Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. De Nederlandsche Bank. De Goudgraver. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. Jfö 2230. ZATERDAG 4 JULI. 1903. UNB VAN alten^- VOOB Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementaprjji: per 3 maanden f l.OO. franco per po»t zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Adrertentien ran 16 regels 50 et. Elke regel meer 77i ct. Groote letten naar plaatsruimte. Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. De inrichting en het doel der Neder landsche bank en het nauwe verband, dat tusschen deze instelling en ons munt stelsel bestaat, zijn vrij algemeen bekend. Wij kunnen dus ongetwijfeld vol staan, met er even aan te herinneren, wat wel niemand betwijfelen zal, dat bij den tegenwoordigen omvang van het maatschappelijk verkeer, het uitsluitend gebruik van gemunt gpld volstrekt on mogelijk is. De verhandelde-sommen zijn zoo groot- en de verzending naar elders zoo veelvuldig, dat men er niet meer aan zou kunnen denken.. Wij gebruiken daarom, sedert bijna honderd jaren, papieren geld. Door een klein deel wordt daarin voorzien vanwege het Rijkmuntbil jetten van f 10 en f 50maar deze zijn niet met dat doel in omloop gekomen. Oorspronkelijk zijn zij alleen, bij ge legenheid eener verandering in ons munt stelsel (1847) tijdelijk in gebruik ge steld maar zij vielen in den smaak en zijn later gebleven en uitgebreid. Aan de behoefte aan papieren geld voldoet overigens geheel het papier der Nederlandsche Bank, eene instelling, die voorschotten geeft op koopmansgoe deren, effecten en wissels en die voor schotten geheel of gedeeltelijk verstrekt in papierde welbekende bankbiljetten van f 25, f 40, f 60, f 100 en hooger. De bank heeft daarvoor octrooi van den Staat verkregen, met andere woor den andere handelslichamen mogen geen papieren geld uitgeven. Yoor dat octrooi verleent de bank aan den Staat verschillende diensten op geldelijk gebied en moet ook een deel van de j aarlij ksche winst aan den Staat afstaan(Dit winstaandeel bedraagt tegen - woordig ongeveer twee millioen gulden.) Het aan de bank verleende octrooi is in 1888 verlengd tot 31 Maart 1904, en bij Koninklijk besluit van 16 No vember 1901 is het octrooi, dat dus in 1904 moet eindigen, doordeRegee- ring opgezegd, met de bedoeling om wel het octrooi op nieuw te verlengen, maar tevens eene andere regeling der onder linge verhouding te maken. Van verschillende zijden is er bij die gelegenheid op aangedrongen eene Staats bank op te richten, waardoor van zelf al de winsten der bank aan den Staat FEUILLETON. 17) «Ik kwam met de mail te Southampton c, antwoordde deze met een valsche grijnslach, «het kost mjj een expresse trein van Lon den af.... en 't is Kei op het nippertje, maar zooals je ziet: ik ben er!< >En wat is de reden, dat je mjj op dezt wjjze achtervolgt?* «Ik kwam in ons beider belang; na tuurljjk vooral in het mjjne.* «Dat geloof ik gaarne 1* lachte Trent, >maar zeg me na spoedig, welk belang ik erbjj kan hebben.* Hierop kan ik met een wedervraag ant woorden^ Waarom gaat gjj naar Afrika?* «Ik ga, om te zien of je mg voorgelo gen hebt. Ik ga naar Afrika, om den ouden Monty te zien en te spreken, zoo hg in waarheid nog leeft!* >Dat is dwaasheid,* zei Da Souza grin- nekend»Och, och, wat zjjt ge toch een stjjfhoofdig manl* »Ik geef de voorkeur aan een oogenblik- keljjke crisis, boven het vooruitzicht, later geheel geruïneerd te worden,* zei Trent, «bovendien heb ik nog een geweten «Gjj zult u zelve en mg rnineeren!* krennde Da Sonza, »wat zon er van mjjn kwart aandeel worden, zoo Monty voor hot halve kapitaal opkomt, en hoe zoudt gjj dit in contanten kannen aitkeeren? Ik heb vernomen van je vierspan, je jacht, je ren paarden en het in aaubonw zgnde paleis in Park- Lane. Ik zeg je, dat, zoo je af stand moest doen van je halve kapitaal, zouden komen, doch de redenen zijn aan de Regeering niet gewichtig genoeg voorgekomen om de oprichting daarvan te rechtvaardigen en de slotsom is dan ook geweest, de indiening van een ont werp van wet bij de Staten-Generaal, waarbij het bankoctrooi op nieuw wordt verlengd. De voornaamste verandering, die in het ontwerp voorkomt, is, voor het pu bliek althans, de intrekking der munt biljetten en de toekenning der bevoegd heid aan de bank, om voortaan ook bankbiljetten van f 10 uit te geven. Dit komt ons voor, een sprong achter waarts te zijn. Dat de muntbiljetten worden inge trokken, daar kan niemand eenig be zwaar in hebben, 't Is nooit de bedoeling geweest om ze blijvend te behouden en, wanneer de Bank voor een voldoende circulatie van papier zorgt, zijn ze ook totaal overbodig. Maar wij hebben muntbiljetten van f 10 en van f 50, juist de stukken, die de Bank niet heeft, en nu ware het in ieder geval wenschelijk, dat de bank ook biljetten van vijftig gulden uitgaf. Ook meenen wij, dat b.v. papier van vijf gulden zeer goede diensten zou kunnen bewijzen. Maar de rol, die ons gemunt geld in de samenleving speelt, is veel te on beduidend en het verwondert ons, dat de Regeering niet tegelijkertijd het munt stelsel aan eene herziening onderwerpt. Het octrooi der Bank zal voorloopig weder voor vijftien jaar worden verlengd. De Bank is onder de bestaande rege ling verplicht zich kosteloos te belasten met het beheer van 's Rijks kas, de zoogenaamde schatkist, en tevens met het kassiersschap der Rijkspostspaar bank. Voortaan zal de Bank het beheer op zich moeten nemen van alle wette lijke instellingen, waaromtrent de Mi nister van Financiën het wenschelijk acht, dat het kassiersschap aan de Bank je ondergang zeker is, en de Bekwando- Maatschappij te niet gaat. Waartoe dient het dus, dien Monty op te zoeken Hij denkt dat je overleden bept, en weet overi gens van niets!* »Er zjjn drie redenen, waarom ik hem wèl wensch te ontmoeten. Ten eerste: hjj mocht eens onverwacht naar Engeland ko men en een sensatie veroorzakenten tweede ik bezit nog de rest van een geweten, en kan een man, dien ik, zjj 't ook onwe tend, beroofd heb, niet in halve slaverng laten voortleven, en de derde reden is mis schien de krachtigste van allen, doch die bljjft mgn geheim.* »Je eerste reden,* antwoordde Da Sonza, «heeft niets te bedniden. Denkt ge dan, dat ik hem niet in 't oog gehonden heb? Ik kan je de verzekering geven, dat hg nooit naar Engeland zal terugkeerenen wat je tweede argument betreft: hg is slechts half bjj zgn verstand, en zon het zelfs niet mer ken, indien zgn toestand verbeterd werd.* «Wanneer ik je zelfs in dit opzicht gelgk zou moeten geven,* hernam Trent, «dan bljjft mgn derde reden nog even krachtig.* «Ik weet, dat je nooit van een eenmaal voorgenomen plan zjjt af te brengen,* zuchtte Da Sonza, «maar gjj begeeft n op zeer ge vaar gk terrein.* «Ea jjj dan?* vroeg Trent; «ik veron derstel, dat js deze reis niet zalt hebben ondernomen, om mg ervan terug te houden, nietwaar?* «Ik ga, om er voor te zorgen, dat je zoo weiuig mogeljjk onheil aanricht.* Trent plaatste zich vlak voor hem, en zeide >Da Sonza, je hebt een groote dwaasheid begaan, deze reis te ondernemen. Je kent me genoegzaam om te weten, dat je me niet worde opgedragen. In de eerste plaats zal dit het geval wezen met de Rijks verzekeringsbank (ongelukken). De intrekking der muntbiljetten ge schiedt zonder financieele opoffering voor het Rijk. De vijftien millioen aan munt biljetten, thans in omloop, vormen als het ware een rentelooze geldleening ten laste van het Rijk. Door intrekking der biljetten zou de Regeering de beschik king over die leening verliezen, maar de Bank zal nu aan den Staat hoog stens vijftien millioen renteloos voor schieten en dit voorschot behoeft niet te worden teruggegeven zoolang het octrooi van de Bank duurt. Volgens de bestaande regeling geniet, zooals wij reeds opmerkten, de Staat ongeveer twee millioen jaarlijks als aan deel in de winsten der Bank. Thans is eene andere winstverdeeling aangeno men, die het uitzicht opent, dat de Staat nog by na drie ton meer zal ge nieten. Daarentegen komt de bezoldiging van den koninkiyken commissaris, de per soon, die volgens de wet het bestuur der Bank namens de Regeering als raad gever ter zpde staat, geheel ten laste van het Rpk. Alles by elkaar genomen, komt ons de nieuwe octrooi-wet, volgens het ont werp wel wat heel eenvoudig voor en had zich de gelegenheid zeer goed kun nen leenen om eenige verbeteringen van werkelyk practischen aard in bank en muntstelsel aan te brengen. Buitenland. Op Schaerbeeksch gebie.l ia een ver- sehrikkeljjk ongeluk gebenrd. Een goederen trein, komende van het Gare Luxembourg, ia zjjlings ingereden op een passagierstrein uit Antwerpen. De schok was geweldig. Verscheidene rjjtnigen zgn tot splinters ge slagen. Er zgn twintig reizigers gekwetst, o. w. verscheidene ernstig. Een graanhan delaar, Holstra genoamd, heeft naen twee beenen moeten afzetten, een ander hQeft men een been geamputeerd. De Parjjsche veiligheidspolitie heeft de hand gelegd op een oplichtster, zekere Marie Marchetti, geboren te St. Cloud in 1860, die reeds acht maal voor hetzelfde feit veroordeeld werd. Men schat, dat ze gedu rende 10 jaar met haar bende de menschen van mgn voornemen kunt afbrengen. Maar, er steekt meer acht«r. Jjj wilt daarginder een spel voor je eigen spelen. Welnu, luister! Zoo ik bemerk, dat je iets doet om mjj te belemmeren denk dan aan de revolver, die ik je te Walton onder je neus heb ge bonden. Ik verbeeld mjj, dat ik, zoodra ik de Afrikaansche lacht weer inadem, ook weer de oude Trent zal zgn! Bezin dus, eer je begint! En versta mjj goed: zoo dien onde man gindsch in die dagen toevallig een ongeluk mocht overkomen, dan kost het jou je levenJe kent meAan de goudknst neemt men het zoo nanw niet En nu, hoe minder ik je zie tot we aan land zgn, hoe aangenamer mg dit zal wezen!* Na een voorspoedige reis van zes weken wierp de «Danottar Castle* op een mjjl af stand van de Afrikaansche kast, voorbjj de stad Attra het anker uit. Trent lennde, in wit linnen costuum gekleed, over de ver schansing, toen Da Sonza het voor de eerste maal na het hierboven beschreven gesprek weer waagde, hem te naderen. «Dat is de laatste morgen, Mr. Trent!* «Ga je hier van boord?* vroeg Trent, zich jjling8 omwendend. «Ja, mjjn broeder Sam zal mg hier ont moeten. Gjj herinnert n hem zeker nog wel?* «Znlke lui vergeet men niet zoo licht!* «Och,* lachte Da Souza, «hg heeft hier bjjna zjju geheele leven doorgebracht, en is daardoor ook een halve wilde geworden.* «Eu voor de andere helft... een dief,* prevelde Trent. «Ik begrjjp,* vervolgde hg luid, «dat hjj weet, waar Monty te vinden is.< «Zoo er dan niets aan te veranderen is, mgn waarde Mr. Trent,* zeide Da Souza, «willen wjj u zelfs gaarne behulpzaam zjjn. voor meer dan een millioan heeft opgelicht. Zwaar gebonwd, mank, gewoon gekleed, niettegenstaande dit is ze de handigheid zelf als ze iemand wil oplichten. Ze voert den titel van prinses of gravin, huurt een prachtig rjjtnig en neemt voor een dag haar intrek in een der deftigste hotels. Als gezelschapsdame heeft ze een jong meisje dat van hetzelfde kaliber is als haar meesteres. Ze gaat in de groote magazjjnen bjj de goudsmeden, kiest de schoonste zaken nit en laat ze in het hotel bezorgen. Komt men met het uitgezochte bjj haar, dan heeft ze het kolossaal druk: in haar kamer wachten ministers en gezan ten, ze kan nn niet naar haar bankier gaan en verzoekt, met de quitantie terug te ko men. De leveranciers laten de bestelling achter. Nauweljjka zjju ze vertrokken, of de gewaande prinses pakt haar biezen, gaat naar het platteland, verandert van naam en het lieve spelletje begint later opnieuw. Ze keert te Parjjs terug, haart een ge meubileerd hais in een rjjke baart, geeft groote fooien aan den concierge en maakt weer nieuwe slachtoffers. Als de leveranciers om inlichtingen komen vragen bjj den con cierge, dan geeft deze natuurljjk de beste informaties over de priuses. Aldns heeft ze jaren lang oplichterjj ge pleegd en men kon baar maar niet te pak ken kr jjgen, totdat ze een dezer dagen over een plein te Parjjs liep, waar ze door een inspecteur van politie werd herkend en ge vangen genomen. In de Alpen zgn weer drie ongelukken gebmrd. Op den Pilatns is een onbekend man naar beneden gevallen en dood gevon den, op den Fenerstein (kanton Lnzern) een Zwits rseh onderwjjzer omgekomen en bjj Meiringen een schoenmaker verongelukt. In het onlangs aangekondigde proces we gens slavenhouding te Montgomery, in den Amerikaanschen staat Mabama, zgn thans 2 rjjke boeren schuldig verklaard aan het ten laste gelegde en veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf. Ook tegen andere beschul dig en is een overstelpend bewijsmateriaal bjjeengebracht, zoodat wel meer veroordee lingen zullen volgen. Van Russische zjjde wordt uit Chiua ge meld dat het meerendeel van de Mantsjoeren Rusland vjjandig gezind zjjn. De Mantsjoeren Mjjn broeder zal n dus zeggen, waar de arme Monty zich bevindt.* Beide heeren namen plaats in een der booten, waarmede de zwarte sloeproeDrs 't vaartnig omringden, en stapten weldra aan wal. Da Sonza had reeds in de verte zjjn bjj den lezer onder den naam van «Oom Sam* bekenden broeder ontdekt, en ter wjj 1 Trent door een vertegenwoordiger der Be- kwando-Company verwelkomd werd, von den de beide broeders gelegenheid snel eenige woorden in de Portugeesehe taal met elkaar te wisselen. Daarna trad oom Sam met den hoed in de hand op Trent toe. «Welkom weer te Attra, senor.* «De plaats is niet veel veranderd,zei Trent. >'t Gaat hier slechts zeer langzaam voor uit,* antwoordde Oom Sam, «het klimaat is te verschrikkelijk. «De menschen worden hier krachteloos, senor.* «Jjj schjjnt het er nog al te kannen vol houden,* lachte Trent. «Ben je in den laat- sten tjjd nog in het binnenland geweest?* «Ik heb voor een maand wat zaken ge daan met den koning van Bekwando.c «Zeker palmolie en mahoniehout geruild voor bedorven ram,* zei Trent. »'t Is niet mgn schuld dat ze die zoo gaarne lasten. Zallen we naar het hót»l gaan, waarde senor Trent?* Trent s.emde toe, en weldra zaten zjj onder de schaduw van de veranda, die het groote, geheel wit gepleisterd gebouw om gaf. Hier ontsloeg Trent den Engelschman, en toen deze zich verwjjderd had, wendde zich tot Oom Sam, met de woorden: «Ik heb vernomen, dat de onde Monty nog in lsven is. Wanneer dit waar is, is het weinig minder dan een wonder; want toen ik hem verliet, ademde hjj niet meer, zeggen: «De vroegere vjjanden, de Chiaee- zeu, bezetten de spoorwegen die zjj aanleg den, niet met soldaten, en bonwden geen versterkte kazernes in het land, zooals de Russische vrienden doen.* Verder zjjn de Chineezen overtuigd dat Rusland opzetteljjk de ontwikkeling van Chiua tegenhoudt. Japan trekt partjj van deze stemming, om de Chin«ezen tegen Rus land op te zetten. Hoe langer hoe meer komt de Chineesche regeering onder Japanschen invloed. De Chineesche dignitarissen, die met Rusland sympathiseren, worden de een na den ander genoodzaakt hnn posten te verlaten. In weerwil van het verbod van invoer van wapenen, worden deze van de Filippjjnen en Japan nit in China inge voerd. De Zuid-Chinessche tuighuizen zgn overkropt met werk, naar Pao-ting-foe ko men groote bezendingen wapens, en in het najaar worden nit Japan 8 batterjjen ver wacht. De Keizer van China heeft eeu besluit uitgevaardigd, waarin gezegd wordt dat er te Sjanghai eene revolutionaire vereeniging bestaat, welke bö menschen van slecht ge drag tracht propaganda te maken voor de afschaffing der Keizerlijke voorrechten ea den onderkoning Wai Kwaug T*o gelast wordt de schuldigen terstond gevangen te nemen. Naar het schjjnt bestaan die schul digen in studenten, onder wie zonen van ambtenaren, die genoeg hebben van den trearigen toesta id in hnn land en den rampzaligen invloed van het hof. In het Poolsche dorp Praonsna, distrikt Rybnik, is de woning van den hoofdoader- wjjzer, die bg de Rgksdagverkieziugen te gen den Poolschen candidaat heeft geageerd, door dynamiet vernield. Menschen werden daardoor niet gedeerd. Generaal Mattos, aanvoerder der opstan delingen in Venezuela, die eanigen tgd ge leden naar Curagao gevlucht was, is uit het land gezet en te New-York aangekomen. Ia antwoord op de namens de Russische Regeeriug afgelegde, officieuze verklaring, dat zjj geen verzoekschriften betreffende Kischinew wenscht aan te nemen, deelde het Staatsdepartement mede, dat zulke uit latingen de Amerikaangche Regeering niet zullen weerhouden om die verzoekschriften, zoodra zjj ter overhandiging gereid zjjn, af terwjjl ik zelve ook meer dood dan levend was.* «O ja; 't was een wonder,* zei Oom Sam, «de inboorlingen die n vervolgden, namen hem m' en toen heeft die Engelsch man, dien gjj te Bekwando ontmoet hebt, hem bevrjjdZiet gjj dat witte huisje met dien vlaggestok daarginds, op een mjjl afstand langs de kast? Dat is een station van het Bazdsch zendelinggenootschap, en daar is Monty opgenomen. (J kant hem bezoeken wanneer n wilt, maar hg zal n niet herkennen. Er is nog slechts een schjjn van leven in hem een week, een dag nog. Wie kan het bepalen?* «Heeft hjj een dokter?* vroeg Trent. «De zendeling is zelf geneeskundige, antwoordde Sam, «maar nog een van den onden stempel.* Trent meende, terwjjl hg zjjn sigaar op stak, een blik van verstandhouding tusschen de beide broeders op te merkenEr was door dit achtenswaardig paar das reeds een plan gesmeed't Was waarljjk hoog tgd, dat hjj gekomen was! «Is er later nog iets van dien kapitein Francis vernomen?* vroeg Trent na eenig zwggen. «Voor tien maanden,* antwoordde Sam, «berichtte een reiziger uit Lulabnln, dat hjj hem op weg naar het binnenland gezien had. Naar hjj zeide, was hg op expéiitie naar een andere landstreek, Sngbaro ge naamd. Zoo hg zich daarheen waagt, zal hjj zeker nooit terugkomen!* Trent ledigde zgn gla*, en zonder hierop te antwoorden, riep hjj eenige koelies. «Ik ga Monty opzoeken,* zeide hjj, en verwjjderde zich, zonder het tweetal met blik of groet te verwaardigen. Wordt vervolgd). Wij bezitten niet eens een vijf gul denstuk, maar wij bezitten ook geene st ukken van hoogere waarde dan van f 10 en zouden toch zeer zeker met gouden muntstukken van f 25 en van f 50 een zeer goed figuur maken. Het goud is stellig de aangewezen munt voor het plaatselijk verkeer en het be hoort daarom voor te komen in al zoo danige bedragen, welke de behoefte van dat verkeer eischt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1903 | | pagina 1