Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Brieven uit Amsterdam.
DE SCHOONE ENGELSOHE.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
m 2087.
WOENSDAG 19 FEBR.
1902.
ÜWB VAM .ALTEN*
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATEEDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regel» &0 et. Elke regel
meer 77i ct. Groote lettere soar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavoni
ingewacht.
Om niet met mijn mostert na den
maaltijd te komen schrijf ik in dezen
brief een waardeerend woord over een
Amsterdammer, die in zijn tijd door 't
heele land geëerd en bemind was, maar
nu dreigt in 't vergeetboek te raken.
Ik bedoel Jacob van Lennep, geboren
op 24 Maart 1802.
Een nieuwsblad en een bibliotheek
hebben in het begin dezer maand een
opgave in de wereld gezonden van de
werken, die tegenwoordig het meest
geliefd zijn en daarop grondt zich mijn
veronderstelling, dat Ko van Lennep
achteraf raakt. Men vindt op die lijsten
de namen van Henri Borel, Couperus,
Jeanne Reinicke van Stuwe e. a. als
schrijvers van de thans meestgeliefde
werken, maar Yan Lenneps naam schit
tert door afwezigheid.
En toch wat was die man gevierd
in zijn tijdHeugt het u nog toen
Klaasje Zevenster, zijn laatste groote
werk, uitkwam, hoe er een storm van
verontwaardiging opsteeg over de schil
dering van 't geen er in de inrichting
van Mad. Mont Athos voorviel? Och,
wat waren we toen nog onschuldig!
Het lezend publiek slikt tegenwoordig
heel wat erger dingen dan Yan L. schil
derde en heel wat andere termen, dan
Yan L. bezigde!
Jonckbloet heeft met een enkel woord
zeer juist het verschil aangeduid tusschen
de werken van mijn held en die van
onze jongste schrijvers, ofschoon hij die
niet heeft mogen beleven. In Yan Len
neps verhalen zegt hij is meer
actie dan passie. Juist, tegenwoordig van
de eerste weinig, maar passie, hartstocht,
bladzijde op bladzijde. Deze moet ge
bij Yan Lennep niet zoeken. Geen scherp
teekenende typen, wier zieleleven tot in
de kleinste kleinigheden wordt uitge
plozen, maar aangenaam bezighou
dende verhalen van de avonturen zijner
helden, meestal personen uit de geschie
denis onzes vaderlands. Yan Lennep
was een prettig verteller. Geen zooals
Het was Pinkster-Zondag. Ik was vroeg
tijdig naar de tentoonstelling gegaan om
een oogje te houden op de talrjjke zakken
rollers, die met de feestdagen, waarop de
toevloed van het publiek buitengewoon groot
is, van Londen waren overgewipt om de
goedgevulde beurzen van de tentoonstelling-
bezoekers te ledigen.
Langzaam slenterde ik langs de talrjjke
café's van allerlei natiën, toen een heer, die
mg reeds sedert een paar minuten met de
oogen had gevolgd, op mg toetrad. Het
was een groote, deftig-uitziende man, met
scherpe trekken, breede schouders en zeer
lange beenen. Uit iedere beweging, iederen
blik, nog vóór hg een woord had gezegd,
herkende men den Engelschman.
Ik vraag excuus, sir, begon hg, als ik u
lastig mocht vallen. Er is geen ander middel
voor me, om mg aan u bekend te maken.
De tgd dringt en als vreemdeling heb ik
zoowel uwen raad als uwe hulp noodig.
Voorzeker zult u mg dit niet kwaljjk nemen,
als ik u vertel dat wjj collega's zjjn. Mjjn
naam is D., ik ben ambtenaar bg de En-
gelsche veiligheidspolitie en in die functie
van Londen overgekomen om de hand te
leggen op de talrjjke, mg welbekende zak
kenrollers, die uw tentoonstelling onveilig
maken. Als u zoudt twjjfelen aan mgn in-
dentiteit hiermee kan ik mg legimiteeren.
Met deze woorden overreikte de Brit mg
met zgn lange vingers een kaartje, waarop
met groote letters zgn naam en rang ge
drukt waren.
Ik gaf het hem onder dankbetuiging terug
en zeide:
Ik ben geheel tot uw dienst, maar vertel
mg vooraf eens, waaraan u mg herkende.
Gaarne, antwoordde hg. Wg bezitten in
Scotland-Yard, bekend Londensch detective
bureau, niet alleen de fotograf!ën van de
hij kon den ouden tijd voor ons doen
opleven, dat het een genot werd mee
te leven met de oude Friezen, de ge
bannen Remonstranten, de oude Ger
manen, en al die, welke door zijn pen
vereeuwigd zijn. Vereeuwigd ja, want
al wenden de kinderen dezer eeuw zich
van hem af, er zal een tijd komen, dat
men genoeg begint te krijgen van be
drogen en bedriegende echtgenooten, van
het flirten met eens anders vrouw en
dat meu zich weer gaat verkwikken
aan een verhaal van wijlen mijn stad
genoot.
Jacob van Lennep was de zoon van
David Jacob van Lennep, den dichter,
o.a. van den Hollandschen Duinzang
die alleen zijn naam voor de vergetel
heid zal bewaren. Hij is geboren in een
deftig huis op de Keizersgracht (No. 560),
waar thans een steen in den gevel zijn
naam bewaart. Die naam wordt ook
bewaard door een circa 1000 M. lange
straat en daarmee evenwijdig loopende
kade.
Yan Lennep was een aangenaam
mensch in den omgang. Die hem ge
kend hebben zijn niet uitgepraat over
zijn geleerdheid, zijn sprankelend ver
nuft, zijn bemin.nelijken aard. Op de
letterkundige congressen was hij een
gaarn gezien spreker, daar hij steeds
door een geestigheid in de ernstige
debatten wat afwisseling bracht. Eén
daar getapte ui herinner ik me nog
van hem. Op een morgen vertelde hij
't was over het onderwerp lezen
had hij zijn knecht naar 't Leidsche
'Plein gezonden om te zien wat er op
het plakbord aan den schouwburg stond.
De knecht gaat en komt terug met de
boodschap dat ze dien avond „de mop
hondjes" gaven. Heb je dat goed ge
lezen vraagt zijn heer. Jawel, meneer,
de mophondjes staat er en niets anders.
Van Lennep begreep er niets van en
ging er zelf op uit. En wat bleek nu?
Er stond geannonceerd Demonphontes",
een treurspel in 't Grieksch, waarvoor
de knecht maar mopbondjes gelezen had.
Yan Lennep was een graag gezien
gast in de hooge kringen en op dezer
meeat beruchte misladigers, maar ook die
van de voornaamste Pargsche politie-beamb
ten. Daarom viel het mg niet moeieljjk u
thuis te brengen.
O juist, lachte ik.
Dat ik mr. D. precies op dit oogenblik,
trof, was voor mg van groote beteekenis.
Bcj de vele klachten die inkwamen over
diefstallen op de tentoonstelling, was ook
een van een Engelschman, die betrekking
had op een van de beruchtste Engelscbe
gauwdieven. Die had, in compagnieschap
met eene zeer schoone dame, eveneens eene
Engelsche, genoemden heer voor 10.000 frs.
bestolen. Door mgn agenten was ik te weten
gekomen, dat het ongelukkige slachtoffer
van dezen diefstal met voorliefde in de ver
schillende café's ronddwaalde en langzamer
hand in het Engelsehe restaurant tot over
zgn ooren op een der Engelsehe buffetjuf
frouwen verliefd geworden was, waarmee hg
geregeld zeer luxueus ging soupeeren en
dineeren. Nadat hg dit weer eens gedaan
had, was zgn portefeuille plotseling 10.000
frs. lichter. In de hoop deze portefeuille
weer terug te krggen, was ik naar de ten
toonstelling gegaan.
Zoo stonden de zaken toen mgn collega
van den overkant* zich aan mg voorstelde.
Daar ik mg tegenover hem niet in acht
behoefde te nemen, want discretie sprak
immers vanzelf, vertelde ik hem de zaak en
zeide hem de reden, die mg naar hier ge
bracht had. Hierop noodigde hg mg uit met
hem, op de plaats waar de diefstal was ge
schied, te lunchen. Ga maar eens met mg
mee, zeide hg, ik geloof dat ik die dievegge
wel ken. Zjj heet Palmer an is een heel lief
meisje, wier haren in glans niet onderdoen
voor het goud dat zg uit de zakken der
onvoorzichtigen haalt. Als dank voor den
dienst dien hg van plan was mg te bewjj-
zen, verzocht ik hem mgn gast te zgn. Dit
sloeg hg evenwel met beslistheid af, want
zoodra hg in een Engelsch restaurant ging,
zei hg, bevond hg zich op vaderlandschen
grond en daar kon hg geen vreemdeling,
ook zelfs geen collega, toestaan noch voor
sociëteit „Concordia." Hij kwam daar
ter verpoozing des namiddags een spel
letje domino maken, o.a. met wijlen
Tjasink, directeur van den schouwburg.
Steeds rookte hij dan, gelijk ook thuis,
een lange pijp; van sigaren had hij
een afkeer. Doordat zijn vader commis
saris van den Stads-schouwburg was,
kwam hij al vroeg met het tooneel in
aanraking. Een zijner eerste penne-
vruchten was een toorieelspel uit het
Engelsch vertaald, dat herhaalde malen
opgevoerd is. Later heeft bij nog vele
stukken aan 't tooneel geschonken, meest
geschiedkundige onderwerpen behelzen
de, als „het dorp aan de grenzen,"
„hulde aan Yan Speyk," „de roem van
20 eeuwen," „een Amsterdamsche win
teravond in 1632" enz.
Minder bekend is dat Jacob van
Lennep krachtige pogingen heeft aan
gewend om een Ned. Opera te stichten.
Hij heeft daarvoor geschreven „Haar
lems Yerlossing," „Saffo," „Soliman de
Tweede." A. Berlijn .en Yan Bree
zorgden voor het muzikale deel. Ze
hadden succes, maar met de opera is
't niets geworden.
De kroon van al Yan Lenneps wer
ken spannen echter zijn romans, zijn
Pleegzoon, Ferdinand Huyck, Onze
Voorouders, de Roos van Dekama enz.,
werken, die tusschen 1829 en 1865
zijn uitgekomen en tal van herdrukken
beleefden. De aangename verhaaltrant
en de losse natuurlijke toon hebben
die werken een ongemeen debiet doen
verwerven.
Juist had ik tot zoover geschreven,
toen de tijding tot mij kwam, dat Mevr.
Albrecht op 68-jarigen leeftijd is over
leden. Met een diep gevoel van mede
lijden heb ik deze hoogbegaafde vrouw
dikwijls op een klein tooneel lauweren
zien behalen, zij, die eenmaal naast
Jan Albrecht in Rotterdams eersten
schouwburg de hoofdrollen vervulde.
Ze leefde altijd nog in den geest met
haar echtgenoot mee en verzuimde nooit,
de bloemen, haar geschonken, op zijn
graf neer te leggen. Haar „Grootmoe-
hem, noch voor zich zelf te betalen, dat
moest ik maar aan hem overlaten.
Toen wg het Engelsehe café binnentraden,
was ik verbaasd over de menigte frissche,
rooskleurige en bloeiend uitziende meisjes.
Zelden had ik zoovele schoonheden tegelijk
gezien. Nauwelgks waren wg gaan zitten
of D. maakte mg op een van de bekoor
lijkste kellnerinnen opmerkzaam die aehter
het buffet stond en champagne schonk. Zie
ze maar eens goed aan, flaisterde hij, dat
is nu miss Palmer. Ik vermoed dat zg da
10.000 frs. gestolen heeft. Zoo dra het iets
minder druk wordt, zal ik ze naar hier roe
pen, om haar eens wat van haar verleden
te laten vertellen.
Uit haar vroegere loopbaan kunt u licht
nagaan wat haar toekomst zal zgn. Ik
drukte mgn verbazing uit dat het mogelijk
was, dat eene dame van dergeljjfee reputatie
een zoodanige betrekking kon krggen.
Gelukkig, of liever ongelukkig, lichtte hg
mg in, dat misdadigers in Engeland niet voor
altgd als misdadigers gebrandmerkt bleven.
Als zg hun straltgd achter den rug hadden,
werden ze weer voor »vol« aangezien. Zg
waren slechts geschandvlekt gedurende den
tgd dat hun straf duurde. Een dief wordt,
na hechtenis ondergaan te hebben, niet meer
als zoodanig veracht en aangezien. Hg zon
mg het bewjjs leveren door miss Palmer te
verzoeken bg ons te komen zitten. Gedu
rende dit gesprek was onze maaltjjd afge-
loopen en nu slurpten wg onzen champagne.
Op dit oogenblik gaf mr. D. aan de schoone
in 't buffet een wenk. Direct verliet zg haar
post en trad met vragenden blik op hem
toe. Mgn collega verzocht haar zich bg ons
neer te zetten en nadat zg zich een glas
sect had ingeschonken, voldeed zg aan zgn
wenBcb. 't Was een heerlgk mooi wezentje.
Haar groote, zwarte, door lange, donkere
wimpers overschaduwde oogen varleenden
haar gezicht een eigenaardige, droomerige
uitdrukking. De licht gebogen neus was
onberispelijk van vorm en hare lippen wa
ren als kersen, terwjjl, wat haar vormen
aangaat, een Yen as van Milo die haar zon
kunnen benjjden.
Al haar bewegingen hadden iets onuit-
dertje" en haar „Oude Sientje" zullen
niet licht vergeten worden. Ze heeft nog
hard moeten werken op haar ouden
dag. Haar asch ruste in vrede!
A., 16-2-1902. J. L.
De beruchte bandiet Masolino, vau wiens
vervolging en arrestatie wg destgds melding
maakten, zal terechtstaan wegens 7 moor
den, 7 pogingen tot moord, in het geheel
22 misdrgven.
Renter meldt uit Konstantinopel, dat juf
frouw Stone's losgeld uitbetaald is. Haar
invrijheidstelling wordt nu elk oogenblik
verwacht.
De Braziliaansche luchtreiziger Santos-
Dumont, die in den laatsten tgd tochtjes
maakt langs de Riviera, een eindje zee-in,
is er bijna slecht afgekomen. Zgn ballou,
de befaamde Nummer 6, waarmee hg den
Deutsch-prjjs won, viel plotseling in het
water. De luchtreiziger zelf, die al tusschen
Pargsche daken gehangen, en allerlei avon
turen beleefd heeft, bleef ongedeerd.
Om half drie was hg uit Monte Carlo
in de richting van Cap Martin vertrokken.
Wegens de sterke zonnestraling steeg de
ballon te snel, Santos Dumont opende de
klep, maar het luchtschip scheen nu te veel
gas verloren te hebben, duikelde, het roer
rnakte verward, en het gevaarte viel neer.
Een oogenblik lichtte het zich uit het water
op, maar de luchtschipper was geheel on
dergedompeld. Gelukkig waren er booten
en schuitjes in de buurt, en Dumont, die
zijn schip niet had willen verlaten voordat
het geheel ontredderd was, werd door een
stoombootje van den prins vau Monaco
opgenomen.
De »Lanterne« bevat het volgende be
richt, dat natuurljjk met alle voorbehoud
opgenomen moet worden
Er is een verbond gesloten tusschen Rus
land eu China. Over een week zullen de
artikelen openbaar gemaakt worden. Het is
sprekeljjk verleidelijks, terwgl zg in haar
woorden en gesprekken zooveel uitdrukking
legde en haar gebaren en gesticulaties zoo
levendig en bekoorljjk waren, dat xk mg
als 't ware geëlectriseerd gevoelde toen haar
arm, in den loop van het gesprek, toevallig
den mflne aanraakte.
Wat rnjjn vriend betrof, deze behield, niet
tegenstaande de openhartige, opgewekte ver
telling van het jonge meisje, zgn koele te
rughoudendheid, zooals het dan ook aan een
politieman betaamt. In tegenstelling daar
mee speelde ik den onschuldigen vreemde
ling, om des te beter dit buitengewoon
betooverende kind te bestudeeren. Ouder het
vertellen had zg verscheidene malen haar
glas uitgedronken en had ik steeds zorg
gedragen dat het opnieuw vol kwam. Toen
zg het echter voor de laatste maal aan de
mond wilde brengen, verbleekte zg eens
klaps en stond plotseling op. Zg bracht de
hand aan het voorhoofd en verzocht mg
angstig het venster achter me, dat op den
tuin nitzag, open te maken, want zg had
hoofdpjjn en gevoelde zich wat duizelig. Ik
was big haar dezen kleinen dienst te kun
nen bewgzen, waarvoor ze mg, bgna over
dreven bedankte. Intusschen werd het buffet
nagenoeg bestormd en was het haar on
mogelijk langer bg ons te bljjven zitten,
wilde zg zich niet een strenge berisping op
den hals halen, ze nam daarom afscheid en
verliet ons, evenwel niet zonder mg nog
eens met een dankbaren blik aan te zien
en me in 't oor te flnisteren: Tot ziens,
monsieur.
Nauwelgks was zg weggegaan en hadden
wg nog eenige minuten over haar gesproken,
toen een zeer opgewonden persoon naar ons
toe kwam en den Engelse hen detective iets
mededeelde. Zonder een spier van zgn ge
laat te vertrekken, hoorde mr. D hem
aan. Toen de man had uitgesproken, stond
hg echter op en wendde zich tot mg met
de woorden:
Ik vraag u excuus, collega, maar ik moet
u verlaten. Mgn helper heeft mg zooeven
een zeer gewichtige mededeeling gedaan.
Morgen in den loop van den dag zullen wg
het antwoord van Rusland en China op de
Engelsch-Japsnsche overeenkomst.
Central News* verneemt uit Petersburg,
dat de Russische regeering besloten heeft,
met de bezetting van Mantsjoerjje door te
te gaan totdat de Russisch-Chineesche over
eenkomst geteekend is. Volgens een corres
pondent van de »Magdeburgische Zeitang*
zal Mantsjoerge toch bezet worden, al wil
China die overeenkomst niet onderteekenen.
Door het Pargsche blad »Patrie« werd
eenigen tgd geleden eene wetenschappelijke
expeditie uitgezonden naar de Tonga-eilanden.
Thans is bericht ontvangen, dat het grootste
gedeelte hiervan door de inboorlingen ver
moord is. Uit de uitvoerige berichten in de
Fransche bladen bljjkt dat de moordpartg
echter niet is voorgevallen op de Tonga
eilanden, maar te Sileraka in Nederlandsch-
Guinea.
De expeditie, zoo meldt Henri RoDjar,
de leider van den tocht, in een brief aan
de »Patrie,« bestond behalve hem zelf uit
de heeren de Riemer, baron Yillars, graaf
de Saint-Rémy, Hagenbeek, de Vries, dr.
Forster, ongeveer 150 man die het geleide
vormden, dragers en de bemanning van het
schip van de fxpeditie, het jacht »Salvatti.«
Op den lsten Januari ontscheepten Ronyer
zich met baron Villars, graaf de Saint-
Ré ny, Hagenbeek, de Vries en ongeveer
50 man bg Sileraka, op Nederlandsch ge
bied. De inboorlingen ontvingen hen zeer
vriendschappelijk en de vreemdelingen sloe
gen hun tenten op bg een inlandsch dorp.
Dr. Forster, de Riemer en de rest van de
expeditie bleven aan boord van het jacht.
In het holle van den nacht werd het kamp
door de inboorlingen bestormd, en had een
geregelde moordpartg plaats. Baron Villars,
graaf de Saint-Remy, Hagenbeek, de Vriei,
12 man van het geleide, acht dragers en
een matroos werden vermoord, terwjjl Ron
yer, de Riemer en 31 man van het geleide
gewond werden.
Baron Villars werd naakt uitgekleed en
aan een boom gebonden, voor men hem
elkaar in elk geval wel weer treffan eu,
hier boog hg zich naar mgn oor en flaisterde,
terwijl hg zgn rekening betaalde, laat
hek je niet verwonderen te hooren, dat Miss
Palmer nog altgd haar vingers niet thuis
kan houden. Zg staat nu in 't buffet om
den trawanten vau haren vennoot* de vo
gels te wgzen, die geplakt moeten worden.
Zg is het, die dien Engelschman geplunderd
heeft. De zaak, waarvoor die man mg zoo
even riep, betreft weer een anderen diefstal,
die u zeker evenveel aangaat als mg. Mor
gen op z'n laatst, als het al niet vanavond is,
zult u alles hieromtrent wel te weten komen.
Au revoir, amice. En voor ik hem nog over
die zaak die mjj evenveel aanging als hem,*
iets had kannen vragen, was hg al aan den
uitgang van het restaurant en verdwenen.
Ik keek nog eens achter me naar het buffet,
om voor 't laatst een knikje van Miss Pal
mer op te vangen, maar ik zocht haar te
vergeefs.
Een kwartiertje later, toen ik reeds uit
bet café was gegaan, bleef ik, toevalligerwijs
voor de uitstalkast van een juwelierswinkel
staan en liet mgn oogen eens over al die
mooie kostbaarheden dwalen. Een bjjzonder
fjjne dasspeld trok mgn aandacht en omdat
ik ze prachtig vond, besloot ik die te koo-
pen. Ik stak mgn hand in den zak om mgn
portemonnaie waarin ik een aanzienlijke
som had daar uit te halen, toen ik voelde
dat ik van kleur versehoot ze was weg
De schellen vielen mg plotseling van de
oogen. Hemelsche goedheid, die mooie En
gelsehe was nog altgd een geroutineerde
dievegge 1 In dat korte oogenblikje, waarin
ik het raam opende en zjj zoo zwaar tegen
mjj aanlennde, had zjj mjj mgn portemon
naie gerold.
Ik werd rood van schaamte en beet mgn
lippen ten bloede over mgn onmacht, toen
ik aan dezen zoogenaamden ambtenaar van
de Londensche politie en zjjn vingervlugge
helpster dacht, die zich nu beiden voorzeker
over mjj vrooljjk maakten.
*.WZT-jawgMr;CTawaw«B—a—g—■«■m
Buitenland.