Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2083. Een beroemd Vaderlander. FEUILLETON. DE WARE JOZEF. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 5 FEBR. 1902. ycx)B Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden l.OO. Franco par poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien ran 16 regels 50 et. Elke regel meer 77i ct. Groote lettera naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. "Wanneer men te Amsterdam op den Dam de Kalverstraat inslaat, ontwaart het oog tegenover de N. Z. Kapel een klein pleintje, waar een oude poort toegang geeft tot het Burgerweeshuis. Boven den ingang dier poort zijn eenige weeskinderen gebeeldhouwd, opziende naar een duif. Men vindt er ook het. Stadswapen op en de volgende dicht regelen, van niemand minder dan Joost van den Yondel: Wij groeien vast in tal en last, Ons tweede vaders klagen, Ai, ga niet voort door deze poort, Of help een weinig dragen. De verzoeking is te groot om niet nog een tweede vers uit te schrijven dat men op een der zijgevels aan het pleiötje leest: Geen armer wees op aarde zwerft, Dan die der weezen Yader derft, Der weezen Yader derft hij niet, Die weezen troost in hun verdriet, Dies sla uw oogen op ons neer, Ons aller Yader troost u weer. In dit weeshuis heeft Jan Carel Jo- sephus van Speyck zijn opvoeding ge noten, de man, dien we boven aanduid den als „een beroemd Yaderlander". Dat hij geboren is 31 Januari 1802, circa een eeuw geleden, moge reden genoeg zijn om zijn kloeke daad in herinnering te brengen. Yan Speyk is uit nederigen stand voortgekomen. Zijn vader was koopman in stokvisch en stierf reeds in 1806. Nadat ook de moeder in 1812 gestorven was, kwam Jan met zijn bröeder Adri- anus in het Burgerweeshuis. In zijn jeugd trok hij niet zeer de aandacht, behalve alleen door zijn on deugende streken. De jeugd is in alle eeuwen en onder alle klimaten dezelfde. Toen de schooljaren voorbij waren, werd hij kleermaker, een poos later ging hij bij een grutter in de leer, maar kwam al spoedig bij de kleermakerij terug, 't Was een onrustige klant; zijn grootste liefhebberij was te slenteren langs het Y en daar het gewoel te aanschouwen op de schepen. In die dagen lag een groote koopvaardij vloot voor Amsterdam dus kon hij zijn lust ruim botvieren. Yan den eenen baas weggezonden, liep hij naar den anderen, maar het Y bleef zijn aantrekkelijkheid behouden. Rustig op de kleermakerstafel zitten was hem dan ook onmogelijk, en daarom meldde hij PAUL LINDAU. 7) Daar zaten de meiajea ochtend, middag en avond, en keken naar de in het zonlicht glinaterde rivier aan hunne voeten, of er over heen tot de bonte rotswanden der Reit- alpen en van den Loaer of naar de rens- achtig® gevaarten van den Müller Hom en vertrouwden hun verlangen en hunne wen- «chen aan de in afwisselende schaduwen over hen heen trekkende wolken toe. Het was zonderling, zooals in de laatste weken beiden hun inzicht verwisseld sche nen te hebben. Terwjjl de practische, levendige Antonie verstrooid en droomerig geworden was en p" uren lang in gepeins verzonken kon zjjn, was over de stille Hermine eene opvallende onrust gekomen. Dan liep zjj met glinste rende oogen en veerkrachtige schreden alsof ket bewnstzgn van een geheieu, groot geluk haar steunde en droeg, maar gaf zich kort daarna geheel en al aan de grootste moe deloosheid over, en al verzekerde zjj haren vader, die haar tot zgne verbazing reeds meermalen schreiend had gevonden, ook dat zg dit maar van genoegen deed, zoo wilde deze Terklaring hem toch niet recht bevre digen. De Majoor zon zich zelfs wel geheel zich met zeg andere weesjongens schrif telijk voor den zeedienst aan. Al die jongens, waaronder ook zijn broer Adriaan, werden aangenomen, hij alleen afgekeurd om „geringe lichaamsontwik keling". Zoo bleef hij aan de kleer makerstafel gekluisterd, maar niet lang, want met toestemming der regenten toog hij in 1819 naar den Haag op audiëntie bij den min. van marine. „Zeg ZExc. dat een Amsterdamsche wees jongen hem verlangt te spreken". Deze woorden overbluften den bode en deze diende hem aan. De minister beloofde hem aan te stellen, zoodra er plaats kwam. Dat duurde echter langer werd nog eens gerequestreerd en eindelijk werd hij geplaatst als stuurmansleerling op de Wassenaer, waarmee hij in Mei '20 vertrok naar de Middellandsche Zee. Hij had nu zijn zin, maar was niet temin zeer teleurgesteld: Zijn broer n.l. was adelborst geworden, en daarop had hij ook gehoopt. Zijn eerste dienst bracht hem dan ook geen lauweren. Hij was lusteloos en verdrietig en klein van gestalte als hij was, sloeg niemand acht hem. Hij kreeg een tegenzin in den dienst en vroeg ontslag, 't welk hem gegeven werd en zoo stond hij 28 Juli 1821 ,als burger aan den wal te Helle- voetsluis. Intusschen was zijn broer bevorderd tot 2de luitenant en diens voorbeeld vooral wekte op nieuw den zin tot het zeeleven in hem op en na nog braaf wat geleerd te hebben, vinden we hem in den aanvang van 'tjaar 22 als 4de stuurman op een oorlogsschip. Nu was de kans gekeerd. Hij paste uitstekend op en werd op 't eind van't zelfde jaar bevorderd tot adelborst. Als zoodanig deed hij in Indië een poos dienst als luitenant en kreeg het kommando over een barkas met 15 kop pen, alsmede over twee sloepen bij een tuchtiging van Tiero. Na een vergeef- schen aanval werd voor de 2 de maal de vijaDd en nu met succes aangetast, waarbij Yan Speyk zich zoo kranig gedroeg dat hij een uitmuntend rapport kreeg en in 24 tot 2de luitenant be vorderd werd. "Wij kunnen hem in Indië niet van dag tot dag volgen, alleen stippen we aan dat hij als commandant van de kanonneerboot No. 16 een tijdlang wacht hield bij 't eiland Banka, om de rijke tinmijnen voor roovers te vrijwaren. Bij een tocht naar het eiland Billiton, vertrouwende op de verzekering van zijn inlandschen stuurman, dat hij een zekeren hoek wel zou kunnen omzeilen, bevredigd gevoeld hebben, als er na maar iemand te vinden was geweest, met wien hg eens nu en dan kon schaken of over politiek spreken, doch ook hierin zou voor zien worden. Zoo even bad de postbode, om intusschen wat uit te rusten, zgne zware reistasch op eene tuintafel neerleggende, hem een brief ran den Dr. overhandigd, waarin deae zgne komst op een der eerstvolgende dagen aan kondigde. De majoor liep haastig naar binnen om de meisjes de welkome tjjding mee te dealen. Echter of deze Hermine ook welkom zou zjjn? Hare afwisselende wijze van doen van den laatsten tgd was niet geschikt geweest de bezorgdheid, die in den loop van het jaar bjj hem opgekomen was, te verdrjjven. De kamer waar hg baar dacht te vinden was ledig, doch hg hoorde hare stem in het aangrenzende vertrek. Zg moest onder het schrgven gestoord zgn geworden, want op de tafel lag pen en papier. Aan wien kon zg geschreven hebben? Hg greep nieuws gierig naar den half voltooiden brief. «Geliefde Karei* las hg. Das toch zooals het behoorde, aan den dokter. Bg wilde het blaadje bescheiden weder ter zjjde leggen, daar bg zich niet gerechtigd achtte de brief wisseling tusschen de verloofden te bespieden, maar reeds de eerstvolgende woorden namen zoo zgne aandacht in beslag, dat hg in weer wil van zgne grondstellingen verder las: Dus gjj komt, gg komt werkelgkl Over een paar dagen zjjt gg bg mg! (Ei! zie toch eens, prevelde de majoor, zg weet dat hg komt, maar heeft op geene enkele wjjze iets raakte hij op de klippen vast en werd er niet dan met groote moeite afge bracht; met verlies van roer, ankers en eenige bladen koper. Door gevoel van eer gedreven, betaalde Yan Speyk de schade uit eigen beurs. In April 1829 kwam hij uit Indië terug, werd op nonactief gesteld tot 30 en werd toen aangesteld tot komman- dant van kanonneerboot No. 2 met last ten anker te gaan voor Antwerpen „om post te vatten op de Rupel bij Boom, het veer aldaar gade te slaan en vooral nauwkeurig toe te zien, dat geen ge wapende manschappen, die niet tot 's konings troepen behoorden, over gingen." Er lagen daar nog enkele kanonneer- booten, en nu was 't eenmaal tusschen de kommandanten een punt van bespre king geweest, wat hun plicht gebood, ingeval een der booten door den storm van zijn ankers werd geslagen en in handen der Belgen zou vallen. Een stemmig was men tot het besluit ge komen dat 't dan de plicht was niet over te geven, maar te sterven. Zooals men weet was in 't zelfde jaar in Aug. de Belgsche opstand begonnen en waren de Belgen niet weinig op de Hollanders gebeten. Yan Speyk trof het ongelukkig lot op 5 Febr. 1831 van zijn anker los te raken en door den storm naar de Scheldekaai gedreven te worden. In een oogenblik waren een tal van Antwerpenaars aan boord ge sprongen, die op deze gemakkelijke manier dachten een boot te overmees teren. Yan Speyk veinzende zijn papieren te zullen halen, daalde de trap af en stak den brand in 't kruit, waarna de schuit met vriend en vijand de lucht inging. Yeertien manschappen stierven, vijf kwamen er levend af. De daad van Yan Speyk heeft niet weinig den moed aangewakkerd der uit België verdreven landgenooten. Alom heerschte neerslachtigheid, maar de dood van Yan Speyk bracht er weer nieuw leven in. De Staat schonk zijn naaste betrekkingen een jaargeld, in het Bur gerweeshuis werd een gedenkteeken, in de Nieuwe kerk een grafteeken opge richt; besloten werd dat voortaan één schip zijn naam zou dragen en dat de vuurtoren te Egmond naar hem genoemd zou worden. En zoo leeft de naam van dezen Amsterdamschen weesjongen tot op den huidigen dag voort en zal die niet ver geten worden, zoolang in Nederland dapperheid ia eere gehouden wordt. daarvan laten bemerken). Is het dan moge lijk, dat het lanore, vreeseljjk# wachten voor- bjj is? (het is vandaag juist zes weken). Ik kan mg het geluk van u te zullen weerzien, niet verrukkelijk genoeg voorstellen. (Hm, hm, en toen ze bg elkander waren, durfde ze hem nauwelijks aanzien.) Welken strgd onze liefde ook zal moeten doorstaan (Ik zou wel eens willen weten, waarin die strijd zou moeten bestaan). In de kamer daarnaast liet Hermine's stem zich dichter bg de deur hooren. Yerschrikt als een op snoepen betrapt schoolkind, wierp de majoor den brief neer en maakte dat hg met een paar groote stappen de kamer nit kwam. 't Was minder noodig dat zg mg juist bg dien brief had gevonden, prevelde hg buiten gekomen, diep ademhalende. Toch ben ik bljj dat ik hem gelezen heb] 'k had nooit gedacht dat het kind zoo naar den dokter verlangt. Ja, ja, dat bewerkt de scheiding; nu Goddank, mg is een steen van 't hart gevallen. Hg ging in den tuin naar zgne vriendin Rosa en liet zich ziels vergenoegd door haar inwjjden in al de kleiue listen die zg gebruikte om in den kortst mogeljjken tgd zooveel op te sparen dat zg er aan denken kon met Hubert Georg van daarboven van den grootboer te gaan trouwen. Als men slechts recht voorzichtig inschenkt, dat de glazen niet te vol worden, dan big ft er nog wat bier over, weet u. En de restjes, die de voorname lui overlaten, moet men altgd den volgenden dag voor den minderen man bg elkaar gieten. 0, die zgn zoo vies niet uitgevallen, voegde zg er Buitenland. Zaterdagochtend waren kapitein Tartsch von Siegfeld van de militaire luchtschippers- afde-ding, en dr. Linke, van den topoerra- fischen dienst te Berljjn in een luchtballon opgestegen, met 't voornemen, om slechts korten tgd in de lacht te blgven; de storm wind voerde hen echter met zulk een dui zelingwekkende vaart mee, dat zg in vjjf uren te Antwerpen aankwamen. Nuuwelgks waren zg de Schelde over, of de ballon sloeg om; de reizigers sprongen er nit op een oever langs de rivier. Dr. Linke viel en kreeg eenige lichte knenzingen, terwjjl ka pitein von Siegfield met zgn voet in het tuig bleef hangen en met zgn hoofd op den grond neerkwam. Hg werd ongeveer vjjftig meters meegesleurd en werd toen met verpletterd hoofd gevonden. Er heerscht in verschillende deelen van Frankrjjk hevige koude en hier en daar is veel sneeuw gevallen, ook aan de Riviera en in 't noorden van Spanje heeft het zwaar gesneeuwd. Ook in geheel Oostenrgk hebben zware sneeuwstormen gewoed. Op verschillende plaatsen is het verkeer verbroken. De Chineesche Keizerin-Weduwe, verge zeld van den Keizer en de jonge Keizerin, heeft in haar paleis de dames en kinderen van de legaties ontvangen. Zjj verwelkomde hen harteljjk en scheen diep bewogen. Zjj stamde toe, dat de aanval op de gezant- schapsgebouwen een verschrikkelijke daad is geweest, waarover zjj bitter berouw heeft. Aan het banket dat volg ie, verklaarde de Keizerin, dat China zgn isolement zou laten varen en de beste eigenschappen van het Westersche leven zou overnemen. In het Noordel jjk gedeelte van het grootste eiland van Japan, Nippors, zgn verschei dene Japansche soldaten in de sneeuw om gekomen. Een detachement infanterie, be staande uit 210 offie. en manschappen verliet onder commando van een majoor den 23en Januari de stad Awomori om oefeningen te honden in de sneeuw. Het detachement ver dwaalde. De konde was zoo hevig, dat de soldaten hunne fouragezakken en de houten kolven hunner geweren als brandstof ge bruikten om zich warm te houden. Aan den avond van den 25en waren nog slechts 71 man in leven. De overgeblevenen scheidden zich in kleine groepjes en trachtten ieder voor zich een veilige plaats te bereiken. spoedig bjj, toen de majoor bg de gedachte aan het bg elkander gegoten bier onwille keurig een scheef gezicht trok en al zon het dan een beetje troebel zgn, dan moet men maar een steenen kruikje gebruiken, dan ziet men het niet, weet n! Gg hebt geljjk, Rosa, lachte de majoor, spaar maar vljjtig, dat ge spoedig bruiloft kunt vieren. Maar is dat Hermine niet Hjj sprong op en liep haastig naar deze toe, die juist naar buiten gekomen was en met de hand voor de oogen den weg langs keek, die van de stad kwam. Ziet ge naar uw verloofde uit? plaagde hg, haar een vriendelgk tikje op de wang gevendenn zult ge niet lang meer behoe ven te wachten, want hg komt morgen of overmorgen. Wie komt? vroeg zjj haastig. Nu, de dokter immers. De dokter nu reeds? Zg keerde zich met onverholen teleurstelling om en ging weer naar het huis terng, zoodat de majoor beide handen omhoog stak en uitriep: Heilige Hemel! Kan men nu uit zoo'n vrouw wjjs worden? Dat schrjjft brieven, als zou zjj van liefde en verlangen naar haren verloofde sterven, en als men haar vertelt, dat hg komt, dan zet ze een gezicht, als moest ze augurken-salade met zure melk eten. Na, wacht maar, over een paar weken zult ge wel anders leeren praten. Toen de Majoor den volgenden dag na, vergeefsch wachten op den Dr., vermoeid, warm en stoffig van het station terugkeerde, wilde hg juist om wat uit te rusten, de tot het ververschingslokaal behoorenden tain in- Negen personen zjjn terechtgekomen en later is nog een korporaal gevonden. Al de anderen zgn, vreest men, jammerljjk omgekomen. Het verhaal, dat van den korporaal af komstig is, heeft een diepen indrnk in Japan gemaakt. Eenige vreemdelingen hebben eens inscbrjjving gaopend voor de nabestaanden der ongelukkigen. De sneeuw ligt in het district, waar het ongeluk plaats greep, 20 voeten hoog. Bg de indiening van het wetsontwerp tot rerleening van een aanvullingskrediet van 5 millioen pond sterling voor het de partement van oorlog, deelde minister Bro- drick in het Lagerhuis mede, dat de oorlog in het rekeningsjaar 1901/1902 heeft gekost 61 millioen pond sterling, tegen 63 millioen in het vorige. Op 1 Januari 1902 waren in Zuid-Afrika 237,000 man. Gemiddeld moesten 208,000 paarden en muildieren, 30,000 ossen, 27,000 krjjgsgevangen Boeren en 150,000 koppen der Boerenbevolking worden onderhouden. De gemiddelde kosten van den oorlog zgn verminderd van vgf en een half millioen per maand tot vier en een half millioen. De rebellen in de Kaapkolonie zgn zoo goed als verstrooid en de Boeren zjjn terug gebracht tot enkele kleine benden die zich in de bergen schuil houden. Het blokhuizenstelsel in de Oranje-rivier kolonie heeft een groot deel van het land van de Boeren bevrjjd en in Transvaal is evenzeer een groot stnk schoongeveegd en de spoorweg verzekerd. Het weder opleven der ng verheid te Johannesburg is een feit, waarmede de regeering zich mag geluk- wenschen. Men heeft nog slechtB af te rekenen met drie groote Boeren-kommando's. Kitchener's taktiek heeft ten doel, deze commando's, elk ongeveer 2000 man sterk, te noodzaken zich met elkander te vereenigen, om daarna een slag er tegen te slaan. De commando's zgn die van de Wet, in het noordoosten van den Oranje-Vrgstaat, van Louis Botha, in het oosten van Transvaal, en van de la Rejj, in het noordwesten. De regeering zal niet aarzelen Kitchener alles te verschaffen wat noodig is om zoo spoedig mogeljjk een eind aan den oorlog te maken. (Met begrjjpeljjke nieuwsgierigheid ziet Europa het verloop en de resultaten van een dergeljjke manoeuvre aan. Er zjjn er al meer aangekondigd en mislukt). gaan, toen een der postboden, die hem allen bekend waren, naar hem toekwam. Mgnheer de majoor heeft bezoek gekregen, deelde hg, eerbiedig naar zgne muts grjj- pende, mede: een heer nit L. ik heb hem jnist den weg naar den grootboer geweien. Wat drommel! das juist misgeloopen. Na, 't heeft niets te beduiden, dank je zeer. Met een haastig knikje liep hg den bode voorbjj, hitte en stof waren vergeten door de aangename gedachte, spoedig den Dr. weer bg zich te hebben. Zoo weinig als hg in het begin met diens verloving met zjjne dochter ophad, even groot zon zjjne teleur stelling geweest zgn, wanneer hjj niet meer zgn toekomstigen sehoonzoon in den Dr. had kannen zien. Maar dat is toch goddank niet te vreezen, prevelde hg vergenoegd bg zich zelf; het meisje is tot inzicht gekomen wat zg aan hem heeft. Jammer maar, dat ik het eerste wederzien niet kan bg wonen 'k had zoo graag eens gezien, hoe ze hem ontvangt. Ik zal haar eens spoedig aan haar brief herinneren, als zg weer de preutsche spelen wil. In gedachten verzonken had hg den terug weg, eer hg het zelf wist, afgelegd. Waar is de heer, die een bezoek komt brengen riep hg reeds van verre Rosa van Lima toe, die jnist met een zware schaal vol melk in de handen, zeer voorzichtig den stoep opging. Hg is met de juffrouw daarop gegaan, riep deze, met het hoofd eene beweging naar den Cyclamenheuvel makende. Wordt vervolgd DOOI. UN0 van.alien*

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1