Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
IS.
De Goudgraver.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 2215.
WOENSDAG 13 MEI.
1903.
land van alten*-
voob
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien van 16 regel» SO et. Elke regel
meer 7l/t ot. Groote letter» naar plaatcrnimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Een kleine 30 jaar geleden werd in
de provincie Noord-Holland een vereeni-
ging opgericht, die den naam kreeg van
Het Witte Kruis. Deze naam reeds
duidt op een zekere verwantschap met
de in alle beschaafde landen vermaarde
instelling van Het Roode Kruis. Niet
als deze echter, zocht de nieuwe ver-
eeniging haar werkkring op het oorlogs
veld, jjiet internationaal ook wenschte
zé te zijn. Slechts op beperkt gebied,
in de provincie Noord-Holland, wilde
ze in vollen vredestijd werkzaam zijn in
het groote belang der volksgezondheid.
Het doel van Het Witte Kruis is
drieledig
lo. Samenwerking tot het afweren
en beteugelen van besmettelijke ziekten
2o. Samenwerking tot het verleenen
van hulp bij epidemieën en gewone
ziektegevallen
3o. Samenwerking tot het helpen
bevorderen der algemeene gezondheids
belangen.
Gelijk men ziet, wil de vereeniging
niet slechts hulp bieden bp het genezen
van zieken, maar wil zij tevens voor
behoedend optreden. Haar zorg wenscht
zij niet te beperken tot hen, die reeds
op het ziekbed liggen, ze wil die zorg
ook uitstrekken tot de gezonden, ge
dachtig aan de oude spreuk, dat het
beter is, ziekte te voorkomen dan te
genezen.
En waarlijk, er mag wel eenige drang
op ons volk uitgeoefend worden, om
het te gewennen aan naleving van een
voudige hygiënische voorschriften, want
het valt niet te ontkennen, dat, in 't al
gemeen gesproken, de Nederlander, in
dagen van gezondheid, zich al bitter
weinig bekommert om het behoud van
dien grootsten aller schatten. „Wie zijn
lichaam bewaart, bewaart geen rotten
appel." Een goede raad, doch vaker in
den wind geslagen dan opgevolgd. Fris-
sche lucht, lichamelijke reinheid, hoe
goedkoop zijn ze te verkrijgen. De eerste
kost niets, de andere luttele centen voor
wat zeep. En toch, treed het woon
vertrek van menigen daglooner binDen,
van menigen boer, ja, van menigen
burgerman en ge zult erkennen, dat de
goedkoopste van alle goede zaken, zui
vere lucht, hier zorgvuldig buiten de
deur wordt gehoudenEn dan de gelag-
2)
Sam ktek hem met «en paar valsche
kamer van een herberg, de roef van
een schip, de coupé van een spoor
wagon en dan de slaapvertrekken van
't meerendeel onzer medeburgersInder
daad, het denkbeeld, dat zuivere lucht,
hoe goedkoop het artikel ook zij, iets
onmisbaars is voor het behoud der ge
zondheid, mag bij ons volk wel wat
gepropageerd worden.
Persoonlijke reinheid. Zindelijk is ons
volkIn geen land ter wereld wellicht
wordt zoo door de vrouwen geplast,
geschrobd, gedweild, als in bet onze.
De vreemdeling steekt er soms den
draak mede en weet allerlei staaltjes
te vertellen van de overdreven zinde
lijkheid onzer huisvrouwen. Men ver
haalt, dat Keizer Jozef II bij een bezoek
aan 't welbekende Broek in Waterland
zijn verlangen te kennen gaf een kijkje
te nemen in een binnenhuis. Dit werd
hem toegestaan, doch de schoenen moes
ten uit. En of men de huisvrouw al
aan 't verstand bracht, dat de hooge
bezoeker eeh Keizer was, het baatte
niet. «Hij moet de schoenen voor de
deur uittrekken, al was hij ook de
Burgemeester van Amsterdamluidde
het vonnis. Zeker, zindelijk is de Hol
lander, zindelijk op het huis, waarin hij
woont; op de kleeren, die hij draagt;
op de straat, waarover hij loopt. Doch
zindelijk op zijn lichaam, op zijn lijf
en leden is hij niet, en daarop bovenal
komt het aan. O, als de medici hun
bevindingen eens wilden vertellen, wat
zouden ze een boekje kunnen opendoen
over de persoonlijke reinheid bij ons
volk
Doch, dit is niet eens noodig, de
statistieken over het gebruik der bad
inrichtingen spreken boekdeelen. Zoo
worden er in een stad, tellende ruim
18000 inwoners, slechts 12 k 13000
baden genomen in het daar bestaande
badhuis. In een andere stad, tellende
21000 zielen is men niet ontevreden
over het resultaat, .lat er in de 12
maanden des jaars in 't geheel nog geen
7000 maal gebruik wordt gemaakt van
de badinrichting. En dat in ons water
land! Dit wetende, komt men tot de
conclusie, dat onze veelgeroemde zin
delijkheid, al moge ze van gunstigen
invloed zijn op de volksgezondheid,geens
zins het gevolg is van hygiënische over
wegingen, een conclusie trouwens, die
elke huismoeder onvoorwaardelijk zal
beamen, wetende, dat ze met al haar
spoelen en plassen slechts op 't oog heeft,
haar huis schoon, d. w. z. netjes te
houden, zonder meer.
En nu zoüden we nog kunnen spreken
over doelmatige kleeding en voeding,
over de verwarming onzer huizen, over
het misbruik van alcohol en tabak, over
het gevaar van verontreinigd drinkwater
enz. enz., om telkens weer tot de slot
som te komen, dat ons volk opgeleid
moet worden tot meerder zorg voor zijn
lichamelijk welzijn.
Dit nu is het doel van Het Witte
Kruis. Doch dit is niet het eenige,
zelfs niet het voornaamste doel. Het
streven der vereeniging richt zich in
de allereerste plaats op de huiselijke
ziekenzorgop de ziekenverpleging in
het huisgezin. In steden van eenige
grootte, vindt men ziekenhuizen, diaco
nessenhuizen en dergelijke inrichtingen,
waar ernstig-kranken een liefderijke en
doelmatige verpleging vinden. Op 't
platte land is daarvan geen sprake, daar
is het huisgezin de eenige plaats waar
de zieke kan verzorgd worden. Doch
groot en talrijk zijn veelal de bezwaren,
verbonden aan de huiselijke verpleging.
In een welingericht ziekenhuisgoede
geneeskundige hulp, verstandige liefde
rijk-deskundige verpleging, alle vereiscb-
te verplegingsmateriaal In het huisgezin:
eveneens goede geneeskundige hulp, ook
liefderijke verpleging, doch deskundig
is die verpleging doorgaans niet, kan
ze meestentijds ook niet zijn. Het noodige
verplegingsmateriaal is afwezig, zelfs
de allernoodzakelijkste dingen ontbreken
veelal. In deze leemten te voorzien, is
wel in de eerste plaats het doel van
Het Witte Kruis.
(Slot volgt).
Buitenland.
NIEUWSBLAD
i.
FEUILLETON.
Toen de inboorlingen zich verwijderd
hadden, fluisterde bij op vertroaweljjken
toon: >Gjj a»oet maken dat ge wegkomt.
De koning begint ongeduldig te worden.
Hij zegt, dat hjj zjjn belofte jegens de witte
mannen gehouden beeft, en nn moeten zjj
vertrekken. Gjj hebt immerd de papieren,
en alles wat gjj verlangdefc, nietwaar?*
»Niet alles, Sam,« antwoordde Trent:
Kapitein Francis, een Engelschman, is op
weg hierheen langs de kust, naar het fort
Walgetta. Hg zal morgen hier zgn. Ik wil
hem de handteekening van den 1 oning laten
viceeren, dan kunnen de nikkers de con
cessie nooit weer ongeldig verklaren. Het
zgn gluiperige duivels. Indien na ons een
ander kwatn wet meer rum, zouden zjj zich
aan onze overeenkomst niet storen, en hèm
het recht geven om de mjjnen te bewerken.*
•Ik begrgp n,« zei Sam: maar ik her
haal, dat gjj hier niet meer veilig zjjt. Zjj
bedrinken zich nn van uwen rum, ea zullen
u misschien reeds morgen vermoorden
Luister
Van tgd tot tgd vernam men een helsch
geschreeuw uit het dorp. Trent wierp een
snellen blik op den slapenden Monty.
Als het ergste gebeurt,* prevelde hg:
zullen wjj ons niet snel genoeg uit de
voeten kunnen makendat oude karkas kan
zich nauweljjks voortsleepen.*
oogen aan.
Dat is een ond, ziek man,* fluisterde
hg>disn moet gg hier achterlaten. Ik zal
wel op hem passen!*
Trant wendde zich met afkeer om, en
zeide: Wjj zullen morgen vertrekken, Sim.
Ik heb na ergen honger. Wat is er in dien
pot?*
•Twee kongnen en een aap,* was het
antwoord.
Heerlgk,* lachte Trent: »ga nu heen.c
Sam waggelde heen, terwgl Trent een
bord nam en zich bediende.
Kom, Monty,* riep hg: »word wakker!
Er i» eten gekomen nit de koninklgke keu
ken. Neem je bord en hap toe!*
Ik ben niet hongerig, Trent,* zeide de
oude, zich met moeite oprichtend en den
pot naderend: »maar ik heb ergen dorst.
Mgn keel is als perkament. Waarlgk, je
behandelt me niet als vriend, met dien
brandewjjn. Je zult zien, dat ik ziek word.
Geef me ééa slokje.*
•Neen; je krggt het niet!* riep Trant:
en nn, houd op met dat gezeur, en eet
wat.*
Ik heb geen honger,* zei Monty wre-
velig.
Kom, weas niet dwaas. Wg hebben een
moeilijken tocht te maken, en je zult al je
kracht noodig hebben om Buckomari te be
reiken. Ziehi r, je hebt iets laten vallen.*
Trent raapte iets van den grond, dat hg
voor een speelkaart aanzag, doch toen hg
het aau zjjn kameraad wilde overreiken,
merkte hg, dat het de fotografie van een
nog zeer jong, beeldschoon meisje was. Hg
had er nanwelgks een Hik op geworpen,
of hg voelde een slag op zgn wang, 't por-
De correspondent der »Petit Bleu*, die
eenigen tgd geleden van den oud-luitenant
in Prnisischen dienst Wessel gehoord had,
dat een Pool, Przyborofski, een gewichtige
rol had gespeeld in sake de voor Dreyfus
bezwarende getuigenis van Czernuski voor
den krggsraad te Rennes, is dien Pool zelf
gaan opzoeken. Deze bevestigde de verkla
ringen van Wessel. De man, die na eigen-
ljjk de getuigenis van Czernuski heeft voor
bereid en in elkaar gezet, is volgens Przy
borofski geweest kapitein Maréchal.
Van elders heeft de correspondent ver
nomen, dat de oud-luitenant Wessel vóór
het proces te Rennes aan een Franschen
agent stukken heeft geleverd van het niter-
tret werd hem ontrukt, en Monty schreeuwde
hem in ziedenden toorn toe:
Jjj onbeschaamde rekelHoe durf jg het
te wagen, naar dit portret te loeren!*
Trent keek den man als verbgsterd aan.
•Ik beschadigde 't immers niet,* zei hg
na een poos: »ik keek er sleehts even naar.*
Dat is onbeschaamd van je; dat mag jg
niet doenEn al» je je weer met mgn za
ken bemoeit, schiet ik ja neer!*
Trent lekte zich lachend de lippen af.
•Ik heb niet het minst belang bjj jouw
zaken,* zei hg toan: >maar ik raad je wè',
voortaan je handen thui« te honden. Je weet
zeer goed, dat het niet raadzaam is mg te
slaan. En nn, ga zitten en koel wat af.<
Een geruime poos werd er geen woord
tusschen de beide mannen gewisseld. Monly
h^d zich voor de hut n'êrgezet, en keek
met dof starende oogen naar de rgzende
maan; maar de schoonheid van de Afri-
ka&nsche nacht maakte geen indruk op zgn
ontzenuwd gemoed. Zgn plotseling ontwaakt
geheugen was even snel w. ér verduisterd,
en zoo hg na nog aan i*ts dacht, dan was
het aan de brandewjjnflesch E«n
weinig terzjjde zat Trent, en oefende zich
bg het heldere maanlicht in kunstjes met
de kaarten.
Eindelgk keerde Monty zich om.
•Trent,* zei hg: ik verveel me! Kom,
laat ons als vrienden een spelletje maken.*
•Kom dan,* antwoordde Trent: »maar
wg hebben niets om in te zetten.*
Om niets te spelen, vind ik niet prettig.
Wg moeten toch nog wel iets van eenige
waarde bezitten.*
Trent begreep zeer goed, dat zgn makker
hem trachtte te misleiden. Plotseling
ste gewicht. Uit die stnkken moet blgken
dat er geheimen van Frankrgk van mili
tairen aard waren overgebracht aan Duitsch-
land, door een officier van de Ecols dn génie
te Fontainebleau, door een agent van het
tweede bureau en door Esterhazy.
Wat is er van die stukken geworden?
De man van de »Petit Bleu*, Galmot,
een Franechman, heeft een brief gericht tot
den minister van oorlog Andté, waarin hg
zgn laatste ontdekkingen mededeelt.
In Duitschland wassen de rivieren on
rustbarend. Sedert Zondag is bg Keulen de
Rgn aanhoudend gestegen.
Bg Dantzig hebben overstroomingen ten
gevolge van dfl hevige regens het spoorweg
verkeer gestremd.
De »Rhein. Knr.« verneemt ait Emi, dat
tengevolge der aanhoudende regens Zondag
avond aldaar een rotswand van ongeveer
2000 knb. meter omvang losgescheurd is
en naar beneden gekomen. Noch het hotel
Nassauer Hof,* waarachter de bergstorting
plaats had, noch een der minerale broünen
is beschadigd. Ook persoonlgke ongelnkken
zgn niet te betreuren.
Een zeer fantastisch plan is. ontworpen
door een der Grieksche Kamerleden, dr.
B llo. Hg maakt in Tnrkge op 't oogen-
blik propaganda voor een unie van zeer
bgzoaderen aard tusschen Tarkge en Grif-
kenland. Beide landen, verkondigt dr. Bello,
moesten ééa keizerrgk vormen, zooals Oos-
tenrgk en Hongarge, of liever zooals Pruisen
en de andere Duitsche Staten. De Sultan
zon dan keizer van Bysantium worden, als
souverein over de Grieken in de Turksche
lalden. Er zou ééa ministerie van Oorlog
zgn voor beide landen, met zetel te Kon-
stantinopel, en ééa ministerie vau Marine,
te Athene gevestigd. De diplomatieke be
trekkingen zonden van nit Konstantinopel
worden bestuurd Men beweert, dat dc
Grieken des heeren Bello's plan nog zoo
dwaas niet vinden. Van koning George's
meeniDg er over is niets bekend.
Volgens een bericht uit Athene aan de
Times* is men daar ter stede ongerust dat
de zser talrgke Bulgaren die te Athene ver-
blgf houden, dynamietaanslagen in den zin
hebben, evenals hun landgenooten te Salo-
niki. Bjj Bulgaren in Thessalië is dynamiet
gevonden.
Kort voordat de »Umbria«, van de Cu-
bleef Monty's oog op Trent's knapzak rasten.
Ik heb al iets gevonden!* riep hg: >jg
schjjnt zoo'n groote waarde aan die halve
flmch brandy te hechten. Binnen eenige
maanden zullen we schatrgk zgn. Ik speel
met je voor de helft van de brandy, om
vjjftig pond!*
Trent schndde ontkennend met het hoofd.
•Ik heb je geld niet noodig,* gromde hg:
en de brandy is vergif voor je.«
•Trent,* smeekte de oude>je kent mgn
gestel niet; ik kan zonder brandy niet
leven!* Weina, ik zal er honderd pond
van maken.*
Na zeer lang tegenstribbelen en vriend
schappelijk ontraden, zag Trent zich eindelgk
toch genoodzaakt, den onde zgn zin te
geven. Hg deelde das de kaarten, en na
verloop van een kwartier had het lot ten
gunste van Monty beslist. >Geef de bran
dy!* schreeuwde hg.
Trent stond op, en goot de helft van
het vocht in een drinknap. sGeloof mjj,«
zvide hg»jg zjjfc even dwaas dat je 't
drinkt, als ik, die je 't geeft. Je stelt jouw
en mgn leven ia de waagschaal. Sam was
hier en zei, dat wg morgen moeten opbreken.
Hoe zul jg zestig mjjlen door de moerassen
kannen waden, met een troep van die zwarte
duivels achter je? Kooi, wees verstandig.*
Ik kan niet! Geef de brandewijn!* riep
Monty woedend. Trent verzette zieh niet
langer. Hg zette zich op eenigen afstand
neder, en hervatte zgn eenzaam spel. Monty
ledigde den nap in twee lange tengen. Toen
barstte hg ia een akelige schaterlach uit.
Dkt ie beter!* riep hg: >wat ben je toch
dom, Trent, om te meenen dat zoo'n droppel
iemand schaden kan; 't is juist genoeg, om
nard-lgn, Zaterdag uit New-York naar Li
verpool vertrok, vond de politie onder de
bagage der reizigers, op den steiger liggende,
een kist met 100 pond poeder, vermoedelijk
dynamiet, en een soort van nurwerk, be
stemd om (nasr men zegt in 36 aren) een
o itpFffing te veroorzaken. Het kistje werd
dadelgk in het water geworpen en er volgde
geen ontploffing, ofschoon volgent een der
lezingen de lont al gebrand had.
De politie had bericht ontvangen dat er
een »mafia-samenzwering« beraamd was om
de Engelsche boot in de lacht te laten vlie
gen. Het kistje was Hoor twe< Italianen
meegegeven. Natuurlijk war«n He reizigers
op de boot in groote ontsteltenis; de »U<n-
bria* vertrok echter als gewoonljjk. De
politie is de daders van den aansla? (aan
genomen dat m«n hier werkelgk met een
aanslag te doen heeft) nog niet op 't spoor.
Uit Melbourne wordt aan de Daily Mail*
geseind dat de algemeene sp mrwvstaking,
die dreigde, Vrijdagnacht uitgebroken is.
Een beperkte dienst wordt echter volgehou
den. Men vreest dat werklieden in andere
bedrgven zich bg de stakers zullen aan
sluiten. Niettemin big ft de regeering bg
haar besluit, tegen Woensdag een buiten
gewone zitting van het parlement van Vic
toria bjjeen te roepen.
Te Jokohamu loopen allerlei geruchten
over Rusland's militaire maatregelen in het
zuiden van Mantsjoerge. Een afdeeling Rus
sen zou reeds de Koreaansche grens over
schreden hebben, oogenschgnlgk ter bescher
ming van het gebied waar Russen met
houtaankap bezig zgn; een andere afdee'ing
zou op de stad Wesoe aanrukken, en de
Koreaansche regeering moet reeds verzet
aangeteekend hebben tegen die troepenbe
wegingen.
De Russen hebben, volgens Laffan's cor-
r;rpopdent te Peking, niet alleen Nioe-
tsjwang en de forten aau~o® L?»o opnieuw
bezet, maar ook een afdeeling nitgezcfnden
tot weder-bezetting van Tiën-tsjoean-tai.
Tusschen de Liao en Port-Arthur moeten
thans 14.000 man Russische troepen saam-
gelrokken zgn. Er schgnen op groote schaal
maatregelen genomen te worden om een
raogeljjke gewelddadige tusschenkomat te
keer te gaan.
Renter's berichtgever te Peking wjjst er
op, dat er van weder-bezetting van Nioe-
tsjwang door de Russen eigenljjk niet ge
niet van dorst te sterven.*
Trent verroerde zich niet. Doch dit scheen
MoBty geenszins te bevallen. Hg strekte zich
tegenover zgn makker op den grond nit, en
nu ontspon zich het volgend gesprek:
Drink je dan nooit?* vroeg Monty:
•neem ja 't leven nooit wat vrooljjker op?«
•Niet als ik in gevaar verkeer,* was het
korte antwoord.
•Ik moet zeggen, datje tegenwoordig een
vervelend kameraad zgt. Maar, eer een jaar
verloopen is, zal ik j<i leeren hoe men di-
neeren moet en champagne drinken 1*
Waarom ga ja niet slapen?* zei Trent:
•je znlt morgen al je krachten noodig heb
ben.*
•Ik ben van avond te opgewekt daartoe
ik wil li«7er wat praten. Wjj zgn aan den
vooravond van onze triomf, laat ons dus
plannen maken om haar te genieten. O, ik
ben er nn reeds dorstig op. Champagne!
Welaan Trent, hoeveel moet ik inzetten
voor den anderen nap brandy?*
•Zelfs voor geen schat!* antwoordde
Trent: »dut weinigje brandewgn kan ons
later misschien van den dood relden. Wees
sterk, oude vriend, en denk voor een korten
tgd niet meer aan drinken.*
•Je moest toch bedenken,* zeide Monty,
voortdurend naar de flesch loerend: >Jatjg
jong en sterk zgt, en ik ond en versleten.
Ik heb opwekking noodig. Kom Trent, wees
niet streng voor me. Ik speel nog eens om
vgftig 1*
Voor geen vgftig duizend!* riop Trent:
•ik heb j« geld niet noodig. Wees niet
dwaas of je zult nooit van je rjjkdom kan
nen genieten
Wordt vervolgd.)