el Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
M 3047.
VENEZUELA.
alten*
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
WOENSDAG 17 SEPT.
1902.
Ixx do val.
UND VAM
voob
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afeonderljjke
nummers 5 cent.
Adyertentiën yan 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adyertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavonó
ingewacht.
Onlangs werd gemeld dat een paar Ne-
derlandsche koopvaardijschepen (schoe
ners) waren genomen en opgebracht in
een haven van Venezuela.
Ofschoon door de groote mogendheden
cte blokkade niet was erkend, blijkt het
toch dat men daar te lande haar als
geldend beschouwt. En zoo zullen dan
ook wij voor de zooveelste maal ge
wikkeld worden in moeilijkheden met
dien onverkwikkelijken nabuur onzer
West-Indische bezittingen.
Bijna dagelijks brengt de telegraaf
vandaar berichten, die niet al te duide
lijk zijn en daarom zullen wij onze lezers
een overzicht geven van den tegen-
woordigen toestand van dat land.
Toen de Spanjaarden het ontdekten,
vonden zij er aan de kust een Indiaansch
dorp, welks huizen, om ze tegen de ge
varen van hooge vloeden te beschermen,
geheel op palen waren gebouwd, even
als in Venetië en daarom noemden zij
het dorp Venezuela, datisKlein-Venetië,
welke naam later overging op het ge-
heele land, dat sedert 1546 het gene-
raal-kapiteinschap Caracas heette. Het
was het eerste land van Zuid-Amerika,
dat zich losrukte van Spanje en in 1810
een zelfstandige statenrij vormde onder
den naam van de Amerikaansche Ver-
eenigde Staten van Venezuela.
Evenals geheel Centraal- Amerika heeft
het veel te lijden van aardbevingen en
't schijnt dat deze rusteloosheid van den
bodem zich ook aan de bevolking heeft
medegedeeld, want er is geen deel dei-
wereld, waar revoluties een zoo gestadig i
terugkomend verschijnsel zijn als daar.
De bevolking is ook eene zeer ge-
mengde. Zij bestaat uit de vermenging j
van Indiaansche, Kaukasische (blanke)
en Aethiopische (zwarte) rassen. De
Indianen zijn de oorspronkelijke bewo
ners, later komen er de Spanjaarden,
en de Zwarten zijn de overblijfselen der
vroegere negerslaven, doch sedert in
1856 de slavernij geheel werd afgeschaft,
hebben zich deze onderling vermengd.
Zuivere Indianen worden alleen nog in
de grensdistricten gevonden, zuivere
FEUILLETON.
Toen de broeder van koning Lodewjjk
XIII, Gaston van Orleans, Bourgondië ioor-
trok met een leger yan deserteurs en avon
turiers, weigerd«n de steden hem te ont
vangen, en de boeren namen bjj zjjn komst
de vlucht, hun kudde, hun huisraad eu alles
wat zjj bezaten medenemend. De meesten
dier soldaten waren baanstroopers yan be
roep. Zg hadden gehoopt bjj iedereen zoo
veel te kunnen eten en drinken als zg
wilden en zich door plunderen te verrjjken.
Daar zg nu op hun doortocht de dorpen
verlaten en de huizen ledig vonden, wreek
ten zg zich door vreeseljjke verwoestingen.
De stoutmoedigsten verlieten hun vaandel
en liepen bg troepjes het land af om te
stroopen.
Op zekeren dag nu kwamen twee solda
ten, Leonard Biin d'Amour en Guillaume
Sans Souci, na lang het land te hebben
afgeloopen zonder iets te vinden dat de
moeite waard was te worden meegenomen,
in een enge vallei aan. Zg hadden grooten
honger en nog meer dorst en hun paarden
waren uitgeput. Zg keken in het rond of
zg nergens een bewoonde hut konden ont
dekken en zag°>n aan den voet van een
heuvel een huis. De vensters stonden open
en de rook, die uit den schoorsteen opsteeg,
bewees, dat de woning niet verlaten was.
BoveD de deur hing een uithangbord,
waarop in gekleurde letters stond geschil
derd: »De herberg de Bonte Koe.*
»Einde!jjk zullen we toch vanavond eens
wat te eten hebben*, zei Brin d'Amour.
»En wjj zullen niet met leege banden
naar het regiment terugkeeren.*
Beide ruiters sprongen van hun paarden.
Zg bonden de dieren voor de herberg vast
en traden het huis binnen.
>Hti kastelein, kastelein, kasteleines, kell-
ner of keukenmeid I Is hier dan niemand
negers zijn er bijna niet meer, alleen
de blanke stam heeft zich nog 't best
bewaard, ofschoon het aantal kleur
lingen vrij groot is.
Volgens de constitutie van 1864 wer
den de tot dusver bestaande twintig
provinciën veranderd in onafhankelijke
staten, die de Vereenigde Staten vormen
van Venezuela, waartoe tevens nog een
drietal territoriën en een bondsdistrict
moeten worden gerekend.
Op 't oogenblik is president der fede
ratie Cipriano Castro, de zoon van eeu
generaal Castro, die bij een opstand in
1859 zich aan 't hoofd stelde en tot
president werd verkozen, doch reeds na
een jaar verjaagd. De regeering van den
nu heerschenden president is zoo slecht
mogelijk. Hij voerde de invoerrechten
op tot een enorme hoogte, om zich geld
te verschaffen voor allerlei doeleinden,
regelrecht in strijd met de grondwet,
waardoor de landbouw en veeteelt in
groote mate werden belemmerd. Vooral
de heffing der doorvoertollen in de ver
schillende staten werkt in hooge mate
belemmerend en schadelijk, omdat iedere
staat tracht te krijgen wat er van te
halen is. Een veekooper bracht- een
groote partij ossen naar Caracas en
moest daartoe onderscheidene staten
passeeren met het gevolg dat er ten
slotte per stuk vee 10 bolivar, dat is
nog geen f 5 overbleef. Wie niet betaalt,
wordt in hechtenis genomen. De grootst
mogelijke willekeur heerscht er. Toen
de opperrechter in de bondsrechtbank
zich eens wilde overtuigen hoeveel ge
vangenen er waren in de huizen van
arrest en om welke reden zij gevangen
waren, bleek het, dat de meesten nooit
hadden terecht gestaan en toen bij van
deze dingen een rapport wilde uitbren
gen, liet de president hem doodkalm
oppakken en gevangen zetten.
Het spreekt van zelf, dat onder zulke
omstandigheden de verbittering tegen
Castro tot het uiterste steeg en er be-
behoefde slechts een kleinigheid bij te
komen, om de maat te doen overloopen.
Dit gebeurde door de manier waarop
Castro trachtte zich geld te verschaffen.
Hij schreef leeniugen uit, die in papier
riep Brin d'Amour, terwjjl hg zjjn sporen
op den vloer liet rinkelen.
Een vrouw van ongeveer veertig jaar tra.-l
binnen. Met een oogopslag zag zjj met wie
zjj te doen had. >0, genadige hemel*, bad
zg, »kom mg te hulp, want ik ben geheel
alleen met Jannot, een knechtje van dertien
jaar. Mjjn man is met een kar hooi naar
de stad gereden en zal niet voor midder
nacht thuis zjjn.*
Zjj was een flinke, on? rschrokken vrouw,
weldra weer meester over zich zelf, en glim
lachend groetend, vroeg zgWat verlan
gen de heeren
>Eerst wijn voor ons en haver voor onze
paarden*, antwoordde Sans Sonci, »en zoo
gauw mogeljjk een avondeten.*
»Gjj zult als prinsen bediend worden*,
antwoordde de kasteleines. »Ik heb uitmun
tende Bourgogne, de soep staat op het vuur,
en daarbjj zult gg een spekstruif, salade en
kaas krggen. Zijn de heeren daarmede te
vreden?*
»0m te beginnen, ja.«
Een oogenblik later zette de herbergier
ster twee fle88chen wijn en twee glazen op
de tafel, waar de twee krijgslieden zaten.
»Schenk in, goede vrouw,* zeide Brin
d'Amour.
Toen hg zjjn glas geledigd had, hernam
hjj»Een goed drankje, het is te drinken.
Maar nu vlag het avondeten klaar gemaakt,
sinds vanmorgen hebben wg niets meer ge
geten.*
>In een half nnr zal alles klaar zjjn.*
»Een vrouw alleen, een verlaten huis,*
fluisterde Brin d'Amour, »wjj kunnen ge
rust zjju.«
Hg trok zjjn mantel uit, gespte zijn de
genriem los, zette zjjn helm af en legde dat
alles in een hoek van het vertrek. Guillanme
Sans Souci volgde zjjn voorbeeld en beiden
begonnen te drinken en hun pjjp te rookeD.
»We hebben vandaag een kwaden dag
gehad*, zei Brin d'Amour. »Maar alles zal
nu wel beter worden. AU wg gegeten heb
ben, zullen wg de vrouw ondervragen, zjj
werden terugbetaald en eischte geld van
de bank des lands, die in zoover met
de regeering in betrekking staat, dat
zij den haventol ontvangt en aan de
regeering credieten verleent. Maar deze,
die reeds tien millioen van de regeering
te vorderen had, zonder daarvoor vol
doende dekking te ontvangen, weigerde
geld te geven en de directeur werd uit
het land gebannen. Niet beter ging het
den dóecteur der bank Caracas, die,
omdat hij weigerde te voldoen aan de
eindelooze verzoeken om voorschotten,
eenvoudig in de gevangenis werd gezet.
Nog meer steeg de verbittering tegen
Castro, toen deze zich mengde in een
revolutie, die in Columbia woedde, met
het plan om één groote republiek Co
lumbia te stichten (ook vroeger hebben
Columbia, Venezuela, Ecuador en Peru
één geheel gevormd) van welke repu
bliek hij zelf het hoofd wilde worden.
Eindelijk kwam het tot een georgani
seerd verzet. Zekere Matos, een trotsch,
eerzuchtig man, nam de leiding op zich.
Ofschoon meer handelsman dan soldaat,
heeft hij de sympathie van velen, die
verwachten dat hij op economisch en
handelsgebied het volk zal vooruit
brengen.
Matos beschikt over een groot ver
mogen en zette dit in 't belang der
revolutie op het spel. Hij begaf zich
naar Europa, om in Frankrijk en België
de finantieele wereld voor zijn plan te
winnen en deze verschafte hem de mid
delen om een oorlogschip uit te rusten
en wapens te koopen. Matos verpandde
zijne bezittingen in zijn vaderland tegen
over het syndicaat dat hem steunt. Hij
had zich te voren in verbinding gesteld
met de beste aanvoerders en had eenige
der presidenten der afzonderlijke Staten
op zijne zijde. Met zijn schip „Ban
Righ" en de noodige wapenen zou hij
dan voor de kust komen en gelijktijdig
zouden zijne aanhangers dan op ver
schillende punten de revolutie uitroepen
en de plaatsen bezetten en zoo Castro
verdrijven. Maar het plan werd verraden
en toen de president van het revolutie
syndicaat te la Gaira aan wal wilde
gaan, om de hem verpande bezittingen
most geld in huis hebben. Wg zullen het
wel vinden. Intusschen rusten de paarden
uit en als wij onze zaakjes hebben afge
handeld, steken wjj het boeltje in brand en
rijden er van* door.*
»Gjj praat goed,* zei Sans Souci melan-
koliek. «Maar laat ons drinken, die wjjn is
voortreffeljjk.*
Terwjjl de herbergierster de eieren klopte,
dacht ze, »wat vang ik aan?*
Ze opende het venster, dat uitzicht had
op de binnenplaats. Jannot!* riep ze.
De knaap verscheen aan de deur van
den paardenstal.
»Hebt gjj den paarden der heeren haver
gegeven?* vroeg zjj laid:
»Ja bazin.*
»Kom mg dan helpen, onze reizigers
wachten op hun avondeten.* Jannot kwam
naar haar toe. Zjj gaf hem fluisterend haar
bevelen. Daarna kwam zg terug bg den
haard en wierp de geklopte eieren in de
pan, terwjjl de knaap, die zeer verschrikt
scheen, de tafel dekte. Toen hjj hiermee klaar
was, pakte hg gauw zjju biezen, alsof de
duivel hem op de hielen zat.
»Die heeft niet veel courage*, zei Sans
Sonci.
>Een boer!* antwoordde Brin d' Amour
minachtend.
De twee soldaten, door den wjjn verhit,
begonnen groot spektakel te maken. De
kaas en de spektrnif waren al verdwenen.
»Nog ééa flesch*, riep Sans Souci, »en
dau denken wg aan ernstige zaken. Hola
vrouw, wjjn.«
»Ala het u belieft, heeren. Zjjt gg vol
daan?*
»Wjj zjjn zoo voldaan, dat we op uw
gezondheid willen drinken. Gg hebt goeden
wjjn, brave vronw, en verstaat ook goed
de keuken. Uw wjjn en nw strnif waren
waardig op de tafel van den koning te ver
se hg nen.
Gg moet wel veel geld verdiend hebben.
>Ja, veel geld*, antwoordde zjj als een
echo.
ven Matos in bezit te nemen, werd hem
dit belet en Castro nam zelf de goederen
in beslag en begon op reusachtige schaal
roofbouw.
Maar ondanks het verraad was het
balletje aan 't rollen geraakt en de re
volutie begonnen. Naar de jongste be
richten staan de kansen voor Matos niet
slecht, want de regeeringstroepen zijn
telkens verslagen en de eene plaats van
beteekenis voor, de andere na viel Castro
af en kwam in handen der opstande
lingen.
Bovendien is nu de regeering in
moeite geraakt met buitenlandsche mo
gendheden door de reeds genoemde blok
kade, die zij instelde voor de havens,
welke zij niet kon verdedigen. En bet
is niet onmogelijk dat de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika een woordje
mee gaan spreken. Deze hebben al lang
getracht om in Zuid-Amerika gezag te
krijgen en naar eeD welkome gelegen
heid gezocht om zich in dat eeuwig
broeinest van revoluties te kunnen
mengen.
Maar wij schrijven geen hoogere poli
tiek en met name bij die oproerige be
volking, die zich door eiken indruk van
't oogenblik laat meeslepen, is het niet
gewaagd eenige voorspelling omtrent
de toekomst te doen.'Ons eenig doel
was onze lezers op de hoogte te brengen
van den toestand, ten einde van daar
komende tijdingen begrijpelijk temaken.
Buitenland.
De fracsche minister vau marine, Camille
Pelletnn, wees in eene redevoering op de
beteekenis van Corsica, Bizerta en Toulon
voor de verdediging vau het Fransche deel
der Middellandsche Zee.
Hjj voedde daarbg »Wjj zjjn genezen
vau het droombeold eener wereld-orerhe. r-
sching, maar wjj weten niet wat anderen
voorbereiden. In de beschaafde wereld be
staat geen zekerheid meer. Aan het eind
der 19de eeuw, na de nederlaag aan Frank-
rjjk toegebracht door de barbaarschheid van
het onde Duitscbland, zag men het misbruik
van het brutaal geweld terugkeerende
»Gjj moet dus ergens een kleinen spaar
pot verborgen hebben*, vervolgde Brin d'A
mour, »in een kast, of in een gat ia den
mnnr.*
»Een spaarpot in een herberg als de
onze!* zei de kasteleines. »Wjj leven van
de hand in de tand.*
»Gjj zjjt te bescheiden*, hernam Brin
d'Amour. »Uw herberg is de beste die men
tien mjjlen in den omtrek kan vinden. Gjj
moet dus een kleinen spaarpot hebben. Wjj
nu worden slecht betaald, zeer slecht, en
indien wjj niet nu en dan, zooals vandaag,
een goed avondeten en een beminnelgke
gastvrouw ontmoeten, die ons haar spaar
centen geeft, zonden wjj verplicht zjjn, onze
paarden te verkoopen en als bedelaars naar
onze geboorteplaats terug te keeren, wat
onteerend zou zjjn voor ridders als wjj.«
Op dit oogenblik werd achter het hais
hondengeblaf gehoord.
»Wat is dat?* vroeg Sans Souci.
>0, de een of andere verdwaalde hond*,
antwoordde de herbergierster.
Wjj zjjn«, hernam Brin d'Amour, goede
jongens en wjj zouden ontroostbaar zjjn,
indien wjj u leed moesten doen. Zeg ons
das, waar is je geld?*
De hond blafte opnieuw. »Guillaume,
kjjk eens, of ge niemand op den weg ziet*,
zei Brin d'Amour. En zich tot de kasteleines
wendend, zei hg»Ik ben vol zachtheid,
vooral jegens de vrouwen, maar Gnillaume
is vreeseljjk brutaal. Maak hem niet driftig,
maar zeg waar het geld ligt.*
Sacs Sonci, die links en rechts door het
venster gekeken had, kwam terng. Hjj had
niets ontdekt.
>Je geld*, zei hjj tot de vrouw. »Ik praat
weinig, maar versta de kunst de tongen los
te maken.* Hg nam een koord.uit zjjn
zak en bond dat om de handen der arme
vrouw.
>Gecade«, riep zg, »ik zal spreken
Ik heb wat geld
»Nu waar ligt het dan?<
»In de schuur, in den grond, onder eenige
gansche wereld schjjnt weer beheerscht door
de stelling dat macht gaat boven recht.'
Onlangs werd te Bolosrna graaf Bonmar
tini vermoord; thans heeft het senaatslid
Mnrri, te Rome, zjjn zoon signor Tullio
Murri, een advocaat, als den moordenaar
bjj de politie aangegeven.
De graaf was gehuwd met de dochter
van senator Murri. De vader sprak vau een
twist over familiezaken, waarop een gevecht
volgde. De graaf trok een dolk, signor Marri
volgde uit verdediging het voorbeeld en
doodde den graaf.
De moordenaar, een vurig socialist, die
bg zjjn vader, een bekend professor, in
woonde, heeft het hazenpad gekozen, en
heeft, volgens een gerncht, zelfmoord ge
pleegd.
Groot opzien heeft ook de gevangenne
ming verwekt van gravin Bonmartini, be
schuldigd van diefstal en medeplichtigheid
aan den onlangs gepleegden moord op haar
echtgenoot. Het is gebleken, dat na de
misdaad aanzienljjke sommen gelds ver
dwenen zjjnvan dezen diefstal wordt de
gravin beschuldigd.
Zondag is te Malaga een gendarme plot
seling waanzinnig geworden. Onder het
afschieten van zjjn mauser liep hjj door de
straten en trof aldus niet minder dan negen
personen, waarvan reeds drie zjjn overleden,
volgens een bericht uit Madrid. De kame
raden van den ongelukkige, die hem nalie
pen, slaagden er eindeljjk in hem onder
schot te krggen en neer te leggen. De
Madrileensche Epoca vertelt, dat er in 'k
geheel 7 menschen door den waanzinnige
zjjn doodgeschoten en 5 gewond.
Te Dra-el-Mizan woonden een grijsaard
van 112 jaren met zjjn 3 zonen, waarvan
de oudste 75, de jongste 65 jaren telde. Dit
4-tal menschen schgnt ondanks hun tame-
ljjk rjjpen leeftgd niet in vrede met elkaar
te hebben kunnen leven, want herhaaldelijk
brachten zjj door hun krakeelen het dorp
in opschudding.
Toen de vorige week de vader op zekeren
bossen strooi.*
Breng er ons heen. Brin d'Amour,
zouden we onze degens meenemen?*
Waartoe zou het dienen? Da vrouw is
alleen thuis en de jongen is van schrik
ergens weggekropen. Maar we mosten een
lantaarn en een schop hebben.*
»Een lantaarn staat in de keuken en een
schop vindt ge in de schuur*, zei de kaste
leines. »Maar in den naam van God, hebt
medeljjden met mg, heeren.*
»Ga ons voor en zwgg.«
De arme vrouw scheen zich in het on-
vermjjdeljjke te schikken. Zg nam een lan
taarn en begaf zich naar de schuur, gevolgd
door de twee soldaten. Toen zjj voor de
denr was aangekomen, zei ze: >Ik smeek
het n nogmaals, hebt medeljjden met mg.
Ruiiieert mg niet.*
»Hoad je mond.*
De vrouw opende de deur en trad de
schuur binnen, gevolgd door de twee roovers.
Doch nauweljjks waren zjj over den drempel,
to8n de deur achter hen dicht viel. Jannot
en drie sterke boeren, gewapend met hooi
vorken en rieken, omringden hen en de
herbergierster verlichtte op een afstand met
haar lantaarn het tooneel.
»Geef je over*, riep de oudste der boeren,
Pierre, de waard van de Bonte Koe, die een
ond soldaat was van Hendrik IV.
Alle tegenweer was onmogeljjk. Al»
jonge muizen in de val geloopen*, knarste
Brin d'Amonr. »Verwenschte Bourgogne.»
In een oogenblik waren beide schurken
gekneveld.
Waartoe dienen ondervinding en dap
perheid?» mompelde Brin d'Amonr treurig.
Door een herbergierster getopt, door boeren
overwonnen.*
»Ja, Jannot is je te knap af geweest*,
zei de herbergierster lachend. »Hjj blafte
om mg te waarschuwen, dat het tgd was.*
Een half uur later werden de schurken
aan den diehtst bgzgnden boom, zonder
vorm van proces, opgeknoopt.
mm
BMM—M—W—a—B—WIWaOüwbmv-