Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Het verborgen testament. Aan ie kleins kinderen van Enrepa Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 3024. ZATERDAG 28 JUNI. 1902. n£T LAND VAN alten^- VOOR Dit blad verschgHt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonaementsprjjs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaateruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Er leeft, ver vaD hier, in Zuid-Afrika, een zeer schoon, maar zeer ongelukkig volkhet volk der Boeren. Het is een blank volk, zooals wij. Zijn voorouders waren Hollanders, Duit- scher8, Franschen, Vlamingen van ons eigen ras. Deze Hollanders, deze Duitschers, deze Franschen, deze Vla mingen verlieten Europa tweehonderd jaar geleden en gingen zich vestigen in Afrika, bij de Kaap de Goede Hoop, ora aldaar vrede te vinden. Aldaar aan gekomen, bebouwden zij den nog braak liggenden grond, en daarom werden zij geheeten Boeren. Honderd jaar geleden, stuurde het jaloersch geworden Engeland schepen en soldaten naar de Kaap de Goede Hoop, omdat het den grond der Boeren wilde bemachtigen wat inderdaad gebeurde. Maar de Boeren beminden hun vrijheid en hun onafhankelijkheid en Engeland gedroeg zich met zooveel geweld jegens hen dat zij ver van de Engelschen heengingen om in vrede en in geluk te leven. De Boeren vestigden zich alsdan in een ander deel van Afrika: geheeten Natal, en zij ontwik kelden de vruchtbaarheid van dit prach tige land, zooals zij ook gedaan hadden in de omstreken van de Kaap. Maar Engeland, altoos jaloersch op de bezittingen der Boeren, volgde hen ook nu en ontnam hun met geweld het land van Natal. Voor de tweede maal spanden de Boeren hunne ossen voor hunne trek- wagens en zij gingen weerom verder: in de Afrikaansche streken geheeten Oranje-Vrij straat en Transvaal. Zij had den altijd weerstand geboden aan de Engelschen, want zij waren moedig als leeuwen, maar te klein in getal tegen over hunnen machtigen vervolger. Engeland volgde hen weldra ook in den Vrijstraat en Transvaal en zei: „Ik wil ook deze landen bezitten." De Boeren wederstonden langen tijd. En geland zag eindelijk in dat de Boeren hun vrijheid, hun onafhankelijkheid te zeer beminden om onder vreemd juk te leven. Het bespeurde insgelijks dat de Vrijstaat en Transvaal arme waar- delooze landen waren en stemde er ein delijk in toe zich daaruit terug te trek ken. Engeland zei toen tot de Boeren „Het is wel! Gij zijt vrij. Ik erken FEUILLETON. 16) Willy schrikte. Zou Margherita soms iets weten van de geheime kast in den mnnr? »Als u de plaats weet, waar die papieren te vinden zjjn, wjjs ze mg dan,c sprak hg. »lk weet die plaats niet, en van die papie ren weet ik ook niets. Het zjj verre van njj, dat ik u zou willen krenkc-n ia uwe rechten; maar n zult wel begrjjpen, dat ik zonder deugdelgke bewjjzen mjjne bezittin gen niet aan u kan overleveren. Mag ik n verzoeken,vervolgde Willy tot Margherita, »hier het archief staat voor u open. Zoek nn gerust naar die papieren!* Met deze woorden opende hg de deur en noodigde haar met een handbeweging nit om binnen te treden. Zg wierp een vluchtigen blik op haar tegenstander en trad toen vastberaden het archief binnen. In vreeseljjke spanning stond Willy naast haar en lette ep al hare be wegingen. Nn moeit het beslist worden. Hnd zgn broeder baar gesproken over het geh'ime vak in den schoorsteen, dan was alles verloren, dan kon zg in dezen strjjd met een enkelen druk op de veer de over- winning behalen dan kon zg hmn niet alleen arm, maar ook eerloos muken. Ach, waarom had hg geluisterd naar de raadge vingen van zjjne vrouw; waarom had hg zich ingelaten met deze zaak vol lengen en bedrog 1 Schaamte en vrees maakten hem bjjna krankzinnig. dat de Vrijstaat en Transvaal tl toe- behooren. Ik zal er u dus in peis en vrede laten leven." Dat gebeurde vijftig jaar geleden. Maar ietwat later vernam Engeland dat er in een gedeelte van den Vrij staat mijnen bestonden, vol diamanten van ontzaglijke waarde. Onmiddellijk at Engeland zijn gegeven woord op en bemachtigde dit rijke gedeelte van den Vrijstaat. Engeland ontdekte verder dat er in Transvaal een overgroote schat goudmijnen aanwezig was. Onmiddellijk at Engeland zijn woord weerom op en zei tot de Transvaalsche Boeren: „Uw land behoort u niet meer toe. Ik wil het voor mij. Ik neem het u weer af." Dit gebeurde in 1877. De Boeren waren te zwak om de Engelschen te verjagen. Maar vier jaar later grepen de Boeren naar de wapens en zij versloegen de Engelsche soldaten op den berg ge heeten Majoeba. Toen was er in En geland een man, die eerlijker was dan de andere Engelschen en die op dat oogenblik meester was in Engeland. Die man was Gladstone, en hij zei tot de Boeren: „Gij hebt wel gedaan en gij zijt moedige mannen. Wij hadden het recht niet uw land te stelen. Ik geef het u terug. Het hoort u toe." De Boeren waren zeer gelukkig. Maar vijftien jaar later was de heer Gladstone niet meer meester in Engeland. En an dere Engelschen, die minder rechtvaardig dan hij en jaloersch waren dat de Boeren een zoo rijk land bezaten, wilden nog maals Transvaal bemachtigen door ge weld en verrassing. De Boeren versloegen deze Engelschen, wier aanvoerder Ja- meson was, en maakten hen gevangen. Maar de Boeren, die zoo goed en groot moedig als onversaagd waren, schonken het leven aan die overweldigers, aan wie zij het recht hadden het leven te benemen. Maar Engeland toonde geene erken telijkheid voor deze daad. Het bleef bp zijn plan het rijke land der goudmijnen in te nemen. Om tot dit doel te ge raken, zocht het een middel om met de Boeren in twist te geraken drie jaren later, in 1899. De 40.000 Boeren van Transvaal en Oranje-Vrijstaat grepen naar hun wapens en hun 100 kanonnen, om hun goed te verdedigen. Engeland zond tegen hen 400.000 soldaten en 1000 kanonnen en deed zich nog daarbij helpen door duizenden en duizenden negers. De Engelsche soldaten verbrand den alle woningen en hoeven der Boeren Nog immer stond Margherita beweging loos daar. Alleen haar donkere oogen vlogen over de boekenrekke» en ladetafels en boor den tot in de diepste hoeken der kamer. Waar zou zij beginnen met zoeken Onder welke van deze stoffig3, geel geworden akten zon zg de papieren vinden, die aan haar kinderen niet alleen hun erfdeel, maar ook een eerlijken naam moesten verschaffen? Wanhopig wendde zg haar blikken af van die rjjen boeken en akten en vestigde het oog op Willy's bleek gelaat. Deze herademde. Zij wist niets van het geheime vak in den maar. >BaroD,c begon Margherita op zachten tooD, »ik gevoel spjjt over mjjn heftigheid. U handelt oprecht tegenover rag, maar ik kan al die talrgka vakjes niet afzonderlijk onderzoeken. Kunt u mg op uw woord van eer verzekeren, dat in die kasten en vakjes de papieren niet aanwezig zgn, die het be- wjjs leveren van mgn huwelgk met nw broeder Zjj stonden oog in oog tegenover elkaar. Wil y was zoo bleek als een Ijjk, maar het zwakke licht in de kamer verborg dit, zjjn oogen brandden. Margherita stak hem de hand toe. »Ik vertrouw op het eerewoord van een Alten brak,* sprak zy, en Willy legde zgn koude, vochtige hand in de hare. Op een tooD, die zgn ontroering verried, zeide hg »Mjjn eerewoord daarop, dat in deze kas ten en rakjes die papieren niet aanwezig zjju. Elk oogenblik en ten allen tjjde kunt u ze onderzoeken.* »En zgn ze er ook niet in geweest >Neen.« Met een diepen zucht liet Margherita zgn en maakten hun voedsel, hun ossen en hun schapen buit. Zij namen ook alle vrouwen en kinderen der Boeren en sloten deze op in kam oen waar de on gel ukkigen mishandeld en slecht gevoed werden. Het gevolg daarvan was dat duizenden vrouwen en 15000 kleine Boerenkinderen in eenige maanden stier ven. De sterfte was zoo groot dat er geen hout genoeg voorhanden was om hunne lijkkisten te vervaardigen, en dat de Engelsche soldaten zich genoodzaakt zagen, om deze ongelukkige te begraven, de banken te gebruiken waarop de kleine Boeren gezeten hadden toen zij naar school gingen. Nochtans streden de Boeren en hunne aanvoerders, Botha, Steijn, De Wet, de la Reij, voort, ondanks hun klein getal en trots hun lijden. Zij waren slechts in lompen gehuld en hadden geen schoe nen meer aan hun voeten. Maar zij vochten altijd voort. De strijd duurde bijna drie jaar. Alle volkeren der aarde beschouwden met bewondering de held haftigheid der Boeren, welke streden één tegen tien, hoewel zij weenden over den dood van hunne vrouwen en kleine kinderen. Zij vochten met zulken bui tengewonen moed dat men meermalen algemeen dacht dat het hun zou ge lukken de Engelschen uit Afrika te jagen. Maar, ten slotte uitgeput, ver pletterd door hun talrijken en machtigen vijand, werden zij overwonnen en ver plicht te leven onder het juk van En geland, dat meester werd van hun land. Kleine kinderen uit Europa, herinnert u altijd deze geschiedenis. Leer ze van buiten. Als gij zult groot geworden zijn, zult gij veel kunnen doen om de Boeren te helpen en hen te ondersteunen opdat zij opnieuw meestor in hun land, vrij en gelukkig kunnen worden. Gij zult nooit iets nuttigers en schooners in uw leven kunnen doen dan de Boeren te helpen, dat zoo edel en wreed mis handeld volk. Kleine kinderen van Europa, bewon dert de Boeren, om hun heldhaftigheid hebt ze lief om hun goedheid; denkt aan hen altoos, om hun lijden. En als gij groot zult zijn, doet het mogelijke om hen te verlossen, ter wille van de rechtvaardigheid en om reden van het groot geluk dat gij zult gevoelen met hun heil en hun goed terug te schenken aan deze broeders uit Afrika, die zoo veel tranen en bloed gestort hebben. (N. R. Ct.) Buitenland» hand los, en hg ging weer in zgn schrijf vertrek. Margherita volgde hera met gebogen hoofd. Allerlei gedachten bestormden haar. Wien moest zg gelooven? Sprak hier de levende de waarheid? Of bad de dierbare doode haar belogen en bedrogen? Onmoge lijk! Haar besluit was genomen, en zjj richtte nu fier het hoofd op. »Hier heb ik afgedaan, baron!* »Maar mevrouw, toef nog een oogenblik. Ik wil volstrekt niet ontkennen, dat u en nwe kinderen een z^ker recht hebben op mgn gevoel als bloedverwant.. U zult geen gebrek lijdenik herhaal mgn voorslag, dien ik daar straks deed.* »Neem rug niet Jcwaljjk, baron, ik kwam hier niet om te bedelen. Ik dank u voor nwe hulpik zal u het bewjjs leveren, dat ik het recht heb om hi6r te vertoeven. Het is voldoende, dat ik uit Frati de trouwacte laat komen, die bewijs levert van de gel digheid van mgn huwelgk mat uw broeder.* Willy beefde. Als dat gelukte, dan bad hjj tevergeefs gelogen, bedrogen en zjjn *er geschonden. »Het is onmogeljjk, mevrouw, dat zulk een bewjjs bestaat,* sprak bjj, zich geweld aandoende. »Ik ik wacht mat be daardheid af, wat u zult doen.* Zg boog zwjjgend en wilde heengaan. Daar ging juist de deur open, en een dame van lang gestalte trad binnen. Op Rogalla's gelaat lag een triomfeerende glimlach. Zg hield een telegram in de hand. »Neem mg niet kwaljjk, als ik n stoor,* sprak zg op beminnelgken too». >Lieve man, ik breng hier dit telegram kjjk eens of er dadeljjk op moet worden geantwoord. De »Temps« vermeldt, onder uitdrukke- ljjk voorbehoud, een bericht van een te Rochefort sur Mer verschijnend blad, vol gens hetwelk men in Fransche koloniale kringen over de uitzending van een expe ditie naar Siam spreekt, omdat de houding van Engeland daar een gewapende tusschen- komst onvermjjdaljjk heeft gemaakt. Uit de brieven van het eiland Martinique knunen we opmaken, dat het dageljjksch leven weer zgn gewone aanzien begint te krjjgen. De vuurberg rookt. Men kan aan het water nu nitmakeD, dat aan de kust sommige streken aanmerkelijk zgn gezakt; zoo ligt de plaats le Prêehenr deels onder water. St. Pierre is op dezelfde hoogte ge bleven, als men tenminste nog van St. Pierre spreken mag om de plaats aan te duiden, waar een meter on Ier de asch de overbljjf- lelen van die stal begraven liggen. Iu de Pelé zgn eenige breede gaten ge- dagen aan de noordzjjde, op een hoogte van mgeveer 700 M. Deze kraters liggen in een horizontale ljjn; er zjjn er 5, alle ontstaan in de laatste weken. Men vreest, dat, als er nog meer barsten komen aan die zjjde van den berg, de bovenste kap in zal storten en vallen in den grooten middenkrater. In hoeverre de verplaatsing van een zoo groote massa zich op de zuidelpke helft van het eiland zou doen gevoelen, is moeiljjk uit te maken. Het zinken van de Duitsche torpedoboot S. 42 na de aanvaring door den Engelschen stoomer »Frisby* trekt in maritieme krin gen zeor de aandacht omdat zjj geheel uit staal vervaardigd en met waterdichte schot ten voorzien was. Dit is het vjjftiende verlies van een schip dat de Pruisisch-Duitsche marine sinds 1860 ljjdt. Zij verloor in dien tjjd niet minder dan tien groote oorlogsschepen en vjjf tor pedobooten. Al deze torpedobooten waren vau het kleine S. type, dat men sinds 1898 niet meer bouwt; zjj zjjn bemand met 15 tot 24 man. De vlootraanoeuvres maakten drie van de vjjftien slachtoffers onder de schepen. De S. 42 is de eerste die door een koopvaardij schip is ten onder gedaan. Van al die vjjftien schepen zgn er slechts drie kannen gelicht worden en ook de S. 42 kan men rnoeiljjk weder te voorschjjn brengen, reeds wanhoopt men er aan. Zjj reikte haar echtgenoot hst papier over, dat deze werktuigelijk aannam. Doch plotseling toonde zgn gelaat de grootste verrassingzjjn oog ontmoette den vragenden blik zjjrier vrouw. Toen keerde hjj zich naar Margherita, en zgn stem klonk veel vaster, toen hjj zeide: Mevrouw Montelli, ik moet het aan u overlaten om nwe maatregelen te nemen. Ik heb tegenover u mgn plicht gedaan u hebt mjjne bnlp afgewezen, u kunt verder naar uw believen haEdelen." »Wie is die dame?* vroeg Rogalla met geveinsde verwondering, doch Margherita hoorde wel, hoeveel spot in haar stem lag. »Mjjn naam is Margherita von Altenbrak,* antwoordde zjj trotsch. Daarop knikte zjj even met het hoofd en verliet de kamer. Zg had wel luide kunnen schreien van bittere smart, van schaamte en van teleur stelling. Maar zjj drukte haar hand tegen haar hevig kloppend hart en beet zich op de lippen, om niet onwillekeurig een smart' kreet te laten ontglippen. Kon zjj al een kreet onderdrukken, haar tranen lieten zich dat riet doen. Langzaam en oaophouleljjk parelden die over hare bleeke wangen. Zoo schreed zjj door de hol klinkende gangen van het slot voort, als een beeld van smart en rouw. De bediende opende beleefd de deuren voor haar; het schonk haar verade ming toen ze weer buiten stond. Hendrik kwam haar te gemoet. Een blik op haar gelaat zeide hem duideljjk, wat haar was wedervaren. Hg wilde haar eenige woorden van deelneming toespreken, doch zg wenkte hein te zwjjgen, steeg ia het rjjtuig en beval; Terug naar het station*. Het geratel van het vertrekkende rjjtaig Slechts twee der vjjftien scheepsrampen vorderden geen menschenoffers. Te zamen vormen zg echter een lange doodenljjst en liggen nit elkaar geslagen of in hun ge heel gekenterd ea gezonken in de zandige baren der Oostzee of in den OceaaD, zelfs in de Chineesche zee. De Duitsche marine is in verhouding niet gelukkig met haar scheepsrampen, al hoort men daar minder dan op de Eagelsehe van ongelukken bjj het fxerceeren met de stakken en van ver gaan van nieuwe torpedojagers. Naar wjj vernemsn, heeft de Mexicaanache regeering aan dr. Hendrik Maller, die zich in Mexico bevindt en daar eenige redevoe ringen heeft gehoaden, zeer gunstige aan biedingen gedaan voor Boerengezinnen, die zich in Mexico willen vestigen. De president, de regeering en het volk hebben hem op allerlei wjjzen hnn vriendschap en bewon dering voor de Boeren getoond. Zjj zullen Bóeren-emigranten zooveel slechts mogeljjk is ter zjjde staan. Uit Allariz (provincie Orense) komt be- richt van een verschrikkeljjk onweer. De bliksem sloeg tjjdens de mis in een kerk en vernielde haar; 25 menschen werden gedood en 30 gewond. Aanzienljjke schade wordt in Silezië door het hooge water aangericht. Door een djjk- breuk te Ohlau in Silezië zjjn talrjjke be zittingen en vele tuinen overstroomd. Enkele huizen moesten door de bewoners verlaten worden. De aardappel- en worteloogst zjjn vernield. Uit Lanban wordt nog gemeld, dat het geheele Qieisthal is overstroomd. Het water is steeds stjjgende. In Midden-Silezië wer den talrjjke bruggen weggeslagen. Volgens de >Neueste Nachrichten* heeft het bjj de begrafenis van Koning Albert van Saksen de algemeene aandacht getrok ken dat de Keizers van Oostenrijk en Duitsch- land allesbehalve harteljjk jegens elkaar waren. Ternauwernood wisselden zjj een paar woorden met elkaar en zij hebben geen visites gemaakt. Keizer Wilhelm kwam slechts een paar minuten vóór den Ijjkdienst te Dresden aan en vertrok weer onmid dellijk na afloop. In verband hiermee brengt men de wei gering van keizer Frans Jozef om te Neu renberg het jubilee, vau het Germaansch Museum bjj te wonen. drong door tot in d8 kamer van den baron. Een diepe zucht steeg uit Willy's borst op, en met een verwijtenden blik op zjja vrouw zeide hjj zacht: »Het is volbracht, Rogalla! Ge hebt uw doel bereikt ea mjj eerloos gemaakt. Zjjt gjj tevreden?* »Ja, Willy, ik ben tevreden. Laat die flauwhartige klaagliederen maar bljjven! Het teLgram van Tirschner kwaai juist van pas.* Zg nam het telegram in de hand en las luide >De oorspronkelijke bewgzen zjjg in mjju bezit. Ik kèer onmiddelljjk terug. Tirschner.* De echtgenooten keken elkaar aan. Willy's blik was schuw en somber, maar Rogalla had het hoofd trotsch opgericht; zjj triom feerde. >Nu ben ik gerust,* zaide zjj. Altenbrak is ons.* Op d8 terugreis naar haar villa te Frie- drichshagan had Margherita getracht een helder inzicht te krjjgen van wat haar nu te doen stond. Had zjj weinige weken ge leden nog het voornemsn gekoesterd, in haar stille eenzaamheid rastig te big ven voortleven, het stond thans bjj haar vast, dat zij verplicht was, den strgd voor de rechten van haar kiaderen te aanvaarden. In den laatsten tjjd was haar lichaam weer sterker, en daardoor haar geest ook krachtiger geworden. Het bjjzjjn van Hendrik, die te Friedrichshagen zgn vast varblgf had gevestigd en haar op zgn ruwgoedhartige manier trachtte te troosten, werkte ook mede, om haar gedachten weer op het practische leven te richten. Wordt vervolgd). ilEU W UBIi AD te V» Ml'H I I l IIIIMMBMWWHMBnBMI

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1