Het Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. HliVQBIilNi, M 2172. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 13 DEC. 1902. land van alten^ Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonaementiprgi: per S maanden f l.OO. Franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Het zal wel moeielijk vallen onder degenen, die zich denkende wezens noemen, iemand aao te treffen, die niet op bestaande toestanden en regelingen aanmerkingen heeft te maken, meest in zijn oog zeer gegronde en hoogst gewichtige, 't Gebeurt dat men die voor zichzelf houdt, overtuigd, dat het toch niets geeft er mede voor den dag te komen, of hoogstens bij een enkele gelegenheid tegenover vrienden zijn ge moed lucht en zijn licht laat schijnen. Maar velen ook stellen zich daarmede volstrekt niet tevreden; in het vaste vertrouwen, dat alles voortreffelijk zal gaan, wanneer de wereld slechts de rich ting volgt, die zij in staat zijn aan te wijzen, voelende dat het hart hen tot spreken dringt, spreken zij, en zoo vaak de gelegenheid zich voordoet, om hun gedachten door tusschenkomst van de dienstvaardige pers verbreid te krijgen, schrijven zij. Yandaar een overvloed van wijsheid, die over de hoofden der kinderen van dezen tijd wordt uitge goten en die, gevoegd bij hetgeen zij ieder voor en uit zichzelf reeds bezitten, hen dreigt te overstelpen. In sommige gevallen richt zich die critiek, zooals wij haar kortheids halve maar zullen noemen, op één punt, en dit doet zich voor evenzeer bij de genen die slechts dilettanten zijn op het gebied van het openbaar leven als bij hen die werkelijk geroepen zijn er een practisch aandeel in te nemen, er een rol in te vervullen. Nietwaar, het is onnoodig namen te noemen, om voor den geest te brengen de persoonlijkheid van menigen stokpaard-ruiter, die altijd en overal dezelfde grieven uitstalt, de zelfde klachten aanheft en steeds aan dringt op het middel bij uitnemendheid, het eenige dat baten kan en dat door hem wordt gekend en aanbevolen. Er kan in die soort van eenzijdig heid iets goeds zijn. Als het ons werkelijk te doen is, op een punt verbetering te brengen, omdat wij overtuigd zijn, dat dit "boven vele andere dingen noodig en dat het ook mogelijk is, dan trekken we al onze krachten op dat punt samen. Het vraag stuk, dat er mee in verband staat, dat wil zeggen het verschil van meening omtrent het voor en tegen, de belangen die het raakt en de gevolgen die het hebben kan, bestudeeren wij met ernst en Dauwgezetheid. Wij trachten voor ons denkbeeld aanhangers, mede- strijders te winnen; wij grijpen elke gelegenheid aan om tegenstanders naar onze zijde over te halen. Het oogen- blik komt, dat men van „onze zaak" notitie gaat nemenwij geraken in het bezit van de benaming: „de onver moeide strijder" voor dit of voor dat. Een enkele maal gelukt het, alle hin derpalen te overwinnen en smaken wij de voldoening, inderdaad een verbete ring te hebben tot stand gebrachtge woonlijk echter is eens menschen werk dag daartoe te kort en moet hij vóór de voltooiing den arbeid aan anderen overlaten. Maar dat doet er minder toe; is het uitgeplante zaad kiemkrachtig gebleken, verheft zich de jonge plant boven den bodem van onverschilligheid en minachting, dan zal zij bij verdere goede verzorging, ook wassen en vruch ten geven te harer tijd. Uitgaande van dit voorbeeld, zouden wij mogen vragen Hoe komt het toch, dat verschillende verbeteringen, waar van de gevolgen met dankbaarheid zijn begroet, dikwijls een zeer langen tijd noodig hebben gehad en op veel tegen kanting zijn afgestuit, alvorens tot stand te komen En wat kan toch de oor zaak wezen dat andere, welker wen- schelijkheii als het ware voor de hand ligt, toch maar uitblijven? In het algemeen zou hier geantwoord kunnen wordenElke ontwikkeliug heeft tijd noodig, omdat zij het bestaande moet verdringen, hetwelk ook zijn wor tels vaak dieper heeft en sterkere levens kracht bezit dan Vermoed werd. Er is nog een reden, die hetgeen men vooruitgang noemt, niet zoo snel doet gaan als naar het verlangen van som migen zou behooren te geschieden. Wat verbetering heet, is het niet altijd. In Nederland wordt minder dan elders de fout van overijling begaan; wij verge lijken liever op ons gemak, en willen zekerheid hebben dat het aangebodene het gevraagde, dat wat wij er voor moeten prijsgeven in waarde overtreft. Niet zelden duurt die overweging te lang en loopt de aarzeling op niets uit. Toch heeft zij niet kunnen beletten, dat wij niet achterstaan bij andere volken, die wat spoediger van wal steken, doch ook nu en dan weer een eindje terug moeten, omdat zij bemerkten den koers niet genoegzaam te hebben overwogen. De werkelijke hervormers waren altijd en zullen steeds blijven de mannen en vrouwen van een krachtig initiatief, van een vast geloof en van groote stand vastigheid; wat zij willen, zal ook komen, mits het goed zij. En dat laatste Advertentiên van 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/, ct. Groote letter» naar plaatsruimte. Advertentiên worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. kan door hen, ondanks hun voortreffe lijke eigenschappen, niet altijd beoor deeld worden. Hun aantal is niet groot, zij vor men een keurbende zonder ander regle mentair verband dan eenheid des geestes. Op welk verschillend gebied zij hun roeping ook volgen, en terwijl zij som tijds schijnbaar strijdige belangen be vorderen, zij ontmoeten elkander op één punt: geestdrift en volkomen toewijding. Menigeen gelooft de zaak der mensch- heid te dienen, terwijl hij er toch maar een heel klein deel van zijn krachten aan geeft. Het is alsof een kind met den vinger een locomotief wil voort duwen. Neen, de palm der overwinning valt alleen hem ten deel die geheel en al, zonder iets terug te houden, met volledige overgave, den strijd aanvaardt. Elke goede gedachte, op de juiste plaats en de gepaste wijze uitgesproken, is een zaadje, dat uitgestrooid wordt in hoop van zegen, en nadenken over de hoogste belangen, daartoe zijn wij allen geroepen. En dat zal ons wellicht bren gen tot deze erkenning, die wij ter overweging aanbevelen: De leiders heb ben volgelingen noodig, zonder welke zij niets vermogen. Geen arbeid kan slagen, als de stof daarvoor niet aan wezig is. Laten wij nu beginnen met onszelven zoodanig te verbeteren, dat wij geschikte volgelingen, bruikbare stof worden. Dan zullen wij in hooge mate tot de hervorming der wereld mede werken. Buitenland. i e Engelsche consul is gebracht aau boord van de Retribution*. NIIIWSIUI YOOB FEUILLETON. 24) Het was de bedoeling van «raaf Norton om ditmaal naast Bertha te zitten, maar wat vermag de wil van een man tegenover het vasta besluit eener vrouw Ach, graat Victor,* riep Beatrice, juist to<-n hg zjjn geheime plan zou uitvoeren, »help mg toch, ik kan alleen niet in het rgtuig komen. En dan een verzoekwees zoo goed mg tot gids te strekken door de landstreekHet is zoo aangenaam, als ie mand, die de omstreken kent, onze aandacht vestigt op hetgeen er zoo al moois te zien is gedurende de reis.* Er bleef hem niets over dan zich naar dit verzoek te schikken, temeer daar tante Elisabeth er mee instemde en zei»Ja, Vic tor, kom hier zitten en geef odb alle ge- wenschte inlichtingen. Uw vriend vindt daar naast u nog wel een plaats 1* Eu de omni bus rolde voort op den hobbeligen weg. •Hoe bevalt je deze verdeeling van het gezelschap, Bertha,* vroeg Charles. »Ik moet bekennen, dat Beatrice meer bg de hand is dan ik dacht,* antwoordde zjj glimlachend. »Jatumer dat al haar moeite toch te verg efs is!< Graaf Victor, wie is die vriend van u?« fluisterde Beatrice achter haar witte parasol. »Bg is baron Augustus Hammond, de tweede zoon van den baroa van Gleng en i.Éi«ni«iifiin r - i ui w^vmaótJWBK—B—Q—gEB—OMBSMNgiRyctex- kapitein bg de Schotsche garde!* En m9t eerbied richtte Beatrice het oog naar de nieuwe ster die aan haar levenshemel was opgegaan. Het was bgzonder fraai weder, het schoone landschap bood een rgke afwisseling van schilderachtige gezichten aan doch maakte niet den gewenschten indruk op den graaf, die weinig spraakzaam bleef. Toen Beatrice hem hier mee plaagde be kende graaf Victor, dat hg niet goed gestemd was, maar juist toen hg dit bekende, klonk hem de zilveren lach van Bertha in de ooren. Onze vrienden tegenover ons schjjnen in'egendeel zeer goed gestemd te zjjn,* sprak tante Elisabeth, die gaarne deelnam aan de vrooljjkheid der jeugd. »Wat is die Bertha een bekoorlgk meisje!* Beatrice keek steelsgewgze den graaf aan en zeide Wjj allen weten het reeds lang, dat Bertha en Caarles het gelukkigst zjjn, wan neer zij bg elkaar zgn. Ik betwgfel zelfs, of Charles wel was me-gegaan, als Bertha niet van de partjj was geweest!* •Zeker wel een genegenheid, die reeds lang bestaat?* vroeg tante Elisabeth. »Ja«, antwoordde Beatrice vroolgk, Ber tha zal wel de bekoorlgkste schoonzuster zgn, die ik mg wenschen kan, gelooft u ook niet, graaf Victor?* Zg sloeg hem nauwlettend gade, terwgl ze hem zoo het mes op de keel zette. Hg trachtte eenig antwoord te stotteren, maar het ging niet. Somber zwggend zat hg te midden van het vroolgke gezelschap. Door die woorden van Beatrice was hg plotseling zich van den Dii ellende te Londen is in dezen winter grooter dan zjj, naar men beweert, in 30 jaren is geweest. Het is werk'djjk hartver scheurend, wat men hierover in de Londen- sche bladen kan lezen. In iedere groote stad heerscht onvermgdelgk gebrek -n armoede in den winter, maar te Londen gaat het alle beschrjjving te boven. Daarbjj komt nog dezen keer. dat de winter buitengewoon vroeg is ingetreden. Terwgl geheel Engeland nog langen tjjd gewoonlgk den weldadigen invloed van den Golfstroom ondervindt, en meestal eerst in Januari de eigenlijke koude begint, heerscht thans in Engeland een even felle koude als bg ons en over geheel Noord-West-Europa. In de Westminster Gazette* staat eon rapport van iemand, door het blad er op uitgezonden om eens te zien hoe het er in het West-End des nachts uitzag. De reporter bezocht een der lokalen van het Heilsleger toestand van zgn hart bewust geworden, een hartstocht koesterde hg, maar niet voor het meisje, dat naast hem zat. Bjj het vallen van den avond bereikte men Glengariff, waar men overnachtte. Na afloop van het diner kwam bg de jongere leden van het gezelschap het ver langen op naar een tochtje op het meer, dat door de maan zio helder verlicht werd. Graaf Norton en Bertha, Beatrice en kapitein Hammond snelden naar de booten. Charles sprong in eene daarvan, terwgl papa Stuart dia drukte met het oog volgde, totdat de zware wolken uit zgn meerschui men pijp het gezelschap aan zgn blik ont trokken. Graaf Norton bleef bjj Bertha. Zou ik reeds te laat komen? vroeg hg zichzelve af. Bemint zg baar neef? Zon het waar zgn, wat zgn zuster te kennen gaf, ofJaloersch volgde hg al haar bewe gingen al haar blikken zg gevoelde het. Mocht zg al getwijfeld hebben aau zgn gevoelens, dit oogenblik bracht al baar bedenkingen tot zwjjgen. Zg lachte even en geen blik op Charle3 verried haar ware gevoelens. Neen, dacht graaf Norton met verlicht hart, laat miss Beatrice zeggen, wat ze wil, maar Bertha's hart is neg vrjj, althans tegenover Charles. Zjj mag hem als bloed verwant gaarne ljjden, waarom ook niet? Maar verderZoodra wjj ia Engeland zgn, zal ik met haar spreken! Zg en zg alleen wordt mgn vrouw niemand anders zjj alleen! Zgn vrouw! Zou zg, de arme Bertha Dar- niet ver van Drury-Lane. Hier bevonden zich een 600-tal ongelukkigen, die door heilssoldaten van de straat naar hun toe vluchtsoord waren gebracht. Daar bevonden zich mannen, vrouwen, jonge meisjes, kin deren, allen haveloos en rillende van koude. Men deelde onder de ongelukkigen warme soep rond, die met groote gulzigheid werd verslonden. En dit is slechts een van de vele plaatsen, waar de ongelnkkigen 's nachts een onderkomen knnnen vinden. De meesten bljjven echter den nacht in de open lucht doorbrengen. Zjj slapen onder brnggen, on der karren of in stoepen. Meer dan 50.000 menschen, zegge vjjfcig duizend, dat is zoo veel als de stad Haarlem inwoners heeft, brengen aldus den konden nacht thans in Londen dror. Er bestaan talrjjke liefdadigheids-genoot schappen, die zooveel mogeljjk de ellende trachten te verzachten. Doch tegen zulk een Augiasstal zjjn ook ajj niet opgewassen. Men zoekt naar middelen om verandering in deze toestanden te brengen; maar deze zijn niet zoo gemakkeljjk te vinden. De ongelukkigen hebben geen werk en bjjgevolg geen geld ora'een onderdak te huren of brood te kco- pen. En indien zij nog iets hebben, wordt het besteed aan den alcohol, die goed ver kocht wordt, den alcohol dia hen nog on gelukkiger maakt, maar die althans voor een oogenblik verwarmend werkt. Dezen keer hebben Duitscbland »u En geland het tegenover Venezuela uiet bjj bedreigingen gelalen. Maandag zjjn de hlti- matnms bg de regeering te Caracas inge diend. Dinsdag om drie nur vertrokken de Engelsche gezant en de Duitsche zaakge lastigde uit de hoofdstad van Venezuela om zich te la Guaira aan boord van de daar liggende oorlogssch«pen te begeven en Maan dag is het bericht gekomen dat de Vene- zolaansche vloot (nit niet minder dan vier schepen bestaande) door de vereenigde Duit sche en Engelsche eskaders is ingepikt, en de kust geblokkeerd wordt, terwjjl de aan kondiging van een beslag op de douane kantoren in de havens wel spoedig verwacht kan worden. Uit La Guaira wordt nog geseind De Veneznelaan8che sehepen zgn buiten de havpn gesleept «n men liet de General Crespo, de Domumo en de Margarita zinken. De Ascnn alleen is gespaard, ingevolge de protesten van den Franschen zaakge lastigde, die het schip opeischte al zjjnde het eigendom van een Franschman. roll, evenals de verwenschte koningsdochter de vrouw worden van den prins, die baar bevrjjlde? Zou zjj him krjjgen en zou die tot haar geluk of haar ongeluk zija? XVIII. Plotseling hoorde Bertha dicht bjj haar een stem, die haar deed opschrikken, als ware zjj betrapt op een slechte daal. Bertha, wil je met mg varen of met den andere?* Het was Charles, die deze woorden sprak. Verrast keek zg haar neef aan. Hoe ern stig stond zgn gelaat, hoe kalm was zjjn oogopslag, die toch zooveel indruk op haar maakte. Tegeljjkertjjd bezigde Beatrice een kunst greep en wel met goed gevolg. Kapitein Hammond was als toeschouwer bg papa Stuart gebleven, terwjjl Beatrice de diensten van den graaf in beslag had genomen en reeds met ham was weggevaren. Hoe beleefd is mjjn waarde neef op eens geworden*, antwoordde Bertha op Charles vraag. Wel z-ker, ik vaar met jon, al was het alleen uit nieuwsgierigheid om deze nieuwe eigenschap in je karakter te kannen bestudeeren.* Hg glimlachte even, bood haar de hand en hielp haar in de boot. Kom dan*, zei hg, »laten wjj dezen laatsten avond nog samen doorbrengen. Wie weet of wjj nog*een tweeden avond bg el kaar zullen zgn?« «Wie weet of wjj nog een tweeden avond bg elkaar znllen zjjn!* herhaalde zjj. >Foei, hoe tragisch 1 Je hebt toch geen plannen Twee schepen die hersteld werden, zgn vernield. Verscheidene af deelingen zjjn reeds ont scheept, om de vreemdelingen te beschermen. Op 9 December, om tien nnr 's avonds, zjjn 135 Duitsche mariniers ontscheept. Zij begaven zich naar Cardonal, een voorstad van La Guaira, waar de woning is van den Duitschen onder-eonsnl; deze is met zjjne famlie aan boord van de Vineta gebracht. Een ander detachement van 130 marine soldaten landde den volgenden ochtend om de drie Engelsche bestuurders der haven- maatschappij van La Guaira hulp te v«r- leenen. Het ontmoette geen verzet. Ge luren Ie dien tjj I zija de vreemde oor logsschepen in slagorde in de haven komen liggen, op een honderdtal meter8 van de douanen. De Venezolaansche regaeriag heeft aan haren diplomatieken agent te Parjjs een nota geseind van den volgenden inhoul: Engeland en Duitschland hebben geza menlijk e«n vjjandige daad tegen Venezuela ondernomen, die even willekeurig als on gewoon was, daar zg gewelddadig zgn op getreden t^gen schepen die te La Guaira aan de kade lagen. De verontwaardiging in Venezuela is ten toppunt gestegen. De regeering heeft, uit wettige weerwraak, de Dnifcschs en En gelsche ingezetenen in hechtenis doen nemen en bezit genomes"van de spoorwegen en andere -hun toebehoorende eigendommen. 10 Dec. In groote haast trokken de Va- nezolaansche troepen met hun kanonnen van Caracas naar Li Guayara. Achttien kononnen zjjn aldaar van Caracas aange komen en nacht en dag wordt munitie ge bracht naar h*t fort Lovigia, dat de haven bestrjjkt. Maatregelen worden getroffea om den Eagelschen en Duitschen strijdmachten tegenstand te biedeneen groot gedeelte der bevolking neemt vrjj willig dienst. De regea- ring vertrouwt in staat te zjjn Engeland en Duitschland met goed gevolg het hoofd te bieden. 11 Dec. Tweeduizend man, onder bevel van den minister van oorlog, zgn vanochtend te La Guayara aangekomen. De opgewon denheid is tot het uiterste gestegen. De «Daily Mail* verneemt uit Willam- stad Een Engelsche stoomboot, die kolen loste, is ondanks de inmenging van den Ameri- om naar de andere wereld te verbuizen?* Alles op zjjn tg 1«, antwoordde Caarles onvast. >Laten we van wal steken, Bertha Wil je aan het roer?* >Ja!< •Goed, dan zal ik roeien!* De boot vloog licht over het water. Een poosje zaten zjj zwggend tegenovar elkaar. Berths hield het oog op den prachtigen sterrenhemel gevestigd en fluisterde ei n dn ijk »Ob, wat een wond rschoone nacht! Wat zon het leven toch heerljjk xjjo, hoe gelak- kig kon mm zich toch in deze ecaoonq wereld gevoelen, als Als men dertig duizend dollars per jaar te verteren bad*, vulde Charles aan. Hjj bracht haar echter niet in VerwarrLn Zeker*, z^i sew Waarom is ons leven niet alle dagen hetzelfde?* »B*rtha«, ik twjjf«l dikwjjls of je nog genegenheid kan ko98t?ren voor iemand anders dan je zei ven Jc Dank je wel voor het compliment 1 Ik wil ook voLtrekt niet ontkennen, dat ik in de eerste plaats mezel ven liefheb. Dan volgt...* Ga verder!* Dan volgt jjj! En dat ia natuurljjk; eerstens ben je mgn neef, en ten tweede heb j< me zooveel goed gedaan. Alles wat ik geniet, heb ik aan jou te danken 1 Char les, ik zegen het uur, dat ik je in de sneeuw heb gevondendat was het gelukkigste in mgn leven!* En het ongelukkigste in het mijne!* Caarles riep zjj verwgtend nit. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1902 | | pagina 1