Het Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Jtè 2300.
Broeder en Zuster.
Uitgever: L. J. YEEEMAH, Heusden.
WOENSDAG 9 MAART.
1904.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
AUEN»
TOOK
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f 1.06.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regela 60 et. Elke regel
meer T1/» et. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Iets over de voorgestelde
wijzigingen in de huishouding van
Gemeente en Provincie.
I.
Het mag als van genoegzaam alge-
meene bekendheid worden beschouwd,
dat onder de vele voorstellen tot wets
wijziging, in den jongaten tijd van de
regeering uitgegaan, er zich twee be
vinden, welke betrekking hebben op de
huishouding van provincie en gemeente.
Wat dit laatste betreft kunnen wij
in ons overzicht daarvan kort zijn en
ook wat de gemeentelijke huishouding
aangaat zullen wij ons in hoofdzaak
bepalen tot hetgeen meer bepaald ook
op de kleinere gemeenten betrekking
heeft.
Daarom behoeven wij ons niet te
begeven in uitgebreide beschouwingen
omtrent het overigens zeer belangrijke
onderwerp der gemeentebedrijven.
Men weet dat de exploitatie van
allerlei bedrijven, van gemeentewege,
in de laatste jaren een hooge vlucht
heeft genomen. Het waren vooral de
grootere gemeenten, die daarbij veelal
handelden uit financieelen nood. Anderen
handelden meer uit een oogpunt van
belang of nutwant het staat vast dat
er ondernemingen zijn, die door parti
culiere krachten niet op deugdelijke
wijze kunnen worden tot stand gebracht,
of waarbij hare financieele hulpmiddelen
vaak te kort schieten.
Maar intusschen zijn de gemeenten
vrij om op elk gebied met de particu
liere nijverheid te concurreeren en alle
mogelijke bedrijven uit te oefenen. In
minder gunstige financieele omstandig
heden is zoo iets zeer wel denkbaar.
Wenschelijk is het daarom, de be
voegdheid der gemeentebesturen in deze
een weinig te beperken. Het zou daar
toe voldoende zijn, om aan de gemeenten
te verbieden, over te gaan tot de ex
ploitatie van eenig bedrijf, met het uit
sluitend doel om daaruit geldelijk voor
deel voor de gemeente te trekken en
dus zonder dat van eenig algemeen
belang sprake is. Of eenig te exploi-
teeren bedrijf met dit verbod in strijd
kwam, zou dan in elk geval door Ge
deputeerde Staten of door eene andere,
daartoe aangewezen macht, moeten wor
den beoordeeld.
De regeering heeft de zaak in haar
ontwerp anders beschouwd. Zij heeft
FEUILLETON.
2)
Van dat oogen blik was de overeenkomst
van onverbrekelijke liefde tusschen vader
en dochter gesloten, en ook de finantieele
verbetering scheen geljjktjjdig gekomen te
zijn. Hg kreeg een eervolle benoeming aan
et-n universiteit, en weldra verwonderde de
geleerde wereld zich, een kracht van zoo
veel beteekenis zoolang genegeerd te kunaen
hebben. Professor Hennink werd een licht
toren van wetenschap; van verre en van
nabjj stroomde de leergierige jengd toe, om
zijn voordrachten te hoorenja, zjjn naam
klonk ver buiten zjjn vaderland en werd
overal met eer genoemd.
Krachtig naar lichaam en geest wies
Cato op. Slank als een jonge danneboom
groeide zjj beide onders over 't hoofd, en
ofschoon zjj 't eenige kind uit dat huwe
lijk bleef, scheen de natuur haar des te
rjjker toegerust te hebben. Zg beminde haar
moeder teeder en was een oplettende, gehoor
zame dochter voor haar; maar de diepere
Bymp&thie, de vertrouwelijke vereering, de
geeateljjke hoogachting bleef voor den vader.
Nooit was Atilla jaloersch geweest, om
dat haar niet de geheele liefde van haar
kind ten deel viel. Integendeel, met een
soort dankbare vreugde had zg van den
beginne af dat ontwaken van onvernietig
bare genegenheid tusschen vader en doch
ter begroet; maar langzaam en onbemerkt
bepaald de bedrijven of soorten van
bedrijven opgenoemd, die de gemeente
mag exploiteeren. De overige vallen dan
in het verbod.
Vooreerst zijn toegelaten zulke be
drijven waarin door leidingen, onder
of boven den grond, eenige stof onder
het bereik der verbruikers wordt ge
bracht of aan hen zekere diensten wor
den bewezen (gas- en waterleidingen,
telefoon, electrische verlichting).
Verder zijn toegelaten: instellingen,
inrichtingen en ondernemingen ten dien
ste van het verkeer, den landbouw, de
nijverheid en den handel, mits het geen
bankinstellingen zijn. (Tram-, omnibus-
en stoombootdiensten, handelsinstellin
gen, haveninrichtingen, proefstations,
enz.)
Hiertegen bestaat het bezwaar dat
men op die wijze zich plaatst op het
standpunt, waarop de gemeentebedrijven
tegenwoordig staan. Maar men moet
niet vergeten dat wij niet stilstaan.
Nieuwe uitvindingen kunnen nieuwe
bedrijven doen ontstaan, voor gemeen
telijke exploitatie bijzonder geschikt.
Ook kan het wel blijken dat instel
lingen, tot nog toe uitsluitend door par
ticulieren geëxploiteerd, bij het gemeen-
tebeheer zeer wel op haar plaats zouden
zijn. Zoo bestaan in het buitenland ge
meentelijke voorschotbanken, zoo spreekt
men reeds van het oprichten van ge
meentelijke brandverzekeringen, en dit
zijn niet de eenige voorbeelden.
Het wil ons dus voorkomen dat, om
weer latere wetswijziging te voorkomen
en ook quaesties over de grenzen der
wet af te snijden, het opnemen van een
meer algemeen verbod, in den geest als
door ons boven is aangegeven, eene
meer gelukkige keuze zou geweest zijn.
Bij sommige gemeentebedrijven is
het niet wel mogelijk, dat alle ont
vangsten en uitgaven door den ontvanger
der gemeente worden gedaan, hoewel
de wet het rekenplichtig beheer der
gemeente aan dien ambtenaar opdraagt.
Daar theorie en praktijk behooren over
een te stemmen, wil de regeering nu
ook wettelijk de mogelijkheid openen,
om naast den ontvanger andere reken-
plichtige ambtenaren der gemeente aan
te stellen en dan op zoodanige wijze,
dat hun verhouding tot den ontvanger
behoorlijk geregeld is.
Wat gemeentebedrijven betreft, zal
had xich daardoor ook de natuurlijke ver
houding omgekeerd, en het was niet de
moeder, maar de vader, die alle bewegingen
van dat jonge hart opmerkzaam volgde en
gadesloeg.
Zoo kwam het ook, dat de professor nu
al lang met achterdochtigen blik de stij
gende opgewondenheid van Cato volgde, en
dat zjjn ontstemdheid nog verhoogd werd
door de argelooze vraag van zjjn vrouw:
Wat scheelt je, Nico? Wat heeft de
jonge man je gedaan
>Het is een onaangename zjjde van mjjn
ambt,* zei de professor, zonder direct die
vraag te beantwoorden, »dat men mg alle
mogelgkd jongelui aanbeveelt. Ik kan niet
nalaten, mjjn hnis voor hen open te stellen,
en tegenwoordig nu Cato volwassen is, kan
zulke half gedwongen gastvrijheid zeer lastig
worden.*
Wjj kunnen die uitnoodigincren zooveel
raogeljjk beperken, als de heer Leontieff je
niet bevalt. W as 't niet juist je vriend Miller
in Petersburg, die hem je toegezonden heeft
Het kind amuseert zich,« voegde zjj er
lachend aan toe, >men moet haar 't ge
noegen gunnen, met menschen van haar
leeftjjd te praten; zg is nog zoo jong en
wjj beiden worden oud.«
De professor scheen te voelen, dat zjj
geljjk had, dat ook voor Cato een tjjd
kwam, dat het gezelschap van haar ouders
alleen niet meer voldoende voor haar was.
Hjj zweeg een oogenblik, maar 't was hem
klaarbljjkeljjk niet mogeljjk, zjjn gedachten
een vrooljjkere wending te geven, want plot
seling verbrak hjj weer de stilte:
Die Leontieff herinnert mjj aan Iwan
Adaduroff. Juist zoo zag deze er uit, toen
volgens het ontwerp aan de gemeente
besturen de vrijheid worden gelaten om
het doen der ontvangsten en uitgaven
ter zake van dat bedrijf, hetzij aan den
ontvanger, hetzij aan een ander ambte
naar op te dragen- Hier is dus sprake
van een geheel afzonderlijk beheer,
waarvoor de ontvanger niet verant
woordelijk is.
Ook buiten de gemeentebedrijfven be
staan er wel heffingen, die niet aan den
ontvanger persoonlijk worden gedaan,
maar b.v. aan haven- en marktmeesters,
ook wel aan de gemeentepolitie, enz.;
welke personen dan op bepaalde tijden
aan den ontvanger afdragen. De ver
antwoordelijkheid daarvoor blijft even
wel rusten op den ontvanger. Uitdruk
kelijk is door ons hoogste rechtscollege
beslist, dat de inning van aan de ge
meente toekomende gelden niet door
een ander buiten verantwoordelijkheid
van den ontvanger mag geschieden.
Uitdrukkelijk wil de regeering nu
bepalen, dat voor de invordering van
bepaalde inkomsten en van het geldelijk
beheer van een tak van gemeentedienst,
die niet als een gemeentelijk bedrijf is
ingericht, een rekenplichtig ambtenaar
kan worden aangesteld, die borgtocht
stelt, boek houdt, jaarlijks aan het
dagelijksch bestuur verantwoording doet
en het door hem ingevorderde bij den
ontvanger overstort.
Volledigheidshalve kunnen wij hier
nog vermelden, dat het ontwerp den
raad ook bevoegd verklaart om bij bij
zondere takken van dienstenbelasting,
politie, brandweer enz., voor het uit
betalen van loonen of voor andere finan
cieele administratie, afzonderlijke reken-
plichtige ambtenaren, boekhouders of
sub-ontvangers te benoemendie ins
gelijks borgtocht stellen en de gelden
rechtstreeks in de gemeentekas storten,
voor zoover zij met ontvangst zijn be
last, en verder verantwoordelijk zijn
aan het dagelijksch bestuur of den daar
voor speciaal aangewezen ambtenaar.
Buitenland.
Er wordt verzekerd, dat het vuur der
Japanners uit de Duivenbaai belangrijke
schade beeft toegebracht aan de vesting
werken van Port-Arthur. Aan dien kant
versterken de Russen de plaats dan ook
hg voor 't eerst je zuster meenam naar
Rusland.*
Atilla kreeg een schok, want als bjj stil
zwijgende overeenkomst spraken beiden zel
den over Cato en haar lotgerallen.
•Je hebt oen veroordeel tegen Russen,
om Iwans wille, Nico,* zei ze. »Ik zal hem
niet verontschuldigen, want ik weet even
eroed als jg, dat hjj mjjn zuster niet gelukkig
heeft gemaakt, al beklaagt zg zich ook nooit
in haar brieven. Maar waarom moet je die
antipathie op dien jongen man overdragen
•Ik weet niet, hoe 't komt, maar toen
ik hem zoo op en neer zag loopen, moest
ik onwillekeurig aan Iwaa denken.*
>Dat komt door zjjn nationaliteit en
doordat je ongaarne ziet, dat Cato met hom
scherst,* antwoordde zgn vrouw.
Mijnheer Leontieff ljjkt niets op onz*n
zwager Iwan, alleen heeft hg een forsc'ne
gestalte en breede schouders, maar dat ziet
men eiken dag. Hjj is een heel knap jong-
menseh met aangename manieren en ver
trouwenwekkende oogen; ik wed, dat hjj
een goed karakter heeft.*
De professor had eenige malen zwjjgend
de kamer door gewandeld.
>Hoe het zjj,« sprak hg, >voor vandaag
is het genoeg. We zullen een wandeling
met Cato gaan maken en mjjnheer Leon
tieff zal dan genoeg manieren hebben, om
den wenk te verstaan en zich te verwij
deren.*
Het was anders voorloopig niet noodig
geweest, zich ongerust te maken om Cato
Deze was alleen een weinig opgewonden
door het kinderljjke genoegen, een Rus, een
echten Rus, vau aangezicht tot aangezicht
te leeren kennen. Gedurende hst middag
met prikkeldraadversperringen en meer ka
nonnen.
Het Russische telegraaf-agentschap te
Petersbnag heeft een telegram ontvangen,
meldende, dat Zondagmiddag vjjf Japansche
schepen Wladiwostok gedurende 55 minuten
beschoten hebben.
Een nader bericht meldt hierover de vol
gende bijzonderheden
Zondagmiddag om 1.25 nar naderden
vjjf vijandelijke pantserschepen en twee krui
sers, van den kant van het eiland Askold,
de kust van de Oessoeri-baai tegenover Pa»
troklos en de Sobol-baai. De schepen gingen
in gevechtsstelling liggen en openden uit
alle vèr dragende kanonnen een goed onder
houden vuur, op een afstand van 8 werst
van de knst, op de kustforten, de batterjjen
en de stad; de projectielen richtten geen
schade aan. De meeste van de vjjandeljjke
projectielen, ongeveer 200, ontploffen niet,
ofschoon zij met iyddiet geladen waren. Onze
batterijen waarbjj zich de commandant gene
raal Woronets, de brigade-commandant gene
raal Artamahof en de overige bevelhebbers
bevonden, antwoordden niet en wachtten af,
of de vjjand naderbjj kwam. Nadat het
vuur 55 minuten geduurd had, trok de
vjjand ona 2 uur 20 min. af in de richting
van het eiland Askold. Daar verschenen
tegeljjkertjjd twee vjjandelgke torpedo-boo
ten en daarna nog twee bjj kaap Maidel.
De vjjandelgke schepen waren met jjs be
dekt. De meeste projectielen kwaaien uit
zes- en twaalfduims-kanonnen. De bevolking
die van de waarschijnlijkheid van een bom
bardement op de hoogte gesteld was, nadat
het Japausche eskadir aaa den gezichtsein
der gezien was, ble#f kalm.
In de laatste berichten wordt gemeld,
dat door de beschieting nergens ernstige
schade aangericht is. Een vrouw werd ge
dood in het houten haisje van een werk
man waarin een 12 cm. granaat neersloeg.
In de woning van kolonel Sjoekof ontplofte
een granaat diw eerst door een kamer heen-
gevlogen was. Een projectiel sprong uiteen
op e*n binnenplaats van de marine-kazerne,
matrozen werden licht gewond. Overi
gens is niemand gekwetst, en er is nergens
brand ontstaan.
Uit een telegram van Alexajef aan den
Keizer bljjkt dat de Japanners in den och
tend van den 7den waer voor Wladiwostok
maal had zjj den gast gedurig zwjjgend
gadegeslagen en met eenige teleurstelling
tevergeefs naar de mongools gevormde oogen
en de vooruitstekende jukbeenderen gezocht,
die haar op school als eerste kenmerk der
Russen waren geleerd. In plaats daarvan
zag zjj een jongen man met regelmatige,
welgevormde gelaatstrekken en grjjze, ver
standige oogen, die zich in juiste bewoor
dingen, al was 't ook met een vreemd accent,
vloeiend in de duitsche taal uitdrukte. Zg
ergerde zich, dat er zoo niets bizonders aan
hem was, en daarom deed zg, na de eerste
verlegenheid overwonnen te hebben, baar
nieuwsgierigheid geen bedwang meer aan.
Was mjjnheer Leontieff uit Moskou? O,
dan kon hg haar vertellen, of 't waar was,
dat de klok aan de voeten vau Iwau W«-
likü werkeljjk zoo groot is, dat men door
de uitgebroken opening naar binnen kon
gaan en erin heen en weer loopen? Was
't mogeljjk, dat er in 't Kremlin een kamer
was, waar al 't hont ebbenhout en al 't
metaal zilver is? En dan, heel Moskou was
toch afgebrand bjj de verdediging tegen Na
poleon had men alle vierhonderd kerken na
dien tjjd weer opgebouwd, of waren eenige
onbeschadigd gebleven?
Mjjnheer Leontieff lachte en antwoordde
zoo goed mogeljjk op al haar vragen. Hg
ondervond een met bewondering vermengd
genoegen bjj den aanblik van die naieve
frischheid in 't jeugdige gezicht aan zjjn
zjjde, zeker als hjj 't vergeleek met zgn
vroegrjjpe, geblaseerde vrouweljjke landge-
nooten van denzelfden leeftjjd.
>Ge moet u niet verwonderen over mjjn
nieuwsgierigheid, mjjnheer Leontieff,* zei
Cato. >G« zult ze integendeel rechtvaardi-
sjjn verschenen.
De Russische soldaten bedrjjven in den
omtrek van Anjoe alle mogeljjke losbandig
heden. Zjj mishandelen de vrouweljjke in
woners en rooven bjj iedere gelegenheid.
Den 4en dezer vielen Koreaansche soldaten
de invallers aan en doodden er dertig. Men
zegt dat de Russen tot over de Jaloe werden
teruggedreven.
Iemand die Korea en de Koreanen kent,
zoo schrjjft de »Nowi Krajc, verzekert dat
de Koreanen die tot dusver geen voorkeur
getoond hebben hetzjj voor de Japanners
of da Rassen, bjj de geringste nederlaag
van de Japanners uiting zullen geven aan
huu haat en wrok tegen ban oude onder
drukkers. Dan zullen zg de Japanners in
den rug aanvallen, niet als bondgenooten
van Rusland, maar voor eigen rekening.
De correspondent van de Daily Tele
graph* te Tokio meldt dat het daar zeer
rustig is na de opwinding volgende op de
eerste overwinningen van den oorlog. De
Japanners geven niet, evenals de Europea
nen, toe aan hun emoties als zjj oorlog
voeren. De menschen doen te Tokio hun
zaken, alsof er niets bizonders gaande was.
De tegenwoordige torstand is echter slechts
kalmte voor den storm. De toebereidselen
voor het beginnen van de krijgsverrich
tingen te land worden haastig voortgezet.
•Ik verwacht dat men binnen enkele
dagen van belangrjjke gebeurtenissen zal
hooren. De Japansche regeering wil den
veldtocht niet te vroeg beginnen en orga
niseert hare troepenmacht met bewonderens
waardig omzicht, daarbg' rekening houdende
met alle gebeurljjkheden. Het openen van
de vjjandeljjkheden te land zd waarschjjn-
ljjk voor Rusland een even groote verrassing
brengen als op zee het geval was. Het is
ontnogeljjk, om bizonderheden mede te
deden, maar uit de gebeurtenissen zal de
bekwaamheid van de mannen bljjken die
de zaken der Japanners bestieren, en de
hoedanigheid van de troepen over welke zjj
beschikken.*
Uit Parjjs wordt dd. 5 dezer gemeld;
Bjj de voortgezette behandeling der Drey-
fus-zaak spreekt Mornard, de verdediger,
over Dreyfus' loyale karakter en herinnert
aan een zeker tooneel, waarbg tranen in 't
spel kwamen en dat zich afspeelde voor
den krjjgsraad te Rennes, Labori zou daar-
gen, als ik n vertel, dat ik half en half een
landgenoot van u ben.*
Verwonderd keek hjj haar aan, alsof zjj
hem verteld had, dat zjj van de Boschjes-
mannen afstamde.
•Zoo woordeljjk moet ge dat niet opvat
ten,* ging zg lachend voort, »maar nsjja
peettante woont in Rusland. Zjj heet daar
Louise Martinowna en woont op een groot
landgoed, Karpilowka. Het moet, dunkt mg,
onbeleefd klinken, dat elkeen elkaar bjj deu
voornaam aanspreekt. Als mgn mama in
Rusland woonde, zoudt ge hzar dan ook
Atilla noemen, mjjnheer Leontieff?*
Dat nu juist niet,* antwoordde hjj, maar
als nw tante Louise en uw mama zusters
zgn, zooals ik onderstel, dat zou ik de laat
ste Atila Martiuowua noemen.*
•En mjj Cato maar hoe verder? Papa
heet Nico, dat gaat heelemaal niet.*
•Neen, juffrouw, maar men zou het kuu-
nen vertalen ook met Bogdan, dat beteekent
door God gegeven, en dau zoudt ge Bog-
dauowna heeten; bevalt u dat?*
Dat klinkt heel aardig,* zei ze vrooljjk
in de handen klappend, >en nsgn lieve,
oude papa is zeker door God gegeven, hg
is de beste vader op de wereld.* Plotseling
hield zjj verlegen op. >Ik meen natnurljjk
niet, dat de uwe ook uiet goed is,« voegde
zjj er verontschuldigend bjj, >ik denk alleen
maar, dat ze beiden zeer verschillend zjjn.*
Eenvoudig antwoordde hg: »Wjj kunnen
de waarde vau onze vaders niet vergeljjken,
juffrouw, daar ik den mjjne nooit gekend
heb; hg stierf, toen ik nog een kleine jon
gen was.*
(Wordt vervolgd).