Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
WINTER.
DE WARE JOZEF.
M 2082.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VE1ESMM, Heusden.
ZATERDAG 1 FEBR.
1902.
VOOB
O
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per po«t zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels 60 et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote Istters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
'fc Hangt er maar van af, door welken
bril je de dingen beziet," placht mijn
grootvader te zeggen, wanneer wij 't
samen niet eens waren in de beschou
wing of opvatting van veel w$t de om
geving te zien gaf. Dat kwam mij zoo
voor den geest, toen ik uit mijn tuindeur
naar buiten keek. 't Was nog niet don
ker genoeg, om de lamp op te steken
en te donker om meer te lezen. De
tuindeuren zijn van boven van glas en
de maker heeft in 't midden stukken
gekleurd glas en langs de kanten stroo-
ken matglas aangebrachtalleen de
groote ruiten zijn van gewoon venster
glas. Keek ik door de groote ruiten,
dan had alles zijn gewoon winterschen
tint, maar door dat groene stukje scheen
geheel de tuin als in fraaien zomerdos,
alleen de bladeren ontbraken, en de
daken der huizen waren als met mos
overtogen. Door dat oranjestukje sche
nen ze in goudglans, alsof een prachtige
ondergaande zon ze met haar licht over
goot en de strakke grauwe, met sneeuw
dreigende hemel geleek door het blauwe
ruitje bovenin wel een heldere zomer
lucht.
Terwijl ik zoo stond, kwam een mijner
kleinkinderen een boodschap doen. De
jongen zag rood van het stoeien in de
sneeuw; opgewonden vertelde hij dat
het ijs ook al flink dik werd en ze
spoedig er over zouden kunnen. Zoo
beziet de jeugd in zijne zorgeloosheid
den winter als een tijd van genot, door
't rooskleurig glas harer wenschen.
En dat geldt niet alleen van de heel
jonge jeugd, die de schoolbanken bezet,
ook de jongelieden van beider kunne
houden den winter in eere. Geen tijd
toch zoo goed om samen te zijn als de
lange winteravonden. Geen tijd die zoo
veel gelegenheid biedt, zeggen anderen,
voor huiselijke of openbare feestjes. Ook
deze zien den winter door 't vroolijk
gekleurde glas hunner droomen.
Maar niet allen bezien den winter
door die ruit. Er wordt gebeld en een
vrouw verzocht mij te spreken. Toen
ik bij haar kwam klaagde ze mij haren
nood. Haar man is werkeloos. De winter
heeft het water bevloerd, waarop hij
zijn sober stuk brood moet verdienen
en er is gebrek gekomen in huis. Toen
ik haar er op wees, dat dit toch te voor
zien was en vroeg of zij dezen zomer
PAUL LINDAU.
6)
De grapje* die zg aich nn en dan met
den Dr. had veroorloofd, en die uit haar
mond zoo aardig geklonken hadden, bieren
nu geheel uitde nanweljjks verkregen blo*
verdween weer ran de wangen, de zachte
blauwe oogen verloren hunne gchitteriDg,
haar ijeheele roorkomen kreeg zoo iets mats
•n ineengezonkens, dat het zelfs den niet
zeer nauwkeurig waarnemenden Majoor niet
kon ontgaan. In het begin troostte hg er
zich mede, het niets anders was dan na
tuurlijke meisjesachtige vrees voor d* ver
andering in haar levenslot, doch langzamer
hand scheen zelfs dit hem niet meer steek
houdend toe.
Wat heeft het kind toch vroeg hg aan
Antonie. Ik begin mjj waarlgk bezorgd
over haar te maken.
Zoo gaat het mg ook, antwoordde Antonie
bokommerd, zou het niet goed zgn als gg
den Docter eens over haar raadpleegdet?
De geneesheer die HermiDe reeds van
klein kind af gekend en behandeld had,
kwam en werd reeds in den tuin door
Antonie ontvangen en op de hoogte der stand
van zaken gebracht. Hermine werd geroepen,
ondervraagd en verzocht de kamer weer te
verlaten.
Scheelt het meisje iets van belang vroeg
de Majoor ongerust over 's doctors ernstig
gelaat.
dan niet wat hadden kunnen besparen
voor den winter, zeide ze mij, dat ze
eerst de schulden van den vorigen winter
hadden moeten afdoenen toen was zij
ziek geworden, lange, lange weken en
ieder weet het: „ziekte kost geld". En
nu was èr gebrek. Geen gelegenheid
hadden ze gehad om wat voorraad op
te doen voor den winter, en nu ontbrak
er van alles: brandstof en brood, vol
doende kleeding en dekking. Ze kwam
vragen om hulp, liefst om werk voor
haar man, opdat hij wat kon verdienen.
Zooals die vrouw sprak, spreken hon
derden, denken duizenden. Yoorhenis
dezelfde winter, die talloozen een bron
van genot, die enkelen een oorzaak van
winst is, een jaarlijks wederkeerende
ramp. Dan ligt het werk van den
schipper en vlotter, van den landarbeider
en grondwerker, van den opperman en
sjouwerman stil. En stilstand van werk
staat voor talloozen gelijk met gebrek
aan brood. Geen wonder, dat zij door
het meest donker gekleurde stuk glas
zien op het winterlandschap en wat
het biedt. Yoor hen is de winter de tijd
van ontbering, kommer en gebrek.
In andere streken, in de groote mid
delpunten der nijverheid, waar de reu-
zenschoorsteenen zomer en winter hun
rookpluimen in de lucht uitwaaien, moge
't beter zijn, omdat daar ook 's winters
dezelde verdiensten doorgaan als in den
zomer, ook daar worden er gevonden,
die lijden onder werkeloosheiden gebrek,
al is hun aantal zoo groot niet.
Maar nu komt gelijk met den winter
een crisis in de nijverheid. In het bui
tenland is de ijzer-industrie zoo slap,
dat honderden werklieden worden afge
dankt en daaronder velen uit ons land,
die in tijden van drukken arbeid er
heentogen en nu de drommen van wer-
keloozen ten onzent komeu vermeerderen.
Ook bij ons doet zich die crisis gevoe
len; menige fabriek moest het werk
dat is de verdienste inkrimpen
en velen werden zelfs geheel werkeloos.
Op ander gebied der nijverheid open
baart zich dat verschijnsel gelukkig nog
niet in die mate, maar toch voldoende
om niet zonder zorg te zijn voor de
toekomst.
Zoo is de winter voor duizenden en
tienduizenden een tijd van zorg en kom
en ellende.
Maar de winter kan ook nog uit een
ander oogpunt worden bezien, nl. uit
Zg ziet er niet uit, zooals het moest,
zeide deze bedenkeljjk het hoofd schuddende.
Maar zjj was toch altjjd zoo bleek.
Tusschen bleek en bleek is onderscheid,
onde TriendDie vorige bleekheid had niet
veel te beduiden, zou van zelf wel weer over
zgn gegaan, daar het meisje in een goed
vel steekt, maar haar tegenwoordig voor
komen hm het zou mg toch voor
het lieve kind spijten.
Hef werd den Majoor angstig om 't hart
en hfj vroag terneergeslagen:
Wat is er dan aan te doen?
Het beste zal wezen met haar naar eene
badplaats te gaan.
Naar eene badplaats? Het denkbeeld over
viel den Majoor zóó, dat hg niet zoo dadelgk
eene tegenwerping vond.
Ja, naar Reiehendall.of daar in de bnnrt.
Daar moet uwe dochter versterkende baden
gebruiken en kruidennat drinken.
Ik misschien ook? Ti;oeg de Majoor op
klagenden toon.
Kruidennat behoeft gg niet te drinken,
dat is niet voor iedereen geschikt, de baden
kunt ge intusschen wel gebruiken, opdat in
den winter het gelamenteer over uwe rheu-
matiek niet weer begint.
Nu is het nog te vroeg, in Juni regent
het te Reichenbach van de dertig keeren
zeker wel vier en twintig maal, maar Juli
en Augustus, dat zgn de beste maanden. Op
1 Juli vertrekken en den laatsten Augustus
weer terug, daar zullen we het op houden.
Maar de vacantia van den Dr. begint pas
half Juli.
Zooveel te beter! Hg kan gedurende den
tjjd der kuur ook best gemist werden. Als
hg een van de laatste komt, is het vroeg
genoeg.
Acht weken, geen dag minder. Nu moet
dat van 'plicht. En dan vraagt hij van
ons: wat zijn wij verplicht tegenover
hen die buiten hun schuld in zorg en
kommer zijn gekomen?
Laat ons nu geen oraties houden over
't geen zij hadden kunnen of moeten
doen, zij deden het niet, konden 't waar
schijnlijk niet doen. En willen we ver
gaderen of commissies benoemen, om
tegen een volgenden winter dergelijke
dingen zooveel mogelijk tegen te gaan
't is uitstekend, maar nu moet er worden
geholpen en gesteund.
Onze armen zullen het dezen winter
toch al hard hebben te verantwoorden.
De vele gelden ten behoeve der door
Engeland uitgehongerde en uitgemoorde
kampen bijeengebracht, zullen voor een
deel op hen worden verhaald. Want,
men kan een dubbeltje maar eens uit
geven. Maar toch, er kan veel worden
gedaan, ook nu nog, als men wil en
daarbij niet in de eerste plaats denkt
om zichzelf. Dan zal men misschien
zich wat moeten beperken of ontzeggen
doch dat kan ook geen kwaad.
En als wij door de behoorlijk ont
dooide ruiten naar buiten zien naar het
door de zon beschenen winterlandschap,
laat ons dan zorgen, dat ook anderen
het met opgewektheid kunnen doen, die
nu door het bevroren en troebele donkere
ruitje de wereld beschouwen.
Maar wie een vroolijken kijk op den
winter wil hebben, denke om het woord
van den grooten Yriend der armen
„Zoo wat gij wilt, dat u de menschen
doen, doe gij hun desgelijks". Als wij
eens waren in de plaats dier armen,
werkeloozen, behoeftigen, hoe zouden
wij wenschen bejegend te worden? Wel
nu, de toepassing make ieder zelf.
Buitenland.
De eerste proeftocht van Santos Dumont
met zgn bestuurbaren luchtballon te Monaco,
werd Dinsdagmorgen om half elf bewerk
stelligd. Vergezeld van den heer Airoó,
secretaris van de Automobile Club«, stuurde
de Inchtschipper zgn vaartuig op ongeveer
20 a 25 meter boven de oppervlakte van
de baai, en deed het wenden, keeren, rgzen
en daleH, alles op zeer verrassende wjjze
en kwam weder goed en wel in de berg
plaats terug, zoodat deze eerste proeftocht
als volkomen geslaagd kan beschouwd
worden.
gg eens gehoorzamen, oude vriendanders
sta ik nergens voor in, 't zou jammer zgn.
De Majoor liet hem niet uitsprekenBegin
nu niet meer van voren af aan. Het moet in
Godsnaam gebeuren, zooals gjj het hebt
voorgeschreven. Maar, Heer in den Hemel!
voegde hg, een diepen zucht slakende, er
bg, wat zal dat eene vervelende geschie
denis zjja
IY.
Twee maanden later vinden wg dus Ma
joor Ehrenberg met zgne dochter en zuster
wel niet te Reichendall, maar op de een half
uur daar ran verwgderde hofstede ran em
grootboer.
De eigenlijke kuur was voorbjj, doch hoe
tevreden de Majoor ook was, met de uitwer
king ervan (hg gevoelde zich lichter en
vrijer dan ooit en Hermine kreeg weer
blozende wangen, warmer doorgloeid met
rozen, zooals de baddoctor galant verzekerde)
hoezeer de omstreken met hunne bergen en
bosschen, dalen en meren hem ook aanston
den, wilde het leven in het groote bad-
hötel, waar hg even als zoo menigeen, alleen
daarom kamers had genomen, omdat het
aan de spoor wachtende hötelrgtnig hem
juist daarheen had gereden, hem volstrekt
niet bevallen.
Te veel voorname Ini hiermen hoort
den geheelen dag: Prinses die, Baronesse
dat, Mjjnheer de Graat, wat is er van uw
dienst? Excellentie mag ik u verzoeken?
Men komt zichzelf daarbjj voor als nul.
Maar broeder, zeide Antonie lachende,
wat hindert n dat nu of de menschen al
of niet voornaam zgn, als allen nu maar
hetzelfde behandeld worden?
Ja, vorstel jjk betalen mag iedereen, daar
hebt ge geljjk in, bromde hg.
Ofsehoon van de proefneming niets zekers
bekend was, had zich toch een enorme
raenschenmassa in de buurt van de ver
blijfplaats van den ballon verzameld, onder
wie tal van vorstelijke en hooggeplaatste
personen.
Des namiddags deed Santos Dumont een
tweeden proeftocht gedurende drie kwartier,
die zoo mogelijk nog beter gelakte. De
ballon, na allerlei wendingen en richtingen
genomen te hebben, verhief zich ten slotte
een 100-tal meters hooger en kwam onder
daverende toejuichingen van de groote
menigte weder goed en wel op de plaats
van afvaart terng.
De opgravingen te Tirngad, het Algiersche
Pompeji, hebben in het afgeloopeu jaar
wederom de stoutste verwachtingen over
troffen. Onder de belangrijkste vondsten
wordt o.a. vermeld een stadspoort, waar
door de oorspronkelijke uitgestrektheid van
het oude Thamugas weer nader bepaald
kan worden, een prachtig huis toebehoord
hebbende aan zekeren Sextius, een open
baar badhuis, een kleine heidensche tempel
en een christelijke basiliek met drie schepen
uit het Byzantjjnsche tgdperk, om niet te
spreken van de talrijke inscripties en kleine
voorwerpen van allerlei aard.
De mededeeling in het Lagerhuis dat van
da zjjde der Nederlandsche regeering vredes
voorstellen zgn ontvangen, heeft zoowel te
Londen als te New-York een gunstigen in
vloed uitgeoefend. Vrjj algemeen vermoedt
men, dat de Ned. regeering de Engelsche
heeft willen polsen of deze bereid zou zjjn
hare bemiddeling te aanvaarden.
Iemand te Londen, die goed ingelicht heet
te zgn, beweert echter dat de nota der Ned.
regeering slechts ten doel had, de publieke
opinie te bevredigen, maar dat zg in geen
enkel opzicht de houding der Engelsche re
geering tegenover de Boeren kon wijzigen.
Volgens het nieuwsbureau »Paris-Nou-
velle8« zou dr. Kayper aan een zjjner vrien
den hebben verklaard, dat hjj geen enkel
vredesvoorstel aan de Engelsche regeering
heeft gedaan, maar zich er toe bepaald had,
de aandacht der Engelsche ministers te ves
tigen op de onberekenbare en noodlottige
gevolgen, welke een voortzetten van den
oorlog, dien de Boeren nog zeer lang kan
nen rekken, voor de toekomst van Engeland
Ook dat onvermijdelijke eten aan de open
tafel vond hg lastig; als men geen eetlust
heeft, zeide hg, dan is het verkwisting, maar
zoo ditwel het geval is, moet men zich
schamen, een ander alles voor den neus weg
te eten.
Toen daarom hem eens zgn weg tot den
grootboer of liever boerin, daar de boer
reeds voor jaren dit aardsche tranendal met
de hemelsche zaligheid verwisseld had, voer
de, en hjj de ontdekking had gedaan men
daar ook baden gebruiken en kamers hnren
kon, was hjj niet meer te houden geweest,
en had het badhotel met zgne een en twintig
gerokte, nederbuigende kellners den rag toe-
keerende, de eeniaamheid van bosschen en
bergen opgezocht.
Aan den eenen kant ingesloten door de
met donkere dennen begroeide Burgemees
tersalp, aan den anderen kant door de gind-
sche tusschen elzenbosehjes haren weg zoe
kenden plotseling stjjgenden rotswand, komt
het breede, rjjk met vensters voorziene, def
tige woonhuis zeer vriendeljjk uit een dichte
boomengroep te voorschijn. Op het steenen
dak is een torenklokje aangebracht, dat aan
de in het naburige Steinbruch werkende
arbeiders het welkome rnstuurtje geeft. Stal
lingen en koetshuizen omgeven de woningen
en op de naastbjjzjjnde weiden loeien de
mooie bonte koeien en spreekt alles van
voldoende geldelgke middelen en laadelgke
welvaart.
Nanweljjks vertoont zich een gast of
de vlugge kellnerin door den Majoor schert-
sender wjjze Rosa van Lina genoemd,
komt aanloopen en steekt, van welken stand
of geslacht hg of zjj ook wezen moge, den
aangekomene, als een har telg ken groet de
door de zon verbrande hand toe. De dikke
waardin, die zich zelden buiten het bereik
moet hebben. Die overwegincren zouden die
pen indruk hebben gemaakt op de leden
df-r Eugelsche regeering, beweert de bericht
gever.
Dat de stemming der Engelsche bladen
inzake den oorlog met Z.-Afrika nog altjjd
verdeeld bljjft, kan hljjken uit de beschou
wingen die deze ten beste geven; in een
particulier bericht aan de »N. R. Cr.«
lezen wg o. a.
Londen, 29 Jan. De jingo-bladen be
reiden, betreffende Balfour's mededeeling
nopeos het vermeende Nederlandsche vredes
voorstel, het publiek voor dat de Engelsche
regeering het zal afwjjzen, gelgk de >Timesc
scbrjjft, hoffelgk en welwillend maar tevens
flink en ferm, zooals indertgd Mac Kinley's
aanbod van bemiddeling afgewezen is. De
>Times< zegt, dat de regeering mat de ge-
dachtenwisseling niet verder kan gaan, an
ders zouden andere mogendheden naderhand
een poging tot bemiddeling op dit voorbeeld
van de Nederlandsche kunnen gronden. Als
de Bóeren-leiders door tusschenkomst van
de Nederlandsche regeering Engeland de
onderwerping van de Boeren willen aan
bieden, behoort de Engelsche regeering over
den vorm heen te stappen, maar de onder
werping moet aan de onderhandelingen
voorafgaan.
Die onderwerping, meent de Times*, is
eerlang trouwens onvermg lelgk en een
kwestie van tgd, gelgk blgkt uit Kitchener's
krggsvoordeelen.
De Standard* verklaart, dat alle onder
handelingen met de Bóeren-leiders in Neder
land, met de Kruger- en L»yds-kliek on
mogelijk is. Engeland kan alleen onderhan
delen met de aanvoerders der oorlogvoerende
Boeren ia Zuid-Afrika zonder ruggespraak
met de Boerenleiders in Europa.
Daarentegen zegt de Daily News*: En-
gelands lichtvaardige verwerping van een
Nederlandsch vredevoorstel ware misdadig.
P a r jj s, 29 Jan. Dr. Leyds deelde heden,
op het oogenblik dat hg den trein nam naar
Brussel, aan een redacteur van de >Patrie<
mede
»Ik ben verplicht een diplomatiek stil-
zwjjs?«n te bewaren, maar toch kan ik n
verklaren, dat het onwaar is dat de afge
vaardigden der Transvaalschs en Vrjjstaat-
sche regeeringen de bemiddeling der Neder-
harer op den reusachtigen haard sissende,
dampende pannen waagt, groet vriendelijk
uit de keuken, en nauweljjks nog is de
gast gaan zitten, of het fladdert en kakelt
en vliegt en huppelt om hem heen, en eene
menigte bonte kippen zet zich op banken
en tafels, pikt naar de voorgehouden en
verspreid liggende stnkjes brood, drinkt,
als gg u niet te zeer verweert, uit uw glas
en eet van uw bord, totdat de kleine zwarte
hofhond mat een woedend geblaf er tusschen
springt en het brntale goedje uit elkandsr
jaagt.
Is dat u nu natuur genoegzoo plaagde
Antonie haren broeder dan wel, maar in
hoofdzaak voelden de beide meisjes zich hier
even goed als de majoor.
Als het weder het eenigszins toeliet, wer
den er per rjjtuig of te voet uitstapjes ge
maakt naar het Thunmeer, welks groene
oppervlakte berg en boseh zoo duidelgk
weerspiegelt, dat men afschgnsel en werke
lijkheid nanweljjks kan onderscheiden, ook
naar Jettenberg, aan de sehuimende Staub-
bach, naar Nesselgraben, welks hnisjes als
zwaluwnesten tegen de rotsen hangen, of
verderop naar het bier huisje, dat zgne gasten
op een dnizelingwekkenden over de diepte
vooruitstekenden rotswand bedient, 't Meest
en 't liefst echter beklimmen de majoor en
de meisjes deu kleinen heuvel, die onmid
dellijk achter den tuin oploopt en door de
menigte alpenviooltjes die men er vindt, door
Qermine Cyclamen heuvel wordt genoemd.
Een smal pad voert over fijn, droog berg-
gras tot den top, waar een klein, aan alle
zjjden open prieel, het heerljjksté uitzicht
over het dal aanbiedt.
Wordt vervolgd).
DOOK