Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Uitgever: L. J. YEEHMM, Heusden.
M 2189 WOENSDAG 11 FEBK.
1903
Schandaalcolportage.
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/, ct. Groote lettere naar plaatsruimte.
Adyertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
De grondwet waarborgt ons een vol
komen en onbelemmerde vrijheid in het
uitspreken en verspreiden van onze ge
dachten door middel van de drukpers,
behoudens de verantwoordelijkheid, die
elke schrijver draagt tegenover de straf
wet, waar deze is geschonden. Zeer
verstandige overwegingen hebben den
grondwetgever er toe geleid, den Neder
landers dit niet hoog genoeg te waar-
deeren voorrecht te verleenen. In alle
landen toch, en in alle tijden heeft
men opgemerkt, dat met het knevelen
van de drukpers, het besnoeien en in
krimpen van de bevoegdheid in de
openbaarmaking van meeningen en go-
dachten het tegenovergestelde wordt uit
gewerkt van 't geen men er mede beoogt.
En dit is zeer begrijpelijk. „De ideeën
marcheeren," zeide een groot Fransch
schrijver. Geen aardsche macht is op
den duur in staat ze in haar marsch
tegen te houden. De grootste heerschers,
de felste despoten vermochten het niet.
De ideeën, die de kiem der waarheid
bevatten en daaraan levenskracht ont-
leenen, laten zich niet terugdringen,
doch ontwikkelen en verspreiden zich
tegen de verdrukking in. Elke kunst
matige en strafrechtelijke belemmering
in de vrijheid van gedachtenuiting voedt
aan den eenen kant den hartstocht der
propaganda en wekt ter anderer zijde
den lust op, kennis te nemen juist van
die geestesprodukten, welke van hooger
hand gebrandmerkt worden. De schrij
vers en verspreiders verkneukelen zich
er in, de censoren te verschalken; de
lezers genieten bij de lectuur als bij het
eten van een verboden vrucht. De eenige,
die schade lijdt, is de regeering. Ver
trouwende op haar strenge wetten en
onverbiddelijke politiedienaren, weet ze
niet, wat daar in 't geheim woelt en
werkt, blijft ze onkundig van al die
stille genootschappen, vereenigingen,
komplotten, en hoe strenger ze is in
haar optreden, hoe gevaarlijker haar
toestand wordt. Volledige drukpersvrij
heid is voor ons het middel, om elke
gedachte, elke meening te onderwerpen
aan de kritiek van het gezond verstand
der natie en als zoodanig een onschat
baar kleinood, doch tevens geeft ze te
zien een onbedrieglijk spiegelbeeld van
alle geestes8troomingen, die ontspruiten
FEUILLETON.
uit de hoofden en de harten van het
Nederlandsche volk en strekt als zoo
danig tot zegen voor de regeering, die
zich heeft te richten naar den geest
des tijds.
Is de drukpersvrijheid echter een
voorrecht voor het volk, dat haar bezit,
zoo heeft dat volk er zich voor te
wachten er misbruik van te maken.
En dat zien we helaas in den laatsten
tijd herhaaldelijk gebeuren. Wie heeft
niet gehoord of gelezen van die stui
tende tooneelen, waarvan in de jongste
weken sommige straten en kwartieren
van 's Gravenhage en andere steden
telkens getuigen zijn? Een brutale kerel
slentert de straten door, ventende aan
de opdringende menigte zijn schunnige,
veelal lasterlijke schotschriften, den in
houd daarvan aan het op schandaal be
luste publiek met luider stem verkon
digend. Nu eens wordt een geheele
klasse van burgers, een stapd, een staat
kundige partij, aan de verachting der
straatslijpers prijs gegeven; dan weer
is een godsdienstige richting, een ver-
eeniging, een instelling het voorwerp
der verdachtmakingsoms worden par
ticuliere personen in eer en goeden naam
aangetast. De drom van nieuwsgierigen
wordt grooter, er ontstaat een oploop,
een relletje. De politie moet niet zelden
ingrijpen. De colporteursoms beschermd
door de menigte, soms ook aangevallen,
wordt ingerekend, naar het commissa
riaat gebracht, om een poosje later
echter weer op vrije voeten te worden
gesteld. En zoo herhalen zich de stand
jes week aan week, zeer ten nadeele
van de neringdoenden in de woelige
buurten.
Dergelijke pamfletlage en colportage
had de grondwetgever stellig niet op 't
oog, toen hij het Nederlandsche volk
de drukpersvrijheid schonk en velen
zouden daarom niet ongaarne zien, dat
er wettelijke maatregelen werden ge
nomen, om bovengeschetste schandelijke
praktijken onmogelijk te maken, m.a. w.
om in deze richting de vrijheid in het
drukken en verspreiden van geschriften
te beperken. Aan den aandrang nu moet
absoluut geen gevolg gegeven worden.
In Nederland, het klass eke land der
vrijheid, moet de vrijheid van drukpers
onaantastbaar blijven. Gaat men haar
beperken, in welke richting ook, men
loopt groot gevaar van kwaad tot erger
te geraken. Laat ons liever vertrouwen
41)
Berths verbleekte, terwjjl zjj op doffen
toon vroeg:
tW'ns hij niet krankzinnig? En verliet
hg mg toch?c
>0, vergeef het mjj,« jammerde tante
Elisabeth in vertwijfeling. »Ik weet zelf
bgna niet meer, wat ik denk of zeg. Laat
mg alleen, tot ik wat kalmer geworden ben.
Wacht me op nw kamer. Gjj znlt die nog
vinden, zooals gjj er uitgegaan zjjt. Ge wilt
toch wel hier big ven
»Voorloopig ja over de toekomst heb
ik nog niet nagedacht. Ja, ik zal n thans
alleen laten, zooals n dat wenscht. Morgen
knnnen wij verder met elkaar spreken.*
Zjj drukte een kus op mylady's wangen
en ging heen. Eerst gisteren had zjj dit huis
vaarwel gezegd, maar het scheen baar toe,
dat zg tientallen van jaren had doorleefd,
jaren, waarin zg hart en ziel verloor in den
strjjd.
Het overige van den dag zagen de beide
dames elkaar niet weder. In den namiddag
werd de hemel bewolkt en begon het te
regenen. Zoo was het avond geworden, toen
aan de hoofddeur van het slot Powsijs werd
gescheld. De bediende opende de deur en een
gestalte, in een grcoten mantel gebuid, trad
binnen. Een groote hoed bedekte het boven
deel van het gelaat, terwjjl kin en baard in
een groote shawl verborgen waien. L)ie ge
stalte vroeg met bgna onverstaanbare stem
Lady Carlty te spreken.
»Op zulk een laat avonduur ontvangt
mevrouw geen vreemden,* luidde het korte
antwoord.
»BreDg haar dit,* sprak de donkere ge
stalte. »Mevrouw zal mg niet afwgzen.*
De kamenier bracht het bjj haar mees
teres. Deze wierp slechts een enkelen blik
op het schrift en riep toen bevend uit:
»Iu de bibliotheek, ik kom dadelgk!*
De donkere gestalte, nog steeds onken
baar door hced en shawl, werd in de aan
gewezen zaal gebraeht. In dat sober ver
lichte vertrek geleek hjj een sombere scha
duw. Slechts twee minuten later verscheen
Lady Carby op den drempel.
»Benben je het werkelgk?* sta
melde zij.
>Ik ben het! Sluit de deur!*
Zjj gehoorzaamde en trad schrede voor
schrede nader. De vreemde deed hoed en
shawl af, zjjn gelaat werd zichtbaarhet
doodsbleeks gc laat van graaf Victor Norton.
XXX.
Den volgenden morgen kwam Bertha eren
bedaard als altjjd aan de ontbjjttafel.
Eenigszins bedremmeld wanschte tante
Elisabeth haar goeden morgen. Ondanks de
aangename warmte van het haardvuur beefde
zjj over het geheele lichaam, haar lippen
schenen koud, toen ze een kus op Bertha's
wangen druktp.
»Ge schijnt kond te zjjo, lief kind. Ge
zjjt toch niet ziek? Of hebt ge weinig ge
slapen
»Ja, niet veel, tante! maar toch wel een
paar oren! Misschien heeft het weer daar
schuld aan. Een bewolkte lucht werkt altjjd
nadeelig op mjja stemming.*
Bertha dronk slechts een enkelen kop
koffie en stond toen op.
Tante*, begon ze, >toen ik zooeven mgn
op het gezond verstand, op het gevoel
van billijkheid en op den afkeer van
lasterlijke aantijgingen, die het over-
groote en weldenkende deel van onze
natie eigen zijn. Niemand zal willen
beweren, dat het verspreiden van vuile
prentjes, gore liederen, en liederlijke
geschriften straffeloos zal moeten kun
nen geschieden en elkeen zou politie
maatregelen toejuichen, daartegen ge
richt doch inbreuk maken op een groot
en goed beginsel in onze staatswetgeving,
gelijk de drukpersvrijheid is, zou kunnen
leiden tot het ontrooven van een kost
baar kleinood aan gansch ons volk.
Buitenland,
Generaal de Wet en veertig volgelingen,
vertegenwoordigende de uiterste partjj onder
de Boeren, hebben te Bloemfontein met
Chamberlain een onderhoud gehad, dat drie
uur duurd*.
Generaal de Wet beschuldigde daar de
Engelsche regeering, dat zjj de voorwaarden,
welke te Vereenigiug raat het sluiten van
de vrede waren aangenomen, overtrad. Cham
berlain wsigerde het aangeboden adres aan
te nemen.
Volgens latere berichten moet het bjj dit
onderhoud heftig zgn toegegaan.
Chamberlain wees op bitsen toon het
verzoek af om alle vragen te overwegen.
Die vragen zjjn, zeide bjj, in strjjd met de
vredesvoorwaarden. Toen Ch. de Wet
trachtte te antwoorden, gelastte Chamberlain
hem, te gaan zitten, waarop do Wet het
woord overliet aan Hertzog. En toen nu
Hertzog op een bepaald punt Chamberlain
tegensprak, riep dezeTsa, ik ben hier niet
gekomen om tegengesproken te worden
Het adres van de Wet's groep van bur
gers drong hoofdzakeljjk aan op algemeene
amnestie, volledige oorlogsvergoeding en
instelling van eene gerechteljjke commissie.
Dit laatste weigerde Chamberlain, omdat
daardoor de ontevredenheid slechts vererge
ren en de samensmelting der rassen ver
traagd worden zou.
De samenkomst, die drie uren duurde, is
dus vrjjwel zonder resultaat gebleven, het
geen de volgelingen van de Wet n&tuurljjk
ontevreden stemde, al lieten zg zich in het
openbaar in tegenovergestelden zin uit.
kamer verliet, ving ik eenige woorden op
van het gesprek tasschen twee bedienden
in den gang. Ofschoon zij dadeljjk zwegen,
zoodra ze mjj bemerkten, heb ik tcch ge
noeg gehoord om daaruit te kunnen oprna-
keD, dat graaf Norton gisteravond laat hier
is geweest.
Lady Carley zweeg.
»Als u dat ook voor mjj geheim wil hou
den,* vervolgde Bertha, terwjjl een verach
telijke glimlach om haar lippen speelde,
»dan is n daarin natuurlgk gehad vrjj en
dan zal ik u ook niets vragen. Maar wilt u
dit bezoek voor mjj niet verswjjgen, dan
zou ik gaarne vernemen, wat hg met dit be
zoek beoogde, omdat dit op mjja verdere
besluiten van invloed z u kunnen zjjo.«
»En welke besluiten zouden dat zjjn?«
vroeg La^y Carley, die begon te beven.
»Dat zal ik u zeggen, als u geantwoord
heeft. Was graaf Norton er gisteren, of
niet?*
»Ja«, antwoordde de Lady, die alle vast
beradenheid verloor. »Ach, mgn arm kind,
mgn hart breekt, als ik bedenk, dat ik u
niets dan treurigs kan mededeelen zonder
een troostend woord voor je te vinden.*
U is goed, tante, maar ik weet veel te
goed, dat niets de lage zelfzucht vau mgn
handelingen kan verontschuldigen. Aller
minst ben ik de persoon, die van anderen
mag eischen, dat ze zich rechtvaardigen.
Daarom 1 g ik de wapenen neder in een
strgd, dien is niet gerechtigd ben te voeren.
Zwggend neem ik het lot aan, dat mg ten
deel gevallen is. Eén ding slechts moet ik
weten. Hoe gering ik ook ben, ik geloof
toch, dat graaf Victor ms oprecht heeft
bemind en dat hjj mg verlaten heeft, kau ik
alleen daaruit verklaren, dat hg nLt goed
bjj zgn verstand was. Antwoord mg daarom
Volgens sommige telegrammen hield de
Wet nog eene re le nadat Hertzog gespro
ken ha-1. De Wet verklaarde toen dat er
geen samenwerking van de burgers moge-
ljjk is, zoolang Piet de Wet en Chris Botha
beweerden de vertegenwoordigers te big ven
van het Boerenvolk en in dit geval zou
hg, Ch. de Wet, niet rusten voor hg een
opstand in het leven heeft geroepen, geen
gewapenden opstand, doch een agitatie van
ontevredenen tegen de regeering.
Chamberlain zeide andermaal, de aanbie
ding van deze lompe petitie door de Boeren,
slechts denkbeeldige grieven inhoudend, te
betreuren. De Britsche regeering zou getrouw
de vredesvoorwaarden toepassen, maar zjj
zou de bondgenooten niet vergeten: die
mogen in geen geval de onderhoorigen wor
den van de andere burgers
Van sociaal-democratische zjjde is eene
brochure over de zaak van Krupp in het
licht gezonden, waarin echter maar weinig
nieuws staat.
Er wordt iu verteld, hoe mevrouw Krupp
zich, wegens de geldverkwisting van haren
man, tot den Keizer gewend heeft en hoe
deze laatste den ravd gaf, om Krupp onder
curateele te stellen .^Inderdaad is uit de sta
tistiek vau de Pruisische belastingen op te
maken geweest, dat bet vermogen van Krupp
in enkete jaren met tientallen millioenen
verminderd is.) De gepensioneerde admiraal
Hollmann trad echter als tusschenpersoon
op en wist de zaak te sussen. Mevr. Krupp
werd den Keizer beschreven als eme zeer
opgewonden dame, ziekelijk jaloersch en
dientengevolge geen meesteres van haren
wil, waarom het wenscheljjk was, haar een
tjjdlang, misschien wel voor goed, iu een
gesticht op te sluiten. Mevr. Krupp werd
daarni werkeljjk onder geneeskundige be
handeling geplaatst, en het zou alleen aan
de bemoeiingen van een geneesheer te dan
ken zjjn geweest dat zg niet indertjjd te
Baden-Baden krankzinnig werd verklaard.
Maar daarom wer 1 zjj toch voortdurend ge
observeerd en bewaakt, en juist op den dag
waarop Krupp stierf, zou een op villa Hügel
vergaderde raad van doktoren weer een ad
vies over den toestand van mevrouw Krupp
hebben moeten geven. Met dit doel, en niet
wegens de werkeljjke of vermeende ziekte
van Krupp, waren de doktoren op Hü^el
bjjeen. De catastrophe maakte aan deze
naar waarheid: Is graaf Norton krankzinnig
of is hjj dat niet?*
>Neen, hg is h»t niet!*
»Hjj is het niet?* herhaalde Bartha. Niet
krankzinnig? Hebt gjj u ook vergist, tante
Elisabeth? Zon hij niet waanzinnig zjjn
en mjj toch verlaten hebben?*
»Ach B-rthe, kon ik D toch alles zeggen
en ophelderen, waarom hjj je in zjjn groote
liefde heeft kunnen verlatenHet kost hem
zgn leven Als ge hem gisteren gezien hadt,
zoudt ge madellen met hem gehad hebben.*
»Het is mogaljjk, als ik dat niet verleerd
heb*, sprak Bertha. >Hat is natuurlgk, dat
ik de woorden niet begreep, die hjj als een
laatsten gro9t voor mjj achterlist, maar wie
weet, of ik het geheim toch niet ontdekt
Verschrikt keek de Lady haar aan.
»Wat zeg je daar, Bertha?* stamelde zjj.
Zonder erbarmen zag deze de oude dame
uitvorschend aan, terwjjl zjj antwoordde:
»Ik zeg, dat het geheim, dat graaf Nor
ton van mjjne zjjde kon losrakken, het ge
heim is dat de stervende vader in zgn laatste
ure aan zgn zoon openbaar le. Het is....
Moet ik u den moordenaar van gravin Mar-
garetha no«men?<
Lady Carley's borst zwoegde. Bertha zag
dit, maar vervolgde toch met bgna onna
tuurlijke kalmte:
»Dat was niet Blanca Norton, die er voor
in de gevangenis kwam, dat was ni-t Juan,
haar broe Ier, dien men verdacht. Ik, een
Amerikaausche, weet beter een raadsel op te
lossen, dan gjj, Engelachen, en ik zeg
Graaf Norton zelf was de moordenaar, die
zgn vrouw in koelen bloede vermoordde!*
Een doffe kreet was het antwoord op deze
aanklacht.
»Ik ben overtuigd, dat de overleden graaf
den moord pleegde en de gevolgen over
dragen een einde, en mevrouw Krupp werd
plotseling weer gezond en in staat om be
schikkingen te nemen. De schrjjver twjjfelt
of Krupp een natuurlijken dood gestorven
ie. Ook een lid van d8 conservatieve partjj
in den Rjjksdag heeft openljjk verteld, dat
Krupp zich een kogel door het hoofd heeft
gejaagd.
De in de brochure beschreven gespannen
toestand tusschen Krupp «n zjjn eehtgenoote
verklaart veel wat vroeger duister was, b.v.
waarom Krupp zjju oudste dochter Berta
tot universeel erfgename heeft gemaakt met
voorbijgaan van zjjn vrouw. Krupp's huwe-
ljjk scbjjnt al even ongelukkig geweest te
zgn als dat van zgn vader, die niet uaast
zgn vrouw begraven wilde worden.
Giron zal voorloopig afscheid nemen van
prinses Louise van Saksen. De »Petit Bleu*
gaat verder en verzekert dat het een schei
ding voorgoed is, omdat het hart van de
moeder ten slotte de zege heeft weggedragen
over dat van de minnares. Als dit waar is,
zal prinses Louise echter, als toekomstige
koningin van Saksen, niet tot haren vroe-
geren staat kunnen terugkeeren, zelfs al
kwam er een verzoening tot stand tusscben
haar en haren man. Zjj zal zich dan ergens
in de nabjjheid van de Saksische grens
moeten terugtrekken, en het eenige wat
dan in haar treurige leven af en toe een
zonnestraal kan brengen, zal het terugzien
van hare kinderen zijn.
In de geheele geschiedenis Ijjkt Giron
wel het minst sympathiek. De vorsteljjke
omgamg heeft den burgerjongen, die prat
er op is door een heusche prinses uitver
koren te zijn en voortdurend den mond
vol heeft van zichzelf, tot eigen rechtvaar
diging, in hem niet knnnen onderdrukken.
Zelfs nu begint het comminiqué betreffende
de opzienbarende ontknooping weer met
hemDe heer Giron zal te Brussel intrek
gaan nemen bjj zgn familie, om geen hin
derpaal te zgn voor een weerzien tusschen
de prinses en hare kinderon.* Giron is het
dus die de mooie rol speelt; niet de moeder
die hare liefde voor haren minnaar ver
zaakt in het belang van en uit liefde tot
hare kinderen. Misschien is ook de ont
goocheling bjj prinses Louiss reeds vroeger
gekomeD, sedert gebleken is dat Giron vol
strekt niet de Heilige is, waarvoor mea hem
wilde laten doorgaan. Zoo moet o. m. uit-
ziende, iu lafhartigen angst waanzinnig
werd. Wat hem reden gaf tot de daad
hetzjj jalouzie, haat of liefde dat moet
hjj verantwoorden voor God, Toor wiens
rechterstoel hjj staat, daar kan ik niet over
oordeelen
Lady Carley's gelaat was aschgranw ge
worden.
>Als uw verklaring op waarheid berustte,
vergeet niet, dat ik nog niet z*g dat dit
zio is, zou dit een verontschuldiging
moeten zjjn voor Victor's haadelwjjzo tegen
over u?«
»Neen,« antwoordde Bertha, met moeite
haar toorn onderdrukkende. »Sedert het
oogenblib, dat bjj mot mij trouwde, mocht
hjj geen geheim voor mjj hobben, dat zoo
veel invloed op hem uitoefende, dat hjj mjj
moest verlaten. Als hg den avond voor ons
huweljjk gekomen was en mg alles gezegd
bad, dat was zjjn plicht, dan had ik oprecht
medeljjden met hem gehad. Wanneer iets
in staat was om mjj nader tot hem te bren
gen, dan zou dit me delgden mau en vrouw
in liefde tot elkaar gebracht hebben. Maar
als hjj nu kwam en handenwringend voor
mjj knielde om erbarming af te smeeken,
ik zou liever sterven dan tot hem terug
keeren
Met haastige schreden stapte zjj het ver
trek op en neer.
#Hjj zou mjj uit overgroote liefde veria
tan heoben! Dat kan ik niet gelooveuWelke
.man beminde zjjn vrouw en verliet haar
weiLige aren nadat het huwslgk gesloten
was.*
»Ej toch is bet zoo,* antwoordde de
Lady.
Bertha bleef stil staan en keek de onde
dame ongeloovig aan.
w tr.wuuiw vamnww-
Wordt vervolgd).