Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
KORIMTJ1,
De Goudgraver.
sM 2235.
WOENSDAG 22 JULI.
1903.
Paus LEO XIII.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
HEt lANB VAM ALTEN^
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonatmentipr jji: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagavond
ingewacht.
Yan deze landstreek, waar op het
oogenblik een vrij groote Nederlandsche
militaire macht een hevigen strijd te
voeren heeft, is nog zeer weinig bekend.
Het landschap is gelegen op ongeveer
2 graden zuiderbreedte, de grenzen zijn
over het algemeen zeer onbepaald, doch
worden aangenomen te loopen over de
hoogste toppen van het Barissangge-
bergte. Korintji ligt dus op de Oostelijke
helling, en grenst ten Westen aan de
Padangsche Benedenlanden en Benkoe-
len. Ten Noorden aan de Padangsche
Bovenlanden en Djambi, ten Oosten aan
Djambi en ten Zuiden aan Palembang.
Yan de bevolking weten wij al even
weinig met zekerheidde Regeering
schat het aantal op 75000, tot 250000,
volgens anderen is het laatste cijfer
zelfs nog te laag en zouden er wel
350000 inwoners zijn. In elk geval
schijnt het landschap vrij sterk bevolkt
te zijn, daar de uitgestrektheid (ook
alweer naar gissing) niet meer dan 50
vierk. geogr. mijlen beslaat, en het land
zeer bergachtig is, zoodat een belangrijk
deel vrijwel onbewoonbaar is.
Hoog in het gebergte is een prachtig
meer, het meer van Korintji, ongeveer
12 kilometer lang en half zoo breed.
Talrijke riviertjes ontspringen op het
hooge gebergte of uit het meer van
Korintji, alle vereenigen zich echter
langzamerhand tot eene groote rivier
die Oostwaarts stroomt naar het rijk
Djambi en daar dan ook den naam
Djambi-rivier aanneemt.
Landwegen komen in Korintji niet
voor, alleen zijn de tallooze dorpen
onderling door voetpaden verbonden.
Eveneens zijn er twee verschillende
wegen, voor voetgangers en vee geschikt,
die van Korintji leiden naar Mokka-
Mokka in de Residentie Benkoelen en
twee naar Indrapoera in de Residentie
Padangsche Benedenlanden. Dat zijn
dan ook de twee eenige plaatsen waar
de Korintjiërs hunne producten ter markt
brengen en de noodige inkoopen doen.
Het vee bestaat uitsluitend uit buffels
(karbouwen) en geiten, die er in groote
hoeveelheid voorkomen, doch niemand
durft zich te wagen aan een schatting
van het aantal.
De bodem is er buitengewoon vrucht
baar de bevolking heeft dan ook geen
FEUILLETON.
22)
XIX.
Trent had in zjjn leven de grootste ge
varen getrotseerd, doch nimmer waren zjjne
zenuwen zóó overspannen geweest, als ge
durende het stilzwijgen, dat op zjjn laatste
woorden volgde.
Wat Ernestine betreft: zjj scheen over
een zeer ernstig onderwerp na te denken.
Hg had haar geloof aan zgne schuld aan
het wankelen gebracht, en plotseling beving
haar het verlangen, om hem de waarheid
te bekenoen, zich aan hem bekend te maken,
en hem de redenen, die haar daarvan terug
gehouden hadden, te openbaren. Misschien
was zg te overgld in hare verdenkingen
geweest. Bovendien hadden zgne laatste
woorden haar ten zeerste geschokt, en be
greep zg zeer goed, dat haar zwijgen hem
moest bewijzen, dat hg te stoutmoedig was
geweest.
>De eerste keer dat ik n zag,« vervolgde
»trof mg de gelijkenis. Het was mg, of
ik een ond bekende ontmoette.
»En in stede daarvan, waart gjj het slacht
offer van een interviewer!* antwoordde zg
met een gedwongen lach: »Welk een val
van het romantische in 't prozaïsche!*
•Er was geen sprake van een val, en gg
zgt voor mg altgd hetzelfde wezen gebleven,
als op dat portret wordt voorgesteld:
iets zeer kostbaars, dat vèr boven mg ver
heven is I Ik ben een kind nit het volk, en
heb nooit eeaige édacatie genoten; ik was
ruw evenals alle lieden van mjjn soort, en
behoefte om levensmiddelen van elders
in te voerenrijst wordt er in voldoende
hoeveelheid voor eigen gebruik ver
bouwd.
Yoor export plant te Korintjiër kof
fie en tabak, beide van zeer superieure
kwaliteit. Korintji koffie staat altijd be
langrijk hooger dan de fijnste Preanger-
koffie genoteerd en de tabak wordt op
de markt te Mokka-Mokka met onge
veer 80 cent per half kilo betaald.
Boschproducten worden zeer weinig
uitgevoerd, de inzameling daarvan is te
bezwarend, en bepaalt zich tot geringe
hoeveelheden gom, benzoë, ivoor en rhi-
nocero8hoorn alsmede goud van hooge
waarde.
De geschiedenis van het land is al
even onbekend als al het overige; een
vijftal eeuwen geleden, na de bekeering
van de bevolking van Java tot den
Islam, is een groot gedeelte van Zui
delijk Sumatra onder de heerschappij
van Javaanscbe vorsten gekomen en
maakte Korintji daarvan waarschijnlijk
mede een deel uit. Welke de oorspron
kelijke bewoners geweest zijn en welke
taal zij spraken weet niemand, doch
bij de tegenwoordige Korintjiërs is veelal
nog een Mongoolsch type te onder
kennen aan de min of meer scheef
staande oogen en sterk ontwikkelde juk
beenderen.
Men zegt dat de Korintjiërs goed
aardig zijn, zeer werkzaam, knappe
kooplui maar eenigszins achterdochtig,
waarbij men niet uit het oog mag ver
liezen dat dit oordeel gegrond is op de
waarneming ten opzichte van de enkele
personen die de markten te Indrapoera
en Moka-Moka bezoeken; van deover-
groote meerderheid die voortdurend in
hun eigen land blijven weet men niets
dan alleen dat dat zij liever geen be
zoeken van vreemdelingen ontvangen.
Staatkundig is het land verdeeld in
vijf afdeelingen, elk onder een hoofd
met den titel van Depati, die samen
een soort van geconfedereerde republiek
vormen. Elke afdeelmg is verdeeld in
districten, (doesoen) elk district in dorpen
(Soekoe) en elk dorp in familiën (Ke
leboe), alles onder hoofden die gekozen
worden door alle mannelijke ingezetenen
(dus algemeen kies- en stemrecht). De
hoofden worden voor hun leven gekozen
en kunnen slechts van hun ambt ontzet
worden wegens misdrijf, bij vonnis van
hunne medehoofden.
ik heb vele hunner ondeugden bezeten. Maar
dat was, toen ik nog in de duisternis leef
de toen ik n nog niet gezien had
Mr. Trent, wilt u zoo goed zjjn, rag tot
Lady Treshara te brengen?*
•Terstond,* antwoordde hg ernstig, »denk
niet, dat ik te voortvarend ben. Ik weet,
dat de tjjd nog niet gekomen is. Ik zal er
nu niets meer bjj voegenik wensch echter,
dat gg het weten zult. Al mjjn voorspoed
beteekent niets, in vergeljjking met de hoop,
eens
»Ik wil u niet langer aanboorenviel
zg hem haastig in de rede, »soo gg mg niet
wilt geleiden, zal ik Lady Tresham alleen
opzoeken.*
Hg boog en sloeg een zijlaan in, teneinde
het ontzag'ljjk gedrang in den omtrek van
de renbaan te ontwjjken. Daar kwam een
voornaam edelman in de grootste opgewon
denheid op Trent toesnellen.
>Iris heeft verloren, Mr. Trent I* riep hg
bniten adem, >maar zg heeft magnifiqne
geloopen; het scheelde dan ook maar een
neus-lengte. Het spjjt mg waarlijk, dat ik
het niet royaler gewonnen heb. Na, de vol
gende keer is de gouden beker voor u!«
Trent wenschte zgn vriend op hartelgken
toon geluk.
Intossehen naderden hem vele aanzienljjke
dames en heerenhg wendde zich echter
haastig tot Ernestine, met de woorden:
Mag ik n tot Lady Tresham geleiden?*
Gaarne,antwoordde zg
Dit is nw eerste wedren te Ascott, niet
waar vroeg zg naast hem voortwandelend.
»Ja.«
»En uw eerste verlies?*
»In dit opzicht wel,* erkende hg oprecht,
ik had inderdaad gedacht te zullen winnen.*
>Dan zult ge u wel zeer teleurgesteld ge-
Belastingen worden niet geheven, doch
de mannelijke bevolking moet (om beur
ten) vier dagen in het jaar voor de
hoofden arbeid verrichten.
Lijfstraffen worden niet toegepast, alle
misdrijven worden met boete betaald,
soms in stofgoud, maar meestal in pro
ducten, welke boeten tot de emolumen
ten der hoofden, tevens rechters, ge
rekend worden, doch die dikwijls aan
leiding geven tot onderling harrewarren.
Slavenhandel bestaat er niet, doch
wel zijn er nog een gering aantal slaven
en een grooter aantal pandelingenzoo
als trouwens in alle Maleische landen,
worden slaven en pandelingen bij veld
en huisarbeid gebezigd doch in het ge
heel niet mishandeld, zelfs niet gemin
acht, maar hebben een zeer dragelijk
lot. Wreedheid tegenover slaven kwam
alléén voor bij slavenhouders herkom
stig uit het beschaafde Europa.
Vele jaren geleden hebben de Ko
rintjiërs, misschien in een onbewaakt
oogenblik of in moeilijke omstandig
heden, de suprematie erkend van den
sultan van Djambi. Het laatst onder
scheidden zich de Korintjiërs bij het
bewind nemen van sultan Taha in 1855.
Deze sultan, voluit genoemd Taha Safi
Oedin, kreeg het te kwaad met de Ne-
derlandsch Indische Regeering en wei
gerde haar opperheerschappij te erken
nen. Daarop volgde in 1858 eene ma
ritieme expeditie naar Djambi, sultan
Taha werd afgezet, vluchtte naar de
binnenlanden en werd opgevolgd door
zijn oom sultan Ahmad Nazaroedin, die
een contract sloot met de Ned .-Indische
Regeering, waarbij hij erkende dat het
rijk Djambi deel uitmaakt van Neder-
landsch-Indië en aan hem in leen ge
geven wordt.
De Korintjiërs konden echter dat af
zetten van een sultan zonder vonnis
van zijns gelijken (pairs) niet met hun
rechtsgevoel overeenbrengen en bleven
dus Taha als wettig Sultan erkennen.
Sultan Taha is nu wel een oude heer
doch leeft nog altijd en heeft behalve
de Korintjiërs ook nog een grooten aan
hang onder de Djambiërs in de binnen
landen, die hem ook als hun wettigen
vorst blijven beschouwen, zoodat de
eigenlijke Sultan door ons Gouverne
ment aangesteld bitter weinig invloed
heeft buiten de naaste omgeving van
zijn paleis.
Dit bleek vooral toen de Sumatra-
voelen.*
•Ik heb een gouden beker verloren,*
zeide hg met nadruk, »maar veel gewon
nen
Zg maakte eene beweging, als wilde zg
zich verwgderen. Maar hg bleef staan en
herhaalde luid: »Maar ik heb veel gewon
nen aan ondervinding!*
Lachend voegde zg zich weder bg hem.
Het verheugt mg te hooren,* zeide zg,
»dat gg ook philosoof zgt. Verhaal mg
nu eens, wat gg zoo al in Afrika verricht
hebt
Zonder bedenken voldeed hg aan haar
verzoek, en weldra vergat zg de geheele
drukke en schitterende wereld die haar om
gaf en hoorde zg noch de verwjjderde mu
ziek, noch het gegons der duizenden men-
schenstemmen. Zg zag slechts in haren geest
de lange stoet mannen van allerlei kleur en
ras, zwoegend onder de loodrechte stralen
van d8 zon, een weg breken door het sedert
eeuwen ineengestrengeld moerassige woud.
Zg zag zwarte gedaanten nit het lange gras
verrgzen, hoorde het snorren der vergiftigde
speren en 't schrikwekkend krijgsgeschreeuw
der bloeddorstige wilden, 't Geheele drama
van 's mans groot verleden vertoonde zich
aan haar oog, en ontwikkelde zich tot wer
kelijkheid, door zgn eenvoudige en toch zoo
heldhaftige taal. Zg zag hem dahr, beter dan
in deze omgeving, als hoofdfignnr en mid
delpunt, een man met geest en reuzenkracht,
die in voortdurend levensgevaar even be
dachtzaam zgn berkules-taak, als den dood
trotseerde, en een ongekende angst deed
haar beven. Neen, zg kon dezen man niet
langer als een onbeschaafde geluksvogel
zonder hart of eergevoel, beschouwen. Ia
menig opzicht stond hg vèr verheven boven
de lieden, tot welker klasse zg zich rekende
expeditie van 18771878 (de heeren
Yan Hasselt en Yeth) het Djambisch
grondgebied moest ontvluchten, omdat
vriend Taha en zijn aanhang geen
vreemdelingen in dat land wenschten
te zien.
De directe oorzaken van de tegen
woordige expeditie en het verloop tot
nu toe heeft men in de dagbladen uit
voerig behandeld gezien, en behoeft dus
hier niet besproken te wordenhet
bovenstaande is slechts een poging om
een eenigszins duidelijk beeld te geven
van land en volk.
,Tel."
Buitenland.
Z. H. de Paus is Maandagmiddag ruim
4 uur in kalmte overleden.
Kort voor de Paus deu geest eraf, kwamen
de kardinalen en waardigheidsbekleders,
O eg» veer ten getale van zeetig, de kamer
van den Paus binnen. Allen knielden neer,
terwjjl de Grootpoenitentiarius Vannntelli
voortging met de gebeden der Stervenden
op te zeggen. De Paus liet om vier minuten
over vieren het hoofd zacht achterover
vallen en blies den laatsten adem uit te
midden van ontzaglijke ontroering van de
aanwezigen. Vannutelli knielde bij het ljjk
en begon de gebeden der Overledenen op
te zeggen, waarop de aanwezigen snikkend
antwoordden. Vervolgens ging iedereen heen,
behalve de neven van den Paus, Lapponi,
de kamerdienaar Centra, twee edelen van
de garde en de major domus. Deze trad op
het ljjk toe en bedekte bet gelaat met een
witte sluier; terwjjl groote tranen over zjjn
wangen liepen, kuste hg den doode de hand.
Oreglia nam, zoodra de Paus dood was,
officieel bezit vau het paleis. Rampolla legde
dadeljjk zgn ambt als staatssecretaris neer,
waarvan de tjjdeljjke waarneming rechtens
aan mgr. dell 'Achiesa overgaat.
Drie kardinalen en de hoofden van de
orden zullen, zoolang de heilige Stoel on
bezet is, de kerkelgke aangelegenheden be
handelen.
Het geneesknndig certificaat betreffende
het overigden van den Paus is alleen door
Lapponi opgesteld en in den vorm van een
brief naar prins Colonna, den burgemeester,
gebracht. Lappoui deelt in het stak mede,
te behooren. Deze man had genie! Zonder
opvoeding of beschaving had hjj grootsche
zaken tot stand gebracht. Bg hem verge
leken waren da groote heeren, die in hem
slechts den millionnair begroetten, dwergen.
Zg gevoelde hare vjjandschap jegens hem
verzwakken. Voortaan kon zg alleen hare
trotsch en fierheid tegen hem te hulp roe
pen. Immers, ook zg had zich een taak ge
steld den man, dien zg schuldig achtte aau
haars vaders dood, te ontmaskeren!
En hg van zgne zjjde, gevoelde innige
vreugde wegens den loop, die de voorval
len van dezen dag ten zjjnen gunst geno
men hadden. Hg hield zich overtuigd, dat
hg eens tot hare wereld zou behooren. Hg
staarde door het groen der hoornen naar
den wolkenlooze hemel, en vroeg zich af
of zg kon gissen, dat zjjne aanwezigheid
hier, de aankoop van Iris, de buitengewon'e
zorg die hg aan zjjn kleeding besteed had,
dat dit alles om harentwil gobenrd was.
Wel is waar had hg haar voor de eerste
maal ontmoet als een journaliste, die werkte
voor het dageljjksch brood. Hg hield zich
echter overtuigd, dat dit in zekere mate
een gril van haar was geweest. Thans zag
hg haar als de verpersoonljjking van hoogen
adel, eene geboren aristocrate van top tot
teen. En hg wilde ten koste van alles,
harer waardig wordenhg wilde haar
bezitten. En hg onderschatte zich zelve
niet; hg kende de kracht vau zgn rjjkdom,
en hoe veel hooger zgn standpuat was, dan
dat der jonge mannen van hare geboorte,
wier ontwikkeling en levensopvatting hg van
nabjj had Leren kennen, en die zeker Er
nestine niet zouden kannen voldoen. Hg
voorspelde zich das ook ia dit opzicht, een
gelukkige toekomst.
En terwjjl hjj zoo droomend aan
dat Leo XIII gestorven is tengevolge van
longontsteking, gevolgd door borstvliesont
steking.
In Paus Leo XIII heeft niet slechts de
katholieke wereld een eminent en buitenge
woon begaafd, schrander hoofd en leider
verloren, maar ook de menschheid een alge
meen geëerd en geëerbiedigd man van on
gewone gaven. Het is niet te veel getuigd,
wanneer men verklaart, dat het overigden
van Paus Leo XLII in zeer wjjden kring
groote en algemeene deelneming wekt.
Indien één kerkvorst bjj machte was om
eendracht en samenwerking, verdraagzaam
heid en onderlinge waardeering te wekken,
dan voorwaar deze paus.
Gedurende de vjjf lustra van zjjn paus
schap heeft Leo XIII getoond vervuld te zgn
van eerbied en aanhankelijkheid voor de
rechten en aanspraken, de onaantastbare
van hen, die hooggeplaatst zgn; heeft hg
getoond te zjjti een man van jjzeren wils
kracht en van onwankelbare handhaving
van het gezag, doch tevens de vriend der
kleinen*, der misdeal len, vooral der werk
lieden, ten bate van wiar belangen Leo XLII
het licht deed zien de merkwaardige en in
menig opzicht bewonderenswaardige ency
cliek»Rernm Novarum*.
Leo XIII was de priester van fijaen, ge-
kuischten smaakvau innige liefde voor de
schoonheid der classieken. Zelf dichter, heeft
hjj van zjjne gaven als zoodanig om in
schoone Latjjusche versmaat te vertolken
indrukken, gedachten, gevoelens meer
dan eens, en nog zeer onlange, treffende
proeven gegeven.
Fjjn diplomaat als hg was, wist hjj, Paus
Leo, in het verkeer met de mogendheden,
bjj de duizenderlei moeiljjkheden, welke zich
telkens voordeden, een tact, en tevens eene
waardigheid en eene kracht te ontwikkelen,
welke door niemand, zoo min door geloovige
als door tegenstander, ooit werd betwist.
Hjj, Leo XIII, wist alom en steeds sym
pathie te wekken. Hoe gröot en algemeen
was deze niet nadat de Pans had kannen
besluiten tot iets, waartoe men niet dacht,
dat ooit zon kunnen komen: de openstelling
der Vaticaansche bibliotheek! En deze maat
regel kenschetste Leo XLII als vriend van
kunst en wetenschap. Hg was iemand van
grooten rechtvaardigheidszin en van diep-
ingeboren antipathie tegen al wat hatelgk,
ruw, onverdraagzaam, bitter of wreed was
Waar, of in welken levenskring de thans
overledene zou geplaatst zgn, steeds zou
hjj, mag men getuigen, een sieraad zgn ge
weest van zgne omgeving.
Daarom past een weemoedig woord van
hulde aan de nagedachtenis van deze groote,
nobele figuur.
hare zjjde voortwandelde, smeedde het Nood
lot een giftigs pjjl, om hem te vernietigen!
»Eq nu moet ge mjj regelrecht naar
Lady Tresham brengen,* zeide zg, »zjj zul
len denken, dat ik verdwaald ben.*
•Woont ge nog op uwe kamers?* vroeg
hg.
•Ja; maar ik heb voor een paar dagen
vacantia genomen. Ik logeer op Tresham
Honse.*
Mag ik u daar een visite brengen?*
•Ik denk het niet,* antwoordde zg koel:
•Gg kent Lady Tresham niet, en het mocht
haar eens onaangenaam zjjnDe Treshams
zgn nog vau de oude school.*
•O, dat is geen bezwaar,* lachte hg, >ik
denk u heden avond daar te zien. Onder
de vele uitnoodigingen voor het diner die
ik ontvangen heb, is er ook een van Tres
ham House.*
•Gg begint dus in gezelschappen te ver-
keeren?*
•Ik heb mg zelve in geen geval opge
drongen.*
Geld,* prevelde zjj, is een onweerstaan
bare macht.*
•Zoo denkea er ten minste de lieden van
nwe wereld over,* zeide hjj op verwjjtenden
toon.
Zg antwoordde niet, en dat stelde hem
weder tevreden. Hg gevoelde zich zeer op
gewekt. Het zonlicht, de mnziek en de toe
nemends opgewondenheid van het publiek,
brachten ook hèm in een vroolgke stemming.
Hjj gevoelde dat het leven, behalve veel
strjjd en arbeid, ook veel schoons te genie
ten geeft
Wordi vervolgd).