Het Land \an Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2078. FEUILLETON. DE WARE JOZEF. UitgeverL.. J. YEKRMJLK, Heusden. ZATERDAG 18 JAN. 1902. yoos Um VAN.ALT^A- Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prgsyerhooging. Afzonderlijke nnmmers 5 cent. Adyertentien yan 16 regels 50 et. Elke regel meer 77t ct. Groote letters naar plaatsruimte. Adyertentien worden tot Dinsdag- en Vrgdagavond ingewacht. Wat men met Octrooien beoogt, wat ze voor, wat ze tegen hebben. Ongetwijfeld zijn steeds en overal vooruitgang en ontwikkeling waar te nemen; maar toch is het een feit en tevens een zeer opmerkelijk verschijnsel, dat het oude vaak terugkeertdat het geen men vroeger verwierp, thans weer in eere komt en dat men maatschap pelijke instellingen, die geruimen tijd geleden werden afgeschaft, nu weer wil invoeren. Wij zullen de oorzaken van dit ver schijnsel, die nog al vele zijn, thans niet in bijzonderheden nagaan. Er zijn ook natuurlijke oorzaken. Hoe dikwijls zag men niet een verouderde instelling, die in het geheel niet meer paste in haar tijd, na ontelbare pogingen en na jaren van strijd als een onnut en on bruikbaar meubel wegwerpen. Maar hoe dikwijls zag men ook niet door een volgend geslacht een poging wagen om het afgeschafte weer te voorschijn te halen Dat later geslacht had dien strijd niet gekend en de nadeelen dier ver ouderde instelling immers niet onder vonden Op dit gebied is er niets nieuws onder de zon en het behoeft ons volstrekt niet te verwonderen dat, terwijl voor ongeveer een veertigtal jaren in ons land de zoogenaamde octrooien van uit vinding werden afgeschaft, er nu velen zijn die een wet verlangen, waarbij die octrooien weder worden ingevoerddat er zelfs eene vereeniging bestaat, onge richt met het bepaalde doel om dit te bevorderen en eindelijk dat het tegen woordig ministerie niet ongeneigd is om zulk een wet bij de volksvertegenwoor diging in te dienenzoodat het onder werp octrooien weder een vraag van den dag is geworden. De meesten onzer lezers zullen wel eens iets gelezen of althans gehoord hebben over de zoogenaamde gilden. In 't algemeen waren dat vereenigingen van personen die hetzelfde bedrijf uit oefenden. Zulk een vereeniging wes wettig samengesteld. Die geen lid van het gild was mocht in zijn vak niet zelfstandig als fabrikant of handelaar optreden. De gilden sloten alle concur rentie uit van hen die zij niet wilden toelaten en hadden daartoe het recht. Nadat zij vele eeuwen hadden bestaan trad de vrije mededinging in de plaats PAUL LINDAU. 2) In plaats van te antwoorden keek de Dr. hem zwjjgend aan. 't Was een mooi meisje! Haar en oogen even als Hermine, alleen wss zg niet zoo bleek, doch had blozende wangen en rozenroode lippen. Ze had eene menigte aanbidders, doch wees allen den een voor, den ander na, af. Niemand wist, dat zg, nog een heel jong ding zjjnde, reeds haar hart aan een jongen man yerpand had, die destgds nog op de schoolbanken zat. Eg ging van het Gjmnasinm naar de Uni versiteit om in de rechten te stndeeren, was niet slecht, maar lichtzinnig. In plaats dat zgne vroegtgdige verloving hem tot de stndie aanzette, liet hg zich hierdoor er jnist van afhouden, had het hoofd te vol om te stn deeren, stelde de exameus zoolang mogelgk uit, kwam er niet door, verloor het ver trouwen in zich, ging te gronde, en men kon het nog een geluk noemen, dat hg bg een onheil om het leren kwam. Ik had het meisje, dat om dit lichtzinnig jongmensch van hartzeer verging, lief gehad van kind af, doch liever mgne hand afgehakt dan dat ik haar gevraagd zon hebben, voor ik haar eene verzekerde toekomst kon aanbieden. Toen mg dat eindelgk mogelgk was, wees zg mg niet terng, doch had met hare hand geen hart meer weg te schenken. Zg was eene goede vrouw voor mg, hier trok de der gilden. Maar in zeker opzicht bleef de vrije mededinging toch nog een weinig beperkt en wel ten opzichte der uitvindingen van nijverheid. Een fabrikant, die in zijn vak iets nieuws uitdacht, in 't algemeen iemand die iets nieuws ontdekte, kon het recht verkrijgen om gedurende eenige jaren het nieuw uitgedachte voortbrengsel alleen te fabriceeren en te verkoopen. Hij nam of verkreeg daarvoor octrooi of, zooals men het ook wel noemt, patent. Hij bezat daardoor dus een tijdelijk •monopolie. Met een voorbeeld aan het dagelijksch leven ontleend, is dit gemakkelijk toe te lichten. Wy allen kennen die kleine stalen voorwerpen, in den vorm van het bovengedeelte eener schaar, waar mede wij onze sigaren van de puntjes ontdoen. Zij hebben de eigenschap, dat het puntje valt en dus allicht verloren gaat, hetgeen minder het geval is, wan neer wij de kunstbewerking met een mesje toepassen. Nu komt een menschen- vriend die veel opheeft met de verza meling van sigarenpuntjes tot een wel dadig doel, op den inval om een voor werp te vervaardigen, dat denzelfden dienst verricht, maar tevens de eigen schap bevat van de puntjes te verza melen. "Ware er nu in dien tusschentijd een octrooiwet gekomen, hij zou octrooi voor zijn uitvinding kunnen vragen en het recht verkrijgen om gedurende zeker aantal jaren, dat vernuftige voorwerp alleen in den handel brengen. Zulk een octrooiwet is voor een minister van financiën nog al verleide lijk, want de patenten of octrooien worden niet zonder het betalen van zeker recht verstrekt en vooral in een tijd als de onze, waarin de industrie zulk een hooge vlucht neemt, zou het, vooral uit het buitenland, aanvragen regenen. Een octrooiwet kan dus vooreerst gemaakt worden tot een middel van staatsinkomst. In den regel echter wordt de instel ling verdedigd uit een oogpunt van billijkheid. Men zegt: die iets ontdekt mag ook de vruchten van zijn ontdek king plukken. Dat hij het mag doen is nauwelijks voor tegenspraak vatbaarmaar, zal hij het ook doen? Een nog vernuftiger fabrikant vindt te avond of te morgen een voorwerp uit, dat niet alleen de sigarenpuntjes opvangt, maar ze tegelijk majoor heftig aan de uitgegane pgp, zou ook zeker graag voor hare kleine meid eene goede moeder zgn geworden, maar zg had er de kracht niet meer toe, hare levens kracht was nitgepnt. De majoor maakte het zich drnk met zgne pgp en besloot toen op heftigen toon: Ik ben een ruwe vader, dat weet ik dokter, maar ik heb mgn kind lief. Eer ik het aan kon zien, dat ze haar hart aan zoo'n jongen onbekwamen windbuil wegschonk, zon ik hjj zocht een oogenblik tevergeefs naar woorden liever den kerel met eigen han den den nek breken. En dat weet Her mine, ik heb het haar dikwijls genoeg voorgehou den en ze zal zieh daar naar gedragen. Zoo dokter, laten we nu nog eene partg spelen, ik zet n weer in tien tellen schaakmat. In zeer goede stemming zette de majoor de figuren van het schaakbord op hnnne plaats. Het zou hem wel eenigszins tegen gevallen zgn, indien hg gezien had, dat tegelgk met de scherven, die de dokter zoo dienstvaardig voor Hermine opraapte, ook een briefje den weg van zgn hand naar de hare had gevonden. II. Het was een dag na het zoo even mede gedeelde gesprek. De majoor was nitgegaan voor eene van zgn gewone wandelingen, van welke hg niet voor den avond terugkeerde. Qermine zat in haar vriendelijk net onder honden vertrekje diep over de kleine met allerlei snuisterijen bedekte schrijftafel ge bogen, ijverig bezig een brief te schrijven. Hare gedachten namen daarbjj zeker eene aangename richting, wat er speelde een ge lukkig lachje om hare half geopende lippen en in de blauwe oogen schitterde zulk een in den eenen of anderen vorm voor het verbruik geschikt maakt. Wij nemen opzettelijk dit eenigszins komisch voorbeeld, omdat, de ervaring heeft het geleerd, het in de werkelijk heid zoo toegaat. Ook deze man vraagt octrooi en wordt daarin nagevolgd door een reeks van lieden, de een al ver nuftiger dan de ander; lieden die ten slotte hun eigen uitvindingen gaan verbeteren en alzoo gaan behooren tot de uitvinders van beroep. Gevoelt men niet, dat er tusschen eene uitvinding of ontdekking, en het zoeken naar een verbetering van het bestaande, een hemelsbreed verschil is Maar, waar de grens ligt tusschen die twee, is waarlijk zoo gemakkelijk niet te zeggen. Die kunstige lieden zullen nu elkan ders uitvindingen niet in den handel mogen breBgen. Ware er geen octrooi wet, dan zou ieder mede kunnen ge nieten van de voordeelen, die de uit vinding van de vakgenooten afwerpt. Thans kan ieder alleen van zijn eigen vinding profiteeren, en daar men dik wijls bedrogen wordt in de meening dat men het publiek zal bewegen om zijn voorwerp te koopen, gaat het dus volstrekt niet altijd op, dat het recht ook voordeel oplevert. Wij haasten ons hierbij te voegen, dat oorspronkelijk de octrooien ook niet om redenen van billijkheid zijn inge voerd. Men was er op uit, het doen van nuttige uitvindingen te bevorderen. De mogelijkheid van groot profijt ge durende eenige jaren, welke mogelijk heid dikwijls geen werkelijkheid werd, deed de nijverheid op ontdekkingen uitgaan en bewoog de fabrikanten, zich toe te leggen op allerlei verbeteringen en nieuwe toepassingen. Maar dit doel heeft nn geen reden van bestaan meer. Er komen eer te veel dan te weinig nieuwe vindingen. De haast ongelooflijke mededinging heeft van zelf ten gevolge, dat men al het mogelijke doet om elkander den loef af te steken. Alleen bescherming van den uitvin der kan, behalve het voordeel voor de schatkist, als het wezenlijke doel eener octrooiwet worden beschouwd. Slot volgt. Buitenland. Een vreeselgk drama is in da Noordzee zonnige glans, als de vader daar misschien nog nooit in gezien had. Plotseling schrikte zg herig. In de gang klonken haastige, dreunende voetstappen, en, voordat hare zelfbeheersehing eenigszins terngekeerd was, stond haar vader in de deur. 't ls vandaag te stoffig en te winderig om te wandelen. Ik heb den dokter mee gebracht; maak in den tnin alles voor het schaakspel gereed. Zg was opgesprongen en trachtte het door haar beschreven blad onder andere papieren te verbergen. Wat heb ja daar toch? 01 niets, niets, stamelde zg verward. Haar verschrikt voorkomen viel hem op. Niets? Je schrgft toch wat! Laat zien! Het is maar een recept, stotterde zg. Een recept? De majoor kwam wantrou wend naderbg. Dat is wat nieuws dat gg in mgne afwezigheid den tgd met recepten schrgven verdrgft. Laat dat recept zien In hare buitengewone ontsteltenis trachtte zg het papier in haar zak te steken, maar de vader had het reeds stevig vastgegre pen. 't Moet wel een bijzonder recept wezen, dat gg er zoo geheimzinnig mede zgt. We zallen eens zien 1 Hg las Innig geliefde Karei! Het is mg niet mogelgk je te zeg gen hoe nameloos gelukkig je gisteren door mg ontvangen brief mjj heeft gemaakt. Ik heb al nwe dierbare woor den ontelbare malen gelezen en geknst. Hoe kunt ge echter vragen of ik wel aan je denkGeen dag, wat zeg ik, geen uur gaat voorbjj, dat ge niet in mgne gedachten zgt. 's Avonds neem ik je beeltenis mede in den droom, en afgespeeld. Dinsdagmorgen tegen 8 uur strandde de Duitsche vischstoomboot »Se- eundac uit Geestemüode, in de Noordzee, ten Z. O. van het eiland Nenwerk op de zoogenaamde Robbenplaat niet ver van den Westertilboei. Het schip stootte op het zand door den sterken W.N.W. storm, die ver gezeld van hagelbuien, reeds sedert eenige dagen woedde. Het schip bekwam een lek, liep vol water en boorde zich langzaam in den grond. De hooge golven sloegen over het dek van het schip heen. De uit 10 man bestaande bemanning vluchtte naar de com mandobrug en de masten, vanwaar zg nood signalen gaven, die helaas, tengevolge van den storm, van nit Neuwerk niet gezien konden worden. De bemanning was hulpe loos overgeleverd aan de woedende elemen ten en de geweldige branding. Om niet weg geslagen te worden moesten zg zich met alle kracht vastklemmen. De dag verliep, eveneens de nacht, die voor de schamel gekleede mannen nog ver ergerd werd, toen de storm aanwies in kracht en de zee hoe langer hoe hooger werd. De golven bereikten de aan de masten vastge klemde zeelui, die zich met al wat hun aan kracht, was overgebleven aan de touwen vasthielden tot ten slotte de een na den ander verstijfd werd weggeslagen door de golven. Eén der mannen trachtte nog be scherming te zoeken in één der ventilators, die was blgven staanhg verloor echter zgn houvast en verdronk in de luchtbuis. De dageraad brak aan, maar nog altgd daagde geene redding. Langzamerhand ver dwenen vóór de oogen der overlevenden, de eene makker na den andere in de golven. Zaterdagmiddag bedaarde het noodweer en brak de zon door. Doch nogmaals zouden er 24 uren moeten verloopen. In dezen toe stand trof Zondagmorgen de regeerings- stoomboot »Neuwerk,« die een inspectietocht deed naar den Westertilboei, de drie onge- lukkigen aan. Onmiddellgk werd door de bemanning van de stoomboot met het reddingswerk begonnen dit ging met groote gevaren ge paard, daar intusschen opnieuw een hevige W.N.W. storm was opgestoken. Toch ge lakte het ten slotte. De drie zeelui werden in de kajuit liefderjjk verpleegd, terwjjl de stoomboot zelf onmiddellgk, zoo snel moge lgk naar Cuxhaven terugstoomde. Treurig is de toestand der geredden. De kapitein 's morgens word ik wakker met de gedachte hoe gelukkig ik ben, dat srg mij lief hebt. Ik zou het gelukkigste schepsel van de geheele wereld zgn, als Hier was het sehrgven afgebroken. On heilspellend zwol de ader op des Majoors voorhoofd, maar nog gelukte het hem, zich bedaard te houden. Aan wien is deze brief gericht Zg stond voor hem, de armen slap langs het lichaam hangende, hare zachte blauwe oogen ontsteld op hem gericht houdende; over hare trillende lippen kwam geen enkel woord. Zgne stem werd meer en meer drei gend. Ik wil weten, aan wien die brief gericht is Zjj bewoog zich niet. Wilt ge antwoorden of Diet? Hg pakte haar bg de schouders en schudde haar heen en weer. De heftige aanraking schrikte haar nit hare bewegingloosheid op. Laat mg tgd, Vader, verzocht zg smeekend, ik kan niet antwoorden, nu niet, niet op deze wgze, onmogelgk. Je moet je waarschjjnlgk eerst bedenken, wien je geschreven hebt, ik heb echter geen tgd om te wachten. Voor de laatste maal vraag ik jevoor wieH is die brief? Zg keek met een hulpeloozen vertwijfel den blik om zich heen. Daar bemerkte zg den Dr., die door het laide praten naderbg gekomen op den drempel stond en in de grootste spanning dit tooneel bg woonde. Plotseling ontspanden zich hare trekken; zg rnkte zich los van haren vader, vloog naar den Dr. en het tot de lippen toe bleeke gelaat angstig naar hem opheffende, flui sterde zg hem een paar woorden toe. Hg ligt bniten kennis, de stuurman maakt dan indruk alsof de angst hem krankzinnig heeft gemaakt. Van den hofmeester zgn de beide armen en beenen bevroren, bovendien is hg geheel nitgepnt. Toen de »Neuwerk« Zondagavond in Cuxhaven aankwam wer den de drie verongelukten onmiddellgk onder toezicht van een geneesheer naar het hospitaal gebracht, waar zg verpleegd zallen worden. Ten gevolge der instorting van 2 war.den is het water de Jupiter-mgn te Brnx (O >s- tenrgk) binnengestroomd, waarin 116 men- schen werkten. Er ontbraken 45 op het aprèl. Hiervan zgn, zooals later wordt ba- richt, 44 mjjnwnrkers omgekomen. Daar van waren 31 gehuwd; deze laten 84 weezen achter. De Deensche regeering heeft de onderhan delingen met de Vereen. Staten over den verkoop der Deensche Antillen afgebroken, welke op het punt stonden tot een overeen stemming te leiden. De oorzaak daarvan is de ongunstige publieke opinie. Mejuffrouw Jelet, eene oude jongejuffrouw die eenige dagen geleden in het Quarfcier Batignolles te Parjjs overleed, heeft bg testa ment f 144 per jaar toegestaan voor het onderhoud van haar kat en f 48 per jaar voor eene dienstbode, om het dier te ver zorgen. Aan eene dienstbode, die haar zes jaar trouw had gediend, liet zg 21/a ct. per dag na Het overschot van haar fortuin, dat vrg aanzienlijk is, heeft zjj nagelaten aan een parochiekerk te Parijs. Na afloop van het balletsprookje »De Kerstmisdroom van het kindjee, geraakte in het theater te Breslau door een defect aan de electrische geleiding een kerstboom in brand en eenige seconden later stond da lichte kleeding van 3 dames van het ballet in brand. De tooneel-brandweer was dade lijk gereed hulp te verleenen, zoodat een der dames, Fran Rosenberg, slechts lichte brandwonden aan het gelaat, den bovenarm en den rechterschouder kreeg. De beide anderen, Fraulein HüHner en Fraulein Freger, snelden in haar brandend costuum de trappen af, de straat op. Een huurkoetsier slaagde er in de vlammen te dooven. De Oberinspector Steman trad da delijk voor het voetlicht, om het publiek gerust te stellen. Nog voordat de laatste be- boog zich zoo diep tot haar neer, dat men de uitdrukking van zgn gelaat niet zien kon. Na een in vliegende haast heen en weder vragen, richtte hg zich vastbesloten op en trad Hermine aan de hand houdende, tot voor den Majoor, die tot nog toe beider handelwijze in sprakelooze verbazing had aangezien. Hier Majoor, de brief is aan mjj gericht. Deze bulderde terng: Aan u, u waart dus de innig geliefde Karei? Mgn voornaam is Karei, zooals u weet, en ik vraag u hierbjj de hand uwer doch ter. U vraagt om de hand mjjner dochter? Buitengewoon verbaasd zweeg de Majoor gedurende eenige oogenblikken, toen echter brak zgn toorn zooveel te heftiger los. De Dr. list met Hermine's hand in de zgne, de storm rustig over zieh heengaanhg wist, hoe minder men den Majoor tegen sprak, des te eerder hg kalm werd. Na een poosje hield de Majoor op met razen, zgne ergernis nog slechts nu en das in een dof gebrom lucht gevend. Als ge volstrekt mgne dochter hebben wilt, waarom hebt ge dat in des duivels naam niet van het begin af openhartig en eerlijk gezegd? Omdat ik nooit den man heb mogen lg- den, die zich tot den vader wendt eer hg van de genegenheid der dochter is verzekerd. Gg houdt het voor gepaster te zamen met de dochter den vader te bedriegen Als men nog niet dadeljjk met zgne ge negenheid voor den dag komt is dit nog geen bedriegen. Nu is het echter genoeg, Majoor, u hebt mgne vraag, of u mg al of niet tot schoonzoon wenscht, nog niet beantwoord l Wordt vervolgd). DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1