Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
WAARHEID.
Broeder en Zuster.
Uitgever: L. J. YEKRMAH, Heusden.
M 2309.
ZATERDAG 9 APRIL.
1904.
Oorlog tusschen Jap ia en Rusland.
UND VAM
alteh/*
TOOB
Dit blad versch^nt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per S maanden f l.OO.
franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 60 et. Elke regel
meer T*/s ot. Groote letters naar plaateruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Met zekerheid is het nooit uitgemaakt,
welke beteekenis de Romeinsche land
voogd hechtte aan zijne bekende en
beteekenisvolle woorden: „wat is waar
heid". Wij weten niet of daar een vraag-
of een uitroepteeken achter behoort.
Kwam dat woord uit den mond van
een man, die zocht naar licht, of was
het een minachtende uitdrukking?
Wij weten het werkelijk niet.
Maar dit weten wij toch wel, dat het
woord van den landvoogd nog altijd in
de wereld gehoord wordt en door dui
zenden is herhaald. Dat woord weer
klinkt, overal en door alles heen, en,
in beiderlei beteekenis.
In welken zin het meest?
Ongetwijfeld in dien, welken men
meent dat de Romeinsche landvoogd
wel aan zijn uitroep zal hebben gehecht
„waarheid, och kom, in de wereld is
Alles bedrog, schijn vertoon en ij delheid
Dat is nog altijd de uitspraak van
velen, en vele anderen, die het niet
openlijk zeggen, denken het en handelen
er naar.
Indien wij, aan den avond van eiken
dag, in een dagboek konden lezen, al
de woorden, die wij in den loop van
dien dag hebben gesproken en daarnaast
zien geschetst den zin waarin wij ze
opvatten en de beteekenis die wij eraan
hechtten, dan zouden wij dikwijls_over
ons zeiven verbaasd zijnwant dan zou
den wij tot de treurige ontdekking komen,
dat wij zelden waar zijn geweest.
Niet dat wij onze medemenschen op
zettelijk om den tuin leiden. Neen, wij
liegen en bedriegen nietmaar wij spre
ken woorden, zonder er bij te denken
zonder zelf te weten of ze wel juist zijn
en ook zonder te weten hoe anderen
ze opvatten. Dikwijls heeft, wat wij
zeggen, in het geheel geen zin of be
teekenis. Voor anderen hebben zij dat
echter wèl. Zonder het te willen en
zonder het te weten, laten wij dus ver
keerde indrukken ontstaan omtrent men-
schen en zaken, geven aanleiding tot
gepraat en laster en tot onjuiste op
vattingen van onze denkwijze en ge
voelens.
"Wanneer wij ons konden gewennen
om wat minder te spreken, maar dan
steeds te zeggen wat wij denken, zóó
dat men zich niet in onze bedoelingen
kan bedriegen en niemand er te veel of te
FEUILLETON.
En jjj, Cato, vertel mjj een?, wie je heeft
geleerd, dat wjj Russen barbaren zjjn, zoo
als j' 't mjj juist in je beminnelijke vrij
moedigheid mededeelde?*
Er lag in den toon, waarop Iwan Iwa-
nowitsch de verschillende personen aansprak,
iets van de manier van een leeuw, die met
een muis speelt. Allen waren nog half ver-
v doofd door het rollen van den donder en
voelden, dat de wolken nog over hen hin
gen, waaruit zich opnieuw bliksem en don
der konden ontlasten. De prikkelbare zenu
wen van Louise Martinowna konden den
invloed der opwindende scène niet langer
verdragen; aan den arm van den ljjtarts
verliet zjj de tafel en ging naar binnen.
Atilla was big, haar zuster te kunnen vol
gen, om zoodoende de nabjjheid van haar
vreeseljjken zwager te ontvluchten. Roman
zocht in een eenzame wandeling zjjn erger
nis te onderdrukken en alleen Cato zat nog
•en korten tjjd te luisteren naar de woor
den van Iwan, die weer de lieve, opmerk
zame oom voor haar was. Het arme kiad
ondervond nu de reactie, die op de heftige
opwinding volgde en slechts met moeite
hield zjj haar tranen in, totdat zjj eindeljjk
op haar kamer gekomen was. Reeds
waren eenige uren van den nacht voorbij
gegaan, totn Atilla zich over het bed van
weinig uit putten kanwanneer wij
ons konden gewennen, al die zinledige
uitdrukkingen, al die los daarheen ge
worpen woorden, te vervangen door
iets wat met wezenlijke bedoeling wordt
gezegd ofte zwijgen waar wij niets
te zeggen hebben, dan zouden wij van
zelf een leerregel aannemen, op waar
heid gegrond.
"Waarom letten wij toch zoo weinig
op ons doen en laten, in de dagelij k-
sche kleine beslommeringen Zij maken
toch een voornaam deel van ons leven
uit. Wij zien om ons, in woorden en
handelingen, veel onoprechtheid en zelf
zucht maar als wij dan, met een blik
op de wereld, die ons omringt, die
ij dele dwarrelende wereld, uitroepen
„wat is waarheid", vergeten wij dan
soms niet dat onze eigene levensrichting
niet altijd gaat door het spoor van waar
heid en oprechtheid?
Wanneer wij in het alledaagsche
leven toonen dat wij willen zijn: ge
trouw in het minste; oprecht in ieder
woord, ieder gebaar, in ons zwijgen
zelfs; eerlijk ook waar het een halven
cent geldtin één woord, dat wij waar
willen zijn, eerst dan kunnen wij er
toe komen, minder te twijfelen aan
waarheid, eerlijkheid en oprechtheid bij
anderen; te gelooven aan een kern van
goed, al is het omhulsel ook minder
schoon; eerst dan zullen wij minder
die wufte of bittere gedachte bij ons
voelen opkomen: „wat is toch eigenlijk
WaUrheiQ
Hebben wij zoo, in het kleine en
het alledaagsche, dat vaak zoo gering
geacht wordt en toch zoo veel beteeke-
nend is, een bron van licht en van
goed in ons opgenomen, dan zal uit
die bron, bij al de lafenis die zij ons
schenkt op de levensreis door soms
dorre streken, ook een sterk verlangen
ontstaan naar meer verkwikkende gaven.
We zullen er toe komen om nooit weer,
met wien dan ook, uit te roepen: „wat
is waarheiddoch we zullen er tevens
toe geraken om die woorden, in andere
beteekenis, tot het motto van ons be
staan te maken. Duidelijker gezegd:
er zal een sterk verlangen in ons ge
boren worden om dieper te dringen in
de groote raadselen van het leven. We
zullen meer willen weten van de hoo-
gere idealen, die de groote geesten in
hun strijd voor licht en vrede hebben
voortgedreven. Wij zullen een hevigen
afkeer gaan gevoelen van de onop-
haar lieveling heenboog, om zich te over
tuigen, dat Cato eindelijk in den slaap
rust zou vinden. Zachtjes kuste zjj haar en
fluisterde
Had ik het kind maar eerst weer thuis!
Het zou beter zjjn voor ons beiden!*
VII.
De verschillende indrukken van dien
avond lieten zich niet onmiddelljjk uit de
herinnering wegwisschen, al was ook schijn
baar het gewone familieleven op Karpilowka
teruggekeerd. De professorsvrouw verborg
het Cato niet, dat het russisehe leven haar
dagelgks minder begon te bevallen. Cato
antwoordde dan wel:
•Laten wjj dan naar hnis terngkeeren,
mama, wjj zjjn toch met ons bezoek niet
aan tjjd gebonden,* maar dan antwoordde
Atilla zuchtend:
Cat gaat niet zoo licht, als je denkt,
lief kind.*
Cato gaf zich geen moeite, om verder
hierover na te denkenzjj was te zeer met
haar eigen gedachten vervuld. Het liefste
dwaalde zjj den heelen dag door de vrjje
natuur, natuurljjk met Roman, of zjj zat
alleen in haar lieveliogshoekje onder den
nu uitgebloeiden vlierstruik over hem na
te denken. Zorgeloos doorleefde zjj de lente
dagen van haar jonge liefde, onbekommerd
om da toekomst. Daarbjj deed elkeen on
willekeurig zjjn best, alle droevige dingen
en indrukken ver van hun zonnestraal ver-
wgderd te honden. Zelts Iwan Iwanowitsch
toonde haar slechts zjjn zondagsgezicht,
sedert dien dag, waarop hg tot zjjn zuster
had gezegd: »llet ie jamuier, dat zjj geen
rechtheid en baatzucht der wereld, van
het lichtvaardig oordeelen en het lief
deloos veroordeelen, van de vooroor-
deelen en den blinden haat der menigte.
De strijd, dien we dan aanbinden, is
de strijd tegen den geest van dan lengen,
met andere woorden, tegen alles wat
tegenover waarheid staat, en we kun
nen er van verzekerd zijn dat die strijd
nog menigmaal onze zwakheid en des
vijands kracht zal toonen. Doch, als
eens om het woord van een onzer
grootste dichters in proza om te zet
ten als eens de vraag naar waar
heid uit de ziel van den strijder is
losgebarsten, dan is de overwinning ook
nabij, eene overwinning als die van
den schoonen dagera d over de duis
ternis van den nacht.f
Bixitenl xxxtL,
Tweehonderd boeven, uit de gevangenis
van Kaukazië, zjjn te Charbiii aangekoman,
en zullen als een vrjjkorps naar de Jaloe
gezonden worden. Ook uit de bannelingen
op Sachalin zal een aC eeling ongeregelde
troepen gevormd wordtVoorts zjjn twee
Russische officio, en te.Ch'rbin bezig met
het vormen van vlie* de kolonnes uit
Choenchoezen. Zoo snjjc het mes aaa beide
kanten: de Russische a orweg wordt door
deze lieden niet lang'badreigd, en zjj
diensu dc Russan *jO g fcdft i li.', -i ...".JV
De meeningen zjjn eehter verdeeld
zoo zegt de Petersburgsche correspondent
van de Kölnische Zeitung, die dit meldt
over de wenscheljjkheid van dezen maat
regel, velen achten dien onverstandig.
In het »Berl. Tagebl.* doet een corres
pondent te Tokio mededeeling van eeD ge
heim Rnssisch plan, dat den Japanners in
handen zou zjjn gevallen en waaruit bljj-
ken zou, dat Rusland aanvankeljjk het plan
koesterde Japan onverhoeds te overvallen,
doch daarin werd verhinderd door den eer
sten aanval op Port-Arthur.
Bedoelde correspondent schrjjft
Door iemand, die het weten kan, doch
wiens naam niet genoemd mag worden, is
mjj een plan meegedeeld, volgens hetwelk
Rusland een plotselingen aanval tegen Ja
pan in het schild voerde, doeh die waar-
schjjnljjk verhinderd is geworden door het
onverwacht, energiek optreden van Japan.
jongen ïs.c
Wel wachtte zij zich, zjjn toorn opnieuw
op te wekken, want ook zjj had geleerd,
hem te vreezen; maar 't was opmerkeljjk,
hoe de strenge, harde man in haar bjjzjjn
steeds zacht en toegevend trachtte te zjjn.
Afdotja,* zei somtjjds de oude Karp tot
zjjn vertrouwde, »ik heb al veel beleefd op
Karpilowka, maar nu gebeurt er iets, dat
ik niet versta. De jonge juffrouw heeft een
macht op onzen meester, als nog niemand
te voren, en daarbjj anders, heel anders
en dan de jonge man,* hier daalde zjjn
stem tot het zachtste fluisteren af »die
op Mawra Romanowna ljjkt, heb je niet
opgelet, Afdotja, hoe onze heer hem af en
toe aankgkt? Denk aan mjjn woorden, eer
de bladen van de boomen vallen, zal nog
menige traan vloeien, al kan ik ook niet
vermoeden, hoe alles komen zal; maar er
rust hier een vloek op de familie.*
Zoo vergingen weer eenige weken.
Dikwjjls, als Roman alleen langs den
vjjver heen en weer ging, nadat hg Cato
had verlaten, fronste zjjn voorhoofi zich
nadenkend. lederen dag van zjjn verbljjf
bjj Iwan lag zwaar op zjjn ziel, want meer
en meer voelde hg zich teruggestooten door
het karakter en het gedrag van zjjn gast
heer. Reeds lang wilde hg een eind aan zjjn
bezoek gemaakt hebben, maar de gedachte
aan de liefde van en voor Cato had hem
teruggehouden. Als in een opengeslagen
boek bad hjj sinds lang in haar oogen zjjn
noodlot gelezen, maar toch kon hjj nog
niet besluiten, het beslissende woord te
spreken. Was de bekentenis zjjner liefde niet
tegeljjkertjjd het afscheidswoord? Had de
Door de onderhandelingen zoo lang mo
gelijk te rekken, wilde Rusland tjjd winnen
teneinde een groot aantal troepen aan de
Yaloe samen te trekken en tegeljjkertjjd,
op grond van een geheime overeenkomst
met Korea, de door deze gehuurde Russi
sche troepen te Tschemoslpo doen landen.
Ter bescherming dezer laatsten, lagen reeds
geruimen tjjd de beide Russische oorlogs
schepen »Vnryac« en »Korejetz« in de ha
ven van Tschemoelpo onder stoom.
Den 8en Februari was Rusland van plan,
plotseling de onderhandelingen af te breken
en het Wladiwostok-eskader naar de straat
van Tsoegara te doen stoomen, teneinde
door een schjjnbewaging Japan te noodza
ken zjjn vloot te verdeelen.
Vervolgens zou dan Rusland onder dek
king van het Port-Arthur-eskader, te Tsje-
moelpo een groote troepenmacht ontschepen,
terwjjl tegeljjkertjjd het leger aan de Yaloe
de rivier moest overtrekken om zich te
Seoel met de Koreaansche ea Russische
troepen te vereeaigen.
En eindeljjk zouden dan de Russen
trachten, de Japanners uit Foesan, waar zjj
inmiddels geland waren, te verdrjjven
Deze besloot toen om onmiddelljjk den
oorlog te beginnen en door snel te handelen
Rusland vóór te zjjn. Met welk gevolg, is
bekend.
Bjj de lezing van dit verhaal zegt het
Berl. Tagebl.* zal men zich terstond
het onlangs vermelde bericht herinneren,
volgens hetwelk een »Japansche schoone*,
die in vriendschappelijke verhouding stond
tot een hooggeplaatst Russisch officier in
het verre Oosten, belangrjjke Russische be
scheiden in handen zou gespeeld hebben
van de Japansche regeering. Wat daar van
zjj zegt het blad is niet bekend, maar
onwaarschjjnljjk is het geval niet.
Aan de Daily Chronicle* wordt uit
Shanghaï gemeld, dat een Japansch dagblad
correspondent verklaarde, dat zjjn landge-
nooten hun oorlogsplan geheel hebben ge-
wjjzigd, daar dit aan de Russen bekend
was geworden. De Japanners zouden tot de
ontdekking zjjn gekomen doordien op de
plaats, waar zjj het eerst troepen wilden
ontschepen, mjjnen gelegd waren. Aan Ja
pansche zjjde meldt voorts de Daily
professor hem niet eenigszins zjjn kleinood
toevertrouwd, en mocht hjj zich dien schat
toeëiganen, zonder eerst den vader verlof
te hebben gevraagd?
Het tegenwoordige was zoo betooverend
schoon, zou het ooit weer zoo worden?
Wat zon do toekomst brengen? Hoe, als
de heer8chznchtige, onbnigzame Iwan Cato
meer en meer lief kreeg en haar niet wilde
laten gaan? Kon men van hem niet alles
verwachten? En hg zon intusschen den tjjd
rustig doorbrengen bjj zjjn moeder te Mos
kon, en afwachten, tot de havik de duif
vrjj liet?
Op een gloeienden Julidag zat Cato in
de schaduw van den vlierstruik op haar
bankje. Reeds meer dan een nar zat zjj daar
bewegingloos en droevig te wachten. Was
het mogoljjk, wat zjj gehoord had, wilde
Roman haar verlaten?
Ja, Roman had er lang over nagedacht
en was tot het vaste beslnit gekomen, zjjn
vertrek aan te kondigen, zonder er voornit
met Cato over te spreken. Daarom had hg
's morgens bjj 't ontbjjt, met den moed der
wanhoop, zonder eenige voorbereiding, zjjn
gastheer voor zjjn vriendelijkheid bedankt
en zjjn afreis vastgesteld op een der vol
gende dagen. Allen waren door zjjn woor
den verwonderd en teleurgesteld, ook Iwan.
Een paar uur later op zjjn kamer ge
komen, werd Roman overstelpt door allerlei
gedachten. Misschien kon Cato er wel toe
bjjdragen, haar verbljjf op Karpilowka te
verkorten, door haar oom op energieken
toon toe te spreken, wanneer hg haar mocht
willen honden. Ja, de oom, dat was altjjd
weer de zwarte schaduw in Romans ge-
Chronicle* deed men alle mogeljjke moeite
om de zaak, terwille van de nationale eer,
geheim te houden.
Yan Russische zjjden beweert dezelfde
zegsman heeft men groote sommen er
voor over om achter de Japansche plannen
te komen. Zoo zon voor een kaart van den
Japanschen generalen staf door Rusland een
half millioen gulden betaald zjjn.
Uit Seoel wordt dd. 6 dezer gemeld
Een Amerikaansch zendeling, die uit het
noorden is teruggekeerd, meldt, dat er een
vloot, bestaande uit veertig transportschepen,
waarvan enkele zeer groot, ter hoogte van
Hajoe ligt, vjjftig mjjlen ten noorden van
Tsjemoelpo. Men denkt, dat zich er «en ge
deelte van het tweede legerkorps op bevindt.
De eerste en derde divisies zjjn bestemd te
Jongampo te landen.
Volgens een telegram nit Sëoel zjjn Ja
pansche proviaudschepen veilig den mond
der Jaloe ingevaren. Op verschillende punten
van den Koreaansehen oever der rivier werd
geland. Men vermoedt hier, dat Japansche
kanonneerbooten de beweging dekten.
Na de Japansche voorhoede in Korea zoo
snel oprakt, is men in Russische militaire
kringen vast meening dat in allerjjl een
leger moet samengetrokken worden tot ver
dediging van zuideljjk Mantsjoarjje, dat het
tegen de Japanners kan opnemen en das
ongeveer 75,000 man sterk is. Op troepen
van het versterkte kamp van Liao-jang is
niet te rekenen als de Japanners hup aan
vallende beweging snel doorzetten, daar
Liao-jang en Feng-hwang-tsjeng acht dag-
marschen van elkaar af liggen. Om Feng-
kwang-tsjeng staan slechts de troepen die
tot steun van de troepen aan de Jaloe
dienen.
De Daily Telegraph* deelt mede uit
verhalen van Japansche matrozen dat de
Japansche vloot in zeven eskaders verdeeld
is, waarvan de eerste vier bjj Port Arthur
kruisen, het vjjfde bjj de Koreaansche knst,
het zesde en zevende tnsschen Wladiwoatok
en noordeljjk Japan. De nieuwe kruisers
Nisjin en Kasoega bevinden zich vermoedeljjk
bjj het vjjfde smaldeel.
De Japansche vloot zou tot dusver slechts
weinig schade gekregen hebben, alleen de
groote kiuiser Iwate en de kleine kruiser
Josjino werden beschadigd, maar zjjn weer
hersteld, twee torpedobooten zjjn zwaar
beschadigd.
dachten, en in znlke oogenblikken ont
waakte in zjjn hart de vrees, dien oom te
zien ingrjjpen in Cato's leven.
Liefde, angst en twjjfel streden met elkaar
in Romans ziel, toen hg langzaam de takken
wegschoof, om naar Cato te zoeken in haar
groen verbljjf. Was dat de vrooljjke zonne
straal daar vóór hem En hg, Roman, was
zoo wreed geweest, tranen te voorschjjn te
roepen uit de altjjd vrooljjke oogen! Hg
ging naast haar zitten, greep haar hand
en zei zacht: Vergeef me, Cato!*
•Slechte mjjnheer Roman*, antwoordde
zjj half lachend door haar tranen heen,
waarom wilt ge weggaan? Wat hebben
wjj u gedaan O, 't zal onhoudbaar worden
op Karpilowka, als u niet meer hier bént.*
Haar woorden deden hem zjjn laatste
zelfbeheersching verliezen. Bjjna verwjjtend
riep hg:
•O, Cato, kan je ook maar voor een
oogenblik denken, dat mjjn leven me iets
waard zou zjjn zonder jon! Hebben wjj
nog noodig, elkaar te zeggen, dat wjj el
kaar liefhebben?*
Verschrikt, verheugd keek zjj hem aan.
Toen zei ze zneht: >Maar als wjj elkaar
liefhebben, waarom moeten wjj dan schei
den?*
Innig drukte hjj haar hand, toen hg
antwoordde: »Omdat het leven te ernstig
is, om het hier in zoete droomen door te
brengen, Cato. Wjj behooren elkaar en niets
kan ons scheiden, maar ik wil toch eerst
je vader vragen, of hg 't goedvindt, zjjn
lief kind voor altjjd in een vreemd land te
laten big ven.*
Ziedaar het plan, dat toevallig, maar
gelnkkig, der Japansche regeering in han
den viel.
(Wordt vervolgd).