Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Het verborgen testament. Uitgever: L. J. YEERMAK, Heusden. M 3020. ZATERDAG 14 JUNI. 1902. yooB Het gebruik van vreemde woorden, LA^0 VAN ALTEN^ Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementiprgi: per 3 maanden f l.OO. Franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regela 50 et. Elke regel meer 71/, ct. Groote lettera naar plaateruimte. Advertentiën worden tot Dinadag- en Vrjjdagmvond ingewacht. Over bovengenoemd onderwerp heeft de heer S. W. de Clercq in het „Hndbl." een opstel geschreven, dat wij hieronder gedeeltelijk laten volgen: Meer dan in eenig ander land wordt in Nederland door het ontwikkelde deel van het volk, behalve de eigen, ook vreemde talen geleerd. Zonder zich te vergenoegen met het kunnen lezen en spreken dezer talen gaan vele menschen langzamerhand hun moedertaal doorspekken met allerlei vreemde woorden en uitdrukkingen. Bij het bespreken van bovenstaand onderwerp wil ik vooropstellen, dat ik het gebruik van vreemde woorden geens zins onvoorwaardelijk afkeur. Er kun nen zich gevallen voordoen, waarin wij onze gedachten door gebruikmaking van eene vreemde uitdrukking beter kunnen weergeven en allicht onze meening dui delijker maken dan met eene lange om schrijving in onze eigen taal. Waar dan ook in eene andere taal kernachtiger, duidelijker, mooier of korter dan in de onze hetzelfde kan worden uitgedrukt, daar verdient de eerste zeker de voor keur. De taal is de draagster der ge dachten, en zal ons van grooter nut zijn naarmate hare hulpbronnen rijker zijn. Maar dikwijls is ook het omgekeerde bet geval, nl. dat wij iets teekenachtiger zeggen kunnen dan een. ander volk. Men bedenke hierbij, dat de kansen niet gelijk staan, maar in de meeste gevallen als drie tegen één. Immers, waar de Hol- laDdsche taal ons in den steek laat voor het juist weergeven van een begrip kan allicht een der drie moderne talen ons uit de nood redden; terwijl het omge keerde natuurlijk zeldzamer voorkomt. Ik wijs hierop, omdat vaak beweert wordt, dat onze taal zoo arm is en men dit dan als verontschuldiging aanvoert voor het veelvuldig gebruik van vreemde woorden. Onze rijke literatuur uit alle tijden logenstraft deze bewering en ik geloof dat niemand deze aanklacht tegen onze taal zou uiten, wanneer ze toevallig een wereldtaal ware. Men kan hen, die zich aan het mis bruik in quaestie schuldig maken, ver- deelen in: a hen, die het uit gewoonte doen: onnadenkenden FEUILLETON. 12) »Ja, natuurlek,zei ze, »er is nog veel te regelen vóór ons vertrek en ik denk dat ge mgn hulp wel knnt gebruiken bjj de regeling van die aangelegenheden. Ge ver wacht een advocaat, zegt ge. Ls dat wegens de aanspraken van die vrouw?* >Ja!« »Zegt ge me dat nu eerst?* Rogalla »Ik heb recht om te weten wat ge doen wilt. Ik heb er recht op alles te weten, want het geldt hier de toekomst van mgn kinderen.* >Ge zult alios weten, Rogalla. Maar voor al wil ik zekerheid hebben omtrent alle om standigheden. De man, dien ik verwacht, is geen advocaat; het is een zaakwaarnemer, die tevens een particulier informatiekantoor houdt. Ik heb dien man last gegeven, om onderzoek te doen naar de vrouw van mgn broeder.* »De vrouw van je broeder?* Rogalla lachte spottend. »Ik dacht dat ge dit dwaze sprookje reeds vergeten zoudt zjjn.* »Uit de papieren heb ik gezien, dat het geen sprookje is.« »Waar zjjD die papieren?* »In het archief.* »Laat ze mg eens zien, eerder geloof ik toch niet aan dat zoogenaamde huweljjk.* Gehoorzaam stond Willy op en het echt paar begaf zich naar het archiefzorgvul dig sloot Rogalla de kleine jjzeren dear achter zich. Toen keek zjj onderzoekend in en b hen, die het met opzet doen, zich er als 't ware op toeleggen. De tweede rubriek is de gevaarlijkste. Deze menschen vinden het schijnbaar deftig zich voor iets, dat even goed, vaak beter, in het Hollandsche kan ge zegd worden, van eene vreemde taal te bedienen. Men vindt ze onder alle standen. Zoo is het mij nooit duidelijk, waarom een kapper zich coiffeur, een banket bakker confiseur of patissier, een kleer maker tailleur of tailor, en een kok cuisinier noemt; terwijl een naaister of modemaakster „robes et confections" op hare ramen laat zetten. Zij leerden toch hun vak hier en oefenen het ook hier uit; waartoe dan die vreemde benamingen? Belachelijk wordt het, wanneer deze menschen, wat vaak voorkomt, allerlei fouten maken bij het vermelden van hunne kundig heden. Dit ziet men vooral bij het openen van een nieuwe zaak; na eenigen tijd verdwijnen de fouten, meestal op aan wijzing van een welwillende klant. Zien zulke menschen niet in, dat een verkeerd gebruik van vreemde uit drukkingen hen meer dan belachelijk maakt In het dage lij ksch leven zondigen de meeste menschen tegen het zuiver houden van onze taal en vaak in gevallen, waar dit volstrekt zonder reden is. Het is natuurlijk ondoenlijk al die gevallen op te noemen en op de overeenkomstige Hollandsche uitdrukking te wijzen. Ik vestig hier alleen de aandacht op het feit. Hun, die nooit over deze zaak nagedacht hebben, zou ik wel willen verzoeken, zich eens nauwkeurig reken schap er van te gevenmisschien zullen enkelen het onnoodige en dwaze van hun handelwijze inzien en zichbekeeren. Ik kan niet nalaten hier even het gebruik van het Fransch op adressen, visitekaartjes en uitnoodigingen nader te bespreken. Ik zou zoo graag willen dat iemand mij eens verklaarde, waarom en in hoeverre monsieur, madame en mademoiselle deftiger is dan mijnheer, mevrouw en mejuffrouw of mejonkvrouw. Eigenlijk zondigen de heeren weinig in dit opzicht, alleen waar zij, getrouwd zijnde, zichzelf en hun vrouw, „monsieur et madame" noemen. Aangaande het gebruik van „Madame" dient daarenboven in aanmerking geno men te worden, dat hiermede in Frank- het rond. De muren van het archief waren geheel verborgen achter boekenrekken, ge vuld met oude bestoven bundels acten en geel geworden perkamenteD. Enkele met gzer beslagen kastjes, zooals men vroeger gebruikte tot het bewaren van geld en gelds waarden, stonden verroest en bestoven in de hoeken der kamer. Oogenschjjnljjk wer den ze niet meer gebrniktin hare plaats werd eene moderne brandkast gebezigd. In die brandkast lagen de gewichtige documen ten der bezitters van Altenbrakin die kast vermoedde Rogalla ook die rerwenschte huwaljjkspapieren, en haar oogen bleven vol verwachting op de zware gzeren kast rusten. >Rogalla«, sprak Willy met bedwongen ontroering, »voor de eerste maal staat ge in deze kamer, waaraan sedert #9uwen de herinneringen van ons geslacht verbonden zjjn. In woeste tjjden heeft de toren aan mgn voorraderen bescherming verleendhg heeft hen gered voor de woede der oproe rige boerenhg alleen bleef over uit den brand dien de Zweden in het slot hadden aangestokenhg overleefde de stormen van den dertigjarigen oorlog; hg was steeds het zinnebeeld van ons geslacht. Zgn afbeelding siert ons wapenschild, en onze wapenspreuk luidt: Trouw en sterk »Ik ken de geschiedenis van ons ge slacht,* viel Rogalla in. »Wat beduidt die inleiding?* >Wat die beduidt?* luidde Willy's we dervraag. »Zjj beduidt, dat een nakomeling van znlk een geslacht zich niet door leugen en bedrog in het bezit van geld en goed kan stellen.* Een booze glimlach gleed over Rogalla's gelaat. >Laat mg die papieren eens zien,* zei ze. rijk en in België iedere vrouw van welken stand ook, wordt aangesproken en be titeld, terwijl in ons land slechts dames van bepaalde standen zich mevrouw noemen. Ik veronderstel, dat de meeste dames hieraan nooit gedacht hebben. Later zal misschien ook hier iedere getrouwde vrouw mevrouw genoemd worden, ofschoon dit waarschijnlijk nog lang zal duren, en er ook dan nog geen reden bestaat voor het gebruik van madame in plaats van mevrouw. Zooals de toestanden echter nu zijn, is het mij een raadsel, dat ééne Hol landsche dame zich madame noemt. Wat de in de Fransche taal gestelde uitnoodigingen betreft, hier geldt het zelfde. Op goede gronden is het niet te verdedigen, en de redenen die men er wel eens voor aanvoert zijn niet steekhoudend. Dwaze aanstellerijanders kan ik het niet noemen. Maar er schuilt ook een gevaar in, daar het dikwijls samengaat met de neiging alles wat uit den vreemde komt voor te trekken boven het Hollandsche. En waar deze geringschatting van de voortbrengselen van eigen nijverheid, kunst, literatuur, landbouw enz. te groote afmetingen aanneemt, levert zij een gevaar op voor den bloei daarvan. Slechts wanneer hun ruimschoots ge legenheid daartoe wordt geboden, kunnen zij zich ontwikkelen en hiertoe moeteD wij allen trachten mede te werken. Wanneer wij de hedendaagsche toe standen in andere landen met de hier heerschende vergelijken, behoeven wij ons niet te beklagen Nederlanders te zijn. Laat ons dit dan ook toonen, en ieder, voor zoover in zijn vermogen ligt, den bloei van ons vaderland trachten te bevorderen. En hiertoe behoort niet alleen het op prijs stellen van voort brengselen van ons land, maar ook, en hierop wilde ik wijzen, het hooghouden en voor verbastering behoeden van onze taal Buitenland, Ann boord van het uit Calcutta te Duin kerken aangekomen Engelsche stoomschip »City of Perth* bevonden zich twee pest lijders, van wie er een is overleden. Er zgn streng maatregelen genomen om besmetting tegen te gaan. Ook aan boord van de »Cambodge«, uit Met verbazing zag zg, hoe haar man naar den schoorsteen giner en op een krul drukte in het lofwerk der ljjst rondom het portret, d it den schoorsteen versierde. Langzaam en zonder gedrnisch schoof het portret terzjjde en men zag een klein vak, dat diep in den dikken mnur liep. Boven op andere bestoven en geel geworden papieren lag een groote verzegelde brief. Willy nam dien er uit en liet hem aan zgn vrouw zien met de woor den »In mgn bjjzjjn heeft mgn broeder die papieren hier neergelegd. Met eigen oogen zag ik het huweljjksbewjjs van den podesta van Frati, een eiland op Sicilië; ook zag ik de geboortebewgeen van Margherita Mon- telli en van haar kinderen, die onder hun moeders naam in het geboorte-register zgn ingeschreven. Kjjk, het opschrift is Eduard's hand: »Aan mjjne echtgenoote, Margherita von Altenbrak, geboren Montelli. Behelzende de bewjjzen van ons huweljjk en mgn testa ment.* De geboorte-acten der kinderen zgn door Eduard eigenhandig voorzien met de verklaring, dat hg de kinderen nitdrnkkelgk als de zjjue erkent. Op mgn eer en recht schapenheid vertrouwende, heeft Eduard deze documenten hier in dit archief neder- gelegd.* >En waarom hebt ge die papieren niet reeds lang aan je schoonzuster, signora Montelli, overgegeven?* vroeg Rogalla ho nend. >Zeg, waarom hebt ge daarmee tot heden gedraald?* Rogalla 1* riep hg verwgtend. Zg kwam naast hem staan, en zacht, bjjna sidderend klonk het van haar lippen »Ik zal het je zeggen, waarom ge het niet gedaan hebt. Omdat ge te lafhartig zjjt, om een vaat besluit te nemen en daarnaar Konstantinopel in den Piraeus aangekomen, heeft zich een verdacht geval voorgedaan de Grieksche overheid belette alle gemeen schap met den wal, en het schip is naar Marseille doorgestoomd. Een luchtballon van de Dnitsche lucht- scheepvaart-afdeeling die 's middags 3 uur opgestegen was te Tegel en om half zeven in de nabjjheid van Falkenberg neerkwam, heeft buitengewoon gevaarljjkeoogenblikken meegemaakt. De menschen, die den ballon hadden zien opstjjgen, hadden duidelijk op gemerkt hoe de ballon eerst door een nevel ging en drama plotseling door een daar boven hangende onweerswolk, waarin het weerlichtte en donderde, werd meegesleurd. Zg kregen don indruk, dat de ballon ver loren was. Gelukkig was het anders, maar de beide luchtschippers, de le luitenant Hildebrandt en professor Miethe te Charlottenburg, ver klaarden na behouden aankomst, dat zg vreesel|jke oogenblikken hadden doorge maakt. Toen zg ongeveer 500 meter waren gestegen, kwamen z|j plotseling in de on weerswolk, die hen met bliksemsnelheid tot meer dan 2000 meter hoogte opvoerde, waarop even snel een val vau 1000 meter volgde. Dit herhaalde zich 6- tot 8-maal. De toestand was voor de luchtschippers daarom zoo ontzettend, omdat z|j den ballon dikwgls naast zich zagen en het schuitje herhaaldelijk dreigde te kantelen. Daarbjj kwam dat het vreeselgk koud was, het regende, Bneeuwde en hagelde te gelijk, waardoor zg zich ten langen leste niet meer konden vasthouden. Toen het gas tot op de helft verminderd was, stortte de ballon naar beneden van een hoogte van 2200 meter. Gelukkig viel het luchtschip op dicht geboomte en kwamen de beide luchtschippers er met den schrik af. Tegen het einde der Oastenrgkscha ka merzitting van Dinsdag had de radicale af gevaardigde Klofac een heftigen aanval gericht tegen keizer Wilhelm, wegens diens woorden betreffende de Polen, in de rede te Marienburg. Klofac, die tweemaal tot de orde geroepen werd, noodigde den voorzitter uit een antwoord van den minister-presi dent nit te lokken. Bjj den aanvang der vergadering van Woensdag uitte de voorzitter zgn grooten te handelen, omdat ge in besluitloosheid gehoopt hebt, dat een onvoorzien toeval je te hulp zou komen; omdat ge langs sluip wegen wilt verkrggen, wat door een enkele vastberaden handeling bereikt kan worden. Daar is de haarder ligt hier genoeg oud papier om een vuur van aan te steken; hier zgn lucifers dan één enkele worp, één enkele beweging van je hand... en die papieren zgn vernietigd; wfj en onze kin deren zgn erfgenamen van Altenbrak.* >Rogalla, ge zgt waanzinnig I* >Neen, ik heb slechts den moed om te doen wat ik noodig oordeel. Ik wil niet terugkeeren tot de vergalde armoede van vroegerik wil niet, dat mjjn kinderen van hun erfdeel beroofd worden. Ik eisch van je, dat ge de papieren vernietigt, die aan die vrouw een schjjn van recht geven.* >Een scbfjn van recht?* «Ja, een schjjnl Of denkt ge dat een hnwelgk geldig is, dat in een afgelegen dorpje gesloten werd tegen den wil des vaders en zonder het noodige verlof der overheid? Ik geloof niet, dat het gerecht of de koning in ons nadeel zouden beslis sen. Maar een proces gaat altjjd gepaard met onaangename nevenzakengjj kunt dit vering den, wanneer gjj die papieren ver nietigt.» >Zou Margherita geen afschriften kunnen krjjgen?* »Dan kunnen wjj nog een proces be ginnen maar het zon beter zgn de bewgzen te vernietigen.* >Hoe zou dat kunnen?* >Er zgn altjjd menschen te vinden, die tegen goede betaling alles ondernemen. Misschien is de man, dien ge verwacht, wel een geschikt persoon daarvoor, het kost slechts een vraag spreek er eens spjjt over die gebeurtenis van den vorigen dag, waardoor de waardigheid der Kamer ernstig was aangetast (Toejuichingen; pro testen van de Tsjechen en radicalen). De minister-president zeide, dat hjj met smart de woorden, die den vorigen dag uitgespro ken waren, van zich af moest werpsnzjj die zoo spraken, vergrepen zich tegen den staat, zonder echter de verhouding van den staat tegenover het buitenland te kunnen wjjzigen. De minister wil zelfs niet in her innering brengen dat de schimpwoorden ge richt waren tegen een souverein, die een trouw bondgenoot is. Hjj weigert te ant woorden op de interpellatie. (Donderend applans, rumoerige protesten van de Tsje chen). Uit Portugal komt een sensatiebericht, waarover te Lissabon een zeer gerechtvaar digde levendige ontroering heerscht. De kwestie is nl. niets minder dan dat Enge land van koning Carlos den afstand van grondgebied te Louren90 Marquez tegen kontant geld zou trachten te verkrjjgen. Het blad >Mundo« herinnert er aan, dat de Portugeesche gezant te Londen dezer dagen plotseling naar zgn land is gegaan en bgna dadeljjk opnieuw naar zjjn post terugkeerde en brengt natuurljjk een en ander met elkaar in verband. Het proces van den bernchten roover Musolino, dat drie maanden geduurd heeft is eindeljjk geëindigd. De jury heeft hem schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde misdaden met uitzondering van die, welke betrekking heeft op de feiten van Mengioni. Zjj verwerpt tevens de ontoerekenbaar heid en sprak de personen, vervolgd als medeplichtigen van den bandiet vrjj. Het vonnis luidde levenslange gevangenisstraf met acht jaar cslstraf. Musolino heeft cassatie aangeteekend, waarbjj zgn advocaat Marza hem zal ter zjj de staan. In de revolutionaire Russische wereld doet een vreemd verhaal over Balmascheff, den moordenaar van den Rnssischen minister van Binnenlandsche Zaken, de ronde. Men beweert, dat hjj nog in leven zon zjjn en dat hjj Viilig zon zgn tegen elk optreden der Russische autoriteiten. De tjjding van zjjn veroordeeling en terechtstelling zon overmisschien weet hg daar wel een middel voor.* Willy stond in hevigen tweestrjjd. Geheel zjjn inborst kwam in opstand tegen zulk een eerlooze daad, en toch was hg aan het bezit van de baronnie gewoon geworden, dut zgn zwak karakter geen vasten weer stand meer kon bieden aan de verleiding. Hjj woog de hem toevertrouwde papieren in zjjn band en volgde met angstige blikken de bewegingen zjjner vrouw, die verschei dene stapeltjes oude courauten in den haard wierp. Nu hield zjj een brandenden lucifer tegen het papier, dat weldra lustig opvlamde. Met opgericht hoofd stond Rogalla bjj het vuur dat haar gelaat spookachtig ver lichtte. »De brandstapel is gereed*, sprak zjj. Willy beefde zichtbaar; hjj drukte het pakket vast tegen zjja borst. «Lafaard!* siste zjj. »Geef mjj die pa pieren Zjj strekte baar hand nit. Onder den invloed van den sterken wil zjjner vrouw wilde hg de gewichtige docnmenen aan haar toereiken.... daar werd geklopt. Rogalla werd rood van toorn. »Geef hierl* gebood zjj met gedempte stem; doch Willy's eer gevoel was plotseling ontwaakt; hg wierp het pakket in het geheime vak terng een druk op de veer, en zonder gedrnisch sloot het portret de verborgen rnimte in den mnur weder af. Toen ging bjj naar de deur. De huisknecht meldde de komst van een heer, die den baron wenschte ts spreken. Hjj was met het rjjtuig van het station gekomen. >Het is goed,* antwoordde Willy. »Laat dien man in mgn kamer binnen.* MIEIIWSBLAI Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1