Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bonnnelerwaard.
Op onzijdig terrein.
'lET IAm VAN ALTEN^
M 2184
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 24 JAN.
1903.
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementiprjja: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel
meer ll/t et. Groote letters Baar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Onder de vele zaken, bij welker be
oordeeling zich een zeer groot verschil
van meening openbaart, neemt de on
zijdigheid een der eerste plaatsen in.
In het volkenrecht, waar zij den naam
van neutraliteit draagt, wordt zij meer
bepaald als een plicht beschouwd, een
plicht die, de Zuid-Afrikaansche oorlog
leerde het nog, dikwijls zwaar valt om
te vervullen, als in strijd met het men-
schelijk gevoel.
Hier hebben wij natuurlijk meer het
oog op de onzijdigheid, toegepast in het
dagelijksch leven.
D&dr staat deze eigenschap nog al
eens in een kwaden reuk.
Trouwens, het moet worden bekend,
dat onzijdigheid zich niet altijd in het
kleed der deugd vertoont. Allerminst
is dat het geval bij menschen, die er
doodsbenauwd voor zijn, zich de vingers
te branden en er daarom wel zorg voor
dragen, geen eigen meening te uiten,
maar altijd trachten die van een ander
uit te hooren, om er zich dan met groote
behendigheid naar te voegen. Dat kan
soms al heel vermakelijk wezen.
Ongeveer op dezelfde manier vinden
we menschen, die de eigenschap ver-
toonen, steeds en in alles partij te
kiezen, en er dan ook volstrekt niet tegen
opzien, nu en dan eens „overhoop te
liggen."
Nu is het waar, dat onze dichter de
Genestet het krachtig zei: „Wilt ge
een man zijn, kies partij!" Maar zou
hij dat wel zóó bedoeld hebben, dat men,
om een man te kunnen heeten, zich
steeds in alle zaken behoort te mengen,
altijd zijn oordeel en meening te zeggen,
gevraagd of ongevraagd, bevoegd of on
bevoegd; ook waar het niet noodig is,
waar het geen nut kan hebben, waar
het gladweg niet te pas komt?
Dè,t zijn wij zoo vrij te betwijfelen.
Wij hebben eens eene andere verkla
ring gehoord van de Genestets woorden
en die kwam ons treffend juist voor.
Deze namelijk „dat men eerst dan een
man (of ook wel een vrouw) is, als men
partij gekozen heeft", beteekent dat de
mensch, die waarlijk mensch wenscht
te zijn, een bepaalde levensrichting be
hoort te volgen, een diep gevoelde over
tuiging moet hebben omtrent de zaken
die den ernst van het leven betreffeü,
FEUILLETON.
36)
Een oogenblik later trad zjj de spreek
kamer binnen. Haar oogen richtte zjj on
middellijk op den onverwachten bezoeker,
op Charles. Een minuut stonden zjj stom
tegenover elkaar. Toen boog hg en sprak:
»Ik vrees n te storen, want ik kom on
verwacht, maar u zult me dat willen ver
geven, hoop ik, als ik u mededeel, waarom
ik hier gekomen ben.*
In korte woorden vertelde hij, wat er ge
beurd was. Het huis Stuart was gevallen
en het geheele belangrjjke vermogen was
in verkeerde speculatieu verloren gegaan.
Zjjn papa was geruïneerd. Hg kwam nu om
haar nogmaals vaarwel te zeggen.
Zg gevoelde een geweldigen aandrang om
haar pas verkregen positie te verlaten, en
af te zien van alles, wat het leven veraan
genaamt, teneinde een enkele maal te kun
nen voldoen aan de uitspraak van haar hart,
al moest zg dan ook gaan bedelen.
Maar zg bedwong zich. Geen trek in baar
gelaat verried welken strjjd zg in haar bin
nenste streed. Maar haar lippen weigerden
hun dienst, toen zg hem wilde antwoorden.
Haar zwjjgen verkeerd uitleggende ver
volgde hg
•Ik wilde niet afreizen zonder u bekend
te maken met de reden, waarom wjj naar
Amerika terugkeeren. Gelukkig is uw toe
komst verzekerd. Ik kan uw papa met een
gerust geweten verantwoording doen van
de plichten, die ik op mg nam. Mjjn op
rechte wenschen voor uw geluk heb ik reeds
eene overtuiging die weet wat en die
ook weet waarom ze het wilmaar niet
om die overtuiging te hangen aan de
groote klok der publiciteit, zonder dat
één enkel belang dat vordert.
Parti] kiezen in dien zin sluit, dunkt
ons, alle partijdigheid uit. Een partij
kiezen dat in partijdigheid ontaardt, is
een soort van hoogmoed, die ons wijs
maakt dat we het veel beter weten dan
anderenhet is een gebrek aan eerbied
voor de eerlijke overtuiging van die
anderen, die gevaar oplevert om te ko
men tot liefdelooze veroordeeling.
Is partij kiezen in dien goeden zin
van het woord eene deugd, het betrach
ten van strikte onzijdigheid kan het niet
minder zijn.
Het is stellig waar, dat op velerlei
gebied is en steeds moet zijn, wrijving
van gedachten, ontstaan door verschil
van meening en belangen. Het goede
en ware kan uit die wrij ving voortko
men. Daarom moeten wij ook hebben
een welgevestigde meening en den moed
onzer overtuiging, al moge soms het
eigen ik daardoor een weinig achter
staan.
Maar wij mogen daarbij niet vergeten,
dat niemand de waarheid in pacht heeft.
Wij zijn allen zoekendenwij zijn allen
strijders, en wij zijn niet beter dan onze
tegenpartij omdat wij van haar ver
schillen. Die geen geestverwanten zijn,
mogen daarom nog geen tegenstanders
of vijanden worden genoemd. Altijd zal
er iets zijn, waarin zij overstemmen,
iets waarin zij, bij alle verschil van
meening, kunnen streven naar één doel,
kunnen arbeiden op hetzelfde terrein,
samen de levensreize kunnen voort
zetten.
Dkt noemen wij het onzijdig terrein.
Dht noemen wij de ware neutraliteit,
waarin heel wat meer kracht verscholen
ligt, dan menigeen vermoedt.
Willen wij haar, dan houden wij een
deel van ons terrein beschikbaar, waarop
wij allen elkander kunnen ontmoeten
en desnoods de hand reiken. En er ge
beuren op dat onzijdig, soms zoo ver
achte terrein, zulke wondere dingen!
Als we er veel vertoeven in eikaars ge
zelschap, dan gebeurt het o zoo vaak,
dat weleeren achten en liefhebben wat
in schijn beneden ons en in den schijn
der meeningen wellicht tegenover ons
stond.
Het is een ondenkbaar geval, dat wij
uitgesproken, ik voeg daarbjj het verzoek
ons niet geheel te vergeten. Het ga n wel,
miss Darrell!c
Hg reikte haar de band en zai no?:
Al is het nog wat te vroeg, zoo wil ik
toch de toekomstige gravin Norton mgn ge-
lukwenschen aanbieden.
•Ik dank u!c antwoordde zg koel. »Ik
zal Lady Carley en graaf Norton mededee-
len, dat u hier is. Natunrljjk zullen zjj bei
den u willen begroeten. Het ga n wel, mjjn-
heer Stuart. Laten wg hopen, dat het met
uw papa niet zoo slecht gesteld is, als u
vreest. Mgn vriendelijke groeten aan mjjn
nicht, en gelukkige reis 1
In majestueuze houding stapte zjj naar de
kamerdeur. Als vastgenageld bleef Charles
staan en oogde haar na.
Zg stond reeds op den drempel; daar
wendde zg eensklaps het hoofd en gaf zg
lacht aan de waarachtige gevoelens van
haar hart. Haar trots was gebroken. Zg
keerde terug en greep zjjn hand.
Vaarwel Charles, mgn teerbeminde, mgn
eenige geliefde, vaarwel! c
Toen stiet ze hem bjjna ruw van zich af
en verliet de kamer als voortgejaagd door
furiën.
Vjjf minuten later rolde het rjjtuig weg
dat Charles naar het station terugvoerde.
XXVI.
Bjjna bewusteloos kwam Bertha in het
salon terug. Graaf Norton zag haar binnen
treden en bemerkte hoe bleek zg was. Hg
was juist in gesprek met barones Leonore
en kon daarom niet dadeljjk naar Bertha
gaan. Weinige oogenblikken later hoorde
man gekerm gevolgd door een val. Er
ontstond verwarring onder de gasten. Miss
Darrell was in onmacht gevallen.
menschen steeds en in alles zouden
kunnen overeenstemmen. Zou daarom
het gansche leven een tooneel van strijd
en wrijving moeten zijn, zonder één
plekje waar we kalm kunnen neerzitten
in de schaduwen van den vrede Zouden
wij ons daarom onthouden van samen
werking, waar toch de krachten van
den enkelen mensch zoo bitter weinig
beteekeneu en slechts in samenwerking
heil te vinden is op elk gebied.
Juist op neutraal gebied hooren wij
zoo menig ernstig, gemoedelijk woord,
vinden wij zooveel wat opbouwt en ver-
eenigt, wordt zooveel stof verwerkt op
zedelijk gebied, die gretig wordt gezocht
door hen, die wel in woeling en strijd
op hun post zijn, maar ook nog iets
anders verlangen dan woeling en strijd
alleen.
Op het groote strijdperk van het maat
schappelijk leven, op onzijdig terrein,
kunnen wij allen een werkkring vinden,
soortgelijk aan die der zuster van barm
hartigheid, die met onhoorbare schreden
voortgaat te midden van vuur en dood
niet overal den strijd ziende, maar
overal trachtende goed te doen.
Buitenland.
Hoe laDger hoe meer bljjkt, dat de nood
onder de sard jjnen-visschers van Bretagne
ontzagljjk groot is. Alle voorname Parjjsche
bladen laten zich dageljjks door hunne spe
ciale correspondenten uitvoerige verslagen
seinen, waarin, in de levendigste kleuren,
de jammerljjke ellende van die visschersbe-
volking wordt beschreven. Zjj hebben de
Figaro* aan het hoofd inschrjjvingen
geopend, en op hun initiatief is er reeds
eene centrale commissie tot hulpbetoon ge
vormd.
Heel Parjjs is bewogen door de verhalen
van die ontzettende ellende, en wanneer het
hart van Parjjs wordt getroffen is hare ge
nerositeit onbegrensd. Geen wonder dat het
geld in massa op de bureaux der dagbladen
binnenstroomt. Tonnen gouds zjjn echter
noodig OHQ de dringendste nooden der ver
hongerde visschers te kunnen lenigen. Daar
om stel le de nationalist Lasies in de Kamer
een wetsontwerp voor, strekkende om de
regeering te machtigen fr. 500.000 voor de
noodljjdende visschers te besteden.
De voorzitter der begrotingscommissie,
de heer Doum^r, en de minister van Fi-
Met de grootste behoedzaamheid droeg
men baar naar haar kamer en daar kwam
zjj na veel moeite weer tot bewustzjjn. Haar
eerste blik viel op den graaf. Zjj bedekte
baar gelaat tnet beide handen, als kon zjj
zjja aanblik niet verdragen.
Lieveling,* riep hg, wat scheelt er aan
Och, zeg me toch wat moet ik doen!*
•Ga heen, laat mjj alleengaat allen
heen, meer behoef ik niets,* fluisterde zjj
zacht.
Men wilde baar kalm toespreken, er moest
iemand bjj haar bljjreB, hetzjj Lady Carley,
of graaf Victor.
Neen, neen!* riep zjj heftig. »Ik heb
niemand en niets noodig, ik wil alleen zjjn
Zjj trilde over het geheele lichaam, men
vreesde voor een zenuwtoeval, als men niet
aan haar verlangen voldeed en liet haar
alleen.
De dag brak aan, toen zjj uit een lichte
sluimering ontwaakte. Zjj had hevige koorts
en hoofdpjjn.
De huisdokter kwam, vroeg wat haar
overkomen was en gchudde het hoofd. Haar
zenuwen waren zwaar geschokt, doch zorg
vuldige verpleging en algeheele rost zonden
haar weer spoedig doen herstellen.
Met somber gelaat fluisterde graaf Nor
ton naar de woorden /an den dokter. Hjj
had gehoord van het korte bezoek van
Charles en wist dat zjj hem gesproken had.
Was dat geen zonderlinge samenloop van
omstandigheden? Zjjn kortstondig bezoek,
zjjn heengaan zonder de familie te begroe
ten, en weinige oogenblikken later Bertha's
onmacht. Wat kwam hjj doen? Wat had
den die twee besproken? De jalouzie mar
telde voortdurend zjjn geest.
Zoodra hem veroorloofd werd, de kamer
van zjjn verloofde te betreden, keek hjj
nanc è'n Rouvier konden wel met het voor
stel medegaan, maar wilden het liever niet
dadeljjk behandeld hebben.
Zjj randden nan, het eerst naar de be-
grootingscommissie te verzenden, die dan
tevens kon overwegen, uit welke bron het
benoodigde geld zou kunnen worden ver
schaft. De afgevaardigde Lasies stelde daarop
iets anders voor; bjj wilde n.l. ten bate
van de visschers 5 pCt. zien afhouden van
de schadeloosstelling der Kamerleden ovpt
de loopende maand. Ofschoon dit origineel
voorstel warmen bjjval vond bjj diverse
partjjen, werd het weder ingetrokken, nadat
de voorzitter nit het gevolgde vrjj heftige
debat geconcludeerd had, dat het hier lief
dadigheid gold, en dat daarom geen voorstal
kon worden aangenomen, waarbjj sommige
leden tegen bun zin tot zekere bjjdrage
zonden worden gedwongen.
Toen het stoomschip >Cornucopia< dezer
dagen de Grieksch* haven Limni verlaten
hebbende, nauweljjks in zee was, werd
plotseling een der stokers waanzinnig. Hjj
nam een positie in, waar hg alle ketels in
zjjn macht had en bedreigde iedereen, die
hem naderde, 't Duurd« niet lang of de
vuren gingen nit en de stoom ontbrak,
waarop het schip bjj zeer holle zee volmaakt
hulpeloos dreef. Des morgens van den vol
genden dag verliet de krankzinnige zjjn
plaats en begaf bjj zich naar het voorschip.
Hier werd hjj gegrepen en vervolgens opge
sloten. Men gaf hem medicjjnen, hopende
hem te kannen g«uezen en werkeljjk scheen
een weinig te herstellen, zoodat, toen
hg vroeg naar zjjn gewone kooi te worden
gebracht, de kapitein daartegen geen be
zwaar meer maakte. Maar nauweljjks was
hjj aan dek gekomen, of hjj wist zich los
te rukken, sprong over boord en verdronk.
O/er de jongste gruwelen op Nieuw Guinea
wordt uit Brisbane gemeld dat, toen de
regeerings-stoomboot »Merrie England* op
een kustvaart bericht ontving dat twee blanke
goudgravers uit Queensland door de zwarten
in den rog aangevallen, vermoord en op
gegeten waren, zjj terstond derwaarts koers
zette. Op het strand zag men een grost
aantal inboorlingen, die bezig waren vjjf
gevangenen te slachten en op een vuur te
roosteren, wik lot nog verscheidene anderen
wachtte, die stevig gebonden werden ann-
onderzoekend naar de trekken van haar
gelaat.
Als hjj haar eens verloorHjj waagde
het niet haar aan te spreken. Onverschillig
zag zjj hem komen en gaan. Haar bleek,
mat gelaat toonde geen spoor van liefde
voor hem, hjj gevoelde maar al te wel, hoe
onverschillig bjj haar was.
Tante Elisabeth was minder bescheiden
en vroeg flinkweg naar de reden van haar
plotselinge ongesteldheid, en ook waarom
haar neef zoo plotseling gekomen was.
Heel gevat antwoordde Bertha, dat papa
Staart door een bankroet geruïneerd was,
dat haar neef haar deze Jobstjjding kwam
brengen en een laatste afscheid wilde nemen.
Lady Carley was daardoor getroffen, maar
waarom was je in onmacht gevallen? vroeg*
de dame ronduit.
»Dat weet ik zelf niet*, antwoordde
Bertha. »In den laatsten tjjd gevoel ik mjj
dikwjjls onwel.*
Wjj zullen je naar Torquay brengen
lief kind*, sprak Lady Carley. De frissche
zeelucht zal je goed doen en je spoedig doen
herstellen.
Omstreeks half Juli werd dit plan t n
nitvoer gebracht. Men huurde een kleine
villa, eenige bedienden werden vooruitge-
zonden en toen geleidde graaf Victor de
dames erheen. Op uitdrnkkeljjk verlangen
van zjjn tante keerde hg echter alleen naar
het slot Northminster terug.
»Mjjn zoon*, sprak ze, »dring voorloopig
je gezelschap niet aan Bertha op. Ik begrjjp
een jong meisje beter dan gjj, geloof me.
Zelfs als zjj je liefhad, zon een voortdurend
samenzjjn met je haar vermoeien. Als je
haar gunstig voor je wilt stemmen, moet je
voor een poos van haar scheiden. Je mag
haar schrjjven, alle dagen als je wilt, maar
gevoerd. Aangezien de gezagvoerder niets
tegen de overmacht kon uitrichten, gaf hjj
van het gebeurde kennis aan den gouver
neur, die terstond 50 tot de tanden ge
wapende zwarten van de politietroepen naar
de plaats d«r misdaad zond, om de moor
denaars zoo mogeljjk levend gevangen te
nemen.
Uit Roms wordt d.d. 21 dezer gemeld:
De ontevredenheid onder de plattelands
bevolking over de belastingen op levens
middelen, heeft heden wel haar hoogtepunt
bereikt. Ongeveer alle belastingkantoren
werden door de woedende bevolking aange
vallen; naar de militairen werd met steenen
geworpen.
De heftigste betoogingen hebben plaats
gehad, waaraan vrouwen met kleine kin
deren op den arm deelnamen. De troepen
hebben op verschillende plaatsen gechar
geerd en de menigte uiteengedreven. Onge
lukken worden niet gemeld.
Bowen heeft aan de vertegenwoordigers
der Verbonden Mogendheden medegedeeld,
dat Venezuela opheffing der blokkade stelt
als voorwaarde voor de formeels opening
der onderhandelingen en dat zjj moet zjjn
opgeheven alvorens tot die onderhandelin
gen wordt overgegaan.
De regeerings-vertsgenwoordigsrs hebben
hunnen respectieven ministeries van buiten-
landsche zaken desbetreffend geseind.
In een mjjnpot te Rive-de-Giers (Frank-
rjjk) heeft men overblgfseleu van menschen-
lichamen gevonden, waaronder verschillende
hoofden. De gendarmerie stelde terstond een
onderzoek in.
Het heeft Dinsdag te Konstantinopel
zwaar gesüeeawd, wat men in geen 20 jaar
beleefd had.
Naar de »Morning Leader* uit Hongkong
verneemt, voeren de Chineezen een massa
wapens en schietvoorraad in, naar de Kwang-
provinciën.
Aan de »Standard« wordt uit Sjanghai
gemeld dat, volgens gerucht, Toeng-foe-
hsiang uit Peking de dringende uitnoodi-
ging ontvangen heeft om naar de hoofdstad
op te rukken, den Keizer af te zetten en
den zoon van prins Tsjoen, Poe-tjo8n, tot
Keizer nit te roepen.
altjjd op vrooljjken toon. Over drie weken
mag je ons komen halen!*
Graat Victors gelaat betrok.
»Drie weken? Beste tante, waar denkt n
aan? Wjj gaan den eersten S<ptember toch
trouwen
October, Victor! October, geen dag
vroeger. Je moet Bertha's volledig herstel
afwaehtm, er is zoo'n haast niet bjj. Bertha
gaat in dien tjjd niet voor je verloren.*
Wie waarborgt me dat? Een uitgeste!!
huweljjk brengt nooit geluk aan.*
Hoe kan je zoo kinderachtig zjjn,Vietor!
Men kan geen jjzer met handen breken.*
Hoewel met tegenzin volgde de graaf den
raad van zjjn tante op. Hg nam afscheid
van de beide dames en kierde naar Cheshire
terug.
Met een verlicht hart zag Bertha hem
vertrekken.
In de eenzaamheid, die haar hier omgaf
wilde zjj de liefde harer jeugd vergeten en
begraven om voortaan al haar gedachten
en gevoelens te wjjden aan den man, wien
zjj haar woord had gegeven. In de verster
kende zeelucht genas zjj spoedig naar lichaam
en ziel.
Dageljjks kwamen er brieven van graaf
Victor. Meestal liep Bertha de brieven met
een glimlach onverschillig door, verscheurde
ze dan en beantwoordde zi slechts voor de
helft. Beminnen kon zjj hem niet, maar zjj
werd welwillend jegens hem gestemd. Zg*
beminde graaf Victor in zooverre, dat zjj
hem na de afwezigheid van drie weken
vrieadeljjk en openhartig de hand toestak
en zjjn stormachtige begroeting liefdevol
beantwoordde.
NIEUWSBLAD
TT—Il—W—IBmTTTI— I WH■■■■■IIII—Hl—IIWilll III III II m
3-jsg}g^-3Maawji«—aasB————n—■—■—Mcaaao
Wordt vervolgd).