Het Land van Heosden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. DANKBAARHEID. "feuilleton. Kaleb en Kohra Urn VAN ALTEN^ M 2036. ycx)B Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 24 AUG. 1901. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnement»prjj«: per 3 maanden l.OO. Franco per poat zonder prgarerhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën yan 16 regela 50 et. Elke regel meer 77i ct. Groote lettere naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinadag- en Vrijdagavond ingewacht. Onaangename ervaringen zgn dingen, die we van tjjd tot tjjd opdoenmisschien meer dan aangename; maar dat hangt ook al veel van iemands bjjzondere levensomstan digheden op. Wanneer men ons eens vroegwelke van desbedoelde ervaringen we wel voor de alleronaangenaamste hielden, dan zon het antwoord ook wel in zeer verschillenden zin uitvallen; maar toch gelooven wjj, dat zeer velen in de eerste plaats de klacht zouden doen hooren, dat zjj zooveel ondankbaarheid in de wereld hebben ondervonden. Zeker is het waar, dat men bjj het dier soms vindt, wat bp sommige menschen niet wordt aangetroffen. Androcles, de arme slaaf, ondervond dat, toen hg, door een geluk kige operatie, den woudkoniug van den splinter bevrjjdde, die hem in den poot gedrongen was en sinds door het dier als een aan zjjn meester gehechten hond werd gevolgden gelukkig zullen wjj ook op natunrgenooten kunnen wjjzen, die in deze het dierlgk voorbeeld navolgen. Over bet algemeen evenwel is dankbaarheid geen bg voorkeur beoefende deugd. Zeker hebben wg iemand wel eens een vriendschapsdienst bewezen; sommigen onzer zgn ook wel eens in de gelegenheid ge weest een weldaad te verleenenmaar zel den werd de bevoorrechte persoon daardoor nauwer aan ons verbonden en toen de tjjd kwam, waarin wjj op onze beurt eens de behoefte gevoelden aan de steunende hand der vriendschap, klopten we wel eens te vergeefs aan. Nu staat het vast, dat men moet goed doen om de daad zelve en volstrekt niet nit berekening, maar het neemt toch het onaangename der ervaring niet weg, en er ger wordt dit, wanneer we, zooals immers wel voorkomt, door onze goed gemeende hulp zelf schade ondervinden. Hoe men de zaak ook beschouwen moge, een algemeen beoefende deugd is de dank baarheid niet. Hoe dat komt? Ja, we willen niet be weren de oplossing van dit raadsel te heb ben gevonden. Maar toch wilden wg vra gen; kan het ook mogeljjk zgn, dat wg ten onrechte de dankbaarheid (om van an dere goede gezindheden nu niet te spreken als een deugd voorstellen? Dat zjj geen ondeugd is, spreekt wel van zelfmaar dit is ook onze bedoeling niet. Zie eens hier; laten we een kind tot ANDRÉ THEURIET. 10) »Ik heb geen getuigen,* stamelde de graaf. »Daar zjjn getuigen.... grenadiers en kunstenmakers, de minste van hen is dui zendmaal meer waard dan gjj.« Daarna riep hjj met lnider stem: Kameraden, hier is degeen, die mg na de capitulatie van Cintra heeft verkocht, de schelm is geen Franschman, Engelschman, Duitscher of Rus! H4 daar sergeant, bri gadier, doe mg het genoegen om hem tot getuige te dienen. Gjj kunt mg, een oud- strjjder van Hohenlinden, dat niet wei geren!* Duels waren toen ter tg de niet zeldzaam, ondanks het door het Hof van Cassatie aangenomen rechtsvoorstel van den ouden Dupinnu komen zjj minder voor, waartoe de beschaafde kringen ook veel hebben medegewerkt. «Het is mg onverschillig, wie mjjne ge tuigen zjjn,< riep de gruaf vergramd uit, «mits deze zaak tot een einde komt!* Lambs was tevreden dat hg in schikking wilda treden en eincr naar binnen, om wel- medegevoerd. voorbeeld nemen. Gesteld dat men dit bind gedurig zegt, dat het toch vooral dank baarheid moet tooaen, het altjjd wjjst op verkregen weldaden en voorrechten en het er steeds een verwjjt van maakt, wanneer het zich eens misschien bloot uit onna denkendheid wat minder dankbaar toont dan gewenscht is, tien tegen een, dat het die beele dankbaarheid tameljjb gauw een lastig en vervelend ding zal gaan vinden, waar het niets mee op heeft en dat het die gaat beschouwen als iets wat met zjjn natuur in strjjd is. Menig kind heeft aan de deugd in het algemeen een hekel gekregen, omdat ze hem altjjd werd voorgehouden en voorge- preekt, of werd, nog erger een hui chelaar. Het goede te doen, dus ook dankbaar te zjju, moesten we dat eigenljjk niet meer beschouwen, als iets dat van zelf spreekt, dat er zoo bjj hoort, dat ons volstrekt niet beter maakt. Iemand, die niet bepaald slecht is, steelt nietmaar daarom noemt hg zich niet een beoefenaar van de deugd der eer lijkheid 't spreekt bjj hem van zelf, dat men eerljjk zjjn moet. Toonen we nu, door onze eigene hande lingen, dat we het als de meest gewone zaak van de wereld beschouwen, dat iemand, in ruil als het ware voor bewezen-diensten of weldaden, zelf ook weldoet of helpt, vriendschap of gehechtheid betoont, too nen we te beseffen, dat dit bjj een goed karakter behoort, dan zullen we heel veel kans hebben, om de onaangenaamste aller levenservaringen niet zoo vaak op te doen als thans het geval is. Willen wjj dankbaarheid van onze mede- menschen verwachten, dan zullen wjj toch zelf moeten voorgaan. Maken wjj ons zeiven wel eens aan de ondeugd der ondankbaar heid schuldig, dan mogen wjj ook niet te veel klagen over de ondankbaarheid van anderen. Trouwens, het valt niet zwaar de neiging tot die ondeugd te overwinnen, wanneer men maar zichzelf op een nederig standpunt stelt. De meening, dat men zich zelf heeft ge maakt tot wat men is, alles wat men bezit zelt heeft verworven, gaat er zoo gemak- keljjk in; maar toch is die meening niet veel meer dan jjdele waan. Vljjtig te ar beiden, zich in te spannen, eenvoudig en matig te leven, zjjn plichten, die wjj wel licht met dobbelen jjver hebben vervuld; maar de krachten en de gezondheid, de ge schiktheid en de gelegenheid, die er voor noodig waren, die hebben we ons zeiven dra met twee korte scherp geslepen sabels, die er gevaarlijk uitzagen, terug te komen. «Kiest!* zeide hjj tot zjjn tegenstander, «wjj zullen OD8 in den boomgaard opstellen, hg ligt op vier pas afstands van hier!* Daarop gingen zjj den bjj de herberg behoorenden ommnnrden tnin in; de vier getuigen, waaronder mjjnheer Perlot, volg den daarop viel de poort achter hen dicht. Timotheus en ik bleven met de menigte nieuwsgierigen op den weg staan. Een weinig later werd de poort geopend en Lambs trad er uit; hg hield zgn be- bloeden zakdoek tegen zgn eene oor, zjjne rechterwang en zgn neus gedrukt. Hjj ging de herberg in en eenige oogenblikken later werd de graaf de Ribeaupierre, die geen teeken van leven meer gaf, in zgn rjjtuig gedragen, dat rechtsomkeert maakte eu naar de stad terugreed. Toen hg den herbergier aan het hoofd verwondde, had hjj een doodeljjken steek in het onderlgf ontvangen. De menigte verspreidde zich en de muziek, die een oogenblik onderbroken was, begon weder van voren af aan in >De bloeiende Mand.* Wjj vervolgden onzen weg met een ste- vigen pas. Het kon ongeveer één uur in den namiddag zjjn. De boomen werden reeds kaal en hunne verdorde bladeren lagen overal op het pad verspreid of werden door den schuimenden stroom, die door het stille bosch bruiste, dan toch niet verschaftja, wèl beschouwd, heeft de mensch hulp en leiding noodig ge had en ook werkMjjk genoten, van zgn eerste levensperiode af. Het is een onde, maar onomstootelgke waarheid, dat geen schepsel hnlpbehoevender is dan de mensch. Vandaar dat het zoo natunrljjk is, indien we dankbaar zgn, indien die deugd een eigenschap bg ons is geworden en we daar naar ons leven inrichten. Onaangename ervaringen, die zullen we daarom nu en dan toch wel eens opdoen maar dat zal ons minder afschrikken om voort te gaan met, uit dankbaarheid voor hetgeen we zelf zgn, aan anderen de deugd der weldadigheid en hulpvaardigheid te oefenen. We zullen meer bedenken, dat onze hulp in staat zal wezen een dankbaar mensch te maken en dat zou nog wel het beste resultaat, van ons werk zgn. Is het anders, welnu, beter een enkele maal eens bedrogen uit te komen, dan ons hart voor allen te si uiten. Ook in ons leven zal er nooit een tjjd komen, waarin wjj van onze medemenschen volkomen onafhankelijk zgn. Die gedachte zjj ons tot richtsnoer. Allen voor allen. Waar dit aller spreuk is, daadwerkeijjk toegepast, daar zullen de onaangename levenservaringen verminderen en beter te dragen zgn. Buitenland. Een hevige brand heeft gewoed op de kermis te Boulogne-sur-Mer. De brand was ontstaan in een kraam van celluloïd-artike- len. Twee en dertig kramen zjjn in de agch gelegd. De eigenaars zjjn daardoor in diepe ellende gedompeld, aangezien de schade, die zeer belangrjjk is, niet door assurantie is gedekt. Verscheidene personen werden ge wond. Het gemeentebestuur nam maatregelen om in de eerste behoefte der slachtoffers van den brand te voorzien. Daar de Sultan in gebreke is gebleven zjjn beloften in de kadenkwestie na te komen, heeft de Fransche gezant alle betrekkingen met het Tnrksche rjjk afgebroken. Een telegram uit Tonlon aan de Patrie meldt dat, in verband met den ernstigen keer, dien de zak«n hebben genomen, de tweede vloot-divisie, aan welke gelast is zich voor 7 dagen van levensmiddelen te voorzien, thans ligt te wachten op het be vel om naar de Levant te stevenen. In Russische kringen loopt het gerucht, De meeste zangvogels, zooals de merels en ljjsters waren reeds lang vertrokken men hoorde geen ander geluid dan het klateren van het water, dat zich tusschen en over de rotsblokken een weg baande. Duizenden gedachten doorwoelden mjjn hoofd, terwjjl ik mijn pas naar die van den ouden Perlot regelde, maar ik vermoedde in de verste verte niet welk tooneel ons in de houtvesterswoning wachtte. Wjj waren nauweljjks het hek van den boomgaard doorgegaan, toen Marie-Anne ons tegemoet kwamdiepe droefheid stond op haar gelaat te lezen en zjj zag achterom, alsof zjj vreesde dat iemand haar zou be luisteren, daarna zeide zjj tot Perlot: «Er is bjj ons iets vreeseljjks voorgeval len verbeeld je, mjjnheer Ladislas Duvosier is da zoon vun Kohra de Zig mnerin Zjj hebben elkander omhelsd en riepen gedurig: «Moeder*.... «Mjjn kind Wie had dat kunnen denken, dat zoo'n rjjke mijnheer de zoon van eene bedelaarstar zon zjjn?* En de goede vrouw vouwde hare han den, terwjjl ze een gebed prevelde. De oude houtvester was eerst stom van verbazing over dit nieuws en wist niats te antwoorden, doch weldra herkreeg hg zjjne gewone kalmte en zeide «Ja, wat kunnen we er aan doen, Marie- Anne? Die goede jongen kan het even min helpen nis wjj. Laten we eens zian.« Wjj traden den donkeren stal in, waar eene koe en drie geiten Btonden. T AArtirtw «ON dat de Tsaar de Zuid-Afrikaansche kwestie ter sprake wil brengen bjj keizer Wilhelm er) president Loubet. De Tsaar zou geneigd zjjn, zoo spoedig mogeljjk vriendschappeljjk tusschenbeide te koraeD. De «Indópendance* voegt erbjj, onder voorbehoud, dat de Tsaar president Kruger in particulier gehoor zal ontvangen. Bjj de jongste proefvaart van het nienwe koninkljjke jacht «Victoria and Albert,* dat vóór twee jaar te Davonport van stapel is gelaten, van Gibraltar nit, slingerde het schip, dat reeds heel wat wijzigingen heeft ondergaan, zoodanig, dat de oudste matro zen en officieren zeeziek werden Verleden week heeft, een jonge miss tjj- dens de zeilwedstrijden te Cowes een grappig avontuur gehad. Zjj was aan boord van een plezierjacht en besloot, daar zjj een uitste kende zwemster was, op een nacht een uit stapje in de heerljjke golven van de Solent- baai te ondernemen. Zjj zwom ver weg. Toen het tjjd was naar haar schip terug te keeren, bracht de duisternis haar op een dwaalspoor en beklom zjj den valreep van een verkeerd schip. Op dek gekomen viel zjj midden in een gezelschap jonge heeren, die onder het rooken van een sigaar elkaar luimige verhalen deden. Dadelgk liepen zjj op de schoone meermin toe, maar deze hield hen op een afstand en vroeg doodkoelbloedig of de heeren ook konden zeggen, waar haar jacht lag. Daarna sprong zjj met een sierljjken duik van de verschansing weer in zee, de jonge lieden beteuterd en verrukt achterlatende. Te Wreschen, in Polen, hebben een aan tal leerlingen der lagere scholen geweigerd, bjj het godsdienstonderwjjs in het Duitsch te antwoorden. De inspekteur van het on- derwjjs heeft thans de ouders dier kinderen gewaarschuwd dat, wanneer zjj daarmede voortgaan, bedoelde kinderen verplicht zul len na de voltooiing van hun 14a levens jaar nog een jaar de school te bezoeken. Verscheidene Duitsche regeeringsambte- naren die aan spiritisme deden of in het bestuur van spiritistische vereenigingen za ten, hebben van hoogerhand last gekregen, hun verkeer met da geestenwereld te staken. De Montenegrjjnsche regeering heeft aan de Porte doen weten dat 20,000 Albanee- zen, voorzien van munitie die aan Tnrksche troepen toebehoort, op verschillende punten der grens verzameld zgn en een inval op Monteiaegrjjnsch gebied in het schild voe ren, en zjj daarom aan hare troepen heeft duisternis gewend waren, herkenden Timo theus en ik weldra in de vrouw die onder de krib lag, Khora, maar zjj was zoo mager en bleek geworden, dat ik onwillekeurig rildehare oogen schitterden met een vreem den glans. Ladislss lag naast haar geknield en on dersteunde haar met zgn arm. «Kaleb,* zeide zjj met eene zoo zwakke stem, dat we het ternauwernood hoorden, «Kaleb, mjjn kind, nu ik in je nabgheid ben, wensch ik niet te sterven; ik verlang er naar om de heerljjke zon weder te zien; mjjn jonden, laat mg op je schouder leu nen om te zamen langs de paden van het gebergte te wandelen. Ja, ik kan wel loo- pen, ik ben geen oude vrouw I Je zult zien hoe gelukkig wjj met elkander zullen leven.* Hjj snikte zachtjes met zjjne handen voor het gelaat. «Ja herinnert je zeker dien goeden tjjd niet meer, toen ik je in een doek gewikkeld op mjjn rug droeg en 'a avonds met onze oude volksliederen in slaap zong,* hernam zjj. «Zeker, moeder, dat herinner ik mg nog,« stamelde hjj met gebroken stem, «ik zag u altjjd in mjjne droomen, zooals ge onder die hooge boomen, die van weerszjjden aan den weg stonden, voortschreedt over mos en heidekruid Ik ban u, evenmin als uwen glimlach en uwe lief koozingen ver geten.* «Help mjj nu! ik ben een weinig moede... Ik heb al zooveel geladenMaar de san. jttrlnfl Jr«w,ktiui. bevolen eiken aanval af te slaan. Ook wil len de Albaneezen verschillende 'Tnrksche dorpen, die door Servische christenen be woond worden, brandschatten. De Potre heeft daarop beloofd, de Albaneezen te zullen be letten de Montenegrjjnsche grens te naderen. Een Oostenrijker, de heer Szepanik, heeft eeD nieuw soort kogelvrjj pantser uitgedacht, dat slechts vier pond weegt en waarop een revolverkogel afgeschoten op vjjf passen afstand geen vat heeft. Hij heeft eest model van zgn vinding aan keizer Wilhelm ge zonden. Een vreeseljjke catastrophe heeft veel ont roering gebracht op een der Kleine Antillen. Een verschrikkelijke brand heeft de heele stad Grandbonrg op het Fransche eiland Marie-Galante verwoest. 4000 inwoners, bjj- na de geheels bevolking van het eiland, zgn nu zonder dak. Men gelooft, dat het vuur ontstaan is in de lokalen van het politie bureau. De stoomboot «Horten* van Guadeloupe is aan de slachtoffers de eerste hulp gaan brengen. Te Pierce City, in Missouri, heeft een menigte van een paar honderd man zich toegang verschaft tot het arsenaal der mili tie, zich meester gemaakt van de zich daar bevindende wapenen en vervolgens een jacht geopend op de negers in de stad. Alle neger» werden verdreven en hunne huizen in brand gestoken. Aan de «Times* wordt nit Tokio geseind, dat de betrekkingen tusschen Japan en de Vereenigde Staten minder harteljjk zgn tengevolge van beleedigende bejegeningen, Japansche dames, die op rsis waren, te Hawaï en te San Francisco door de inspec teurs van den geneeskundigen dienst der Vereenigde Staten aangedaan. De «Times* verneemt uit Tandzjer, dat de toestand in het binnenland van Marokko dageljjks verergert. Talrgke stammen beoor logen elkaar. Het gezag van den Sultan schgnt te hebben uitgediend, de Porte doet niets, uit onverschilligheid of onmacht. De Wazansche bergstammen houden nog rooftochten in de naburige dorpen. Een vreeseljjke dynamiet-ontploffing heeft plaats gehad te Herkimer, in den staat New- York. Van de ontplofbare stof, die gebruikt werd bg den aanleg van een spoorweg, was een groote hoeveelheid in voorraad. Dertien mannen, in dienst van den New- York Central Railroad, sliepen in een wagen nabjj de plaats des onheils. Allen werden weer; het is mg alsof ik reeds op den Brem- heuvel wandel.* De arm* vrouw klemde zich aan zgn arm vast en trachtte overeind te komen. Perlot, Marie-Anne, Timotheos en ik, stonden met aandoening achter hen in de schaduw te luisteren pa voorzagen haar naderend einde. «Ach,* zuchtte zjj, toen zjj het vruchte- looze harer pogingen inzag: «ik ben te moede, ik moet weder gaan liggen; maar niet voor langen tjjd; de goede geitenmelk zal mjj wel spoedig opknappen, en dan, Kaleb, dan vertrekken wjj te zamen; ik wil dit land, waar ik zooveel heb geleden, nooit wederzienwe zullen ver, ver van hier trek ken en dan wensch ik alleen voor mjjn kind te leven.* Hierop werd het arme schepsel door eene hevige hoestbui overvallen. Ladislas was zoo door zjjne smart over weldigd, dat hjj ons niet bemerkte; de arme vronw verloor eensklaps haar bewustzjjn en hg meende dat zjj overleden was. Toen slaakte hjj een woesten kreet an richtte zich opzgn schoon gelaat had eene uitdrukking van machtelooza woede aange nomen; hg zag ons in de schaduw staan en riep, terwjjl zjjne oogen als die van een wild dier fonkelden; «Ongeluk koma over hen, die ons van elkander hebben gescheiden. Ik ga mjjne moeder wreken, Graat Ribeaupierre bevindt zich in de nabgheid.* IIEIJWSBIiAD (Naar het FranschJ DOOR (Slot volgt).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1901 | | pagina 1