Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Oude recepten.
57
De Goudgraver.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 2225
WOENSDAG 17 JUNI.
1903.
VOOS
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementaprga: per 3 maanden f l.OO.
franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel
meer 77i ot. Groote lettera naar plaatsruimte.
Adrertentiën worden tot Dinadag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Het is beter, ziekte te voorkomen,
dan te genezen. Onze voorouders waren
van die waarheid al even vast overtuigd,
als wij zelf. Ate iemand zich gestoken
heeft met een naald, een speld, een
spijker, of een ander puntig voorwerp,
dan doet hij goed, dat voorwerp in 't
vuur te werpen. Dan toch is hij zeker,
dat de wonde niet gaat zweeren. Heef1
iemand zich gesneden met een mes,
bezeerd met een bijl, een zaag, een
beitel, of welk scherp werktuig ook,
hij behoeft slechts te zorgen, dat het
voortdurend warm blijft, om alle pijn
te doen ophouden of te voorkomen.
Men mag er om lachen, maar wie het
laatst lacht, lacht het bestnog heden
wordt dit eenvoudig voorbehoedmiddel
tegen pijn toegepast en menigeen weet
te vertellen van oude vrouwtjes, welke
hij nog in zijn jeugd heeft gekend en
die altijd op het bloote lijf omhangen
waren met voorwerpen, haar toever
trouwd met het bekende doel.
Tegen pokken trachten wij ons te
vrijwaren, door de vaccinatie toe te
passen. We weten echter, dat er nog
altijd tegenstanders van die kunstbe
werking gevonden worden. In Japan
beschut men zijn gezin op een nog veel
eenvoudiger wijze tegen deze gevaar
lijke en afzichtelijke ziekte, door nl. op
den voorgevel van het huis de mede-
deeling te plaatsen, dat de kinderen
niet thuis zijn. De heerschende pok
ziekte, rondwarende door de stad, wordt
gefopt door dit „leugentje om bestwil"
en laat het huis ongemoeid. Als de anti-
vaccinemannen het eens probeerden met
de Japansche methode?
Maar om tot ons land en tot vroegere
tijden terug te keeren. Men weet, dat
er tegen woordig nog genoeg on beschaafde
en half beschaafde volkstammen zijn,
waarbij het dragen van amuletten tegen
alle mogelijke ziekten en ongelukken
iets zeer gewoons is. Maar soortgelijke
middelen als het dragen van amuletten
pasten onze voorouders evenzeer toe:
Het zaad van de pioenroosom den
hals gedragen, genas niet slechts jicht
en podagra, maar volgens een oud kruid
boek uit het jaar 1514 voorkwam het
ook de werking van slangengif. De pioen,
waarvan de wortel, als amulet gedragen,
de vallende ziekte genas, werd om deze
en nog meer deugden terecht benedic-
FEUILLETON.
12)
tenroos genoemd, d.w.z. de roos, die
gezegend is boven alle andere rozen.
In de brandnetelen scholen allerlei
wonderlijke krachten, maar eischten, om
niet van die krachten beroofd te worden,
een zorgvuldige behandeling. Men moest
ze op een Vrijdag bij het opkomen der
zon, naderen en met zout bestrooien,
om ze dien zelfden dag bij zonsonder
gang met den heelen wortel uitgraven.
Maar wie dan ook dusdanig geoogste
brandnetelen met bladeren van 't vijf-
vingerlcruid bij zich droeg, kende geen
vrees en spook noch geest kon hem
deren.
Van mos kon men een krachtige
wapenzalf maken, een zalf nl., die on
kwetsbaar maakte, doch dan moest men
zorg dragen, slechts mos te nemen, dat
gegroeid was in den schedel van een
opgehangene.
Een allerzonderlingst kruid was de
Europeesche zonnewendeeeu vrij zeld
zaam voorkomende plant, welke veel
heeft van een vergeet-mij-niet met witte
bloempjes. Een lijder aan de vierden-
daagsche koorts kon zich daarmede ge
nezen, door het viermaal om zijn lijf
te bindenvan de derdendaagsche koorts
werd iemand verlost, als hij het met eigen
handen driemaal om zijn lichaam wond.
Als men zonnewende in een kerk
neerlegde, kon geen der vrouwtjes, die
haar man ongeoorloofde parten speelden,
er weer uit: door eeu onzichtbare macht
bleven ze als vastgenageld staan. Ook
diende dezelfde plant als voorbehoed
middel tegen laster, want als men ze
met een wolfstand in een laurierblad
wikkelde, kon niemand van den drager
kwaad spreken.
Een veel gebruikt voorbehoedmiddel
was oudtijds de marentak of vogellijm.
Zooals men weet is het een woeker
plant op appelboomen en populieren,
soms ook op eiken- en pereboomenin
ons land komt ze slechts in Zuid-Lim
burg voor. Een ring, van dit hout, om
een vinger gedragen, behoedde tegen
vallende ziekte; een witte maréntik-
besin zilver gevat, en zoo om den hals
gedragen, beschermde tegen tooverij
iemand, die zulk een wonderbes droeg,
kon een dief in bet vluchten doen stil
staan en alle sloten doen openspringen
de boom, waarop de marentak groeide,
kon niet door den bliksem getroffen
worden.
De mannetjesvaren had al een even
wonderdoenden aard. De voortteling der
plant, waaraan men noch bloem noch
vrucht ooit zag, was met zulk een ge
heimzinnigheid overtogen, dat ze de
fantasie ruim spel liet en het va
renzaad dat misschien nog nooit iemand
had aanschouwd, was bedeeld met de
zonderlingste bovennatuurlijke krachten,
doch kon ook slechts verkregen worden,
volgens het volksgeloof, op een schrik
barende, gevaarvolle wijze. Men moest
daartoe eerst zijn ziel aan den duivel
verkoopen, dan op St. Jans- of op Kerst
nacht, tusschen elf en twaalf uur zich
naar een kruisweg begeven, waarover
men reeds lijken naar het kerkhof had
gedragen. Daar aangekomen zou men
een menigte afgestorvenen ontmoeten,
bekende en onbekende, die den waaghals
aanmaanden, toch terug te keeren. Even
wel hij mocht zich niet verroeren, geen
spier vertrekken, anders werd hij op
staanden voet door den duivel verscheurd.
Werd die proef tot 12 uur volgehouden,
dan kwam eindelijk de sombere man
en overhandigde een horentje met va
renzaad. De drager daarvan kon werken,
zoo hard en zooveel als twintig man.
Ook kon hij zich onzichtbaar maken,
indien hij zulks verkoos en nog vele
wonderlijke dingen meer verrichten. Een
jager, in 't bezit van varenzaad, schoot
nooit mis en als iemand bij zijn geld
wat varenzaad legde, verminderde het
nooit, hoeveel men er ook afnam. Het
varenkruid zelf beschutte hof en gaard
en huis tegen bliksem en tooverij.
Met deze en dergelijke middelen
trachtte men zich oudtijds tegen ziekten
en rampen te beveiligen.
Slot volgt.
Buitenland.
Wordt vervolgd.)
UN9 VAN ALIENS
Wanneer heb ik je ooit reden of aan
leiding gegeven tot de veronderstelling, dat
ik mijn tjjd verspil, met aan jon te denken
vro-.g zjj lachend.
Ma/ ik dan t n mi -ste vragen, hoe bet
je gaat?*
>0, zeer goed. De redactie begint mp
werk ti prjjzen, en ik word reeds als vaste
medewerkster bejegend. Ik heb joist een
taak, die men mg heeft opgedragen vol
bracht, en 't is mjj uitstekend gelakt.
Tenk eens: ik heb een millionnair geïi-
tervienwd
Dat is geen werk voor jou!*
♦Je znlt mg ten goede honden,* ant
woordde zjj, »dat ik dat zelve het best kan
beoordeelen. Ik ben jonrnaliste en al wat
men met eere doet, kan geen schande zjjn!
Indien elk zoo hoffeljjk jegens mg is, als
Mr. Trent, zal ik mg inderdaad gelukkig
achten.*
Ais wit?* riip de jongeling verbleekend,
terwijl hg haar bg den arm greep, en tot
stilstaan dwong.
»Wat scheelt je toch Cecil?* zeide zg
verstoord, »zie mg niet zoo verbaasd aan,
en laat mg doorloopen. Zeker; ons
personeel is niet groet,en daarom droeg
de chef mg op, Mr. Trent om een onder
houd te vrageD.*
♦Ik verbaasde mg alleen, wegens de
zonderlinge samenloop der omstandigheden
in de wereld,* hernam hg: »Jg hebt Mr.
Scarlett Trent geïutervieuwd, en hg was
beleefd tegen je?«
Welnu, daar zie ik niets zonderlings
in,< riep zjj boos wordend, wees toch niet
zoo raadselachtig! Indien j« iets te zeggen
hebt, spreek dan!*
Welnu; ik heb je zeer veel te zeggen,*
antwoordde hjj op ernstigen toon: mag
ik, als je op 't bureau gereed zjjt, bg je
aan huis kotnen? Ik heb je werkelgk een
hoogst belangrgke meledeüiing te doen.*
»WeliiU dan,* zeide zjj lachend: >ik zie,
lat je mjju nieuwsgierigheid opwekt, ten
bate van een kop thee. Om vjjf uur ben
ik t'buis*
Toen zjj op het bepaalde uur hare woning
bereikte, stond haar neef Cecil Davenant
haar daar reeds op te wachten. De jonge
ling zag er zoo bedrukt en ernstig uit, dat
zg bjjna spjjt gevoelde, hem te hebben toe
gestaan baar een bezoek te brengen.
Toen hg had plaats genomen, begon hg
zonder eenige inleiding: Ernestine, ik ben
thans niet gekomen om ja over mg zelve en
mjjne vooruitzie ten bezig te hoaien ik
heb besloten om ozer ja vader te spreken!*
♦Is het noodzakeljjk vroeg zjj nu even
ernstig.
♦Ik geloof het wel,* antwoordde hg, wat
ik je zeggen wil, zal je hoogst onaangenaam
zjjn, want men heeft je slecht behandeld
In een zwak oogenblik beloofde ik stil
zwijgendheid. Ik acht mg echter door de
omstandigheden gerechtigd, mjjn woord te
breken. Men heeft je misleid, door je te
doen gelooven, dat je vader in de gevange
nis overleden is.... Dat is niet zool*
De Petit Bleu heeft van haren corres
pondent te San Remo het verhaal ontvangen,
dat de ex-luitenant Wessel doet van den
vermoedeljjken oorsprong der verradersge
schiedenis, waarvan Dreyfus het onschuldige
slachtoffer is geworden.
De ware verraders zjjn volgens Wessel
drie personen geweest, onder welke Ester-
hazy, een officier van Fontainebleau, ver
bonden aan de school voor artillerie en
genie, in nog een derde. Wessel was toen
het speelde in. '93 en '94 werkzaam
aan de Artillerie und Ingenieurschule te
Charlottenburg. De officieren van de school
te Charlottenhnrg kregen dikwjjls de stuk
ken, die de officier uit Fontainebleau leverde,
te copiëeren of te vertalen en Wessel was
Wat zegt ge daar?* klonk het als een
angstkreet door de kamer.
>Ik smeek je, bljjf bedaard,* vervolgde
hg»ik moet je eenige zaken herhalen die
je reeds bekend zjjn, ten einde je andere op
te helderen, die je nog niet weet. Je vader
was de jongste zoon van zeer spilzieke ouders,
werd in groote weelde opgevoed, en als het
ware tot verkwister opgeleid. Door een feit,
waartoe 't later met hem gekomen is, werd
hg, hoewt 1 hg slechts het werktuig was van
bankroetiers, tot 7 jaren gevangenisstraf ver
oordeeld. Jjj waurt nog slechts een kind en
je moeder was overleden. Welnu Ernestine,
toen de zeven jaren om waren, smeedde onze
wederzjjdsche familie een laaghartig en zelf
zuchtig complot. Ongelukkigerwijze stemde
ja vader, ter wille van zjjn kind, er in toe.
Men leerde u, dat ge geeu vader meer hadt,
hoewel hg nog leafde. Toen hg zjjn straf
had ondergaan, moest hg nit de samenleving
verdwgnen. Voor uwe toekomst zou de graaf,
je grootvader, zorgen. En thans, voor
eeuige weken, heeft de dood eindelijk een
einde gemaakt aan het ljjden en de twaalf
jarige vrjjwiilige ballingschap van je vader 1*
Ernestine rees langzaam overeind, en ter-
wjjl zg met vlammende oogen en gebalde
vnisten in de k&mer op en neer liep, sprak
ze hggend: »Ik dank God, dat ik den moed
gevonden heb, om mg van deze lieden los
te schenren, en mg zelve een levensweg te
kiezen! Cecil, je kunt uit mjja naam aan
mjjn oom, Lord üavenant en aan je moeder,
of wie ook aan dit verraad heeft medege
werkt zeggen, dat ik de waarheid weet, dat
ik hen allen als een ellendig boevenpak ver-
aeht en nooit weer vrjj willig een woord tot
hen zal spreken!*
vaak met dat werk belast geweest. Zoo was
er in '94 een heele bezending stukken ge
komen, die in alle haast moesten worden
gephotographeard en gecopiëerd, want de
oorspronkelijke stukken moesten terug voor
men ze ginder zou missen. In '94 leverde
de officier te Fontainebleau zooveel, dat
Dnitschland dat jaar dien verrader ongeveer
900,000 mark heeft uitbetaald. Na de
veroordeeling van Dreyfus hield de stroom
van stukken van dien kant op. Tot in 1896
heeft Wessel ze zien komen. In Hat jaar
hield zjjn verbljjf te Charlottenburg op.
Wessel zegt, dat hg te gelegener tjjd den
naam van dien verrader te Fontainebleau
noemen zal, die, naar hg gelooft, wellicht
nog steeds met zgn winstgevend bedrjjf
voortgaat.
Terzelfder tjjd dat die stukken uit Fon
tainebleau kwamen, had Frankrjjk een spion
te Charlottenburg, nl. Mathilde Baumler,
de tegenwoordige echtgenoote van Wessel,
an de persoon, ven wien zjj destjjds hare
inlichtingen won, was haar amant, Wessel.
O. a. had zjj toen aan de Fransche regeering
verschaft het borderel met de opsomming
der Fransche stukken, die aan Duitschland
waren geleverd. Wessel had niet vermoed,
toen Dreyfus veroordeeld werd, dat dat zon
zgn op die stukkan, die hjj zou geweten
hebben, dat nit Fontainebleau kwamen.
Later was Wessel, op verzoek zjjner ge
liefde, verrader voor Frankrjjk geworden.
Zoodoende in aanraking komende met Fran
sche officieren had hjj in 1896 wel de feiten
medegedeeld, die tot de vrjjlating van Drey
fus hadden moeten leiden, maar men had
zgn woorden in duisternis gehouden. Later
in dienst gekomen van den generalen staf
had Wessel van zelf gezwegen over de on
schuld van Dreyfus.
Wat er waar is van deze verhalen zal
mogeljjk nog wel eens aan het licht komen.
Het is gevaarljjk ook maar vageljjk zich
in gissingen te verdiepen omtrent den tjjd
dat het geheel licht zal worden.
De werkstaking te Bern heeft tot een al-
gemeene uitsluiting in de bouwvakken aan
leiding gegeven. Op het oogenblik zgn 2000
man uitgesloten, maar zjj, die op de voor
waarde van een week of 14 dagen opzeggens
werkteD, staan ook binnen enkele dagen op
straat. Dan zullen 3500 arbeiders zgn uit
gesloten, met hunne gezinnen meer dan 8000
inwoners van het nog geen 60.000 inwoners
♦Ik vreesde wel, dat je 't ons erg kwaljjk
zoudt nemen, Ernestine,* zuchtte Cecil.
Kwaljjk nemen?* schreeuwde zjj, »hoe
had jjj dan verondersteld, dat een dochter
zich zon gevoelen, als zjj verneemt, dat men
haar belet heeft haar plicht jegens haar on-
gelukkigen vader te vervullen, wiens hart
men brak, om de eer van een vermolmden
stamboom te redden I O, hoe durfden zg zoo
iets te doen?* Zjj begon luid t9 snikken
Mjj wjjs te maken, dat hg dood was,
en hem de rest van zjjn ellendig leven in
ballingschap en eenzaamheid te laten voort
slepen 1 Of dachten zg, dat hg mjj niet dier
baar was? Cecil!* kreet zg, hare handen
wringend»ik heb mjjn vader altjjd liefge
had! Neen, ik was niet te jong om mjj heji
te herinneren! Ik dacht altjjd aan hem, en
had hem lief als 't licht mjjner oogenEn
toen ik ouder werd en zgn val vernam,
smartte mjj dit zeer, maar 't verminderde
mjjne liefde niet! Eu nu bljjkt dit alles een
laaghartige leugen! Zg verbanden hem uit
hunne omgeving, zonder een vriend om hem
te troosten, terwjjl ik, wier plaats aan zjjne
zjjde was, dit nooit geweten heb!*
Gjj waart nog slechts een kind Ernes
tine. 'tis reeds twaalf jaar geleden!*
Een kind? Maar ik zou toch wel ge
weten hebben, waar mjjn plaats wa»!<
»'t Was eep groote misgreep,* waagde
Cecil te vergoeljj&en, maar ik geloof, dat
zg 't voor je bestwil deden.*
»Och, hoe zon jjj dat ook kannen be-
grjjpen?* riep zjj, >jg bent óók van hun
soort, 't Zou dunkt me beter zgn, dat je
heengingt; ik kan mg bjjna niet meer be
dwingen! Voor mjjn bestwil!.... En
mjjn arme oude vader?*
tellende Bern. Een »comité van noodweer*
is uit allerlei arbeidersverenigingen en per
sonen, die in dezen met de arbeiders sym-
pathiseeren, gevormd, en in alle steden van
Zwitserland maakt men zich gereed de Ber-
ners te steunen.
Onderhandelingen hebben tot niets geleid.
De president van het stakingseomitó is ge
arresteerd, als verdacht van organisatie van
een gevecht tnsschen stakers en hnn plaats
vervangers, dat in de Buurt van Ber^»a la
Durgerdam* plaats vond. De arbeiders heb.
ben tegen deze arrestatie geprotesteerd. De
stedeljjke regeering heeft met het oog op
samenscholingen en bemoeilgkijjjgyvan pa
troons en arbeiders, die in plaalPaer stakers
gekomen zjjn, speciale orders uitgevaardigd.
De Londensche correspondent van de
N. R. Ct. schrjjft d.d. Maandagmiddag:
Sedert Zaterdagmiddag heeft het hier te
Londen en in de zoogenaamde Home Coun
ties schier onafgebroken geregend. Te King
ston aan de Theems schjjnt de regenval het
hevigst te zgn geweest: ruim vier centimeter
in vjjf dagen. In het TheemsJal heeft men
in 85 jaren zoo'n Juni niet beleefd. Het
ergste gevolg zgn de overstroomingen ge
weest, welke zoowel binnen als rondom
Londen, een goed deel van het spoorweg
verkeer aan banden legt. Overal hoort men
van tunnels die onder water staan; van
treinen welke niet meer loopen kunnen,
omdat het water de vuren op de locomotieven
uitdooft. Deze verkeersstremming berokkent
aan duizenden het grootste ongerief.
Het merkwaardigste allicht is, Hat een
snerpende koude dit buitensporige regen weder
vergezelt. Zjj heeft ons genoodzaakt onze
overjassen weer voor den dag te halen en
in onze woningen het stoken te hervatten,
half Juni N.B. en met den langsten dag
in het onmiddelljjke vooruitzicht! Op vel*
plaatsen heeft het inderdaa 1 's nachts en
's morgens vroeg gevroren. Geen wonder,
dat er haast geen aardbeziën zgn ter markt,
en dat wjj op appelen en peren in overvloed
dit jaar niet behoeven te rekenen. Groenten
en zomervrnehten -rgn hier thans buitenge
meen schaarsch. Er is ter markt haast niets
t« krjjgen en wat er nog te koop ligt, is
niet best en peperduur.
Naar luid van een ambteljjk bericht uit
Bohotle heeft de Mollah een flankmarsch
uitgevoerd met het doel om te plunderen en
de verbinding tusschen Bohotle en Berbers
Zjj verborg haar gelaat in de handen,
en barstte in luid weeklagen uit.
Maar nu wensch ik te weten,* ver
volgde zjj na eenigen tjjd, »waarom jjj het
zoo noodig oordeeldet, om mg jnist heden
middag de waarheid te zegggen, nadat je
mjj zoolang hebt voorgelogen?*
♦Omdat je me zei, dat je Scarlett Trent
gesproken hadt,* antwoordde hjj.
En wat kan Hkt met je openbaring te
maken hebben?*
♦Omdat Scarlett Treat er bjj was, toen
je vader stierf. Zjj waren op een tocht door
een wouddezelfde tocht, die den grond
gelegd heeft voor Trent's fortuin.*
♦Ga voort,* riep zjj, ♦verhaal me alles
wat je weet!*
♦Zeer gaarne. Ik mocht je vader alfcjjd
gaarne lgdenik deed hem uitgeleide toea
hjj Engeland verliet, en heb hem sedert
dien tjjd dikwjjls geschreven. Hg had een
zeer avontuurljjk, en naar ik vrees, tevens
rampzalig leven. Da&rbjj was hjj nit wan
hoop aan den drank verslaafd geraakt. Zóó
zwierf hg van plaats tot plaats, tot hjj ten
laatste aan de goudkust belaodde. Het laatste
bericht dat ik vaa hem ontving, was: dat
hjj in gezelschap van een Engelschmau,
een tocht in het binnenland ging ondernemen.
Zjj wilden een bezoek brengen aan een
inlandsch koning, ten einde zekere concessies
van h;m te verkrjjgen, voor de ontginning
van rjjke gcudmjjnen, ia de nabjjheid van
het dorp Bekwando.*
De groote Bekwando-landontginnings-
Maatschappjj riep Ernestine, ♦dat is de
zelfde, voor welks exploitatie Scarlett Trent
pas een Syndicaat heeft opgericht!*