dar Canadeezen
aan de zjjde der arme eilanders is, die be
staan en hnis en hof moeten verliezen, om
dat een millionair zich een wildpark wil
aanschaffen, schjjnt er geen twjjfel te be
staan, dat de wet aan de zjjde van den heer
Menier is, en de eilanders moeten vertrek
ken.
Da hear Menier is niet de eenige eige
naar van een eiland. De Seilly-eilanden zjjn
het eigendom van den hear Dorrien Smith
en de hertog van Hamilton regeert over het
eiland Arran.
Het eiland Anticosti behoort tot het gou
vernement van New-Foandland. Het is 125
mglen lang en 50 mglen breed.
De «Petit Bleu* heeft dr. L-yds geïnter
viewd omtrent den hnidigen toestand, en
deze verklaarde: Hoewel het bericht van
de overgave van Pretoria ons nog niet be
reikt heeft en die gebeurtenis nog vertraagd
kan worden, begin ik te gelooven, dat deze
overgava op een ontzettende wgze zal pleats
hebben. Er waren werkelgk twee plannen.
Volgens het eene zou men zich in Pre
toria opsluiten en zich tot den dood ver
dedigen, volgens het andere terugtrekken
naar de ontoegankeljjke toevluchtsoorden
in het noorden van Transvaal. Dit laatste
moet ten uitvoer zgn gebracht want Pre
toria, een groote stad met een groot aan
tal niet-vechtenden, zou een vreeseljjk einde
hebben, wanneer het aan den honger ter
prooi werd.
Door aan de Engelschen al het vlakke
land en alle noordeljjka steden ts laten om
zich op te sluiten in Pretoria, zoulen de
Boeren opnieuw een demoralisatie in hunne
gelederen verwekken, want de belegerden
onder de vaders, zonen, ec%tganooten zou
den eensklaps van alle gemeenschap met
de hunnen zgn afgesloteu.
Door naar buiten te trekken daarentegen
Is dat niet aangrjjpend? van de tweede akte
wil ik niet spreken; zoo iets is er eenvou
dig nog nooit geweest; de held is nog tjjdig
afgesneden, door de jury wegens ontoere
kenbaarheid vrjj gesproken.
Maar 't geweten kwelt hem. Hjj wordt
tot gepersonifieerde alcohol, begint inwen
dig te branden, de vlammen slaan hem uit
den mond, het tooneel verandert, men ziet
den tuin van den dorpsherberg, waar hjj
zgn boosheid verdrenken heeft. De voor
grond van 't tooneel wordt door een groote
mesthoop ingenomen, waarin men den on
gelukkige alcoholist begraaft; is dat niet
prachtig?*
Hörner klapte ironisch in de handen. «Ik
b*n sprakeloos. Ik hoop, dat ge in de eerste
rjjen van 't theater uien verkoopers met eau
de cologne geplaatst hebt?* vroeg hg.
Maar Stuffer begreep den spot niet. Stra
lend van vreugde ging hg voort. »Toen
mjju stuk opgevoerd werd, moesten twee
geneesheeren in het theater dienst doen, zoo
heeft het gepakt. Eenige bezoekers waren
zoo begeesterd, dat ze in hun geest frifc mjj
beetpakten, toen ze me herkendenmen
moest mg aan de handen van mgn vereer
ders ontscheuren en de geneesheeren moesten
me verbinden is zulk een waardeering niet
roerend?*
«Je schrjjf natuurljjk alleen drama's?*
viel Hörner hem met een onderdrukte lach
in de rede.
Wel neen, ik zei ja reeds: ik verbeter de
klassieken; dat wil zeggen, ik dieht ze om.«
>Maar ze zgn toch nog heel goed!*
-
VAN
Wordt vervolgd.)