Het Laud van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. GEZAG. mm M 2033. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 14 AUG. 1901 Kaleb en Kohra &U J; LAND VAN ALTE^' YOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 1—6 regels 50 et. Elke regel meer 71/* Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond mgewacht. II (Slot). Wanneer men let op hetgeen wjj aan het slot van ons vorig artikel opmerkten, op de droevige verwaarloozing namelijk van de organisatie der politie bjj de wet, dan behoeft men er zich niet al te verwon derd over te toonen, dat de ambtenaren van het openbaar gezag, bjj het vervallen van hnn taak, niet steeds worden gewaardeerd en gesteund; dat zich somtijds het droevige feit voordoet, dat zjj opzettelijk worden tegengewerkt. Toch mag men dit natuurljjk nooit ver dedigen. Mankeert er wat aan de houding van het publiek, dan moge dit verklaarbaar wezen, goed is het toch nooit. Hoe zou men het ooit kunnen goedkeuren, wanneer bescherming verleent wordt aan hen die de openbare orde verstoren, wan neer men de politie dwarsboomt, opzettelijk tegen hare bevelen handelt of een ljjdeljjk verzet toont; wat dikwijls nog veel erger is. Wjj zijn allen zoo fier op onze vrijheid. Welnu, wanneer wjj bedenken, dat diezelfde vrjjheid ons door het openbaar gezag wordt gewaarborgd; dat wjj zonder haar nooit veilig en altjjd weerloos zouden zjjn, dan zullen wg gaarne de bekende spreuk onder schrijven, dat slechts bjj volmaakte orde de maatschappij in waarheid vrjj is, en dan sullen wjj ook nooit aarzelen om steeds met de politie mede te werken, haar hare taak lichter te maken en haar te steunen. De beste vriend van het gezag is hg, die het minst met de politie iB aanraking komt. Jammer genoeg, dat ook in deze de wet niet medewerkt. Ons politierecht is verre van te voldoen aan de eischen van den tjjd. Ingeval ran lgdelgk verzet tegen de handelingen van het gezag, kan er bjj ons van vervolging geen sprake wezen. In En geland is het andersdaar behoeft de amb tenaar slechts een teeken te geven en het aanwezige publiek is tot het verleenen van daadwerkelijke hulp verplicht. Die in deze verplichting opzetteljjk te kort schiet, kan vervolgd worden. Maar ons politierecht is zeer gebrekkig. Eigenljjke politierechters hebben wij niet eenp. Dit zjjn rang'straats- persoBen, voor welke de zaken onmiddel lijk kunnen worden aangebracht en die ter stond vonnis vellen. ANDRÉ THFÜRIET. 7) >En brandt er nog vuur in den haard hernam vader. »Neen, mjjnheer Gérard, ofschoon hg het er in diende te schilderen, want de witbe- vroren vensters wgzen er op dat het vreese- ljjk koud is in de kamer. »Juist,« zeide vader, terwjjl hg met zgn bezigheid voortging, »juist, hg schildert een wintertafereel, een tafereel der grootste el lende; de jongen heeft een goed geheugen, herinneringen uit de kindsheii, zulke vooral worden nooit vergeten.* Deze overdenkingen sprak hjj in zichzelf, maar toen mg te binnen schoot wat hg van 't proces van Geisse in 1817 had verteld, begreep ik dat hg aan die ver in 't verleden liggende gebeurtenis dacht, nameljjk aan den verkoop van het kind van Zuchetto, dat vreeseljjk drama Welke personen heeft hg 't eerst ge schilderd?* hernam vader na eenige oogen- blikken van nadenken. »Hjj is begonnen met al de Zigeuners, door elkander op het stroo liggende, te schilderen; zjj zgn mager en klappertanden van koude. Hg heeft ze nog niet allen vol tooid, maar laat tusschenbeide een van hen boven komen, ten einde ze beter af te kun nen werken, daarna zendt hg hen weder Nu weten wg zeer goed, dat de wet niet alles kan. De wet kan b.v. niet waken tegen dat altoos durende klagen over en bedillen van de handelingen van het gezag, wat niet alleenzeer afkeurenswaardig, maar volkomen nutteloos is. Wordt de orde al eens verstoord of was er gevaar voor, dan hooren wjj de gewone klacht, dat de politie nergens te zien was. Maar vergeteD wjj niet, dat wanneer in elke gemeente een corps moest gevormd worden, voldoende om zulke klachten onmogeljjk te maken, men er wel alle beschikbare gelden der gemeente voor kon bestemmen. En dan zonden er toch zeker wel andere klachten worden vernomen Evenmin als de wet almachtig is, even min is het de overheid. Evenmin als wjj zelf volmaakt zgn, evenmin is dit het gezag, dat over ons is gesteld. Maar wel is het voor verbetering vatbaar en voor zoodanige verbetering vatbaar is vooral de band, die burgerjj en gezag aan elkander verbinden. Dit is dan ook een der voornaamste re denen, waarom wjj deze belangrjjke aan gelegenheid tot een onderwerp van bespre king hebben gemaakt. Kunnen wjj van de wet in deze onmo geljjk eenige verwachting hebben, wjj heb ben die wel van andere zaken, zooalshet onderwjjs, de pers en de samenwerking van allen, die geroepen zgn om kennis te ver spreiden en licht te ontsteken. Zooals het met vele andere dingen is, zoo is het ook met justitie en politie. Hare beteekenis, haar taak en roeping en ook hare belangen zgn velen geheel vreemd. Die onderwerpen worden waarljjk niet zoo dage- ljjks behandeld. De kennis van het wezen en de inrichting van staat en maatschappjj, van de plichten van den staatsburger en al wat daarmede in verband staat, behoeft nu juist geen afzonderljjk leervak op alle scholen te worden. Daarom kunnen zjj toch immers wel wezen, gebruikte stoffen bjj op voeding en onderwjjs? En dan hebben wjj ook wel degeljjk de opvoeding in het huisgezin op het oog. Daar zal het wel de rechte plaats wezen, om het kind al heel vroeg eerbied en ge hoorzaamheid aan wet en gezag in te prenten. Er zjjn ouders, die hanne kinderen niet alleen een goede, maar zelfs een zeer strenge opvoeding geven en het minste vergrjjp weg met de woorden »Je moet later terugkomen.* »H«t zal hem stellig meer dan drie mannden kosten om de schilderjj te vol tooien.* Vader zag op zekeren dag, toen hjj voor zjjn lessenaar zat, mjjnheer Schmitt, de teekenleeraar van ous college, voor bjj gaan bjj tikte tegen het raa n en wenkte binnen te komen. Waarde mjjnheer Schmitt,* zeido hg, »komt ge hier dineeren?* »Ik kan onmogeljjk, daar ik door mjjn heer den burgemeester Parraentier ben uit- genoodigd om daar met mjjnheer Poirier en mjjn vriend Stehen te komen, ik kan op die samenkomst niet ontbreken.* »Doe mjj dan ten minste het genoegen om hier koffie te komen drinken. Ik wilde u gaarne voorstellen aan een zeer begaafden kunstenaar, mjjnheer Ladislas Duvosier, die er naar verlangt kennis met u te maken; 't is een nette jongen.* »Hjj heeft klinkende munt genoeg,* zeide Schmitt glimlachend, >en dat te heb ben is het grootste talent in den tegen- woordigen tjjd.* Jac, hernam vader, >het is de zenuw van den oorlog Nu die jongen wil een ori gineel werk leveren; toen hjj met Lucien en Timotheus een tocht naar de Holle Rots* ondernam, heeft de aanblik van die om hunnen ketel hurkende Zigeuners hem het onderwerp aan de hand gegeven. Hebt gjj nog altjjd de schets van Khora de waar zegster, die gjj op den drempel van mjjn winkel, nu vjjf of zes jaar geleden hebt genomen? Ik zag nooit eene zoo goed uit gevoerde achetemgnheer Duvosier zal er zwaar straffen. Bjj een ondeugenden jongen is daar allicht eens aanleiding toe. Maar zie na eens; o wee als de politie 6r zich mee darft te bemoeien. Dan is zjj dadeljjk haar boekje te bniten gegaandan is men ver ontwaardigd en wordt het bedreven kwaad, dat anders nooit over het hoofd werd go- zien, zooveel mogeljjk vergoeljjkt. Wat doet men nu eigenljjk? Het kind tegen het openbaar gezag opzetten en een schok toebrengen aan het gevoel, dat het wellicht bezielt, voor vredelievendheid en gehoorzaamheid. Dat is volstrekt niet zoo bedoeldintegendeelmaarhet is er toch het zeer natuurljjk gevolg van. Trouwens, het is volstrekt geen onge wone zaak, dat het bedillen en ongnnstig beoordeelen van de handelingen van het openbaar gezag voor aller oor plaats heeft. Kleine ooren zullen dat wel even goed op vangen als groote; maar het jengdig ge moed neemt het ook op en verwerkt het in de verkeerde richting, zoodat al heel spoedig in de jeugdige verbeelding, hjj een held is, die zich tegen het gezag verzet. Voor de meeste menschen is een gevestigd gezag gelukkig niet eens noodig, zjj doen van zelf wat goed is. Maar het helpt na- tuurljjk niets, wanneer er een minderheid is, die bet gezag niet waardeert en de goede hoedanigheden en de plichtsbetrachting, waardoor de openbare macht zich over het algemeen kenmerkt, niet op den rechten prjjs weet te stellen. Wanneer wjj hier even denken aan de bekende spreuk dat in het verleden het heden ligt en in het nu wat worden zal, dan houden wjj er ons van overtuigd dat, waar alle ouders en onderwjjzerB op dit deel der opvoeding den bjjzonderen klemtoon leygen, een volgend geslacht meer de voor rechten zal waardig zjjn, die, in vergeljjking van vele andere staten, de Nederlaodsche staatsburger geniet; maar die in onzen tjjd nog wel eens te weinig op hare wezenljjke waarde worden geschat. Buitenland. Dezer dagen stapte te Parjjs een kereltje met gele schoentjes en een kort broekje uit een sneltrein van Havre. Ijverige agenten, ziende dat hjj geen geleide had, brachten hem naar een commissaris. Zonder iets te zeggen reikte het ventje dezen zijn pet toe, waarin op een papier geschreven stond verrukt over zgn. Zeker heb ik die, de anderen heb ik ook zorgvuldig in mjjne portefeuille bewaard, want dat zijn oorspronkelijke typen, mjjn heer Gérard, die men overal kan plaatsen. Maar nis mjjnheer Duvosier ze als kunst broeder verlangt te zien, zjjn ze tot jsjjne beschikking.* Due, ge belooft dat ge zult komen?* Ja, ja, ge kunt er op rekenenik kom tegen twee uur.* Hierop stapte Schmitt met versnelden pas naar het Wagenplein, waar onze burgemeester, mjjnheer Désiré Parmentier, woonde. Nu moet ge u eene voorstelling van ons kantoortje zooals het er eiken dag om twaalf uur uitzag trachten te vormen. De met hagelwit tafellaken overdekte ronde tafel stond in het midden van het vertrek daarop waren de groote soepterrine, de onderwetsche gebloemde schotels, het blin kende zilver en de sierljjk gevouwen ser vetten geplaatst. Hier en daar stonden vazen, die gevuld waren met bevallig geschikte purperkleurige, gele en blauwe bloemen, wier liefeljjke geuren zich tot in den winkel verspreidden. Om kort te gaan 't was een statietafel Timothens en Ladislas ontbraken niet op 't appèl, zij hadden hanne beste kleeren aan, evenals de ontvanger Cauehois, die prjjkte in zgn jubot en manchetten van kantwerk. Charlotte bediende in haar keursljjfja, dat van voren met zilveren loovertjes was bezaaid en droeg haar Elzasser mats met de lange linten. Madeleine droeg de dampende schotels op, benevens de flesschen ouden wjjn, waar onder vele waren, die men in diepe stilte »Ik beet Dinges, geboren te Boston, mjjn vader isEr is geld voor mg bjj die bankiers, ik reis om te leeren en ga naar* enz. Algeraeene verbazing der beambten. EeD hunner sprak toevallig Engelsch en riep uit: >Reist ge in Frankrjjk en verstaat zoo weinig Fransch 1 Natuurljjk, luidde het antwoord, juist om het te leeren. Hjj ver klaarde zeven jaar oud ta zgn. Men sprak van hem naar zgn consul te brengen, maar nu werd het jongste zeer boos, beweerde vrjj burger te zjjn en men liet hem gaan. Hjj riep een voorbjjkomend rjjtnig aan en reed zegevierend heen. Een Fransche schrjjfster, woonachtig te Konstantinopel, heeft de vorige week een alleronaangenaamst avontuur gehad toen zjj in Parjjs zich wat te veel had overgegeven aan de lost om de Parjjsche zeden te be- studeeren. Zjj wilde graag iets weten van de wereld waarin men zich amuseert, en ging naar een inrichting op den Boulevard des Capucius, waar zjj een gesprek aan knoopte mpt twee jonge mannen, aardige jongelui, die met veel grappen haar allerlei bijzonderheden vertelden van de bezoekers. Zjj wenschte zichzelf voor haar doel gelnk met de ontmoetingze bezocht nog andere kafé's met de twee jonge mannen, betaalde een souper a trois, in 't kortze bleef zeden bestu leeren tot vier uur in den morgen. Ze ging ten slotte naar haar hotel maar de jonge mannen wilden mee, en toen zjj daar niet van hooren wilde, drongen ze met geweld naar binnen en installeerden zich in haar slaapkamer. Uit vrees voor schandaal durfde de schrjjfster niet om hulp te roepen. Maar toen eindeljjk een der twee in een onbewaakt oogenblik haar byoutericn uit de kast bleek genomen te hebben werd 't haar te machtig en riep ze om hulp. Het heele hotel kwam toeloopen en de persoon die de juweelen zou hebben weg genomen, werd gevat. De andere ontkwam. Er werd echter niets van 't gestolene ge vonden, en eindeljjk bleek dat hat uit 't raam was geworpen en door den ander meegenomen. De schrjjfster zal voortaan de Parjjsche zeden wel op een afstand bestudeeren. De stoet, die het ljjk van keizerin Frie- drich zou overbrengen van het kasteel Frie drichshof naar de kerk, vertrok Zaterdag- ontkurkte, daar zjj van het komeetjaar dag- teekenden; vervolgens de ham, het gebak, de manden frait, en ten slotte de met kla tergoud versierde tulbanden, kortom alles, wat tot die burgerfeesten behoort, waarvan helaas de herinnering ons slechts is overge bleven De twee goede, oude tantes zaten in al haren luister aan het ho^f 1 der tafel. Zooals men begrjjpt werd er druk ge praat en de een na den ander begon te lachen zonder dat men wist waarom. Ladislas bedankte mjj, dat hjj door mjjn toedoen aan dit familiefeest bad kunnen deelnemenTante Nicole begon aan 't des sert het liedje van den schoonen Dumois, die naar Syrië vertrok, met een neusgeluid onder toejuiching van het gezelschap te zingen, dat het refrein in koor meegalmde. Mjjn vriend Timotheus kon zjjao oogen niet van Charlotte af houden, die stralend van genoegen langs de tafel ging om te be dienen, en iedereen bevond zich na den maaltjjd in den gelukkigen toestand, die sla perig maakt; daar verscheen NicolaaB Schmitt me'j een hooggekleurd gelaatwjj ontwaak ten allen als door een zweepslag, toen bjj met opgeheven glas voor ons stond. »Nu, ik kan er op bogen, dat ik woord gehouden heb, want ik verliet de burge meesterstafel toen de eerste champagneknrk tegen den zolder sprong,* riep bjj uit. >Ja, ge waart in goed gezelschap,* ant woordde Vader, »en ik zeg u dank voor uwe opoffering.* Hjj stond op en vervolgde: »Ik heb de eer u mjjnheer Unvosier, een uwer kunstbroeder, voor te stellen! Daarop wendde hjj zich tot Ladislas met de woorden: Mjjnheer Schmitt, leeraar in het teeke avond om halftien van het slot Friedrichshof onder het gelni der klokken. Voor en terzjjde van den stoet marcheerden soldaten en fakkeldragers. De bist werd gedragen door 12 onderofficieren. Achter het ljjk ging de keizer alleen, gevolgd door de overige rouw- dragenden. Te kwart over tienen kwam de stoet vóór de kerk aan, waar een eere-com pagnie met vaandel en muziek was opge steld. Nadat de kist in de kerk was neder gezet, traden de keizer, de keiasrljjke prin sen, de vorsteljjke personen en de rijkskan selier graaf Von Bülow binnen. De keizer plaatste zich vóór de bist, waarop de predi kant Dryander het ljjk zegende. Toen knielde de keizer om te bidden. De aanwezigen volgden zjjn voorbeeld. De keizer legde een krans op de kist en verliet de kerk om naar Homburg terug te keeren. Tengevolge van het verzakken van een beschoeiing aan den ingang der tunnels van den Albula-spoorweg heeft, zoo wordt uit Chur gemeld, een aardstorting plaats gehad, waarbjj veertien menschen, onder wie een ingenieur, bedolven zjjn. De ingenieur en nog drie man zgn reods dood onder het puin uitgehaald, en een zwaar gekwetste is Een Russische dame Nadejda-Andrevna- Donrova geheeteu, in 1783 geboren en dpchter van een kapitein bjj de cavalerie, kwam op 23-jarigen leeftjjd in dienst bjj een regiment lanciers, onder den manne- ljjken naam Sokolow. Later werd zjj naar St. Petersburg geroepen en aan den Czaar voorgesteld, die haar toestond in het leger te bljjven. Zjj werd toen huzaar, onder den naam van Alexandrov en zg onderscheidde zich zoodanig, dat men haar den rang van officier gaf. Op schitterende wjjze nam zjj aan den veldtocht van 1812 deel, bjj welke gelegenheid zjj het kruis van St. George kreeg. Eerst in 1817 trok zjj zich uit den dienst terug en ging te Elabouga wonen, waar zjj in den ouderdom van 80 jaren overleed, na den rang van kapitein verkregen te hebben. Om den naam en de daden van deze vrouw te eeren heeft het 14e dragonder regiment thans voor haar te Elabonga eaa gedenkteeken opgericht. De Times-korrespondent te Peking seint, dat de gezanten in eene Zaterdag gehoaden nen aan het Pfalzburger college.* De kennismaking werd, nadat de gebrui kelijke groeten waren gewisseld, zonder an dere plichtplegingen, voortgezet. Op dat oogenblik weerklonken de heldere duideljjke slagen van de avondklok, waarop de dames pene buiging voor ons maakten en v-rtrokkam »Hebt ge uwe teekeningen meegebracht, mjjnheer Schmitt?* vroeg Vader. »Ik h^b ze bjj het binnenkomen op uw bureau gelegd, mjjnheer Gérard.* Vader was zoo ongeduldig als een school jongen en haalde ze zelf. »Juist, dat is Kohra, ge schetstet haar vlnchtig, op het oogenblik dat zg onze stoep afliep.* »Dat is waar,* antwoordde Schmitt, maar ik heb er thnis twee aren aan besteed, om het bjj te werken, met de eerste schets is 't niet voltooid! De schaduwen eD omlijnin gen vorderen meer tjjd, en daarin komen de stadie en de ervaring van den waren kunstenaar uit.* Ladislas had de teckening in de hand genomen; hjj steunde met zjjne ellebogen op de tafel en beschonwde haar met de grootste aandacht. Schmitt leunde over zgn schouder, eu wees hem de bijzonderheden aan. >Ziet ge wat een edel gelaat zg heeft? Hare houding is zoo fier als die van Daiid. Werp haar een kleed om in plaats van deze lompen; vlecht hear haren n>iar de wjjze der ouden en ge zult een volmaakt model hebben. Zelfs de grootste ellende en het zwaarste ljjden hebben deze vrouw niet kannen misvormen!* - Naar het Fransch DOOR Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1901 | | pagina 1