Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelervvaard.
"feuilleton.
VOLKSMEEMWGElT
De moord in den sneltrein.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 2067.
WOENSDAG 11 DEC.
1901.
land van alteni
voob
Zij, die zich op dit Blad abon-
neeren, ontvangen de in deze maand
verschijnende nos. gratis.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00.
Franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nuramers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels 60 et. Elke regal
meer 71/, ot. Groote lettere naar plaatsruimte.
Adrertentien worden tot Dinadag- en Vrgdagarond
ingewacht.
I.
Het is er verre van verwijderd dat
de denkbeelden van eenvoudige men-
schen altijd onjuist zouden zijn, of dat
geen waarheid zou wezen in wat men
den volksmond noemt. Onder bijna alle
rangen en standen, bestaan op elk ge
bied allerlei opvattingen, die op niets
steunen en toch zoo algemeen verbreid
zijn en zoo hardnekkig worden volge
houden, dat waarheid en wetenschap
er het onderspit voor moeten delven.
Dat deze waarheid voor de volksklas
sen in eenigszins sterkere mate geldt
als voor de overige, behoeft intusschen
geen getoog. Yeelal toch berusten die
verkeerde opvattingen op onkunde.
Een voorname bron van de dwaaste
opvattingen is: de onbekendheid van
het volk met de wetten. Dat ieder geen
rechtsgeleerde kan zijn of het behoeft
te wezen, dit is zoo klaar als de dag.
Evenmin behoeft ieder, zóó als een
onderwijzer, op de hoogte te zijn van
taal en spelling. En zóó kunnen we
nog vele voorbeelden geven.
Maar wanneer het nu dingen betreft,
waarmede ieder in den dagelijkschen
omgang van tijd tot tijd in aanraking
kan komen, dan behoort men toch wel
iets te weten van de wijze waarop de
dingen geregeld zijn, en van de wets
bepalingen die er betrekking op hebben.
Dikwijls bestaan zulke bepalingen in
het geheel niet en berust de voorstelling
der zaak louter op verbeelding. Men
kent de komische voorstelling van den
gehangene, die waarlijk nog niet dood
was, maar, toch moest sterven, omdat
eerst een agent, toen een inspecteur en
toen nog eens een commissaris moest
worden gehaald, terwijl de vinder hem
in dien tusschen tijd zeker wel vijftig
maal had kunnen bevrijden! Dit is niets
dan een vermakelijke, maar toch zeer
ware voorstelling van het volksbijgeloof
want hoe dikwijls kwam het niet voor,
dat men een doodgewaanden drenkeling
niet wilde bijstaan, omdat men meende,
dat de politie er eerst bij te pas moest
komen Zoo ging vaak een leven ver
loren, waar er juist een te redden viel
25)
Plotseling waren de beide mannen van
het bordes verdwenen. Stuart Rockj was
tot aan het einde van den laatsten waggon
gekomen en in zjjn angst had hg eenvou
dig het besluit genomen om er af te sprin
gen. Darrel weifelde geen oogenblik en
sprong hem na; maar terwjjl de professor
tot zjjn geluk in een groote zandhoop viel,
zoodat hg volstrekt geen letsel ontving,
maakte Darrel, misschien nog tengevolge
van zjjne lichameljjk zwakte eene verkeerde
bewegiDg.
Hg kwam op de rails terecht en viel er
met een gedachten slag op, dat hg onmid
dellijk zjjn bewustzgn verloor. Als zjjn vij
and hem nu had gevonden, zou het zeker
gedaan geweest zgn met den onverschrok
ken detective, maar tot diens geluk zag de
andere man het niet, daar eenige dichte
heesters hem voor diens blikken verborgen
hielden.
Bovendien meende Rockj ook, dat Dar
rel het niet zou gewaagd hebben den ge
vaarlijken sprong te ondernemen. Maar als
dat wel het geval was, zou men den trein
zeker spoedig tot staan brengen om de rails
te laten afzoeken naar den waarschjjnljjk
hevig gekwetsten man.
Het was daarom niet geraden in de na
bijheid te big ven. Bovendien werd hg ook
voortgedreven door de gedachte aan Nelly;
daarom sloeg hg dus de richting in naar
Onlangs kreeg men in een club ver
schil van gevoelen over het recht ten
aanzien van gevonden voorwerpen.
A. meende, dat hij alles wat hij op
straat vond kon inpalmen en voor zich
behouden. B. meende dat hij verplicht
was, het gevondene op het politiebureau
te deponeeren.
Nu is die laatste meening zeker wel
te verklaren. Immers, men vindt in de
couranten steeds opgaven van gedepo
neerde voorwerpen, welke onbeheerd
gevonden zijn? Het is dan ook zeer
goed te begrijpen, dat iemand, die iets
op straat vindt, wil trachten het aan
den eigenaar te doen terug bezorgen.
De politie werkt van hare zijde daartoe
mede, door gelegenheid te geven, de
gevonden zaken op het politiebureau
te deponeeren en dit mede te deelen
aan dag- en weekbladen, die op hare
beurt medewerken, door dergelijke me-
dedeelingen te publiceeren.
Het is echter een feit, dat de politie
geenszins kan worden verplicht om zich
daartoe beschikbaar te stellen. Yeel
minder heeft een persoon, of eenig ge
zag, het recht om te vorderen, dat een
gevonden zaak gedeponeerd wordt. Nie
mand is daartoe verplicht. Daaromtrent
bestaan geen bepalingen, en men zou
%e ook niet hunnen maken, omdat zij
strijdig zouden zijn met de wet.
In de club vroeg ook iemand, wot
met die gedeponeerde voorwerpen ge
beurt, wanneer zich niemand opdoet,
die bewijst eigenaar te zijn en aan wien
dus de zaak wordt afgegeven?
Wij weten op die vraag evenmin een
voldoend antwoord te geven als een
der leden van de bedoelde club; maar
wij kunnen wel zeggen, wat er behoort
te gebeuren.
Laat ons aannemen dat iemand een
gouden ring op straat vindt. Deze is
dus door verlies uit de macht van den
eigenaar geraakt. Nu ontstaat een rechts
band tusschen den vinder en het ge
vonden voorwerp. Is de vinder zoo maar
dadelijk eigenaar van den ring gewor
den Neen, dat niet. Wij noemen hem
houderwant, de eigenaar heeft nog,
gedurende drie jaren na het verlies,
het recht om zijn eigendom op te vor
deren van dengene, in wiens bezit hij
hetzelve vindt. Is echter die termijn
van drie jaren voorbij, dan is die be
zitter van de zaak, dien wij houder
noemden, onherroepelijk eigenaar ge
worden. Hij is door dat tijdsverloop,
w,
het ongeveer twintig minuten van daar
verwjjderde station. Toen hg het bereikt
had, zocht hg den dienstdoenden ambte
naar op.
Heeft de trein naar New York, die uw
station een paar uur geleden passeerde, hier
geene reizigers afgezet? vroeg hg den man.
»Neen.«
»Weet gg dat wef heel zeker?*
>0, ja.'c
»En zgn er ook menscben ingekomen?*
»Ja, verscheidene.*
»Ook eene oude vrouw
»Neen, niet anders dan mannen.*
Teleurgesteld zei de professor den con-
d acteur goeden dag.
Zou het mogelgk zgn, dat hg zich in
zjjne berekening vergist had, dat hjj slechts
een schim zijner verbeelding na liep?
Misschien was moeder Skarlet in den
trein blijven zitten en had ze zich handig
verstopt; dan kon ze nu reeds in New-
York zgn, waar zjj hare wraak onbelem
merd kon uitoefenen. Die gedachte bracht
hem der waarzin nabjj.
Hoe zou hg haar in die reuzenstad vin
den? En bevond zg zich daar werkelijk?
Dat waren vragen, waarmee hg zich het
hoofd brak, terwgl hg telgkertgd overleg
de, waarheen hg zich nu moest wenden om
het spoor van dat wraakzuchtige wjjf te
ontdekken.
En hoe was het in dien lusschentjjd met
Richard Darrel gegaan, die bewusteloos en
bloedend op de rails lag?
Eerst langen tjjd na het aanbreken Tan
den dag kwam hg weer tot zgn bewust
zijn; steunende deed hg zgne oogen open
en trachtte hg zich op te richten, maar hjj
was veel te zwak; elk lid van zjjn lichaam
of, zooals men dat uitdrukt, door ver
jaring, ontheven geworden van de ver
plichting tot teruggaaf.
Hieruit volgt dus dat, wanneer de
bedoelde drie jaren verloopen zijn, het
gevonden voorwerp, wanneer het gede
poneerd is, aan den vinder behoort te
worden teruggegeven, want deze heeft
het volle eigendomsrecht. Of dit wer
kelijk gebeurt is ons onbekend en wat
er gebeurt, wanneer de vinder ten slotte
niets met de zaak wil te maken heb
ben, weten wij evenmin. Een wettelijke
regeling daarvan bestaat niet, en, voor
zoover ons bekend is, een goede con-
tröle van politiewege evenmin.
Er zijn twee gevallen, waarin de eige
naar drie jaar lang recht heeft om de
roerende zaken, die uit zijn macht ge
raakten, terug te vorderen. Namelijk
het reeds genoemde geval van verlies,
en ten tweede dat van diefstal.
Een dief zal dikwijls het gestolene
niet zelf behouden, maar het aan een
derden persoon verkoopen. Deze derde
persoon is ook maar houder van de
zaak en ook van hem kan het voor
werp teruggevorderd worden, tot er drie
jaren na den diefstal zijn verloopen.
Eigenlijk zijn dit twee uitzonderingen
op den regel; dat, wanneer iemand in
het bezit is van een roerende zaak, dit
bezit geldt voor een volkomen titel van
eigendom.
Gesteld b.v. dat A. een horloge in
bruikleen heeft; toch verkoopt hij het
horloge aan B., die het betaalt. Nu is
B. onherroepelijk eigenaar. De persoon
die het horloge in bruikleen gaf, moet
maar zien, dat hij van a. schadever
goeding krijgt, want zijn uurwerk zelf
krijgt hij niet meer. B. zal het niet
weer afgeven, als hij er zijn koopsom
niet voor terug krijgt.
In ieder geval is B. er niet toe ver
plicht. De wet heeft dit zóó geregeld,
omdat roerende zaken dikwijls zeer snel
van de eene hand in de andere over
gaan. Schriftelijke stukken worden daar
van niet opgemaakt, en de herkomst
der voorwerpen is dus zeer moeilijk aan
te toonen. Slot volgt.
Buitenland.
In één der eerste restaurants te Parjjs
liet zich dezer dagen een elegant en zelf
bewust optredend heer een dozjjntje Hol-
landsche oesters goed smaken. Toen hg den
laatsten oester opslurpte stiet hg een kreet
scheen gebroken te zjjn.
En daar voelde hg plotseling eene schud
ding van de» aardbodem, hg hoorde een
dof gerommel, dat snel naderde. Ondanks
zgne verdooving begreep hg toch onmid
dellijk, wat dat geluid beteekende een
naderenden trein, die hem het volgende
oogenblik moest verpletteren.
Met bovenmenscheljjke inspanning tracht
te hg zich van de rails te verwgderen,
te vergeefs 1 Zgne ledematea waren als ver
lamd en weigerden hem hunne diensten.
In zgn wanhoop sloot hg zgne oogen
zgn laatste aartje scheen gekomen te zgn.
XXII.
Professor Rocky had zich niet vergist,
toen bjj vermoedde, dat het Martha Skar
let was geweest, die hem de zekere bnit
had ontfutseld.
Maar hg vergiste zich in zgne veronder
stelling, dat zg bjj dat kleine station in
den trein was gekomen; die sluwe vrouw
loerde reeds op hem bjj het station van
Chicago en zg sloop ongemerkt in een van
de laatste waggons.
Nadat zg nit de gevangenis bevrjjd was
geworden, waren hnre wraakzuchtige ge
dachten tegen den gehaten detective Darrel
met nienwe kracht bjj haar opgekomen,
zoodat zg nog slechts dat eene doel voor
haar leven kende, Nelly Darrel weer in
hare macht te krjjgen. Heimeljjk en in
verschillende vermommingen sloop zg den
professor altjjd en overal achterna totdat
bet haar nn eindeljjk gelukt was hem zjjn
slachtoffer te ontrokken.
Terwgl hg zich in de rookconpé bevond,
voerde zjj het nog halt bewnstelooze meisje
weg, en verliet met haar den trein bjj het
nit het had een haar gescheeld of hjj had
een parel ingeslikt, een parel van buiten
gewone grootte
Hjj laat het zeewonder de ronde doen bjj
zgne tafelburen, die vol afgunst kjjken. Een
der gasten zgn medeplichtigeschat de
parel op 7000 galden en biedt zich aan er
voor dezen prjjs een afnemer voor te zoeken.
De oester-eter wil tot geen enkelen prjjs
van zjjne vondst afstand doen.
Om de gelukkige gebeurtenis te vieren,
laat hg nn een Lucullus-dinpr opdisschen,
waarbjj de fijnste champagne stroomt. Op
het oogenblik van betalen gekomen over
handigt de held van den dag den wachtenden
kellner zgne kostbare parel, opdat de café-
hoader deze zoolang in pand zou aannemen,
tot een deskundige zon gekomen zgn om de
waarde te schatten.
De restanratenr wacht nog steeds op de
terngkomst van zgn fijnen klant, die een
diner van een paar honderd gulden veror
berd en daarvoor een nagemaakte parel ter
waarde van 6 cent in betaling had gegeven.
Een groot weldoener der menschheid,
Henri Dunant, die het initiatief nam tot de
Conventie van Genève, is ernstig ziek en
bevindt zich in nooddruftige omstandighe
den in het hospitaal te Heiden-Castle, kanton
Appenrell.
Henri Dunant is 74 jaar oud. Hjj werd
geboren te Gen ere en was een bewonderaar
van het werk van miss Florence Nightingale
in de Krim. Bjj een lezing, die hjj in 1872
te Londen hield, erkende hjj, dat het haar
voorbeeld was geweest, dat hem de kracht
geschonken had de troepen op het slagveld
in den Fransch-Oostenrjjkschen oorlog in
1859 te vergezellen.
Gedurende dit jaar publieeerde hjj in boek
vorm zgne indrukken van het wanhopige ge
vecht in het dorp Solferino, waarbg 40,000
dooden en gewonden vielen, onder den naam
»Herinnering aan Solferino*. Dit boek gaf
den stoot tot het sluiten van de Conventie
van Genève, waarbg »het Roode Krnis*
gesticht werd.
Yolgens het »Berl. Tagebl.* zal de Duit-
sche Keizer met Nieuwjaar een nieuw be
sluit tegen het dnel uitvaardigen, waarbg
raden van eer worden ingesteld, dia ook de
bevoegdheid zullen hebben om straffen op
te leggen.
eerstvolgende station.
Zjj stapte aan de overzjj van hat station
uit, zoodat zjj door niemand werd opge
merkt en haar buit half dragende, half
sleepende, liep zjj een eindweegs met haar
langs de rails.
Dicht bjj een klein bosch hield zjj stil
en liet het meisje oazacht op den grond
gljjden. Ik moet wachten, totdat zjj weer
bjj haar bewnstzjjn is,« prevelde zjj binnen
's mond, anders zou het maar een halve
wraak zjjn, als zg niet ziet in welke handen
zjj gevallen is.«
Zjj trok den sluier weg voor Nelij's
gelaat en lachte spotachtig.
Zelfs den duivel ben ik te slim af ge
weest De buit is in mjjn bezit, ik kan
er mee doen wat ik maar wil. Ik zal wel
iets heel moois bedenken, dat dien monster-
achtigen Darrel eene rilling door de leden
gaat, als hjj het hoort.*
Met eene mengeling van haat en leed
vermaak wreef zjj zich de handen en boog
daarna over het meisje heen, dat zacht kren-
nende hare oogen opsloeg.
>Hoe gaat het u, mjjn sehatje?* vroeg
Martha op spotachtigen toon.
Nelly staarde geheel verbaasd in het
boosaaardige gelaat van moeder Skarlet,
maar xjj gaf geen antwoord. De heks wachtte
er verder ook niet opzjj stond op en keek
om zich heen, alsof zjj iets zocht.
Het glinsteren van de rails in het maan
licht wekte haar attentie; eene dnivelsche
gedachte kwam plotseling in haar op, en
het daaropvolgende oogenblik gaf zjj «r uit
voering aan.
>Nn komt het oogenblik mjjner wraak!*
schreeuwde zjj het meisje sissende in het
oor, haar met zich voortslepende en dwars
Te Napels is een nienw schandaal ge-
benrd, ditmaal in de magistratuur. Tegen
vjjf leden van het hof van appèl is bjj het
hof van cassatie een aanklacht ingediend,
tengevolge van ernstige misdrjjven, die door
anonieme brievan aan het licht kwamen.
Een onderzoek, in het geheim door den
president van het hof van cassatie ingesteld,
heeft de juistheid der beweringen van de
anonieme schrjjvers aangetoond.
Zaterdagavond waren te Londen niet
minder dan 4915 Ijjderg aan pokken em
andere besmetteljjke ziekten in verpleging.
De Zweed Millner, die gearresteerd werd
omdat hjj gezegd heeft dat president Roose
velt evenals Mc Kinley moest worden uit
den weg geruimd, is weer in vrjjheid ge
steld. De rechter besliste dat znlk een ge
zegde geen misdrjjf vormt.
De Rnssische regeering heeft aan da Ports
een zeer krachtige nota gezonden met de
herinnering dat van den met 13 Jan. a.s.
vervallen den termjjn der oorlosschatting, ten
bedrage van 350.000 T. ponden, nog pas
40.000 pond is bepaald, wat voldoende be-
wjjst dat de Tnrksche minister van financiën
de inkomsten, die voor de voldoening dier
oorlogsschatting zjjn aangewezen, voor an
dere doeleinden gebruikt. Tegenover deze
ernstige schending van aangegane verbinte
nissen zal de regeering van den Czaar zich
dan ook genoodzaakt zien, zekerder waar
borgen te eischen.
Bij het Huis v^n Afgevaardigden dar
Vereen. Staten is een wetsontwerp inge
diend om aan de wednwa van president Mo
Kinley een pensioen van 5000 dollars toe
te kennen.
Te beginnen met 1 Januari zullen weder
om uitbetalingen van wissels en postaan-
wjjzingen geschieden in Transvaal. Op den
zelfden dag zullen de beperkingen op trans
acties van effecten en aandeelen worden
opgeheven.
LohIs Botha moet zich bevinden ten
noorden van Ermelo, na onlangs terugge
keerd te zgn uit den omtrek van Vrjjheid.
Aangezien de blokhnizenlinie loodrecht op
den spoorweg in enkele weken naar het
noorden is uitgebreid, is Botha's operatie
terrein zeer aanzienljjk beperkt. De troepen
onder zgn persoonlek bevel zgn waarschgn-
over de rails werpende. Nelly was nog zoo
zeer onder den invloed van den bedwel
menden drank, dat zjj niet de minste be
weging kon maken om zich tegen dis
duivelin te verzetten.
>Ziezoo, ga nu maar op uw gemak
liggen, lief duifje!* zei die vrouw met een
atschuweljjken grjjnslach. »Gjj zult zoo wel
lekker slapen!*
Zjj wierp een zegevierenden blik op haar
hulpeloos slachtoffer en verborg zich daarna
in de nabjjheid om ooggetuige te zgn van
de afschuwelijke vervulling van haar vree-
seljjk plan. Wjjd en zjjd was geen levend
wezen te zien, alleen, maar heel in de verte
zag men de onduidelijke omtrekken van een
baanwachterswoning en eene kleine boer-
derjj.
Martha wachtte geduldig tot de morgen
aanbrak en een dof gedrnisch aankondigde
dat er eindeljjk een trein naderde. Ook
Nelly hoorde het en een plotselingen schrik
maakte zich van haar meester, toen zjj in
zag in welken rreeseljjken toestand zg zich
bevond.
Met groote moeite hief zg haar hoofd
op maar hare pogingen om zich van de
rails te verwgderen, bleven vrachteloos;
hare ledematen weigerden haar hnnne dien
sten. Geene hnlp geene redding wa»
mogeljjk 1
Dnideljjk zag zjj den met spoed nade
renden trein, het zwarte monster van de
locomotief. Maar plotseling verminderde de
snelheid van de stoommachine. De machi
nist van den trein had het meisjs opge
merkt en trachtte te rev men, maar de af
stand was te kort om den trein nog bjjtjjds
tot staan te brengen.
(Wordt vervolgd).
illlWIIUI