Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de fiommelenvaard. De ir.vloed van labak op de gezondheid. De Avonturier. mm spft FEUILLETON. 1900. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 1953. WOENSDAG 7 NOV. UND VAN ALTEN^ VOOB O Uit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 8 maanden f l.OO. franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels meer 71/» ct. Groote letters naar 50 et. Elke regel plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Dat tabak een vergift en wel een zeer eterk vergift bevat, dat weet ieder nit boe ken of tijdschriften, dut heeft iedere lief hebber in den aanvang bjj zichzelf waar genomen, als bjj na de eerste heimelijk gerookte sigaar aan de werking van het vergift, tol betaalde. Die pogingen om het vergift kwjjt te raken, dat angstzweet, die hoofdpijn, dat gevoel van doodziek zijn, al te maal teekenen, dat er tnsschen het rook- kruid en den menseh een natuurljjke vij andschap bestaat. De menseh echter slnit vrede met dezen vjjand uit het plantenrijk door aan hem te gewennen. En werkeljjk, de tabak doet hem na een poos niets meer. Integendeel, by wordt een vriend, een weldoener, ja naen kan zeggen heer en gebieder, want dnizenden knnnen niet buiten hem. De tabak wordt een be hoefte. De echte rooker twijfelt niet bjj de kens tnsschen brood en tabak, hjj grjjpt liever naar het vergift dan naar het voedsel. Wharoin men rookt, dat te onderzoeken zou te ver voeren; ieder heeft zyn eigen grond, dien hjj hier mag invoegen. Het heet, de tabak prikkelt de hersenen en onder den invloed daarvan werkt de geest beter, wordt de arbeid lichter, het verstand scher per, met één woordde tabak wekt op en da mensch heeft een opwekking noodig. Anderen zeggen tabak is een genotmid del, en daar de mensch tot genieten geboren is, moet bjj rooken. Weder anderen: het ronken bevordert de gezondheid. Nog anderen: het rooken bekomt ons Biecht en daarom geven we het op. Dat zijn de lieden, wier blik op de verhouding tnsschen tabak en gezondheid gevallen is. Zfi scheiden van den vriend, die hun eerst lief was en hebben daarvoor hun reden. Die reden te Leren kennen kan zyn nut hebben. Aangestipt zjj dat onmatig rooken steeds nadaelig is. Voor jonge lieden ia alle rooken onmatig, heeft Dr. Richardson onweerleg baar bewezen. Het belemmert den groei en verzwakt het lichaam. Daarom aan kinde ren het rooken verboden. De zich ontwik kelende jengd behoeft geen opwekkende middelen. ZeBuwen, lichaam, hersenen be boeven versterking, geen overprikkeling. Worden die onnatuurlijk aangezet, dan HOOFDSTUK I. (1 De nachttrein n?ar de residentie was op het pnrt om het stadje Berghausen te ver laten. De conducteurs hadden de portieren der waggons reeds g» sloten en de machinist biOd de hand aan de stoomfluit, om het sein tot vertrek te geven. Daar kwam in snelle vaart een man uit hat stationsgebouw loopen. In zyn ruime manteljas, die in den wind fladderde, geleek hjj een reusachtige vleermuis, die in den herfstnacht voortvloog. >Kan ik nog niet mee?* bjjgde de heer, terwjjl hjj het zweet van zyn gelaat wischte. De stationchef, die hem reeds met een handgebaar beduid had, dat het niet kon, herkende hem nu bjj het licht der lantaarns op h-t, perron. »Hé, mynheer Schwerdtner, gaat ge nu rads wter heen? Kom, maak gaaw voort, ik zul n h'lpenlc De reiziger koa niet antwoordende wel willende t eambte rukte het portier van den naast bjj zynden wagon open en duwde den laat komenden bekende naar binnen. Op hei zelfde oogenblik liet do stoomflait zich ho' ren en de treiD kwam in beweging. Onze reiziger, een nog jong man, kwam tjjna struikelende de coupé binnen; bjjna had hjj zyn hoed en reistusch uit de haud laten vallen, iu zjjne gejaagdheid was hjj nis verblind. Een brommerige stem uitte een luide ver- keeren ze niet meer tot den gezonden toe stand terug, maar verslappen of springen als een mishandelde snaar. Velen meenen dat tabak rooken gezond is en stellen zichzelven als voorbeeld. Zeker, rooken werkt soms voordeelig. Asthmatische personen brengt het rooken soms verlichting. Opmerkelijk is het dat de tabak zjjn ver breiding dankt meer door aanbeveling als artsenjj, dan als genotmiddel. In het midden der 17de eenw nl. doceerde prof. Sylvius, van de Leidsche hoogeschool dat het levens proces niets anders was dan een gisting en voortbrengen van lichaamssappen, van wel ke een deel uit zuren bestoud. Bjj deze gisting had dan het eene, dan het andere de overhand en verwekte ziektenderhalve moest men door artsenyen da boozi sappen afvoeren een theorie die heden nog niet geheel vergeten is en de zuren onscha delijk maken. In denzelfden tjjd waren in Europa in gevoerd de thee en de tabak en na wisten onze ondernemende handelaars beide nieuwe artikelen aan de markt te brengen als won dermiddelen tot neatraliseering en afdryving der scherpe sappen en slaagden daarin zoo goed dat o. a. een leerling van prof. Sylvius, Dr. Bontekoe, zyn patiënten bjj koorts niets dan thee, meer dan 100 koppen daags, en bestendig tabak rooken aanbeval. De tabak, die tegen allerlei ongedierte wordt aangewend, is ook onderzocht naar zyn baeillendoodende eigenschappen. Dr. Tassinari te Pisa heeft uit glas een kunst- mond laten vervaardigen, daarin bacillen gebracht en er rook doorgelei 1. Typhus-, cholera- en longziektebacillen werden door de rook van zware sigaren gedood. Voor rook van liebte sigaren en sigaretten toon den ze echter niet de minste vraes. Ware nu het menscbeljjk lichaam uit glas samen gesteld, geljjk de kuustmond des dooters, dau had de wetenschap een geschikt middel tot verdelging van bacillen, doch de mensch is een levend wezen, en niet zelden behept met een natuurlijken afkeer van tabaksrook. Dat het lichaam aan tabak gewent, daar voor vinden wa vele voorbeelden in waar dige, vergenoegd rookende grijsaards, toch hebben tal van rookers op middelba ren leeftjjd den tabak vaarwel gezegd, om hnu gezondheid te sparen. In de annalen der Charité te Berlyn heeft dr. Frantsel over hartkwalen geschreven, door onmatig rooken ontstaan. Deze doen zich kennen wansching. Schwerdtner stamelde een ver ontschuldiging, daar hy geloofde in het halfduister een passagier op de voeten ge trapt te hebbenhjj groette daarop beleefd en wischte het zweet van zyn voorhoofd. Inmiddels was de trein in vollen gang ge komen. Nu eerst kon hy eens om zich heen zien. Er waren nog twee reizigers in de conpé. Voor zoover het licht der lamp aan de zoldering en de rook van tw8e sigaren een juists waarneming toelieten, kwam hjj tot het vermoeden, dat zjj mannen van middel baren le-ftyd waren. Zjj zaten tegenover elkaar by een raampje. De een, die voor waarts reed, was zwaarlyvig; hy had een borsteligen snorbaard, en aan da hand, waar mee hjj de sigaar naar den mond bracht, fonkelden eenige prachtige diamanten. Hjj scheen het warm te hebben, zjjn ademhaling was hoorbaar en hjj had zjja hoed afgezet; het licht der lamp scheen op zjjn glimmend kaal hoofd. Zyn reismakker tegenover hem scheen zich voor de frissche lucht in acht ie nemen en het open raampje slechts te dulden ter wille van zjjn overbuurman. Hy droeg een langen, donkergrjjzen stofmantel, van boven tot onder geheel dichtgeknoopt, en had een zwarten doek over zyn kin en wangen. Een groote, grjjze hoed met breeden rand, overschaduwde zga gelaat zoo vol komen, dat niet eens te herkennen was, of hy een baard had. In bei fluisterend gevoerd gesprak, dat deze laatste met den dikken heer onderhield, herkende Schwerdtner hem aan de brom merige stem als de persoon, die üem zoo onvriendelijk verwelkomd had. Terwyl hy by het andere portierraam op dezelfde bank door onrustige kloppingen, kortademigheid, matheid, slapeloosheid. De meesten der aan deze kwalen lijden den waren hartstochtelijke rookers, die zeer sterke geïmporteerde sigaren rooken. Jaren lang werd dat rooken verdragen, steeds werden zwaardere soorten tabak gezocht, totdat plotseling het hart hun den dienst opzegde en ze geneeskandige balp moesten inroepen. Zelden ziet men dit tot ge ruststelling van rookende lezers deze kwalen ontstaan door 't rooken van gewone, goedkoops tabaksoorten. Prof. Ballin te Parys deelt soortgelijke gevallen mee, ont staan door 't rooken van sigaretten uit zware tabak. overprikkeling geworden. Dan volgt de tweede periode; die der hallucinatie. De zieke hoort stemmen, meent dat hy vervolgd wordt, dat men hem na roept. De droevige stemming gaat soms in uitgelaten vrooljjkheid over. De derde en laatste wordt gekenmerkt door grenzelooze onverschilligheid jegens alles, verli» s van het gehangen en volkomen stompzinnigheid. In deze laatste periode is de knnst van den arts ontoereikend. De vjjandelyke vriend heeft gezegevierd. By de behandeling van dit en ander tabakslyden is onttrekken van 't vergift een eerste vereischte. Hoe dit te doen en welke middelen verder dienen aangewend, De ouderdom, waarin de hartziekten zich ig de zaak des geneesbaars. vertoonen, is zeer verschillend. Zslden zjjn de zieken onder de dertig, meestal tnsschen 30 en 50. Die tot zyn 60ste jaar onge stoord zware havanasoorten verdraagt, kan er gerust mee door gaau. Het is echter niet het hart alleen, dat ziek wordt, ook de maag heeft door 't rooken te ljjken. Bjj de eerste rookproef weigert de maag zyn dienst en tegelyk geeft het zenuwstelsel door hevige hoofpyn zjjn ontevredenheid te kennen. Waar storingen in de spijsvertering zich voordoen, zonder dat fouten in da voediagswjjze te ontdekken zyn, richte men zyn aandacht op den ta bak, of die het ook zjj, die de maag in haar werk belemmert. Ophouden met roo ken heeft dikwjjl<s verrassend gunstige ge volgen. Of het rooken ook invloed heeft op 't gezicht, is nog niet vastgesteld; in elk ge val is 't verbljjf in van rook gevulde zalen zeer schaddjjk. Eeu Franscha arts, die 't rooken opgegeven hal, omlat hjj schade lijke gevolgen ondervond, bleef ook na 't staken aan die gevolgen lyden, doordat zyn collaga's 's avonds by hem opliepen en uren lang rookteH. Evenzoo ging het matrozen, die gedurende een storm in een enge ruimte opgesloten zaten en rookten. Ook zjj die dat niet deden, leden aan adem nood, duizeling en hoofdpijn. Prof. Kjilberg uit Upsala heeft op een congres over hersenstoriügen door 't rooken veroorzaakt, gesproken. In den aanvang gevoelt de kraak* zich onbehagelijk. Hjj wordt onrustig en komt in een gedrukte stemmingkan niet slapen en heeft geen lust in den arbeid. Het opwekkende van den tabak is kot als de dikke heer zich op zjjn gemak zette, oordeelde bjj noodig, nogmaals zijn veront schuldiging aan te bieden voor zyn haastig ongewoon binnenkomen. »Ik kwam zoo laat, dat ik reeds vreesde niet meer te kunnen meereizen. Neem mij niet kwaljjk, dat ik zoo onstuimig hier binnenkwam.* Deze beleefdheid scheen den heer in den grjjzen mantel iets vriendelijker te stemmen. Het was alleen wegens d«n wind door de open deur,* zeide hjj halfluid, >en mjja verwenschte rbeumatiek »Het verwondert me eigenljjk, dat je zoo gevoelig bent,* zei de kaalhoofdige met z-keren spot. »Ik dacht, dat jjj iu je leven dat wel ontwend zou wezen. Als men, zooals jjj »Och wat!* viel de ander hem in de rede. »Niemand is gevrywaard tegen kies- pyn.< Hy wierp het overschot van zyn sigaar het venster uit en keerde het hoofd een weinig naar Schwerdtner, die zyn hoofd in de kussens drukte en peinzend voor zich uit zat te stareu. »Waar gaat uw reis heen, mjjnheer, als ik vragen mag »Naar de residentie,* antwoordde Schwerdt ner, zonder zich te bewegen. By alle be leefdheid was hy niet in een stemming om met den vreemde een gesprek aan te knoopen. De vrager zweeg en hervatte weldra het fluisterend gevoerde gesprek met zjjn reis gezel. Nu kwam de conducteur, om het kaartje van de laatst bygekomen reiziger te knippen. De man met den breedgeranden hoed ging rechtop zitten en beschermde zich met zyn Zaak van den leek is te zorgen dat de invloed van het oude, geliefde, veel gepre zen geneesmiddel niet ten kwade werkt. Het kan geen kwaad, dat hy ten opzichte van dezen vriend een eenigszins gereserveer de houding aanneemt, om wanneer het tjjd wordt te kunnen zeggen: tot hiertoe en niet verder Buitenland. De Belgische ministerraad heeft besloten onmiddellijk een commissie samen te stellen nit afgevaardigden en officieren om de openbare machten in te lichten, over den aard en de uitgestrektheid der militaire hervormingen in Belgie tot s'and te brengen. Eon ernstig geval van insubordinatie heeft Zondagavond te Brnssel plaats gehad. Een lancier van 't garnizoen te Luik ver liet in tameljjk opgewonden stemming het café Mimeo Nord, bjj het station du Nord, in gezelschap van een burger. Daar bjj al te luidruchtig was, kwam een kapitein van het 9i Linie-regiment en maande hem aan, zich wat kalmer te hou den. N lUwelyks had de officier twee woor den gezegd, of de lancier sloeg hem zoo danig op 't hoofd, dat hjj het bewustzjjn verloor en weggedragen moest worden. De naam van den schuldige is bekend. Weder is een dierentemmer leeljjk toe getakeld. In het hippodrome te Parjjs werd de temmer Marck Dinsdagavond, toen hjj in de kooi van een leeuw, die wat zenuw achtig was doordien men 's ochtends een zjjner jongen uit het hok had gehaald, binnengetreden was, door het dier aange- mantelkraag tegen de binnenstroomende frissche lucht. Dienstvaardig reikte de dikke heer het kaartje van Schwerdtner aan den conduc teur over en deze knipte er met zjjn tang een gaatje in. De dikke fluisterde hem in- tnsschen boos toe; »WV1 verduiveld zeg eens, ik heb uitdrukkelijk bedongen, dat wjj alleen zouden bljj ven Hoewei gefluisterd, had Schwerdtner deze woorden toch gehoord. »Neem mjj niet kwaljjk,* fluisterde de conducteur terug, ageheel toevallig en ia d« haast heeft de stationchef z*lf dien heer ingelaten. Ge zult wel bemerkt hebben, dat ik geen tyi meer had »Goed, maar geef voortaan beter acht. Ik hoop dat het nachtverkeer niet zoo druk is, dat we nog meer toevloed van reizigers te wachten hebben.* »Daar zal ik wel voor zorgen, u kunt er op rekeneD.* De conducteur ging en sloot het portier. Schwerdtner kroop nog dieper in zyn hoekje en gaf zich moeite om te toonen, dat by geen notitie wilde nemen van het gesprek der heeren, die zoo gaarne onge stoord wilden blyven. De heer in den grjjzen mantel haalde nu uit een zjjner mantelzakken een koker te voorsehjjn. >Ik zal nog maar een sigaar aansteken. Dat is hst beste middel tegen kiespjjn,* zeide hy. Doch daar scheen hy iets te oedenken. Hy boog het licnaam voorover naar Scnwerdtner en hield hem den siga renkoker voor, welke uit twee kleppen be stand, waarvan bjj de eene met de viugers gesloten hield. >Wy zyn u misschien lastig met ons vallen, dat hem in den arm beet en hem de klauwen in het gelaat sloeg. De man behield zjjn tegenwoordigheid van geest en wist het dier te doen terugdeinzen, zoodat zyn bedienden nog bgtjjds toeschieten konden en hun patroon uit da kooi verlossen. Marck viel terstond daarna bewusteloos neer. Zyne wonden zyn gelukkig niet zeer ernstig, zoo dat hjj over eenige dagen zjjn voor stellingen hoopt te hervatt»nIn hnn ont steltenis hadden de bedienden het hok open gelaten, maar gelnkkig maakten geen der leeuwen daarvan gebruik om te ontsnappen. Twee menschen die Zondagavond te Weenen naar huis gingen, zagen in de duisternis niet dat een telefoondraad losge raakt was en in de straat hing. Die draad was ongelukkigerwijze in aanraking geko men met de bovenleiding van de electrische tram, en electrisch geworden. Een vrouw die zonder den draad gezien te hebben er mee in aanraking kwam, viel als door een beroerte getroffen, onder hevige stuiptrek kingen neer. Haar begeleider, die haar wilde helpen, onderging het zelfde lot. Twee men- schen die toesnelden overkwam het zelfde; alle lagen stuiptrekkende op den grond en konden elkaar niet loslaten, omdat e-m stroom van 500 volts hun door het ljjf ging. Bjj een van hen was de draad om den hals geraakt en had een diep gat gebrand, bjj een ander schroeiden de kleeren van hst lyf, een derde gilde en kronkelde onder de gruwelijkste pynen. Het duurde een poosje, voor men de oor zaak er van wist, en toen men ontdekte dat de draad in contact was met dien van de electrische tram, moest men eerst nog naar het sectiehuisje gaan, waar de stroom kon afgesloten worden. Daarmede waren bjjkans tien minuten gemoeid, en toen men eindelyk de arme slachtoffers kon te hulp komen, bevonden deze zich door de brand wonden in levensgevaarlijken toestand. Op de Duitsche marinebegrooting zullen, naar gemeld wordt, 79,831,422 rak. voor gewone 120,986,150 mk. voor uitgaven in eens gevraagd worden; als buitengewone uitgaven worden gevraagd; een millioen voor uitbreiding van de werf te Wilh^lms- haven, drie millioen voor uitbreiding van de werf te Kiel, beide als eerste termijnen; verder 400,000 mk. voor de verplaatsing van de havenwerken voor de torpedo-af- deeling van Kiel naar de Wickerbocht, rookenwilt gy daarom liever zelf ook meedoen, mjjnheer?* Hjj vroeg dit met gedempte stem, alsof hjj wegens zyn rheumatiek den mond bjjna niet kon openen. »Dank u, ik rook nooit,* antwoordde Schwerdtner. Zonder zich beleedigd te toonen, trok de heer, de schoud'rs ophalende, terug. Hjj nam een sigaar uit den koker, kreeg vuur van zyn vriend en borg den koker weer iu zyn mantelzak. Schwerdtner sloot de oogen. Hit eento nig gegons der wielen en het gemompel ean zyn twee reisgezellen bjj het andere portierraampje deden hem allengs insluime ren. Daarbjj trokken de jongste gebeurte nissen uit zyn leven in nevelachtige beel den het oog van zyn geeat voonjj. Frederik Schwerdtner was eerst kort ga- leden van een reis in het vaderland terug gekeerd. In het algemeen weeshuis vau het stadje Berghausen was hg als wees opge voed onder de vaderlyke leiding van den reetor Krng, aan wiens voorspraak hy later te danken had, dat een aristocraat, wiens landgoed in de nabjjheid van het sta tja lag, hem onder zjjne bescherming nam. Deze heer, baron Von Ellerich, liet hem hetgjm- nasium zjjner vaderstad bezoeken en zond hem vervolgens naar de universiteit te Jena. Daar studeerde hg in de klassieke lette ren, waarvoor hg steeds een bgzondere voorliefde had gevoeld. Na zyn schitt rend examen had zyn adellyice beschermer hein zaifs de mid telen verschaft voor de lang durige studiereizen, die hem de laatste twee jaren van Daitscüland hadden verwyderd gehouden. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1900 | | pagina 1