Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2186. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 31 JAN. 1903. nvt. UW0 VAN au ER voor Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00. franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Welk een grootschen indruk geeft het boek der natuur op elke bladzijde! Toch is n et elke bladzijde even grootsch, even aangrijpend, 't Is er mee als met elk ander boek, dat ons boeit en waaraan we onze ernstige aandacht wijden. Dan is er geen bladzijde, die we overslaan uit verveling of die we achteloos doorloopen. Maar, zij boeien ons boven alles en zij trekken het meest onze opmerkzame belangstelling, die met de ervaringen van eigen hart en leven en met de beelden der geschiedenis over eenstemmen. Welke bladzijde in dat boek der na tuur zal zich dan het krachtigst van ons meester makendie de kalme rust van den stillen lentedag teekent, of die de ruwe kracht van den vernielenden storm beschrijft? Zal het niet de laatste zijn? Van de meesten onzer vloeit het leven schijnbaar zoo effen daarheen, zoo weinig afwisselend en zoo tot verrelens toe eentonig, dat het nog meer gelijkt op een winterslaap dan op een lentekalmte. Maar ook zij kennen hem welden storm in het gemoed. Hoe effen de oppervlakte ook moge wezen, in de diepte kookt het zoo vaak. Nu eens moge het een verslindende hartstocht, dan weer een veredelende aandoening zijn; deugd en ondeugd, betere en slechtere eigenschappen mogen beurtelings in het spel zijn, niemand onzer ontgaat de wet der stormen op de levenszee, en het is goed dat men ze kent, dat men hunne oorzaken leert opsporen en hunne gevolgen berekenen. Storm. In die oogenblikken is het, dat wij aan ons zelveu ontdekt worden, dat wij hen leeren kennen die ons om ringen, dat wij zien wat tot nog toe eene verborgenheid was. In die oogen blikken schrikken we wel eens terug voor ons eigen hart. En toch zullen wij ze vaak niet willen herroepen, zullen we den prijs niet willen afstaan, die er voor verkregen is, den schat van zelf kennis en gemoedsrust, dien de vrede met ons zeiven of met het leven geeft, en die ver te verkiezen is boven den bedriegelijken schijn van de onnatuur lijke stilte, die den storm pleegt vooraf te gaan. In de natuur is het niet anders; FEUILLETON. 38) Er was een half uur verloopenzjj had gezegd, wat zjj te zeggen had en allen zwe gen. De dood naderde met elke minuut en daar lag de lijder, de blik strak op zjjn zoon gevestigd. Ook Blanca's blik rustte onafge broken op zjjn gelaat. De jonkman was opgestaan hjj stond in het midden der kamer, zjjn gelaat was aseh- grauw. Wat had hjj vernomen? Droomde hg of was het slechts verbeelding van zjjn verhitte fantasie? O, God, als dat waarheid was! »Lucht! lucht! er uit!« kreet hjj. »Ik stik, ik word waanzinnig, als ik hier bljjf.« Als een beschonkene waggelde hg naar de deur, opende die, snelde den gang in en de trap af, terwjjl tante Elisabeth hem volgde en op smeekenden toon hem terugriep. >Weg van mjj,« kreet hg heesch. vLaat mg alleen Nog weet ik niets, niets. Ik word waanzinnig!* En hg snelde naar buiten, waar de regen hem in 't gelaat sloeg. De eene minuut na de andere verliep, maar daar sloeg hg geen acht op. fbm was het, of hg een zwaren slag op zjjn hoofd had gekregen en nu alle kracht om te den ken had verloren. In bonte mengeling dwar relde alles dooreen, hjj had tjjd noodig om tot bezinning te komen. Daar klonk plot seling een kreet in zjjn ooren, een vrouwe lijke gedaante stormde uit het huis naar hem toe. »Kom,« riep ze, »hjj sterft!* en ze trok hem mee naar binnen, de trap op naar de ook daar moet het soms eens loeien en ratelen. Hoe vroolijk het zonnelicht ons moge tegenlachen, de heerlijke warmte ons mogo koesteren, de kleuren en geuren ons mogen streelen, wat zou, zonder afwisselen en zonder verpoozen het ge not zijnwaar zouden wij de kracht vinden om de eeuwige weelde te dragen? Juist zij is het, die verslapt en doodt, terwijl die van het kille noorden leven wekt. De natuur is, al neemt ze minder schijn aan, niet anders dan ons bin nenste. Zij kan die kalmte niet bewaren en toch blijven wat ze is. Na al de pracht en heerlijkheid van den zomer komt, met onbedriegelijke zekerheid, dat langzaam verval, dat de roest der rust is, en waaraan alleen de krachtige hand der elementen genezing kan bren gen. Zij zijn het, die, schijnbaar doo- delijk, een leven opwekten, dat dreigde verloren te gaan. Men behoeft geen overgevoelig mensch te zijn, om in de vernielende werking der elementen stof te vinden tot be wondering en tot eerbied voor zooveel majesteit, en om den vrede te waar- deeren van het nieuwe leven, dat als uit het stof der vergruizing geboren wordt. Zoo als het is in de natuur en in ons eigen leven, zoo is het ook in het leven der volken. Nog slechts kort geleden stonden we aan het einde der groote eeuw, de negentiende genaamd, aan het einde ook van een honderdjarig tijdvak, voor ons eigen vaderland gewichtiger dan eenig dergelijk tijdperk was. Nog kort geleden stonden wij ook aan het einde eener groote worsteling in den strijd der volken, nauw verwant aan ons eigen denken en gevoelen. Hoe dikwijls zien wij niet toestanden op het groote wereldtooneel, waarin geen reddding meer mogelijk is, dan alleen door een middel zooals de natuur ons te aanschouwen geeftin den storm Ook ons bracht immers de storm den dageraad van een nieuw leven, maar eerst, toen de geesel der verdrukking ons den zin van zijn verheven lied had doen verstaan Ook nu kookt het, in het begin der nieuwe periode, in het diepst der samen leving. Nu is het niet de drang naar staatkundige, maar naar maatschappe- sterfkaruer. 't Was te laat, de dood was reeds ingetreden. Met een kreet van vertwijfeling zonk Blanca bjj het ljjk neder en bedekte het koude gelaat en de verstgfde handen met haar heete tranen. Naast haar stond graaf Victor en staarde strak naar dat bleeke g< laat. Geen traan bevochtigde zjjn oog! Geen traan vermin derde het vuur, dat in zjjn ziel woedde. XXVII. Zes dagen later keerden Lady Carley en graaf Norton naar het slot Powsjjs terug. Bertha had in dien tjjd slechts eenmaal bericht van Victor ontvangen. Hat was een korte brief, zonder etnigen samenhang, waarin hg den dood van zjjn vader mede deelde en verder dat het lgk volgens den wen8ch van den overledene niet in het fa miliegraf op Northminster, doch op een na burig kerkhof begraven moest worden, als ook dat dit sterfgeval geheim moest big ven. Het hnwelgk zou op den bepaalden dag doorgaan. Het was reeds vrjj laat in den avond, toen Lady Carley en graaf Norton aankwa men. Stormachtig omhelsde hg Bertha; hg scheen veel verouderd en in zjjn gelaat lag iets, dat zjj davrin nog nooit te voren had opgemerkt iets, dat niet door den dood zjjns vaders alleen te verklaren was. Zjj keek hem vragend aan. Zou hg haar niets te zeggen hebben? Op den grond starende, herhaalde hg werktnigeljjk wat hg reeds in zjjn brief ge meld had. Zwjjgend stond zjj voor hem en luisterdeinstinctmatig gevoelde zjj, dat hjj niet alles zeide, wat hjj wist. »Misa Blanca blgft zeker op het landhuis, nietwaar?* vroeg zjj, om aan den stilstand in het gesprek een einde te maken. lijke verruiming. Maar de ervaringen hebben ons veel geleerd, vooral dat wij dreigende gevaren kunnen ontgaan, door in tijds het gebouw onzer maatschap pelijke instellingen te herstellen en te vernieuwen. Als wij ons zeiven kunnen doordringen van de ware begrippen van vrijheid, en deze de ware gelijkheid, door den waren geest der broederschap, doet geboren worden, dan zullen wij de toekomst, wat zij ook brengen moge, met een kalmen blik kunnen tegengaan, zonder ons bekneld te gevoelen door den drukkenden last van vrees en on zekerheid. Buitenland. In ons vorig no. maakten wjj melding van een brand, welke Dinsdag wag uitge broken in een tjjdeljjk bjjgebouw van het krankzinnigen-gesticht Colney Hatch te Londen. Uit de laatst ontvangen berichten bljjkt meer en meer, dat deze brand een onbe- scbrjjfeljjk vreeselgke ramp is geweest. Te half zes uur in den morgen werd het vaur ontdekt in hulp-slaapzalen, waar 820 vrouweljjke verpleegden sliepen en in min der dan een uur tjjd had het zich over de geheele inrichting verspreid. Het was et n der vreeseljjkste treurspelen welke Londen de laatste jaren beeft aanschouwd. Onmiddel- Ijjk nadat h?t vuur was ondekt, werden alle mogeljjke pogingen in het werk gesteld de slapende vronwan in. veiligheid te bren gen, hetgeen met de grootste moeieljjkheden gepaard ging. Verplegers en verpleegsters drongen met ware doodsverachting tot de in brand staande slaapzalen door en slaagden er niet dan met da grootste krachtsinspanning in de onge lukkige waanzinnigen, die zich nagenoeg allen aan hunne kribben vastklemden, van de bedden los te rukken. Was dit eenmaal gelakt dan moest nog met de grootste om zichtigheid worden te werk gegaan om de zalen te verlaten. De meeste toch hadden slechts éé.i smalle deur en 't duurde niet lang of er ontstond opstopping. Toen men ten slotte genood zaakt was alle nooddeuren open te zetten, vluchtten velen der patiënten in de corridors. De tooneelen welke daar hebben plaats ge- bad zjjn niet te beschrijven. Schreeuwend en in de handen klappend sprongen de on- >Ja, vooreerst bljjft zjj nog daar, later gaat zjj op reis,* antwoordde hjj gedrukt. Keert zij niet naar Cheshire terug?* >Neen, haar leven bljjft belast met een misdaad,* antwoordde hjj treurig. »En is zjj onschuldig?* vroeg zjj. Hg sloeg de oogen naar haar op, zjjn hart Bcheen te bloeden. 'Zjj is onschuldig 1* Bertha vroeg niets meer. Tante Elisabeth vertoonde zich dien avond niet. Eerst den volgenden morgen begroette zij Bertba aan het ontbjjt. Het meisje ontstelde, toen zjj haar zag. Lady Carley was een vervallen oude vrouw ge worden, haar voorhoofd was zwaar gerim peld, haar handen beefden. Zjj wendde echter het oog niet af van haar neef, dien zjj nog nooit zoo bemind scheen te hebben ais thans. De verandering, die in den jon gen graaf had plaats gegrepen, bleek meer uit zjjn handelingen dan uit zjjn uiterljjk. Een koortsachtige onrast had zich van hem meester gemaakt. Hjj werd zoo ongedurig dat Bertha's zanuwen zelfs onler zjjn rus teloosheid leden. Soms kon hg uren lang zitten peinzen en dan vloog hg plotseling op en was uitgelaten vrooljjk, wat Bertha met het oog op het sterfgeval een schrik op het ljjf joeg. Intusechen verliep de tjjd; October na derde. Van dag tot dag nam de onrast van den graaf toe. De tweede October kwam, den volgenden dag zon het huweljjk voltrokken worden. Bertha had voortdurend een gevoel als of de grond onder haar voeten beefde, als of de grond zich zou openen om haar of iemand anders op het beslissende oogen- blik te verzwelgen. In den laatsten tjjd dacht zjj dik wjj ls aan gelukkige patiëaten, allen in spookachtig wit nachtgewaad, daar rond met afschuwe- Ijjk verwrongen en verwilderde gelaatstrek ken, grjjnzend tegen de steeds meer om zich heen grjjpende vlammen, gillend en met gebalde vuisten op de brandweermannen toesnellend. Van tjjd tot tjjd zag men een ongeluk kige waanzinnige vrouw regelrecht op de vuurmassa toesnellen en daarin verdwgnen, of wel men zag ze radelooos van angst als aan den grond genageld big ven staan om een oogenblik later als een donker silhouet voor- of achterover in het vnur ter aarde te vallen. Het gekerm dat uit sommige corri dors opsteeg was meer dan ontzettend. Ongeveer vjjf area later was de brandweer eindeljjk het vunr meester. Bjj een onmiddelljjk ingesteld onderzoek bleek toen, dat in het geheel vier-en-vjjftig vrouwen door den rook zjjn gestikt of ver brand. Men vermoedt, dat de brand is ont staan tengevolge van een gebrek aan de buizen der stoomverwarming, welke bnizen zich onder den vloer der slaapzalen bevon den. Deze ramp heeft te Londen groote ver ontwaardiging, zoo niet erger, verwekt en men is woedend op de regenten van de inrichting, die reeds lang wisten dat het hoofdgebouw, waarin voor 2000 patiënten ruimte is, harstelling behoefde, terwjjl de reeds in dienst gestelde hulpgebouwen niet aan de wetteljjke eischen voldeden. Ook gaan woedende protesten op tegen de brand weer-organisatie, daar de spuiten geruimen tjjd wegens gebrek aan water werkeloos moesten bljjven. In de Donderdag gehouden vergadering van den Duitschen Rjjksdag is Ballestrem herkozen tot voorzitter. Toen deze later ter vergadering verscheen en hem gevraagd werd of hg de benoeming aannam, antwoordde Ballestrem bevestigend hjj zal steunen op het vertrouwen der meer derheid. Ter gelegenheid van den verjaardag van den keizer is hjj benoemd tot erfeljjk lid van het Pruisische Heerenhuis. Uit New-York wordt gemeld: Dinsdagavond vloog de sneltrein Balti moreOhio te Graceland, New-Yersey, op den New-Yersey-Centraalspoorweg, op hat de voorspelling omtrent het einde van het geslacht der Nortons. Al schertsende had graaf Victor haar die voorspelling eens -voor de grap verteld. Zooals een enkele toon soms lang in ons oor naklinkt, zoo herinnerde zjj zich telkens weer ééa volzin uit zjjn verhaal »Als op den dag van het huweljjk de bruid sterft, zal het geslacht der Nortons uitsterven Den avond voor den huweljjksdag had Bertha zware hoofdpjjn. Lady Carley over reedde haar om vroeg naar bed te gaan en bracht haar naar haar slaapkamer. >Goeden nacht, mjjn kind,* sprak zjj met aandoening. »Moge het je gelukken hem gelukkig te maken, moge de dag van mor gen je geluk bezegelen!* »Ik zal mjjn best doen, tante!* fluisterde zjj. »Waarljjk, hg zal in mg een trouwe en goede levensgezellin vinden I* Zoo scheidden zjj. Bertha was eindeljjk alleen. Zjj lag in haar bed, doch wat zjj ook aanwendde, zjj kon niet slapen. Hare gedachten schenen verwerd. Toen eindeljjk de dag aanbrak, stond ze werktuigeljjk op. XXVIII Bertha trad naar het venster, sloeg de gordjjnen terng en keek naar het zonnige landschap. Het was een schoone Octoberdag. Slechts een kort oogenblik stond zjj aan het venster, toen trad zjj voor den spiegel. Neen! ze zag er uit als gewoonljjk, alletn wat bleeker, maar dat mocht wel voor een bruid. Zjj nam zich voor, de laatste vrjje aren alleen door te brengen en te wachten tot men haar zon komen halen. Langzamerhand kwam er beweging in hnis. Weldra zag zjj den graaf, die in het park zjjn gewone morgenwandeling deed. Hoe achterste eedealte van een locaal-trein. 24 personen in den locaal-trein werden gedood, 75 gewond. Doordat bjj het ongeluk brand ontstond zjjn verscheiden personen in de vlammen omgekomen. De volgende bijzonderheden worden nog gemeld over deze ramp: De locaaltrein was uit Jersey City ver trokken een kwartier vóór den sneltrein die den eerstgenoemden trein even voorbjj Graceland moest passeeren. De locaaltrein kreeg echter last, tot Dunellin de hoofdljjn te volgen; ongelukkigerwijze liep een der assen warm zoodat de trein oponthoud kreeg, en de sneltrein achter hem aan kwam. De machinist van dezen trein, die 120 KM. per uur maakte, zag de ramp aankomen, maar het was te laat. De drie achterste wagens van den locaaltrein werden in el kaar gestompt, onder de wrakstukken een honderdtal dooden en gewonden begraven. Het ergste was dat de overblijfselen in vlam geraakten door het vuur uit de ma chine, zoodat een aantal menschen levend verbrandden. Twee met volle kracht rijdende passa- gierstreinen kwamen Woensdagmorgen in de nabjjheid van Tucson (Arizona) met el kander in botsing. Binnen enkele minuten waren elf rijtuigen verbrand. Tien lpken zjjn gevonden, zeventien reizigers werden gewond en naar Tncson vervoerd. Een wjjdvertakt geheim genootschap (zoo seint de correspondent van de Times* te Hongkong, over de reeds in 't kort vermelde oproerige beweging in zuidelijk China) be dreigt de provinciën Kwang-toeng, Kwang- si, Kwei-tsjou en Fo-kiën met een eenstige revolutie. Chineezen uit Hongkong en de Straits Settlements moeten van nabjj betrok ken zjjn bjj deze beweging, die ten doel heeft, zich los te maken van het centrale gezag te Peking, en een eigen regeering in het zuiden te vestigen. De correspondent betwjjfelt of deze op stand zal slagen, maar de zendelingen en Chineezen die goed op de hoogte zjjn van den toestand, schjjnen het inogeljjk te ach ten dat de beweging gelukt. Zjj zjjn van oordeel dat ze beter georganiseerd is, dan met dergeljjke opstanden gewoonljjk 't ge val is. De overheid te Honkong weet reeds se- treurig stond zijn gelaat. Was dat e«n gelukkige bruidegom, die weldra zijn vnrig begeerde bruid naar hot altaar zou leiden? Vlet ernstig gelaat volgde zg zjjne bewe gingen tot hjj uit haar oog verdween. Eindeljjk werd zjj gestoord. Er werd ge klopt en Lady Carley trad binnen, gevolgd door de kamenier der bruid. Had zjj ook niet geslapen Zjj zag bleek en was zoo onrustig, als Bertha haar nog nooit had gezien. Na het ontbjjt begon de kamenier aan de moeiljjke taak van 't kleeden d-tr bruid. Om 10 unr kwamen de braidsjuffers en een kwartier later stond het trouwrjjtuig voor de denr, gevolgd door een zwerm van prach tige équipages. Het was een schitterende stoet, die daar naar de kerk reed. Nog altjjd verkeerde Bertha in dien toe stand van gevoelloosheid. Droomerig staarde zjj door het raampje van het rijtuig. Zoo bereikte men de kerk. De weeskinderen uit het dorp strooiden bloemen op den weg en begroetten haar met gezang. In het midden der kerk stond een dicht opeen gedrongen menigte. Was haar hnwelgk werkeljjk zoo de moeite waard, om er naar te gaan zien In de voorste banken zaten de genoodigde gasten. Tante Elisabeth, de braidsjuffers, de brui degom met bleek, angstig geluat. Voor het altaar stond de geestelijke, gereed om het kerkeljjk hnwelgk te sluiten. Er ontstond een algemeen gemompel en geflaister, toen zg verscheen. Hoe voornaam en hoe kalm was haar houding! Nog een oogenblik en zg knielde naast graat Victor voor het altaar. 11EKWSBLAD t—MM5—M—HPW«g3fcx Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1