ilei Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2179. Uitgever: L. J. YUERMAN, Heusden. WOENSDAG 7 JAN. 1903. De finantieele nood der Gemeenten. LANB VAN ALTEN^ L)it blad versch^at WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO. Franco per poet zonder prj'sverhooging. Afzonderlijke n jumers 5 cent. Adyertentiën yan 16 regels 50 et. Elke regel meer 7l/s ct. Groote lettere naar plaatsruimte. Adyertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Toen in 1865 word besloten tot af schaffing der plaatselijke accij nzen, gewis een der belangrijkste maatregelen in het kader der vrijmaking van het ruilver keer, door het tweede Ministerie-Thor- becke ter hand genomen, werd de eerste schrede gezet in eene richting, die nu juist niet overeenstemde met de staat kundige denkbeelden van dien staats man omtrent autonomie en zelfbestuur der gemeenten. Wij onderstellen dan ook, dat het geschiedde noodgedwongen en met het voornemen om weldra het plaatselijk belastingstelsel ontdaan van accijnsheffing zoodanig te regelen, dat aan de gemeenten de voornaamste zenuw werd teruggegeven, die het hoofd kenmerk is harer zelfstandigheid haar souvereiniteit in eigen kring d.i. de belastingheffing. Dat voornemen in- tusschen is niet verwezenlijkt, terwijl men aan den anderen kant bleef voort gaan de medewerking ter uitvoering van wetten niet alleen aan de gemeente besturen op te dragen, maar, wat erger is, ook een groot deel der kosten, uit die uitvoering voortvloeiende, van het Rijks- op het gemeente-budget te schui ven, wat o.a. al heel sterk geschiedde ten aanzien van het Staats-lager- en middelbaar onderwijs, het politie-wezen, A^__kr^jijcZinnigen-verpleging enz. Dat a f we n te 1 i dehjk de vrees voor eene aanmerkelyke" stijging van het eindcijfer der Staats- begrooting niet geheel vreemd was, moest er al spoedig toe leiden, dat instede van terugkeeren op den in 1865 ingeslagen weg tot vermenging der Rijks belasting heffing met die der gemeenten, wegens den aangroeienden financieelen nood der gemeenten op dien weg nog verder werd voortgeschreden, zoodat de aanvanke lijke uitkeering aan de gemeenten van 4/5 der personeele belasting, bedragende ca. 8'/a millioen, in 1897 is gebleekt op ca. 13 V2 millioen, eene uitkeering, nog steeds stijgende, omdat ze verband houdt met verschillende factoren, wier progressie onmiddellijk voortspruit uit de toeneming der bevolking en de uit breiding van de huishouding der ge meenten. Neemt men daarbij verder in aan- FEÜILLETON. merking, dat die uitkeering geheel is afgescheiden van die, welke is voortge vloeid uit de herzieningen der wet op bet lager onderwijs en van de subsidiën aan de gemeenten in de kosten van het middelbaar onderwijs, dan ziet men ter stond iu, hoever men verwijderd is van het stelsel, uitgaande van 't beginsel, dat de financiën en bijgevolg de be lastingheffing van het Rijk en de ge meenten van elkander dienen te worden afgescheiden, opdat de terecht zoo be langrijk geacht wordende gemeentelijke aütomie ongerept blijve. Nu de financieele nood der gemeen ten opnieuw om voorziening schreeuwt, zal ernstig dienen te worden overwogen, of er geen weg is te vinden om uit het ingetreden labyrinth terug te keeren. Naar onze bescheiden meening is dit wel mogelijk. Al dadelijk valt onze aandacht op tweeequivaleerendecijfers: de opbrengst der grondbelasting en de uitkeeringen aan de gemeenten volgens de Wet van 1897, beide ongeveer 13 millioen be dragende. Op de keper beschouwd is dus de schatkist, waarin die 13 milli oen grondbelasting worden gestort, een vat der Danaïden. Financiëel zou het Rijk alzoo er niets bij verliezen, indien de opbrengst der grondbelasting recht streeks door de ontvangers aan de ge meenten werd uitgekeerd, op dezelfde wijze als thans geschiedt met de ge meentelijke opcenten. Uit een admini stratief oogpunt echter ware een enorme besparing van hiireaucratiscüën omslag daardoor te verkrijgen, een omslag, die het gevolg was van de zeer gecompli ceerde grondslagen, waarop volgens de wet van 1897 de berekeningen der aan iedere gemeente toekomende uitkeering steunen. Ten aanzien der gebouwde eigendom men zouden wij wenschen, dat een stap verder gedaan konde worden. Dat ge deelte toch der grondbelasting heeft veel minder dan die der ongebouwde eigen dommen het karakter van grondrente in de gewöïiê bf'eekenis, doch veel meer dat van belasting op dë^êcöHSÏlli-lche grondrente. En nu zijn het juist de ge meente-uitgaven tot verfraaiing, reini ging, verlichting enz., tot verbetering van het verkeer, kortom tot veraange naming des levens voor de bewoners, die de huurwaarden der gebouwen doen stijgen ten bate der bijzondere personen, die dus slapende rijker worden tenge volge van uitgaven uit de geldmiddelen der gemeenschap. Om die reden is dus veel te zeggen voor den afstand der belasting op de gebouwde eigend immen met hunne aan- horigheid, bouwterreinen daaronder be grepen, aan de gemeenten. Bij de rege ling dezer heffing kon daarin alles be grepen worden, wat thans in den vorm van straatbelasting, rioolbelasting enz. in sommige gemeenten bestaat. Alweer bezuiniging door vereenvou diging. Doch er is nog een ander ge zichtspunt, dat in dit verband geopend wordt. Wij bedoelen het assurantie wezen. Welke belangrijke voordeelen de verzekering tegen brandgevaar èn voor de gemeentekas èn voor de eige naar zou kunnen opleveren, zou de statistiek kunnen aantoonen bij eene vergelijking over eene reeks b.v. van 10 jaren, tusschen de geleden brandschade en de aproximatief begroote assurantie- premiën, daarbij in aanmerking geno men, dat uit die premiën moeten gevon den worden de provisiën van agenten, inspecteurs, directeurs en andere assu radeurs en bovendien nog de dividenden der aandeelhouders, allen kosten, die misschien de helft der premiën verslin den en die voor de gemeenten aanmer kelijk minder zouden bedragen, omdat zij haar eigen korps gem.-ambtenaren daarvoor in 't tuig kan zetten. Bovendien ligt er iets onlogisch in, dat de uitgaven tot behoorlijke inrich ting der gemeentelijke brandweer aangenomen, dat het brandgevaar daar door aanmerkelijk vermindert die vermindering der risico's alleen ten bate komt der assuradeurs, tusschen wie de concurrentie wel niet zoo sterk zal zijn, dat eene evenredige verlaging der premie-taxen daarmede equivaleert. Stellig gelooven wij, dat door afstand der grondbelasting aan de gemeenten reeds in den financiëelen nood ware te voorzien en tevens kon worden terug gekomen op den verkeerden weg die heeft geleid tot verwarring van het Rijks: pet het gemeentelijke belasting stelsel, en nog erger is tot het verzwakken, toT ^^ontwrichting der gemeentelijke autonomieP~ê#ÉWi®r hechtste grondslagen onzer constitutio neele vrijheid. (Tel.) XXII NIIIVIIUI VOOB o o o m 31) »De dubbelzinnige rol, die ju gespeeld hebt, strekt je tot eer! Voordat jjj bg ons kwam, trok graaf Norton my bjj elke ge legenheid voor. Als ik niet het ongeluk had gehad ziek te worden, dan had hg reeds bjj den overtocht uit Amerika aanzoek om mjjn hand gedaan. Maar nu was js nacht en dag samen >Bondt op Beatrice! Ge fantaseert »Ge begrjjpt wel, wat ik daarmee zeggen wil. Je hebt je beit gedaan om hem te boeien, totdat hg reddeloos in je macht was. Toen wist je zgn jaloerschheid nog op te wekken, door je omgang met mjjn broer, en dit gaf den doorslag. Je hebt het goed overlegd, Bertha, ik gun je het loon, datje verdiend hebt!* .Dank je voor je goede wenschen,* ant woordde Bertha nu op spottenden toon. »lk acht mg te goed om op je verwjjten te ant woorden. Als je mg zulke dingen toedicht, is het mg geheel onverschillig, hoe je over me denkt. Hoe fcet zjj, graal Norton heeft mg de eer bewezen zich met mg te verlo ven, hg bemint me en ik heb hem genomen. Als jelni mekaar te Maeroom niet begrepen bebt, dan ben ik daarvoor niet verantwoor delijk. Ik ga je nu weer verlaten, Beatrice, dat is voor ons beiden het bestel* »Ga niet heen,* gebood Beatrice. »Ga niet heen, maar beantwoordt mg deze vraag. Bemin je Charles?* Bertha keerde zich om en liet een lach Jhooren. .Beminnen? Nu ja, ik bemin hem ge •-y* ■"finTOTnrnvi w noeg om hem niet iu zgn ong-duk te storten. Z o Ira wjj meer voor elkaar worden dan neef en nicht, zou je papa hem onterven. Charles en ik, wjj zgn beiden practische menschen. Daarom hebben wg elkander de hand gedrukt en zgn overeen gekomen, dat wg ook in de toekomst niets voor elkander zullen zgn dan neef en nicht »Wat zulke practische menschen toch te bewonderen zjjnl* sprak Beatrice met bg- tenden spot. .Weet graaf Norton iets van die overeenkomst?* Bertha vertrok geen spier van haar ge laat. »Ik ben graaf Norton geen opheldering schuldig. Hg wil mg nemen, zooals ik ben.* »Ah zoo,* spotte Beatrice. »En wanneer vier je bruiloft?* >Het is nauwelijks ten uur geleden, dat ik mgn woord heb gegeven. Hg kon toch niet in iéa adem aanzoek doen en de brui loft vaststellenDat kan nog lang duren Lady CarLy zal zich wel tegen het huweljjk vsrzetten >Ben je daar bezorgd over?* .Volstrekt nietl Hg is meerderjarig, dus is hg zgn eigen heer en meester. Het strekt een vrouw tot eer, wanneer haar de zuivere liefde van een man met een edel karakter teu deel valt. Als meu de zaak zoo opvat, word ik vereerd door het aanzoek van den graaf, anders niet. Ik h*b gesn liefde voor rgkdommen of een adellgken stamboom. Voor het overige behoef ik voor hem niet onder te doenl* Zg stapte naar de deur, doch keerde nog even terug. .Na koffiedrinken gaat het gezelschap een rjjtoer maken. Het plan is, dat je in het rgtuig zou worden gedragtn. Je papa en mama, Lady Carhy, kapitein Hammond en Charles zgn van departgl* Haitenland. »En jjj?« »Ik ga in een ander rjjtnig, dat de graaf bestaart.* Alleen?* vroeg Beatrice met verbitte- ring. .Natnurljjk, alleen!* zei Bertha en ging heen. Nadat graaf Victor zgn tant3 had verla ten, richtte hg zonder eenige bedoeling zgn schreden naar de groote zaal, waar men meestal 's morgens vertoefde. Hg trad bin nen en in een oogwenk verhelderde zgn gelaat. Daar zat Bertha, aan wie hg na mededeelde dat de voorgenomen rgtoer ver viel, wegens het bezo k van een vreemde dame. De sombere uitdrukking van zgn gelaat bjj het binnentreden was Bertha ech ter niet ontgaar. .Laat mg uw hand eens zien, graaf Vie tor!* sprak zg. .Weet n ook reeds, dat ik waarzeggen kan Ge waart bg Lady Carley om uw hart uit te storten en haar antwoord lnidde: Mgn zoon, je kan nooit met dat broodelooze schepsel trouwenJe zon daardoor je oaden Eagelschen naam bezoedelenDat meisje is niets meer dan een dienstbode, in dienst van een rgken plebejerZg kan nooit de echtgenoote wor den van een graaf Norton tot Northminster Ik dald hierop geen tegenspraak!....* Na deze verklaring zeide Bertha: .Ik verwacht op csn of anderen dag, dat n bg mg komt om te verklaren, dat n ver keerd heeft gehandeld en mg grootmoe tig mgn woord teruggeeft. En dan zal miss Darrell met een hoofdknikje zich terugtr-k- ken is het niet, waaruit zg nooit moest zgn te voorschgn getreden! Hg lachte, omdat z j L idy Carley in toon en gebaren zoo joist had nagebootst, maar Prinses Louise's vlucht neemt bg den zorgwekkenden toestand, waarin koning George verkeert, meer en meer de aandacht van het Saksisch» volk in beslag. Rondom het koninklgk paleis te Dresden verdringt zich sedert ZaLrJag eene groote menigte, die in de grootste spanning de pnblicatis der officieele bulletins afwacht en acht geeft op rlles wat voor haar waarneembaar aan het hof voorvalt. H'4 gerucht doet de ronde, dat kroonprins Friedrich Angnst voornemens is van zjjne rechten op de kroon ten be hoeve van zgn oudsten zoon afstand te doen. Men beweert dat de publieke meening zoo zeer tegen den kroonprins is, dat beslist een politieke reactie zon intreden zoo hg zgn vader opvolgde. Naar de .Neue Freie Presse* nit hof kringen verneemt, is de kroonprins nog steeds volkomen bereid, zgne vrouw alles te vergeven. Hg is overtuigd dat haar onver klaarbare vlucht alleen aan den invloed, welken haar broeder Leopold Ferdinand op haar heeft, moet worden geweten en ook gelooft de kroonprins, dat de betere gevoe lens van prinses Louise de bovenhand zon den verkrggen, zoo zg niet onder den ge heimen invloed van Giron stond. In dat geval aldns bericht men aan de .Neue Freie* zou de moederliefde beslist die andere liefde verdringen, want 't is een feit, dat prinses Louise hure kinderen als 't ware vergood. Nooit kan zg in Sak sen terugkeeren, noch als kroonprinses, noch als koningin, doch een dergelyke schikking zon kunnen worden getroffen, dat zg, de mosder der prinses, haar kinderen kon zien, maar dit zon haar ook alleen dan worden vergund, wanneer zg «r in toestemt, geheel teruggetrokken te gaan leven, niet in een klooster of sanatorium, doch in aen stille, matige streek in de nabgheii der Saksische grenzen. Uit Dresden wordt gemeld, dat aldaar in den laatsten tgd door vela bloemisten een middel is toegepast, ia navolging van het geen de Deensche plantkundige Johannsen in den koninkl. plantentnin 't eerst heeft vertoond. Nameljjk planten kunstmatig vroeg ■doen bloeien na ze eerst ts hebben be de vrooljjkheid daarover duurde slêcfttè^l'" .Bertha,* vroeg hg, .denk je werkoïg dat dit mogwlgk zou zgn? Neen, hoezeer ik tante Elisabeth ook hoogacht èn liefheb, in dit geval volg is alleen de stem van mgn hart.* »Wie weet?* antwoordde zg. .Het zou anders misschien voor ons beiden beter zjjn. Uit meer dan honderd meisjes van uw rang en stan 1 kunt ge ean keuze doen. Graat Norton, zouden wg niet liever elkaar de hand geven en in vrede scheiden?* En met. een onverschillig glimlachje stak zg hem de r«chterhand toe. >Om alles ter wereld niet! Hoe kan j« daar zoo over spreken, Bertha? Hondt je dan werkelgk zoo weinig v»n me? Neen, ik verlaat je nooit meerAch, als je eens wist, hoe je woorden me smarten, dan zou je niet zoo wreed voor me zgnNiets zou mg zwaarder treffen, dan dat ik je moest verliezen.* Verbaasd over den ernst zgner woorden sloeg zg het oog naar hem op en vroeg .Heb je me dan waarljjk zoo lief, Victor?* .Meer dan je denkt. Het woord wordt dikwjjls misbruikt, maar ik zou voor je sterven, Bertha!* Zg lachte vroolgk en zei: .Sterf dan niet, Victor 1 Het is veel verstandiger, dat je voor mg blgft leven. Misschien heb ik je later hartelgk lief, dat zal toch zoo moeilgk niet zgnl* .Mgn engel 1 Ea van scheiden spreken wg nooit weer, nietwaar Bertha?* .Welneenl Zaker niet! Ik zal je niet verlaten, zoolang je mg liefnebt. Als wg ooit scheiden, dan zal dat uw wensch zgn, niet de mjjnel* >Ikl< sprak hg met een overmoedig lachje en daalde een klein doosje uit zgn zak. .Zie dezen ring eons, Bertha! Hg zal Men ne«mt ze daartoe nit den grond en hondt ze eenige dagen droog. Dan worden zg in luchtdichte blikken bakken gedurende 50 uren aan dampen en zwavelether bloot gesteld, waardoor een konde van 18 graden Celsins wordt bereikt. Zg komen dan in een knn8tmatigen winterslaap, en ontwikkolen zich daarna aU in de lente. Vooral gelukt het bg vlier, sneeuwballen, dentzia8 en azaleas. Reeds na 14 dagen staan zg vaak in bloei. Men beweert, dat het op gelijksoortige wjjs wellicht gelukken zal in alle jaargetjjden zomervruchten te verkrggen. De .Daily Express* verneemt uit Dresden, dat Koning George van Saksen Zaterdag avond een hevigen aanval van bloeduitstor ting heeft gebad. Volgens het laatst uitge komen bulletin vaü oe geneesheeren kan hg niet langer dan 2 of 3 dagen leven. Te Parjjs is een rapport van generaal Gallieni over de nederzetting van Boeren op Madagaskar aangekomen. De gouverneur stelt voor, alleen Boeren, die genoeg kapi taal hebben om het uit te zingen tot het hun toebedeelde lanl zgn geld opbrengt, toe te laten. Hg zegt, dat er tusschen Ma- jnnga en Tulcar geschikt land voor de Boe ren is. Uit Londen wordt van heden gemeld dat de Boeren die naar Somaliland gaan, onder bevel zullen staan van Piet de Wet, den ongur stig bekenden broer van Christiaan. Er liggen reeds twee stoomschepen te Kaap stad klaar om hen over te brengen. De Engelscu-Indipche regeering heeft eene vliegende kolonne, bestaand nit een eska dron kavalerie en eene afdeeling inluutarói met een Maxim-kanon, onder bevel van majoor Mac Mahon, naar de Hilmend ge zonden, tot byleggin van het grensgeschil tusschen Afghanistan en Perzië, dat een gevolg is van de wgziging van den stroom- loop van genoemde rivier. De Russische pers is ten zeerste verbolgen over die in menging van Engeland, dat geen gelegen heid leat voor1 ggaan om zgn invloed in bet rjjk van den Emir te versterken, ten koste van Rusland. Zaterdag zgn weer 65 Engelsche meisjes ou8 binden. Het is een erfstnk van de familie, ladert eeuwen hebben de Nortons hem ge- o ^^%sfiiitair (een Het was ean \^sm van zeldzame grootte, die hg aan haar vin ger stak. »Er is aan dit erfstnk een merkwaardige overlevering verbonden*, vervolgde hg. »Ze luidt, dat een ongelukkig einde te beart vallen zal aan elke bruid, die dezen ring niet zal dragen. Je zier, hoe noodzakelijk het is met deze voorspelling niet den gek ta steken Bertha werd plotseling ernstig. .Heeft je mama dezen ring gedragen?* vroeg zg angstig. Bedremmeld keek hg haar aan. >Mgn mama*, herhaalde hg. .Neen mgn papa troudwe haar in overgling en in stilte. Voor zoover ik weet, heeft mgn mama dezen ring nooit gedragen!* .Het is merkwaardig!* sprak zg, terwjjl zg het juweel aan haar vinger beschouwde. .Laten wg verder liever over mg a mama zwggen*, vervolgde de graaf, wiens hart ontroerd was. .Hoe denk je er over, als wg het slot North minster nn eens gingen zien?* Dat vond zg goed en zoo gingen zg op weg door de schoone streek naar het erfslot van den graaf. Op zgn arm leunend betrad Bertha met graaf Norton het fraaie oude kasteel. Met verwondering zag zg die lange reeks van prachtige pronk en ontvangzalen. Overal weelde zonder overdaad! Het is hier onvergelgkelgk schoon*, flaisterde Berlha hem toe. »Ed... waar is de kamer... waarin je mama...* Zg schrikte van de uitdrukking op zgn gelaat en bleef in haar woorden steken. >0, Victor, wt s niet boos om mgn vraag*, vleide ze. {Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1