Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bomnielerwaard. i M 2050. FEUILLETON. De moord in den sneltrein. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 12 OCT. 1901. Um VAN ALT^* VOOB Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementiprgi: per 3 maanden f l.OO. franco per po«t zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regel» 50 et. Elke regd meer T1/» ct. Groote letter» naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagaread ingewacht. mm Niemand wil gaarne de schuld van iets hebben en bij voorkeur schuift hij deze op een ander. Het geldt reeds, volgens het oude Bijbelsche verhaal, van den eersten mensch, Adam, die de schuld wierp op Eva, of eigenlijk op zijn Schepper, die hem zulk een booze vrouw had gegeven. Maar al mocht deze de verleidster ziin geweest, hij had niet mogen doen wat hij deed. In den laatsten tijd nu is er meer en meer een streven ontstaan in de rechterlijke wereld om dat schuldbegrip weg te cijferen en den misdadiger daar door niet aansprakelijk te stellen voor 't geen hij deed. Een Fransch spreekwoord zegt„alles weten is alles vergeven" en dan wordt daaronder gewoonlijk verstaan „alles verontschuldigen". In dien zin is het bepaald onwaar. De wetenschap van alle bijkomstigheden van een daad mogen in zekere mate gelden als verzachtende omstandigheden, zij kunnen nooit de schuld wegnemen. Onlangs had te Amsterdam een merk waardig congres plaats, nl. dat voor Crimineele Antropologie, dat zich hoofd zakelijk ten doel stelde de bespreking van den oorsprong der misdaad en de behandeling der misdadigers. Uit alle oorden der wereld waren daar mannen bijeen, toegerust met de wetenschap der wijsbegeerte en der rechtskennis en met de ervaring der practijk op dit gebied. En daar bleek hoe bij zeer velen hunner het denkbeeld op den voorgrond trad, het eerst door den Italiaanschen hoog leeraar Lombroso, die ook zelf hier tegenwoordig was, voorgestaan, dat de misdadiger eigenlijk niet zich-zelf is, maar het prodruct van afstamming, op voeding, levenswijze, omgeving enz. Nu geven wij grif toe, dat al deze factoren van zeer grooten invloed zijn op de karaktervorming van een mensch, maar daarmede is toch zijn schuldeloos heid niet te bepleiten als hij misdadig wordt. Een zoon van een drinker zal onge twijfeld, vooral wanneer dat drinken in die familie al eenige geslachten heeft geduurd, veel grooteren strijd hebben te voeren, zoo hij een matig mensch wil wezen, dan een kind van geheelont- Nadat *5 n°g een tjjdlang bjj elkander hadden gezeten en over een en ander ge sproken, keek Darrel op zjjn horloge. >'t Is na mjjn tjjd om naar het station te gaan,* ztfi hjj opstaande. »Ik laat de zaak das ann u over, Harry, voor zoover zjj bier zetelt, en als gjj iets hebt mede te deelen, moet gjj dat bericht maar naar Wald- burg zenden.* »Goed. Wat zullen wjj met den rok doen ?c »'t Is dankt me het beste, dat gjj hem voor voorkomende gelegenheden maar op bergt. Den zakdoek evenwel zal ik maar in bewaring nemen.* Een half uur daarna stoomde Richard Darrel met een snelheid van veertig Engel- sehe m jjlen naar het Noorden toe. Bg de eerste halte stapten er drie reizi gers intwee vrouwen en een kleine man met zwart haar en een zwarten baard, die pkats nam in een rook-coupé. Terwjjl hp nog rondkeek om een gemakkelijk plaatsje te zoeken, werd hp opeens op zjjn schouder getikt. Hp keek om. »Ha, zpt gij het, Rocky?* zei hp onver schillig. >Ja, ik en niemand anderszei mpnheer de professor, terwjjl hp dichter naar den anderen man toeschoof. »Een prachtigen nacht, vindt ge ook niet?* Een onverstaanbaar gebrom was het eeni ge antwoord op de poging van Rocky om een gesprek aan te knoopen. Gedurende een houders, dat in zijn geheele leven nooit drank te proeven kreeg, maar daarmee is hij niet van schuld vrij te pleiten, als hij een dronkaard wordt. Een over spelige of ontuchtige vrouw is zeker een slechte leidsvrouw voor hare dochter en ook de omgeving, waarin deze op groeit, zal er toe meewerken om in dat meisje de beginselen van zedelijkheid te ondermijnen, zoodat voor haar de levensstrijd veel moeilijker wordt. Maar hoezeer dit alles ook pleite om hare schuld te verzachten als zij zelve den verkeerden weg uitgaat, toch kan men haar niet van schuld vrijpleiten. De omstandigheden waaronder zij leefde, hebben ongetwijfeld veel toegebracht tot haar val wij zijn de eersten om dit te erkennen, maar dat zij viel was een vrije, vrijwillige daad van haar zelve. Het is onwaar dat zij moest vallen, en daarom heeft zij schuld. Wij nemen aan de erfelijkheid der geneigdheid tot een bepaald kwaad (erf zonde) evengoed als wij de erfelijkheid aannemen, de vatbaarheid voor een be paalde ziekte. Kinderen uit klierachtige ouders geboren, zullen meer aanleg heb ben tot klierziekte dan die uit gezonde ouders. Eveneens als ouders of groot ouders of kleinkinderen veel meer vatbaar zijn, om de tering te krijgen dan andere, wier farailiën steeds vrij bleven van die ziekte. Maar daarom moeten nu toch die kinderen geen klierzieken of teringlijders worden. In geval zulk een kind, van het begin af, aan verstandige leiding en voeding on derworpen wordt, bestaat de mogelijk heid dat kwaad te bestrijden, die ziekte kiem te dooden. Waartoe richt men anders Sanatoria's op als te Hellendoora en Oranje Nassau-oord, waarom zendt men de patiënten naar Davos en andere dergelijke oorden, om de tering te voor komen of te genezen? Zoo juichen wij het van harte toe, dat er vereenigingen ontstaan, die bij jeugdige misdadigers, waar het kwaad zich pas begint te vertoonen, door ver standige leiding en zedelijke vorming dit beginsel zoekt te stuiten en aldus den jeugdigen misdadiger te maken tot een nuttig burger. Vereenigingen als „Pro Juventute", inrichtingen als „Ne- derlandsch Mettray", stichtingen voor verwaarloosden en die gevaar loopen het te worden, waaronder wij, ondanks al hetgeen er over geschreven werd en paar minuten gaf hp het dan ook maar op, daarna evenwel, nadat hp zich overtuigd had, dat slechts enkele medereizigers, die er zeer onschadelijk en slaperig uitzagen, in die afdeeling van de coupé zaten, fluisterde hp den kleinen man in: »Hp zit hier naast in de coupé.* »Dat weet ik wel!* was het knorrig ant woord. >Had ik hem nog maar weer eens tns- sehen mpne klauwen!* »Zpt ge dan wel eens zoo ver geweest?* »Ja. Maar bp werd door iemand gehol pen en daardoor ontkwam hpwat dunkt u, zou hp ons op het spoor zpn »Zeker.« »Dan moet bp vandaag nog van kant gemaakt worden.* Prachtig, maar wees voorzichtig!* >Kom, dat beteekent ook wat!* >Hebt ge al een plan bedacht?* vroeg Rocky zacht. »Neen.« »Dan wil ik u behulpzaam zpn.< >Dat is uitstekend.* »Als wp hem op de loopplank konden lokken,* fluisterde de professor. »Begrjjpt ge mp, Sam >Zoo goed als 't maar kan.* >Als hp eenmaal in Chicago is, is het te laat.* >D»t is zoo, maar hoe krjjgen wp hem uit den trein?* »Hm, dat is zoo moeilpk niet. Ik ga bp hem in de coupé zitten, begin een praatje met hem en haal hem over, om op de loop plank een fijne sigaar te probeeren. Is dat nu niet een prachtige inval?* De man met roode baard wreef zich vergenoegd in de haHden. »Dat is zeker ook gemakkelijker gezegd schoon geen geestverwant van den stich ter, altijd nog Neerbosch in de eerste plaats noemen, verdienendengeldelijken en zedelijken steun van allen, wien de toekomst van zulke personen aangaat. Maar, hoe zwaar ook voor dezulken de verzoeking zij geweest, als personen tot misdaad vervallen, blijft dat een vrije daad van henzelven, en derhalve er bestaat schuld. En dit juist is onzes inzien het ge vaarlijke van die nieuwe richting in de rechtspleging, dat zij de zedelijke verplichting der menschen wegneemt. Als de misdadiger zich hoort vrijpleiten op grond van erfelijke belasting, omdat zijn overgrootmoeder en grootvader en moeder ook al zich schuldig maakten aan diefstal en daarvoor werden ver oordeeld, dan acht hij zichzelven on schuldig. Hij kan 't niet helpen wat hij deed en dus men mag hem daarvoor niet straffen. Doet men het toch, dan is dit de grootst denkbare onrechtvaar digheid in zijn oog. Zoo gaat alle zede lijke verplichting te loor en kan van schuldgevoel geen sprake zijn. Als Zola in zijn roman-serie „les Rougeon-Makarts" aantoont hoe de ont aarding van een menschenpaar zich in de volgende geslachten voortplant en wel in verschillende richting naar de de eigenaardige karakters der personen, dan schrijft hij zeer zeker een groote waarheid. Maar niettemin blijft het even zeer waar, dat Nana en Jean en hoe ze verder heeten mogen, wel degelijk vrij waren om een anderen weg te gaan dan zij nu vrijwillig deden. Een andere uitweg om misdadigheid weg te redeneeren is beperking van geestvermogens. Telkens lezen we, dat een advocaat verzoekt een onderzoek naar de geestvermogens van zijn cliënt. En dan heet de dief behept met den zin voor stelen (kleptomanie), de moor denaar met de zucht tot moorden enz. en daarom onschuldig. Op het congres is er zelfs van gesproken, hoe men die kwade neigingen zou kunnen exploi- teeren ten nutte der maatschappij, door den bloeddorstige te gebruiken voor het slagersvak of in den oorlog (men zou ze allen aan Chamberlain en Kit chener kunnen zenden b.v.) Maar als zulke gevaarlijke individuen daartoe moeten dienen, dan toch liefst achter slot en grendel, anders konden zij bij gemis aan slachtvee hun liefhebberij dan gedaan,* bromde Sam. »Voor ons bei den is die vervloekte Darrsl toch nog een groot bezwaar en met open oogen komt hg niet licht in de val, daar kunt ge zeker van zjjn.* »Nu, dat moeten wjj dan maar afwach ten.* »Ik vlei mjj toch, dat ik nog wel ben opgewassen tegen den slimsten en behen- digsten detective.* Hg lachte stil voor zich heen, schoof zjjn bril recht en begaf zich naar de bnitengang, die bg alle Amerikaansche waggons aan wezig is. Het duurde vrjj lang voordat hg bg zgn kameraad terugkwam en hem haastig influisterde: »Nu is het oogenblik voor u gekomen, SamDe kerel is uit eigen beweging naar het bordes gegaan om te rooken.* Sam stond op en ging op zgn gemak naar de deur toe. Het was een heldere nacht, zoodat hg de gedaante zeer goed kon zien, die daar op het bordes tegen de leuning stond en een sigaar rookte. Dat moet de zoozeer gevreesde detective zgn; daarom trachtte hg hem zoo ongemerkt en weinig opvallend als mogelgk was te naderen. Richard Darrel merkte hem eerst niet op, daar bg geheel en al verdiept was in de geschiedenis van den diefstal met moord en hg ook telkens weer aan Harry Bernhardt moest denken. Hg herinnerde zich hoe plotseling de jonge man eenige maanden geleden uit Waldburg verdwenen was. Hg had na dien tjjd niets meer van zich laten hooren, tot dat hg toevallig kwam opduiken in de straat in St. Louis, waarin Darrel werd aange vallen. Was dat werkelijk slechts een toeval of zat er een goed overlegd plan achter? Ri chard bezat ran nature een wautrouwend op hun medeburgers uitoefenen! Be schouwt men zulke „erfelijk belasten" werkelijk als ontoerekenbaar, dan kan er van „schuld" geen sprake zijn, maar dan behooren ze als gevaarlijke krank zinnigen te worden verwijderd gehouden uit de maatschappijDan is hun plaats niet in deze, maar in een krankzinni gengesticht en onder behoorlijke bewa king. Men neemt het den tijger niet kwa lijk, dat hij de menschen verslindt, 't beest weet niet beter of 't hoort zoo maar men laat hem niet vrij rondwan delen onder de menschen. Tracht hij daar te komen, dan wordt hÜ onscha delijk gemaakt. Het groote gevaar, dat zulk een ver- schoonen der misdaad met zich brengt, is dat men daardoor het zedelijk be wustzijn hoe langer hoe meer verslapt, dat men den vrij-will enden mensch maakt tot een product van omstandig heden buiten hem en hem daardoor den steun ontneemt voor zijn zedelijke be ginselen, dat men zijn verantwoorde lijkheid voor zijn daden wegneemt. Het is een verlaging van den mensch. En dat in onzen tijd, die 't zoo druk heeft over eene verheffing van hem! Hoe meer de mensch doordrongen wordt van de zedelijke verantwoorde lijkheid voor 't geen hij doet, van het bewustzijn van schuldig te zijn als hij iets misdoet, hoe meer zal hij leeren streven naar het goede en zich wachten voor 't kwaad. Maar de rechtsopvatting, die de schuld te niet doet, roeit het goede uit en bevordert het kwaad. Buitenland» Men erkent nu zelfs in Engeland dat de kans op een voordeeligen vrede verkeken is. Na de bezetting van Pretoria of daarvóór bg de vernietiging van Cronjé waren voorwaarden wellicht te bedingen geweest. Nu echter is de Boerenstrjjdmacht, gelou terd door de onheilen, in grooter getale dan ooit in het veld, dank zjj de vele overloo- pers. Het stoutmoedig en beleidvol optreden toont haar onverzetteljjken wil om alles of niets nit den strgd te winnen. De Engelsche regeering werd in 1895 door Arthur Balfour geprezen als de be kwaamste, die ooit aan het hoofd van zaken gestaan had. Hoe komt het nu, schrgft Gibson Bowles in de >Times« dat zg niets karakter; hg kon zich daardoor niet vrg maken van een zekere achterdocht omtrent Harry. Sam was nu nog maar een paar schreden van hem verwgderd, toen hg opkeek en den man gewaar werd. Hjj greep onmiddellijk naar zgn geladen revolver, een tweeden keer zou niemand hem overvallen. >Ik heb u iets te zeggen, mjjnheer,* zoo begon Sam hem aan te spreken en hem nauwken ig opnemende, herkende Darrel ia hem d«n man, die het earste station na St. Lonis in dan trein was gekomen. »Wat verlangt gjj van mg?« vroeg hg kortaf. »Dat Ea op hetzelfde oogenblik, wierp hg zich met volle gewicht van zgn lichaam op Darrel met het doel hem van den trein af te duwen. Maar Darrel, die beweging voorziende, sprong onSenkbaar vlug op zg en zgn aanvaller stortte hals over kop naar beneden. VU. »Dat was een sprong naar de eeuwig heid!* dacht Darrel met ontzetting, maar tegeljjkertjjd met groote tegenwoordigheid van geest aan de noodrem trekkende. Vjjf minuten later hield de trein stil mid- iJen op het open veld. »Er is een man naar beneden gevallen! riep Darrel den toesnellenden conducteur toe. In een oogenblik waren er lantaarn» voorhanden en verscheidene ambtenaren bjj het Sjfoor begonnen de rails af te zoeken. De detective sloot zich bg hem aan, vast overtnigd hier of daar het verpletterde lichaam van den aanvaller te zullen vinden. Maar hg zag zich teleurgesteld, er was geen spoor te ontdekken van den man, dien hg doet en niets kan of wil doen, om den oor* log in Zuid-Afrika te beëindigen. Met de krachtigste reg~ rng ran den nienweren tgd, nog krachti -r gemaak' door een meerderheid die s^mt hb een ka 'de schapenmet bloed en goud, reruemt »b»ef het water was; mat geen oppositie om de regeering te kontroleeren, en nauweljjk» zooveel kritiek als noodig was om haar wak* ker te houden; met een regeering in lén woord, die onbeperkt was in haar middelen en in haar machtgeloofde het land dat het doel, waarvoor het ter be*chikki»t der regeering gesteld had de meerderheid, de voorraden, de macht, de eer en den roem, eindeljjk zon worden bereikt, en dat de oor log tot een spoedig en eervol einde toe worden gebracht. Maar de natie heeft zieh daarin bedrogen gezien, roept de heer Gibson Bowl a uit. Wjj zien nu in, dat d-ze regeering, dl# de bekwaamste en kr chtig»te d«r wer-ld was, tevens de ongelukkigs'» is. Met hear onbeperkte hulpmiddelen ia zij niet in staat geweest te onderhandelen of te strijden mei sukse». Zg kan geen vrade maken en geen oorlog voeren, en thans na twee jaren, zet zg haar zwakke en vrnchtelooze pogingen voort om beide te gelijk te doen, doch iondf-r in één van beide te slagen. De gelegenheid om vrede te sluiten, heeft de regeering verzuimd, door haar telken» herhaalden wenseh »om het onderste uit. de kan te willen hebben.* En toen zg lord Kitchener belette ona vrede te sluiten zoo als zg het lord Robarts deed na de interning van Pretoria belette ig h^m teren* den oorlog krachtig voort te zetten. Zjj zond hem »Yeomanry die niet kon rjjden of*chi«tH»« en onthield hem de troepen, die geeehikt waren voor zgn moeieljjke taak. In plaat* van met troepen, wilde zg den oorlog uit maken met proklamaties. Ook in Rhodesia, het domein van den grooten Cecil, wordt het onrustig. Een in- landsch hoofd, Mapondnnca, is tegen het zachte Engelsche bewind in opstand geko men. Nadat bg verslagen was en over de grens in Portugeesch gebied gejtagd, wist hij opnienw zjjn mannen te verzamelen. Hg is nn de schrik van het land ten NooHen der stad Salisbury. Eenige detachementen politie, die hem moesten bedwingen, heeft hg vermoord. Rhodesia sal zichzelf uit de zocht. »Die moet een harde huid gehad hebben, als hjj er zonder kleerscheuren af is geko men:* hoorde Darrel plotseling naast zieh zeggen. Zjjne lantaarn opheffende zag hjj een man met rood haar en een volle baard, professor Staart Rocky, dien Richard hier voor het eerst zag. IJzeren botten moet hjj zeker g*had hebben,* hernam de detective na da aan spraak van den professor. >Hoe is het dan gebeurd?* »Die kerel scheen het voornemen te heb ben mg van den trein te stoeten.* Rechtvaardige hemel! Is het mogelgk? En waarom?* »Dat weet ik zelf niet, ik ken dien man hoegenaamd niet.* »Dan heeft hg u misschien bjj vergissing voor een ander gehouden.* Darrel keek den spreker onderzoekend aanhg kon evenwel niete opvallends aan hem zien en daar de conducteur aandrong om in te stappen, nam hjj zgn vorige plaats in de coupé weer in. Natuurljjk daeht hjj nog eens na over hetgeen hg zoo even onder vonden had. >'t Was duideljjk, dat hjj vganden bad, die hem naar het leven stonden, en hg giste zeker niet verkeerd, wanneer hjj die zoekt onder de deelnemers aan den laatsten dief stal met moord. Dat zjjn aanvaller bjj dei val ongedeerd zou gebleven zjjn, kwam hem al zeer onwaarscbjjnljjk voor. Het wae h.<m ongetwjjteld gelakt, zich niettegmi«tH«ai* zjjue verwondingen nog een ein i wveg* voort te slepen, zoodat men hem da»rdi> r bjj het oppervlakkig onderzoek %o> cpjeuig niet vond. •- mum ui n n„fi—c» IIW WHWUW1 HWWI/KWIWfUl Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1901 | | pagina 1