Hel Land van Hensden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard. Kruger in Amsterdam. M 1966. FEUILLETON. De Avonturier. ZATERDAG 22 DEC. 1900. GELUKWENSCHFN bij de wisseling des jaars, LAND VAN ALTEN^ VOOB Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO. franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Uitgever: L. J. VEERMAH, Heusden. Advertsntien ran 16 regels 50 et. Elke regel meer 7% ct. Groote letters naar pla&ternimte. Advertentiên worden tot Dinsdag- en Vrpdagaroxd ingewacht. liet het oog op de a.s. Feestdagen zal ons blad in de naaste week als volgt verschijnen Biet nummer van Woens dag 2© op Donderdag 99 dezer, liet nummer van Zaterdag op H1EUWJAARSD4G, terwijl voor dit nummer zoo spoedig mogelijk ingewacht worden. Onze I4ALEADEK zal dit maal in 9 zendingen bezorgd wordenhet eerste gedeelte, bevattende de kalender der eerste 6 maanden, omstreeks llieuwjaar, het tweede ge deelte met de laatste 6 maan den, aan hen, die op 1 Juli alionné zjjn. DE REDACTIE. Woensdagmorgen regende het dat het goot, maar alsof de wolken zich schaaradèn op den dag ran heden 't leven van den Grooten onden man nog meer te bedroeven, ze trokken tegen 10 nur af en lieten 't veld &an de Koningin van den dag. En de zon zag neer op duizenden bjj duizenden, die reikhalsden om Kruger van aaDgeziehte tot a^ ngezichte te zien. Het stationsplein was een groote mensehenmassa, en den heelen voorgeschreven weg over, stonden de belang stellenden schouder aan schouder. Vlak voor 't station een 20-tal zangvereenigingen, die onder Daniel de Lange het welkom zouden zingen. Huzaren, bereden politie en politie te voet handhaafden de orde, wat heel ge mak keljjk ging. 't Aantal vereenigingen dat langs den weg geschaard stond was legio, de namen bespaar ik u. Even te 11 nnr komt de extratrein aan. Er ging een rilliBg door de scharen. Maar ze moesten nog wat gedold oefenen. Op het perron werd niemand toegelaten dan de commissie en de raadsleden. Twee hunner halen Kroger af en geleiden hem naar de Koninkljjke wachtkamer, waar de heer Wormser ZjjnEdele met een toespraak wel kom beet. Zelden mi-schien nooit heeft zich een feit voorgedaan als dat, waarvan ge durende het laatste jaar de geheele wereld gewaagt. Een handvol egoïsten, niet grooter dan (H Zjj wilde antwoorden doch kon de ge schikte woorden niet vinden. Zgn kalmte en bescheidenheid, die juist zjjn voornaamsten trots bew^z-n, gaven hem een overwicht over haar, dat haar ergerde, omdat zjj zich zelf niet kon verbergen, dat daardoor naar hatelijke uitleggingen in een belachelgk licht kwamen. Beleefd trad hg terug om haar den door gang vrij f0 laten, daar zjj wel iets ge- wichtigers zou te doen hebben, dan met hem te blijven. Zg ging echter niet, maar vro^g: »Hebt ge van de gelegenheid ge bruik g<-maakt om kennis aan te knoopen met lieden, die u later ran ditnst kunnen zjjn.* Hij glimlachte weemoedig. »Ik heb eigen- lgk slechts kenBis gemaakt met és a per soon en deze kennismaking is voor mjj in zooverre van waarde, dat ik er een ver bazingwekkende ervaring door heb opge daan. Dat er znlke snaken zjju als mijnheer Vod Rüinmel, heeft me verwonderd!* »Ab, dan hebt ge juist een fr»ai voor beeld getroffen 1* riep zjj lachend nit. »Rüra- mel zal ons allen wel naar behooren be 50 man, besloot twee vrjje volkan te be- rooven en indien bet noodig was om hun doel te bereiken, uit te roeien. De gebeele beschaafde wereld, niet min der dan 500 millioen, verzette zich op aller lei wijze en zou, indien mogelijk, de Zuster- Repnblieken geholpen hebben. De »mogendheden« zagen toe en zwegen En het booze plan kwam tot begin van nit voering. Overal waar zich een Afrikaner vertoont, wekt zgn komst het rechtsgevoel op van allen, die nog recht van onrecht kunnen en dnrven onderscheiden. Overal wordt hg ontvangen met dien eerbied, welke betaamt tegenover mannen, die zoo bun heiligste goe deren verdedigen als de Afrikaners doen. Waar meer dan in Nederland? Gg, Pre sident, en nw volk, zjjt vleesch vaa ons vleescb, en been van ons been. Amsterdam geniet heden de groote eer van het bezoek van den Staatspresident der Z. A. R., regeerend hoofd van een vrjjen staat en vertegenwoordiger van den Oranje- Vrjjstaat onder deze omstandigheden. Straks zal Amsterdam door h»'t Hoofd der Gemeente U ten Raadbuize officieel ont vangen, maar ook hier verwacht haar bur ger jj een woord van welkomst uit den mond der Commissie uit den Raad, die u daarheen geleidt. Z kipst dat woord uit het Boek dat u boven alles heilig is, nit het Woord Gods. Zg wil u en den edelen President Steyn thans diep in het hart griffen deze belofte van den Almachtige: »De schepter der god deloosheid zal niet rusten op het lot d^r rechtvaardigen, opdat de rechtvaardigen hnnne handen niet uitstrekken tot onrecht.* 't Is mogcljjk dat nwe oogen bet niet aanschouwen zullen, wellicht zullen wjj geen van allen het beleven, maar geljjk reeds zoo dikwgls in de wereldgeschiedenis, z>d God ook ons nakroost in de twintigste eeuw het loflied op de lippen leggen Mach'igen heeft Hg van de tronen afgetrokken en nede- rigen heeft Hg met goederen vervuld en de rjj'ren heeft Hg ledig weggezonden.* En daarom komt de bnrgerg van Am sterdam u thans to gomoet, ni t met bigden jubel, maar met diepen ernst, en toch ook niet met droefgeestig gewaen, maar met het vaste vertrouwen, dat zich reeds op dit oogenblik samengrjjpt en uit in den ééaen geloofskreet God zegene de vrjje Afrikaner natie Leve Paul Kruger! Ik bespaar u de tweede redevoering, door den hr. Middelberg, voorzitter der Z. Atrik. Vereeniging gehouden. Veel verstaat oom Paul er niet van, zgn vriend Wol- marans heldert een en ander aan zgn oor op. We nemen onderwgl den onden man nauwkeurig op. Hjj is hoewel gebogen, een forsch man met gebruind en gerimpeld aan gezicht, grooten, breeden n?us, zware zak ken onder de oogeD, haar en ringbaard sneeuwit. Zijn portretten lijken sprekend. Hjj is een type van een oud man en men kan hem aanzien, dat veel wat tot hem ge lasterd hebbsn, maar overigens is hjj zoo kwaad niet. Hij heeft tenminste dit od an deren voor, dat men openljjk om hem lachen kan.* Schwerdtner werd ernstig. Das behoor de Elvira werkelijk tot de lieden, dia gaarne luisterde naar Ru nmel's babbelpraatj-s. »Nu,« zeide hg vrijmoedig, »de spotter nijen en daarmee vergezeld gaande laster taal van mijnheer Von Rünmel zijn niet zoo erg, vind ik, als zijn tegenwoordigheid hier en zjjn gebeele bestaan, dat volgens zeggen gedeeltelijk bernstop vrees voor zgn booze tong, deels ook op de omstandigheid, dat men zjjn gave der gezellige gesprekken op prjjs stelt.* >Ei,< antwoordde Elvira, nadat zjj een seconde bedremmeld voor zich had geke ken, »ik zie, dat ge reeds goed onderricht zjjt. Het is erg genoeg, dat wjj uw strenge critiek verdienen.* Pardon, ik meende, dat ge mjja oordeel weuscbte te vernemen omtrent ragHheer Von Rü nmel en over de gaven, die hg in gezelschap toont te bezitten Elvira heet zich op de onderlipzg scheen in haar binnenste strjjd te voeren. >Voor een nieuweling toont ge scherp te kuDnen opmerkeD,* zeide zg op denzelf den boosaardigen toon als in het begin. >Het zou wel interessant zgn, eens te hoo- ren, wat ge van de anderen, b.v. van mjj denkt.* sproken en voor hem gezongen wordt, bniten hem omeaat. Eéi lange, gerekte, zich steeds verder voortplantende kreet: bet Paviljoen wordt geopend en de stoe£ begeeft zich naar de rijtuigen. Fluks neemt onze Daan den diri- geerstaf en smoort het gejuich met woord °n uit Ps. 33, vs. 9 en 10. En nu weer een redevoering! Deze ging vergezeld van een krans namens de zangers. Ieder, die bjj znlk een gelegenheid kans ziet zgn welsprekendheid te luchten te hangen, verzuimt het natnnrlgk niet. Maar vervelend zijn ze èa voor Kruger èn voor de wach tende massa. Eindeljjk zet de stoet zich in beweging, politie te paard voorop. Kruger in een open rjjtaig met vier paarden. Gejnïch allerwege, hier en daar een opzet van 't Tranvaalsche Volkslied, met trillende stemmen, 't Is ook onmogelgk onaandoenlijk te bljjven hjj 't zien van dvzen onden man, rondreizend om de gewetens wakker te roepen, de gewetens niet der volken, die zijn barmhartig genoeg voor hem en zgn volk, maar de gewetens der machthebbendenWat zjjn wjj Euro peanen, met al onze rechten en vrjjheden, met ons uitgebreid en algemeen kiesrecht, met onze grondwetten en onze groote praats, toch nog onmondige kinderen, dat we 't gedoogen wat ginds in Afrika geschiedt en we nog niet zooveel macht hebben om 'fe perfile Albion een »tot hiertoe* te kannen toeroepen, omdat een Wilhelm, een Loubet, een Nicolaas, een Victor Emmanuel te laks zgn om 't woord ta nemen als John Ball verkiest niet gehinderd te worden. Dit en nog veel meer komt bg een mensch op als hg daar langs de straat hoort jubelen en juichen en psalmzingen. Kruger in zgn pels gedoken, met oen bont calotje op, dankt met den hoed in de hand plechtig voor al die betuigingen van harteljjka liefde. Zoo ging het langs den voorgeschreven weg naar 't staclhnis, waar de gemeenteraad den ouden man officieel zon ontvangen. On derweg nog kransen en bloemstukken er was een open rjjtuig voor gereserveerd, waar in een paar kinderen zaten, o.a. het 10-jarig zoontje van Ben Viljoen, een der vecht generaals één kostbaar bloemstuk van 500 beambten van 't post- en telegraaf kantoor. Op 't Stadhuis aangekomen werd Kroger in de Raadzaal ontvangen. Deze was geheel van gedaante veranderd en in een salon herschapen. De Burgemeester nam het woord »Namens den Gemeenteraad der hoofd stad, zeg ik U harteljjk dank, dat ge ge hoor hebt willen geven aan de nitnoodiging van den Raad om U zgn oprechte hulde »Mag ik openhartig spreken vroeg hjj snel. »Ga uw gang.* Zjj leunde bevallig op den schoorsteen mantel, waarop een Amor-beeld tusschen levend groen stond, en nam het voorko men aan, alsof zjj welwillend naar hem luisterde. Een ander zou daardoor be schroomd zjja geworden, maar Frederik bleef zgn natuurlijke kalmte behouden. »Ge meent met mij te spotten, baronnes, door deze vraag te doen, maarer spreekt daaruit een betere aandrang, dan ge zelf zoudt willen erkeBnen.* »Hoe bedoelt ge dat?* Zgn hoofdschudden scheen haar scher pen toon te willen afweren. Waart ge werkeljjk slechts, wat ge voor mg wilt schijnen, dan zoudt ge het zelfs te gering achten om tot mg het woord te richten.* »Een gril! Wat verder?* »Ge ziet in mjj de vertegenwoordiger van een levensfeer, die u beter toeljjkt dan nw wereld van klatergoud,* vervolgde hg on beschroomd. >En ge voelt overeenstem ming met mg Zg trok het trotsche hoofd achternit, doch maakte geen opmerking meer. »Ge veracht dit gezelschap dat hebt ge mg reeds meor gezegd. Ge gelooft nDt aan mannelgke deugden, maar nit jjdelen moedwil speelt ge met de talrjjke salonhei te brengen en te getuigen van zjjne har telijke sympathie. Hoe gaarne zou ik daaraan een blijdan welkomstgroet toemogen, evenals ik het voorrecht had ia 1884 te doen hg de eerste schrede, dien ge zett»t op Nrêdands bodera. Toen hadt ge een gelukkigen strgd gestre den en een vrede bedongen, die voor Uw volk en land een rustig en dnnrzaam bestaan waarborgde. Toen waart ge vol vreugde, geloof en vertrouwen lot ons gekomen en jaren lang heeft de Z.-A. Republiek zich onder Dwe goede leiding op voorheeldi/e wgze, zoowel op intellectueel pis materieel gebied ontwikkeld. En thans komt ge tol ons met bloedend hart. Een noodlottige oorlog heeft Uwe eigendommen vernietigd. Uw land verwoest, tal van slachtoffers gemaakt. Toch hebt ge niet geaarzeld op Uwen hoogen leeftijd den pelgrimstocht te aan vaarden, ten einde door Uw persoonlek op treden ptgingen te doen om aan de ramp een einde te maken. Mogen sommigen wan hopen, Uw vertrouwen is trots tel-nrstel- ling onverzwakt. Moge het U bjjblijven; Uwe krachten sterken, en in staat zjjn den weg te vervolgen dien gjj wenscht te bewan delen om Uw do^l te bereiken: te erlangen een eervollen vrede. Dit is de hartgrondige wensch van den Raad van Amsterdam en ook, dit hebben de juichkreten U reeds gezegd van de bnr- gerjj.* (Applaus). De President, die, gezeten in den voor hem midden in de zaal geplaatsten stool, deze rede had aangehoord, stond dadelgk op en antwoordde: >In de eerste plaats dank voor U wel kom in adressen reeds uitgesproken ik heb geen woorden genoeg voor dien dank. Ih de tweede plaats m-rk ik op, mijnheer de Burgemeester, dat gg de feiten gevolgd hebt. In 1884 was ons land zelfstandig ge worden, dank zjj Gladstone, doch zijn eere daad is vernietigd. Wjj staan nu een tegen tien, maar God is ons nabg. Hjj maakt, dat dit kleine klompje, <?en tegen tien, een kanon tegen tien kan staan. Dat is Gods hand die is het die de menschen dapper maakt, anders zon zoo iets onmogelgk zgn. De Holland- sche menschen en vela van andere naties, hebben ons dapper bjjgestaan; van vele naties zgn zjj tot ons gekomen, al hadden zjj z«lf geen belang bjj ons werk. God is de geest der waarheid en van het recht, en daar onze zaak rechtvaardig is, zal Hjj de rechtvaardigen helpen. De boom groeit niet op van den top doch van onder en zoo is het ook met de sympathie, die ons toevloeit van overal en God zal ons tege moet komenzjjn werk wordt gezegend. De overweldigers zjjn een tegen tieD, tien tegen honderd, het land is gestroomd, doch zg hebben het niet genomen. Wjj wachten op den dag, dat God ons dnideljjk zal maken, wat Hjj met ons wil. Het best is te vertronweu op Zgn hulp, beter dan die van keizers en prinsen. Maar laat ons dan ook samen in onzi gebeden ons tot hem wenden, en verder alle midde den die u maar al te bereid aan de voeten liggen.* »Heel mooi dat hebt ge van mjjnheer Rümmel, niet waar?* »Knnt ge het loochenen? Is er onder al die opgeschikte aanbidders ééa, die bij u een inniger gevoel opwekt. En toch zjjn ze n als tijdverdrijf welkom, al moet ge, zoodra ge sl chts een nar alleen zij", erken nen, dat zij nietig zjjn. Ia a leeft een on bestemd verlangen, dat ge vergeefs traaht te verstikk-n. Het is wellicht ook daarom, dat ge schuwt een gebied van grooter waar da te betreden, omdat ge vermoedt, dat daar de waarden niet gelden, waaraan ge uw gehuichelde verafgo iing te danken hebt en omdatge *w rol van gebiedster niet zondt willen opgeven. Mag ik ver der spreken?* »Vooruit maar,* zsile zjj met een ge dwongen lach en keerde het gelaat naar het groen, waarop zg bl-ef staren. Voor uit maar, ik heb er schik ia.< Als dit zoo was, behoefde ik geen woord meer te zeggeD.* »Üat wil zeggen: aan een eenvoudig ge sprek met mg zoudt ge uw tjjd niet op offeren?* vroeg zjj met voorgewende vroo- lgkbeid en plukte intuisehen olaadjis van het groen op den scnoorsteenmaatel. »lk beeld mg niet in, dat ilc mg op ééa lga kaa steller, met de geroutineerde salon- inenschan, van wie ge terecht moogt ver len gebruiken, die Hg ons geeft; laat ons trachten te krjjgen een vredescongres of arbitrage, dan zal een rechtvaardige beslis sing volgen. Dank voor Uwe sympathie, ik vertrouw op Uwe gebed-n om voor ons te verkrgyen, dat Europa iets zal doen. De Heer heeft duizend middelen om ons te helpen. Als de Heer de vijanden kas'jjdt, dan is dat om hen te vernietigen, als Hjj zjjne kinderen kastjj It, is dat omdat Hjj ze lief heeft. Ik ben niet gekomen als vluchte ling, maar op mjjn hoogen leeftjjd heeft mjjn gouvernement mg gezegd te gaan om te zien, wat ik doen kon. Na men ons niet kan vernietigen, treedt men daar op tegen onze vrouwen en kinderen, als barbaren. Maar God regeert, Hij geeft spjjzen op zijn 'jj 1, Hjj leert ons op hem vertrouwen. Wie in waarheid strjjdt, strjjdt in den Dnam des Hoeren. Ik dank n zeer. Ik heb g z^gl.* Voor den president werd een tafel aan geschoven en mat de heeren Vening Mei- nesz en Weasel gebruikte hjj den lunch. Den wgn liet hjj passeeren, maar nam melk. Van ééa tot twee uur nam hg wat rnst in burgemeesterskamer, waarna de tocht voortgezet werd naar het Afrikaander Thnis op de N.- Heerengracht. Daar hield een uitgewekene, de heer F. de Villiers Sraaen een korte harteljjka toe spraak, die door Kruger beantwoord werd. Hjj zeide o.a.: Er wordt veel gesproken over de verdruk king der Afrikaaoder-natie, maar die ver drukking geschiedt onder Gods bestuur en op Gods wil, die bevolen heeft te strijden voor waarheid en gerechtigheid en door den geest van waarheid en gerechtigheid Gode dient. Is het niet kinderachtig, vraagt de president, te denken dat ééa man tegen tiun kan vechten, en hjj ontkent dat het niet naogeljjk zon zjjD, want het is Gods wil dat het zoo moet en daarom kan het ook. Wel zijn, gaat hjj voort, de regeer n gen van Europa nog stil, maar de volkeren hebbra gesproken voor de zaak der recht vaardigheid. Zjj worden ijverig door Gods bestuur, en daarop moeten wjj allen wel let ten. Dit moet ons aller do«*l zjjn, naar alle zjjden bekend te maken in geheel Europa de waarheid, de geheele waarheid. W(j moe ten opmerken wie ons daarbjj willen helpsn en wjj moeten hen helpen. Laten wjj opmerken wat is het bestier van God, dan hebben wjj niets te duchten. Men kon vragen is het mogeljjlc dat zoo een kleine klompie van 40,000 kan bljjven vechten tegen 300,000, dia als barbaren strjjden. Is het dan m^geljjk dat zulk een klompie nog niet vernietigd is. Maar dit, ligt in des Heeren hand. Kent God in al uwa wegen, dan zal het U gaan naar u behoef ten. Let op Gods woord en merk voor uw gebeden dat het loopt tegen den heerljjken Kerstdag, den dag der belofte. Hoe komt het dat in Europa vaa alle klassen menschen zijn uitgegaan naar ons om ons te helpen. Die menschen hebben in Zuid Afrika geen belangeD, maar zjj hebben zich willen stellen ia dea dienst van de wachten, dat zjj u amuseeren.» »Omdat ge geheel vervuld zjjt met uw verhaven beroep. Ge wilt alsoo uw ambt van opvoeder niet alleen aan mjja broeder Robert, maar ook aan mjj nitoefeneu Terwjjl zjj zenuwachtig lachte, speelden haar vingers door het grocD, waarvan zg de zachte blaadjes aftrok. Dat zoudt ge zeker al te aanmatigen l van mjj vinden; doch kunnen wg ous niet in zekeren zin door alle menschen latsn opvoeden?* >Het kan zgn; maar ik zal mjj alben laten opvoeden, als ik gelooven kan,* zeide zjj, hem aanziende, terwjjl zg de gebalde vuist naar zich toe trok. »En u geloof ik niet Hjj keek haar verbjjsterd aan. Langzaam hisf zjj den arm boven zjjn hoofd en liet lachend de afgerukte blaadjss als een blo9- menregen op zgn hoofd neervallen. >Zgt ge dan zoo zeker van u zelf mijn waarde? Meent ge dan de eerste te zgn, die on Ier ons, lichtziaaige kinderen der wereld, optreedt en ten slotte behaagljjk meedrjjft met den vro dgk bruisenden stroom?* »Ah! Dus houdt ge mjj voor een leuge- nuar, eea huichelaar, veor eea veilen ge lukzoeker, die onder het masker van den zedenmeester er op uitgaat, in uw stroom naar gewin te hengelen?* President 1 (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1900 | | pagina 1