Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Hommelerwaard.
Een landbouwbelang.
M 2181.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 14 JAN.
1903.
Reeds werd van meer dan eene zijde
de aandacht geschonken aan een artikel
in het „Sociaal Weekblad", van de hand
van Dr. G. W. Bruinsma, getiteld: „de
Landbouw en de bieten."
De algemeene strekking van het artikel
is: een lans te breken voor het behoud,
in hare tegenwoordige uitgebreidheid,
van de beetwortelsuikercultuur.
Het aantal beteelde hectaren bedroeg
in 1900 over het geheele land genomen
zeker honderd vijftig duizend, en men
zegt dus niet te veel, wanneer men be
weert, dat de belangen van den Neder-
landschen landbouw bij het voortbestaan
der Nederlandsche su.kerindustrie zeer
na betrokken zijn.
Gaan wij de geschiedenis na, dan
blijkt het, dat men vooiheen in Neder
land, voor zoover betreft de kleigronden,
alleen oog had voor den tarwebouw, of
althans voor den graanbouw in het al
gemeen. Tot op zekere hoogte hing dit
samen met de toen heerschende eco
nomische begrippen. Men meende na
melijk, dat elk land noodwendig, wat
bet voedsel betreft, in zijne eigene be
hoeften moet kunnen voorzien. Vandaar
dat de buitenlandsche concurrentie dan
ook een schrikbeeld was.
Maar men vergat dat de wereld niet
bestaat uit eenige kleine, aparte aard
bolletjes, maar wel degelijk één geheel
is, en dat bij de duidelijk zichtbare
toeneming van het wereldverkeer, plaat
selijke invloeden en toestanden den door
slag niet langer kunnen geven. Deze
worden integendeel door de algemeene
wereld toestand en beheerscht. De wereld
markt geeft den doorslag.
Toen men in verschillende streken
der aarde, onder anderen in Argentinië
en de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika op groote schaal koren ging
verbouwen, kwam de concurrentie van
zelf en meende men nog tegen den
stroom te kunnen oproeien. Dat was
natuurlijk een hersenschim. Maar wat
is het gevolg geweest van de groote,
gevreesde concurrentie? Dat het volk
goedkoop brood eet en de verschrikke
lijke schommelingen in de prijzen, die
vroeger zoo vaak voorkwamen, ver-
dweuen zijn.
Toen is, na 1870, langzamerhand de
FEUILLETON.
bietenteelt ingevoerd, op de gronden
voor tarweteelt geschikt.
Misschien is nooit eenig gewas in ons
vaderland van zoo groot belang voor
den landbouw geweest. Ook staat het
vast, dat deze cultuur veel tot ontwik
keling van den landbouw heeft bijge
dragen, omdat het juist deze is, die de
nuttigheid en het doelmatig gebruik van
kunstmeststoffen heeft geleerd, terwijl
de bekende afval der suikerfabrieken,
de pulp, een uitmuntend bijvoeder, de
uitbreiding van den veestapel mogelijk
heeft gemaakt in streken waar de vee
teelt geen hooge vlucht kon nemen
terwijl de beetwortelcultuur over het
algemeen vele rappe handen werk geeft
en dus minder gevaar oplevert voor het
vervangen van handenarbeid door dien
der machines.
Nu zijn sommigen, en in hoofdzaak
de suikerfabrikanten, van meening dat
de suikerindustrie in ons land sterk zal
verminderen, als een gevolg van de
besluiten der bekende Brusselsche suiker
conventie, waarbij de regeeringen der
suikerverbouwende staten zich hebben
neergelegd. Zooals bekend is bestaat
om zich tot ons eigen land te bepalen,
een vrij hooge suikeraccijns, maar wordt
door de regeering aan de suikerfabri
kanten een hooge premie toegekend bij
uitvoer naar het buitenland, waardoor
hier te lande dure suiker wordt ge
bruikt, terwijl Engeland onze suiker zeer
goedkoop betrekt en de Engelsche jam-
fabrieken bloeien. Aan dozen onnatuur-
1 ij ken toestand, waardoor de suiker
industrie kunstmatig beschermd wordt
ten koste van de Nederlandsche ver
bruikers, zal nu spoedig een einde wor
den gemaakt en in andere suikerver
bouwende landen zal in ongeveer ge
lijken geest worden gehandeld. Wij
verwachten hiervansterke verlaging
van den suikerprijs binnen 's lands, een
toenemend verbruik en een flinke ont
wikkeling van de fabrieks-nij verheid,
die suiker als grondstof gebruikt.
Het ligt echter thans niet op onzen
weg d'ze vraag te bespreken. Wij zullen
natuurlijk de gebeurtenissen moeten af
wachten, daar alles nog slechts op on
derstellingen rust. De mogelijkheid dat
de beetwortelcultuur in Nederland in
haar tegenwoordigen omvang in belang
rijke mate zal worden ingekrompen,
erkennen wij.
Maar wat wij niet kunnen inzien is,
dat dit voor den landbouw een ramp
en een zaak van zeer groote beteekenis
voor het algemeen belang zou moeten
zijn.
Men versta ons welOnze meening
is natuurlijk niet dat het een gewenschte
zaak is, wanneer de eene of andere
bloeiende cultuur in verval geraakt. Wij
wilden er alleen op wijzen, dat het
verval van den landbouw in het alge
meen afhankelijk kan of mag wezen
van de afnemende levenskracht van één
enkelen tak.
Toen de korenbouw nog werd ge
houden voor de eenig mogelijke, eenig
gewenschte, dacht men er niet aan, dat
de zaken eens zouden veran leren en
liet Gods water over Gods akker loopen.
Men vergat de heilzame economische
les, dat men in veranderde omstandig
heden niet mag vast houden aan het
bestaande en, wanneer het getij verloopt,
de bakens verzet moeten worden.
Toen de tarweval kwam was Leiden
in last. Men wilde tegen den stroom
oproeien. Die buitenlandsche concur
rentie moest worden geweerd. Er moesten
invoerrechten worden geheven. Er moest
een graanwet komen!
Sinds zijn twintig jaar verloopen.
Niemand denkt meer aan een graan
wet. De Nederlandsche landbouw heeft
al den raad gekregen om den geheelen
tarwebouw maar te laten varen. De
invoer gaat ongestoord zijn gang. 't Is
alles buitenlandsche waar die we krijgen
en, we merkten het reeds op, we eten
heerlijk goedkoop brood.
Dat is de geschiedenis van het graan.
Het kan, ook de geschiedenis van de
suiker wezen. Landbouwers, vergaapt
uzelven niet aan een misschien ijdel
toekomstbeeld. Het zou dwaas wezen,
te meeneu dat de suikerteelt, zelfs onder
de gunstigste omstandigheden, zal voort
gaan zooals dit in de laatste twintig
jaren het geval is geweest. Zelfs zij, die
al het mogelijke zouden willen doen
om, desnoods door buitengewone maat
regelen, achteruitgang te voorkomen,
erkennen dat dezelfde grondeD, die voor
de suiker worden aangewend, ook voor
verschillende andere soorten van ge
wassen geschikt zijndat een boer niet
alles op één kaart moet zetten, dat hij,
als de tijden daarop wijzen, in veran
dering van cultuur heil moet zoeken
en, boven alles, altijd op veelzijdigheid
bedacht moet zijn, en mislukking van
den eenen of anderen oogst of daling
der prijzen, steeds moet kunnen worden
opgewogen door de opbrengt van andere
gewassen.
Wij vertrouwen dat de Nederlandsche
suikerindustrie met geene enkele wet
geving op dit artikel zal staan of vallen
maar tevens, dat in de toekomst onze
landbouwers zich, bij eiken tegenslag
en achteruitgang, door in tijds genomen
en doeltreffende maatregelen voor schade
zullen weten te vrijwaren. N. C.
UWD VAN ALIENS
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00.
franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 fit. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
BW, 'iWifcatia acir-ny -uzi
33)
»Weet je nog hoe ze er uitzag?*
»Zjj bat donker haar en donkere oogen
en baar gelaat was vriendeljjk, meer weet
ik niet.«
Lady Carby zag haar neef scherp aan.
>Kan je niet gissen wie zjj was?*
»Neen, volstrekt niet! Wie was zjj?c
»De dame, die je gist ren gezien hebt.*
»Maar wie was die dame?<
Eerst na een lange stilte volgde het ant
woordBlanca Norton!*
Bliksemsnel sprong graaf \ictor op.
»Het meisje, dat mgn arme mama gehaat
en vervolgd heeft en aan haar moord mede
plichtig was? Het meisje, dat tnet uw hulp
uit de gevangenis ontsnapt is?«
»Victor, hoe durf je het wagen, Blanca
te beschuldigen!* zeide Lady Carley, die bu
eveneens opstond. Blanca was een marte
lares, geen moordenares Dat zjj je mama
haatte, was baar niet kwaljjk te neuien.
Zonder het te weten, ontnam je mama haar
het geluk van h *ar leven Voor de wangunst
die Blanca tegen je mama koesterde, voor
deze eenige zeer vergeefljjke fout heeft zjj
geboet met een lang troosteloos leven. Heeft
zg niet genoeg geboet door met de schuld
van anderen beladen, uit het vaderland en
uit den kring van haar vrienden verbannen
te worden?*
»Als de schuld niet op haar rustte, dan
toch op haar broeder!* antwoordde de graaf
op kouden toon.
»Hoe kan je oordselen over iets, wat God
alleen weet? Beschuldig noch dsn broeder
noch de zoster. Alle msnscheljjk oordeel
kan falen. Blanca Norton is onschuldig aan
den dood van je mama en zonder schuld
is haar lot diep beklagenswaardig. Zg offerde
vrgwillig haar leven op om je vader te ver
plegen, zg richtte hem op in zjjn zwaar
ljjden en was jarenlang voor hem een zorg
dragende zuster. Zg verliet hem geen seconde.
Hoe zwaar hij ook aan haar misdeed, nooit
heeft; zg zich anders gewroken dan door
toewgdunde liefde. Ik heb je vader lief
gehad, maar dat had ik niet kannen
doen
Lady Carley zonk in haar stoel terag,
haar krachtm waren uitgeput. Victor
stond overbluft.
»Gelooft je mg vr /eg zg.
»Ja tante*, antwoordde hg. »Vergeef het
mg! Zou ik haar niet eens kannen zien?
Ik zou haar zoo gaarne mjjn dank betui
gen
»Ja, zg verdient een goed woord van je
ofschoon wat kan een woord van
dank opwegen tegen een opgeoff jrd leven
Je zult haar zien, deze martelares voor de
schuld van anderen*, besloot zg en wag
gelde voor hem heen naar de deur, die zich
achter haar sloot. Hg was alleen.
Was dit e-vn droom of werkelgkheid?
Zgn vader nog in leven? In verwarring
liet hg zjjn blikken door het vertrek zwe
ven.
Onbemerkt ging de deur open en Blanca
Norton stond op eenige schreden afstands
van hem.
»Victor!« klonk bet van haar lippen en
ogna angstig strekte zg de hand naar hem
uit.
Miss Norton! Blanca! Zooevea vernam
ik, dat mgu vader nog leeft en dat IT zoo
veel opofferende grootmoedigheid heeft ge
toond! Dat heeft niet aan u verdiend 1
Laat mg, zgn zoon, n daarvoor mjjn har-
teljjken dank betnigeü
»Stil,« zeide zg goedig, >noera mg Blanca
of nicht, maar ni t miss Norton! Hos
vreemd klinkt die naam in mjjn oorenl Se
dert drieëntwintig jaren heb ik dien naam
niet hooren uitspreken
Graat Victor voelde een rilling door zjjne
ledan gaan.
Voerde n eea anderen naam? Ach, hoe
kon ik vergeten
»Dat ik mg voor de wereld verborg, om
dat ik vervolgd werd wegens moord,* vulde
zjj aan. >Jn, toen ik nit de gevangenis
ontvluchtte, nam ik de naam Miss Black
aan. Vier maanden bracht ik in een nede
rige betrekking door, en leefde van den ar
beid mjjner handen. Die tjjd in mgn leven
was hat zwaarst. Toen nam ik het besluit
mgn leven te wjjden aan de verpleging van
je vader, wiens verstand na zgn ziekte ver
duisterd was, en die door de geaeesheeren
otgeneesljjk was verklaard. Tanta Elisabeth,
die de gedachte niet kon verdragen, dat je
vader in een gesticht zou verpleegd worden,
versterkte n:jj in mgn voornemen! Zg koos
een landelgke woning en daarheen bruch-
ten wij ja vader met twee trouwe bedien
den, den ouden Hooper en Martha. Door
een hoogen muur aan alle zjjden van de
buitenwereld afgesloten, leef ik daar stil en
eenzaam met je vader. Niemand kent hem,
niemand kent mg. Zeer zelden verlaat ik
die plek gronds, waar ik mg geheel thnis
gevoel.*
Zg haalde diep a letn en liet haar blik
over het grauwe landschap zweven. Be
wondering en uiedeljjden vervulden het ge-
mo*d van den jongen man. Zg gevoelde
zich geheel thuis aan de zgde van een waan
zinnigen ouden man, terwgl haar de schuld
van een zware misdaad werd toegedicht.
Lfuiteniana,
Uit Madrid wordt dd. 11 dezer gemeld:
Toen het hof uit de kerk terugkwam,
loste iemand een pisiool-chot, zonder iemand
te raken. De dader werd aangehouden en
is Feito genaamd.
Hg verklaarde bg zgn verhoor, dat hjj
slechts don opperkamerheer bad willen
dooden.
In zgn zakken vond men verschillende
briefkaarten, gericht tot den burgemeester
van Madrid, benevens ontvangstbewijzen van
aangeteekende brieven aan President Roose
velt, den Koning van Engeland, den Kei
zer van Duitschland, don Czaar en den Pre
sident van het Hof van Justitie te Mexico.
De dader verklaarde verder, dat hjj ge
huwd is met een Fransche vrouw, die hem
in een krankzinnigengesticht deed opsluiten.
00 ontkent anarchist te zgn.
De politie-agent, die Feito arresteerde,
legde de volgende verklaring af:
»Toen het rjjtuig vau den Koning voor
bij ging, sprong iemand naar voren, die
een pistool op het tweede rjjtuig richtte.*
»Ik gaf hem toen een slag met mjjn sa
bel, waardoor hjj verhinderd werd een tweede
schot te lossen.*
Fiito riep toen: »Gij hebt mjj willen
dooden, maar ik wil Sotomayor dooden, die
de oorzaak is van al mgn rampen.*
Sotomayor was echter niet in het rjjtuig.
De laatste verhoorvn van Feito hebbes
bevestigd dat deze aan vervolgingswaanzin
ljjdt.
Hevige sneeuwstormen hebben Zaterdag
de spoortreinen tusschen Fort Wiiliam en
Glasgow tot staan gebracht. Tengevolge van
Geen wonder, dat zjj op veertig-jarigen
leeftijd reeds grjjs was.
Zjj scheen zgn gedachten te raden en een
glimlach verhelderde haar gelaat.
»Victor, ik gevoel mg niet ongelukkig,
geloof mjj. Je vader was mjj meer waard
dan mgn leven, en hg is dat nog! Ofschoon
hg mjj niets meer is den een schadnw van
vroeger, zou ik toch nergens anders kunnen
leven dan hg hem. Tante Elisabeth bezocht
ons som8 in onze eenzaamheid en als ze je
dan meebracht en ik je op mjjn arm mocht
dragen dan begeerde ik geen beter lot.
En nu hoor ik opeens vau je plan om te
trouwen.*
>Dat is mjjn plan,* antwoordde hjj
zwaarmoedig. »Maar zjj weet nog niet, dat
mgn papa nog leeft. Wie weet, of zjj nog
toestemt als zjj verneemt, dat rang en titel
hem toekomen en niet mjj
»Heefc het meisje ja lief?* vroeg Blanca
ernstig. »Of je liefde voor haar koestert,
behoef ik je niet te vragen.*
»Neen, dat behoeft u niet te vragen
Zonder haar is het leven mg Hjj bleef
steken en liet het hoofd zakken. »flad ik
het maar vroeger geweten! Hoe zal het nu
gaan
»Denk je dan ook haar te verliezen, wan
neer je den rang en den titel van je vader
verloor
»Dat kan ik niet met zekerheid zeggen.
Bertha heeft een edel gemoed, maar zal zjj
niet gelooven, dat ik haar opzettelijk be
drogen heb En dan nog welk meisje
zou onverschillig zgn voor een hoogen rang
en groote rjjkdommen?*
>A!s een meisje oprecht bemint, vraagt
ze daar wsinig naar. Victor, ik hoop, dat
zg je werkelgk liefheeft.*
»Zg zal mg liefhebben 1* antwoordde hg
ongeduldig. Zjj heeft het me beloofd, en een
den sterken wind, hoopte de sneeuw zich
tot tien voet hoog op. De ochtend-expres
van Fort William naar Glasgow is niet
verder gekomen dan Luibnnchlach en vloog
later uit 'net spoor, toen men onder gefor-
ct-erden druk een weg door de sneeuwmassa
wilde banen. De stationschef te Corronr
moest de hongerig?» passagiers spjjzigen. Een
tweede trein kwam ook niet verder dan
Corrour.
Op verzoek van Marconi, zal president
Roosevelt na de opening van het station
voor draadlooze telegrafii te Cape Cod de
eerste boodschap over den Oceaan zenden.
Zjj zal gericht 7,jjn aan koning Edward en,
naar men verwacht, door hetzelfde gemeen
schapsmiddel beantwoord worden. Marconi
zal de boodschap zelf overseinen.
De »Z"it« en de »Oesterreichische Volks-
zeitnng* W8ten te vertellen, dat Frans Jozef
weer een nFuwe familieverrassing wacht.
De rewezen kroonprinses Stefani», tegen
woordig gravin Lonyay, zou nu weer met
haar man overhoop liggen en het geschil
zou reeds zoo hoog-geloopen zjjn, dat echt
scheiding ook hier het parool is.
De Wiener Allgemeine Zeitang* ook
al een blad, dat evenals de »Zeit« druk werk
maakt van zulke vorsteljjke famiiiezaakj s
zegt, dat graaf Looyay besloten is te
schei len omdat hjj geen lust heeft zich lan
ger de onverkwikkelijke achteruitzettingen
te laten welgevallen, die hjj van 't Oosten-
rjjksche hof heelt te verduren gehad hjj ver
schillende gelegenheden. Bjj die onaange
name ondervindingen komen nog fiaanciëele
moeielgkheden. Stefanie kreeg bjj haar
tweed» huweljjk van den Keizer 2.000.000
kronen mede als bruidschat; koning Leo
pold geeft haar jaarljjks 50.000 kronen.
Maar zjj komt er niet mede rond. Het
ergste van alles is evenwel, dat de graaf
klaagt over bet onverdragelgk karakter van
zjjn gemalin; iets dat geen verwondering
behoeft te baren als men zich herinnert,
dat diezelfde eigenschap van Stbfanie van
gezaghebbende zgde als een der re-lenen
voor het tragisch uiteinde van kroonprins
Rudolf is gegeven.
Het schjjnt, dat graaf Lonyay onlangs
plotseling naar de Riviera is gereisd en van
daar Stefanie m»t zjjn besluit in kennis
meisje als Bertha liegt niet!*
Blanca keek hem twjjfelend aan.
Bemint zjj j8 niet zoo innig, als jg haar?*
vroeg zjj met beven 'e stem.
>Neen, niet zoo innig, dat heeft ze mjj
openhartig gezegd, maar een liefde zoo groot
als do mjjne, wekt wederliefde.*
>Niet altjjd, Victor, o neen! Hoe geluk
kig had ik dan moeten zjjn! Maar j* bemint
haar en je znlt noch haar, noch ja erfgoed
verliezen. Als je dat zelf niet wil dan be
hoeft zjj volstrekt niets van dit alles te
weten
»Zou ik geheimen hebben voor Bertha?
Dat nooit! Zjj moet het weten! Vre-s niets,
Blanca! Ons geheim is bg haar wèl be
waard
Hg bemerkte, dat zjj over deze woorden
ontstelde, m iar zjj herstelds zich eu zeide
op kalmen toon
Zooals ja wilt! Weet wel, wat j» doet
en vat er op het spel staat! Voor de we
reld is en bljjft je vader dood, als rustte hjj
reeds naast je macua!*
>Arme mama! was het goed gehandeld,
haar ongewroken te laten? Ik vraag het u,
Blanca: was het goed den moordenaar on
gestraft te lat n ontkomen om de eer van
ons hnis te redden!*
Oh, welk een blik trof hem uit Blanca's
oogen. Daarin was diepe smart, iunig me
delijden en groote b zorgdheid ta lezen.
»Je doelt op mgn broeder, op Juan Nor
ton? Victor, de misdaad was wreed, ellendig,
eu toch heeft men goed gehandeld door den
moordenaar aan de menschelgke gerechtig
heid te onttrekken. God alleen kent de paden
der menseden laat dit genoeg zjjn!*
>Ik ga met u mee naar Londen, naar
mgn vader!* riep de graaf plotseling uit,
nadut beiden een poos hadden gezwegen.
(Wordt vervolgd).