Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. M 2326. Misdaad en Boete. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1904. voos WOENSDAG 8 JUNI. Oorlog tusschen Japan en Rusland. Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementaprga: per 8 maanden f 1.00. franco per poet zonder prjjaverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel meer TVt ct. Groote lettere naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. In Duitachland heeft men op het gebied van het onderwijs in de laatste jaren iets nieuws ingevoerd, en zooals in alle opzichten blijkt, met zeer veel succes. Wij bedoelen de schooluitstapjes, beter gezegdde uitstapjes van schoolkinderen, onder geleide van onderwyzend perso neel voor het geven van allerlei uit leggingen en het houden van het noo- dige toezicht. Uit den aard der zaak zal tot na volging hiervan niet overal evengoed e gelegenheid zijntoch meenen wij goed te doen dit onderwerp eens te bespreken; een proef zouden wij voor een enkele keer gerust durven aanbevelen. Men kan bij deze tochten tweeërlei doel onderscheiden: men gaat er op uit, om tevens wat te leeren; men wandelt ergens heen, om meteen eenigen arbeid te verrichten. Tot de eerste soort behooren die, welke enkel gedaan worden, om de omgeving als aardrijkskundig geheel te leeren kennen, en om door aan schouwing de geschiedenis van stad en land beter te doorzien en in het geheugen vast te leggen. Hiertoe rekene men de bezoeken aan wat de naaste omgeving merkwaardigs biedt, als ook die, gebracht aan allerlei inrichtingen op industriëel- en landbouwgebied. Tot de tweede soort worden gebracht die tochten, waarbij de kinderen zelf allerlei arbeid mogen verrichten. Dit laatste is dus meer geschikt voor de jeugd uit groote steden, die bij frissche lucht ook de noodige beweging mist. Al moge de tijd gelukkig voorbij zijn waarin men in de groote steden lederen vogel een „vinkie" noemde, en geen onderscheid wist tusschen een aardbei- plant en een aardappel, ook voor onze buitenjeugd is en blijft nog zeer veel verborgen en 't nut van het leeren „op merken", „zien" en „begrijpen" is nog lang niet voldoende doorgedrongen. Aanbevelenswaard is 't, deze tochtjes in den beginne niet te ver uit te strek ken meestal is ook later één dag vol doende 's morgens uit, 's avonds thuis. Groepen die op deze tochten in alle opzichten flink zijn gebleken, zouden daarna bij wijze van proef (en dan liefst in de vacanties), verlof kunnen FEUILLETON. 4) Waar bljjft Martha toch!. herhaalde hg zacht en keerde langzaam naar de kleine woning terug, alwaar nu eene insgelijks be jaarde vrouw met gebogen rug en leunende op een stokje op den drempel verscheen. •Is daar iemand, Hendrik?, vroeg zjj. >Ja, maar het is Martha niet,« ant woordde de oude man op klagenden toon. Waarom is het toch altjjd een ander?. •Indien het een measch is, laat die dan binnenkomen, Hendrik,, zeide de oude vrouw. Het is een mensch, maar Martha niet,, klaagde de man, opnieuw over de vlakte turende. »Waar blgft zjj toch?. Hij boog andermaal naar de donkere massa voor zjjne voeten en sprak op nor- schen toon: »Gjj moet binnenkomen, maar gg zgt Martha niet, zgt gjj wel?. •Neen,, antwoordde de toegesprokene, langzaam en bljjkbaar met inspanning van al hare krachten opstaande, »ik ben Martha niet, en ik wou, dat ik niemand was.. Zg kwam, door den man gevolgd, naar binnen strompelen en liet zich bjj het helder bran dend vnur op een raw hoaten bankje neder. Eenige oogenblikken bleef zg met ge sloten oogen en tegea den maur leunende, zitten, gedurende welken tjjd de oude vrouw ruimschoots gelegenheid had, om op te gegeven worden een reisje van 2 h 3 dagen te voet te ondernemen. Aan de ééndaagsche tochtjes zijn geen noemenswaardige onkosten verbonden; de ouders kunnen hierbij zelf voor het proviand der kinderen zorgenin een veldflesch nemen deze eenen verfris- schenden drank mede. In 't algemeen mag gezegd worden, dat deze wandeltochtjes de beste gele genheid bieden, den kinderen van de waarheid te overtuigen hoe weinig er noodig is ook in dezen tijd met zijne vele en velerlei behoeften, om zich nut tig bezig te houden en zich te vermaken. Wanneer zulke uitstapjes niet anders uitwerkten, dan dit de kinderen te leeren, zoo zouden ze nog volle recht van bestaan hebben. Als de zaak maar op de juiste wijze wordt aangepakt, dan komt de „wandelende jeugd" al heel gauw in deze zoo gewenschte stem ming: „een kinderhand is immers zoo gemakkelijk gevuldEn houdt ze aan, dan heeft zich het meisje of de knaap langs dezen weg een wezenlijk stuk levenskunst voor eigen ervaring ver worven. Maar nog is dit niet alles. Even be langrijk is het, dat de kinderen op deze wandelingen die kunst leeren, welke naar een oud woord de eerste kunst van een vrij man is: de kunst nl., zichzelf te helpen. Elke tocht immers brengt de kinderen in omstandigheden, zooals ze die tehuis niet kennen, waarin vaak van hen gevergd wordt, ras en zeker een besluit te nemen, waar ieder op zichzelf vertrouwen moetzoo kwee ken deze tochten zelfvertrouwen aan en overlegzoo leeren de kleinen moeie- lijkheden in haar ganschen omvang te schatten en te overwinnenver moeienissen, maar die niet boven hun kracht gaan, met behulp van opofferings gezindheid of goedmoedigen spot hunner lotgenooten, te verdragenkame raadschap op de rechte waarde te schat ten zelf vriendschap te bewijzenzich te schikken in anderer opvattingen, voorzoover die tegen eigen meeningen indruischenen wat niet het minste is zeker de oogen voor alles open te houden: zoo zullen ze menig feit waarnemen, dat anders hun aandacht gewisselijk ontsnapt; zoo wordt liefde tot de natuur bij hen aangekweekt in hooge matezóó eindelijk leeren ze de omgeving hunner woonplaats ken nen, als geen schoolonderwijs, hoe uit stekend overigens ook, ooit vermag te doen. "Want dit is juist het onmetelijk merken, dat de vreemdelinge ontzettend geleden moest hebben op haren tocht door de sneeuw. Hare voeten staken in schoenen, die overal versleten en op meer dan eene plaats gescheurd waren. Zjj was blootshoofds en had eenen onden, wollen doek om de schouders geslagen. In hare armen hield zg nog steeds het pak geklemd. Toen zg eindeljjk de oogen weder opende, vestigde zg die eerst op den onden man. Zg zag hem eenige seconden strak aan en wierp toen eenen vragenden blik op de onde vrouw, die haar zwjjgend had gade geslagen. •Let er maar niet op,, fluisterde de hut- bewoonster, toen de grjjsaard brommende in eenen hoek ging zitten, »hjj is al bjjna twee jaren een beetje vreemd, maar hg doet niemand kwaad. Gg zgt erg vermoeid en kond; laat mg n de schoenen uittrekken, dan kunt gg uwe voeten beter warmen.. En zonder het antwoord af te wachten, hurkte de oude vrouw neder en ontdeed de ander van het ellendige schoeisel, waarna zg uit een keteltje, dat bij het vaar stoDd, eenen warmen drank goot en haar die in een soort van napje toereikte. De vreemde vrouw nam zwjjgend den drank aan en gebruikte dien met zichtbaar welgevallen. Misschien hebt gg honger; koude maakt hongerig,, vervolgde de oude vrouw, en nam uit een kastje een klein pannetje, dat voor de helft met een dikke meelspjjs ge vuld was. >Ik zal dat even warm maken: het zal n, hoop ik, wel smaken.. Zjj zette het pannetje op eenige gloeiende voordeel van het „leeren door beleven" boven het „leeren door inpompen"als het en 't k&n niet anders zijn nog maar al te zeer in kl onze opvoe dingsinstituten het geval is. Hoe aangenamer de herinneringen aan dit zélf-doorleefde kunnen zijn, hoe beter. En men kan er zeker van zijn, dat op deze wijze ware vader landsliefde bij de kinderen wordt aan gekweekt, als geen lessen die kunnen bijbrengen. Wie dus de natuur en zijn geboortegrond heeft leeren beminnen, hij zal steeds van echte humanistische gevoelens bezield zijn. Zie eens naar het naburige Duitsch- land. Met pak en zak op den rug, een stevige stok in de hand en weinig geld in de beurs gaat de rijpere schooljeugd tot een klein gezelschap vereenigd, na in de eerste jaren eerst den omtrek verkend en doorsnuffeld te hebben, in de vacanties den vreemde in; en leggen alles te voet groote afstanden af; na een beraamd plan gaan ze waar wat te zien en te ieeren valt, door wandelen achtereenvolgens de schoonste streken van hun land, leeren bezwaren overwinnen, vermoeienissen trotseeren en leeren en genieten zoodoende schier kosteloos. Ook ons land biedt hiertoe de schoonste gelegenheden, doch hoe weinigen gaan b.v.b. een uiir van huis Hoe weinigen hebben de naaste omgeving doorkruisd Wanneer de schooljeugd dit leerde, twijfelen wij er niet aan, of ouder ge worden zouden velen verlangen naar een genot hetwelk de schoone natuur op goedkoope wijze ieder aanbiedt. Buitenland. Uit St. Petersburg wordt geschre ren Het voorgevallene met het pantserschip Orel, dat, toen het naar Kroonstad gebracht werd ter bewapening, lek werd, en, zooals bg onderzoek bleek, op verschillende plaatsen met houten pennen in plaats van met bouten geklonken was, werd in den beginne met nihilistische misdaden in verband gebracht ook van landverraad, betaald door Japan- sche agenten, werd gesproken, en allerlei sensationeele verhalen ontstonden er om deze geschiedenis heen. Maar nu wordt er een lezing van 't gebeurde gegeven, die veel aannemelgker schjjnt. Een zekere admiraal Werchofski, chef van het scheepsbouw- wezen, moet zich verdienstelijk hebben willen kolen en legde daarna eenen lepel op de tafel. Toen de inhoud van bet pannetje vol doende bleek te zjjn verwarmd, noodigde zjj de vreemdelinge nit, nn maar toe te tasten. Deze nam den lepel op, maar alvorens met eten te beginnen, zag zjj de goedhar tige onde even aan en sprak op zachten toon: >Gjj zgt goed, ik zal voor u bidden.. Toen zette zjj zich voor het eenvoudige maal en at gretig. De grgsaard zag van uit zjjnen hoek haar aan en mompelde nn en dan in zichzelven: >Het is Martha niet. Waarom is het Martha toch niet?. Spoediger dan de oude vrouw verwacht had, hield zjj op met eten eu staarde peinzend in de vlammen. •Gjj waart zeker op de heide verdwaald geraakt,, begon de onde vrouw na eenig zwjjgen. •Neen, toch niet.. Ik heb sedert vanmorgen aanhoudend geloopen, en nu kon ik niet verderanders zou ik n niet lastig zjjn gevallen. Maar ik zal straks weer nitgernst zjjn en dan mjjnen weg vervolgen.. Wat? Gjj wilt hier dus vannacht niet big ven •O, neen! Ik heb u al last genoeg ver oorzaakt.. •Maar bedenk toeh, datGjj zult het besterven.. De oude wierp bjj deze woorden eenen blik op de ellendige kleediugstukken, waar mede de ander bedekt was. •Geen nood. Dan zou ik al lang gestor ven zjjn. Ik heb nog heel wat meer door maken door het invoeren van allerlei be zuinigingen, men mag hopen, ten bate van de rjjksschatkist. Zoo had hjj ook de over tuiging gekregen, dat de arbeiders in dezen drnkken tgd, bjj betaling van den arbeidstjjd te veel verdienen, en daarom had hjj voor het vastklinken der pantserplaten stukwerk ingevoerd; de arbeider kreeg dus betaald per geklonken bont en wel een zoo lagen prjjg, dat er veel minder verdiend werd dan vroeger. De werklui werden ontevreden, beklaag den zich, maar zonder gevolg. Toen be sloten zjj zioh zelf te helpen, en hadden de hoaten boaten uitgedacht, die zjj thuis han dig naar het model van een stalen bont draaiden en bij zich staken. De opzichters konden zoo oplettend niet toAjjken of de bedriegers hadden een houten bout ia 't gat gezet, en met menie besmeerd. De stalen bout, die voor 't gat bestemd was, werd verdonkeremaand. Zoo kwam het, dat vele pantserplaten slechts aan de hoeken met echte bouten waren vastgeklonken, en de tusschen liggende bonten allen houten be driegers wareu. Het heet, dat alle arbeiders die aan de Orel gewerkt hebben, gearres teerd zjjn en een streng onderzoek aan den gang is. De Daily Express, verneemt uit Tokio: De bjjkans zeventigjarige Jamagata is be noemd tot opperbevelhebber ovei het Ja- pansche leger te velde. Hjj gaat eerlang naar Dalni, om zelf de krijgsverrichtingen tegen Port Arthur te leiden. Deze benoe ming maakt in Rusland in kringen van officieren en ambtenaren een zeer ongun- stigen indruk. Men gelooft aldaar, dat Port Arthur nu reddeloos verloren is. De »Echo de Paris, heeft een bericht uit St. Petersburg, waarin verklaard wordt, dat de vermeestering van Kintsjon en de opmarsch der Japanners naar Port-Arthur de oneenigheid tusschen de Russische bevel hebbers Alexejef en Koeropatkin nog groo- ter heeft gemaakt. Alexejef wilde, dat het Russische leger naar Port Arthur zou op rukken; Koeropatkin wenschte dat het le ger in zjjn tegenwoordige stellingen zon big ven tot er versterkingen waren aange komen. Dit meeningsverschil gaf onlangs te Moekden tot een heftige discnssie aan leiding en ieder van de beide bevelhebbers zond toen een uitgewerkt verslag aan den Tsaar. Admiraal Alexejef betoogde daarin de noodzakeljjkheid Port-Arthur te redden, om gestaan, dan konde en honger, en soms verbaas ik er mjj zelve over, dat ik nog leef. En als ik dit niet had. hier wees zjj op het pak aan hare borst >dan zon ik al lang dood zjjn. Maar dit maakt, dat ik nog leef en niet sterven kan, niet sterven wil.c Zjj opende voorzichtig het pak en toonde aan de onde vrouw een sluimerend kind, een jongentje van ongeveer drie jaar. Dit is het, wat mjj van den dood terug- hondt., vervolgde zjj zacht, als vreesde zjj, het kind in zjjnen gerusten slaap te storen. >Hiervoor en hierom leef ik enkel nog.. •Is het uw eigen kind?, vroeg de oude vrouw na eeDige aarzeling. •Ja, en ik begrjjp, dat gjj deze vraag doet, omdat ik alleen hier kwam. De vader was mjja wettige man.. •Hg is dus gestorven?. Hg werd vermoord door de Franschen, Hat De Fransehen 1 Jnist, zjj namen Martha mede, de Franschen!. schreeuwde plotseling de grgsaard op wilden toon, ter- wjjl hjj nit zjjnen hoek te voorschjjn kwam en voor de vreemde vrouw ging staan. •Hebt gjj haar niet gezien, onze Martha? En weet gjj ook, waarom zjj zoo lang wegbljjft?. De oude vrouw gaf hem eenen wenk, en gehoorzaam ging de grjjze weder in den hoek zitten, zacht mompelend; >Zjj denkt, dat ik haar niet begrjjp, maar het is Mar tha niet.. •Trek er n maar niemendal van aan., zeide de oude vrouw, >hjj denkt aan nie- zoodoende een basis voor de vloot te hon den en een ernstigen slag aan Rusland'g prestige te voorkomen. Hjj wees er voorts op, dat de wjjze, waarop de Japanners Kin-tsjo» hebben genomen, de vrees wet tigt, dat zjj voor Port Arthur een nog groo- ter aantal mannen zullen willen opofferen als zjj maar de kans hadden het te vermees teren. Alexejef meent, dat het Russische leger dat moet beletten. Koeropatkin zette niteen, dat de strijd macht te Liao-jang niet sterk genoeg is om hem gelegenheid te geven tot een voor- waartsche beweging, waar Koeroki en het Japansche leger van Ta-koe-sjan op zjjn linkerflank staan. Hjj meent daarom te Liao-jang te moeten bljjven tot hjj 400,000 man tot zjjn beschikking heeft en dat in- tnsschen Port Arthur voor zichzelf moet zorgen. Hjj is bovendien van meening, dat de val van Port Arthur niet van zooveel belang is. Beide opperofficieren vroegen den Tsaar uitspraak te doen in hun geschil. Deze bield daarop een krggsraad, waarin o. a. aanwe zig waren generaal Sacharof, admiraal Avejan en Plehwe, respeetieveljjk ministers van oorlog, van marine en van binnenlandsche zaken. De krggsraad dnnrde verscheidene aren. Het eind was, dat de zeelieden het gezelschap overtuigden, dat Port Arthur moest behouden big ven als een basis voor de zeemacht, vooral met het oog op ds nit te zenden Oostzee-vloot, die gerust thuis kau big ven als de vesting vait. Daarnaast werd gewezen op de noodlottige uitwerking, welke het verlieB der stad zou hebben voor Rusland's prestige, in verband met de Chi- neesche beweging en in 't algemeen Rus land's belangen in Azië. Koeropatkin werd daarom geadviseerd te beproeven Port Ar thur te ontzetten, maar met de uiterste be hoedzaamheid te handelen. Uit Ten-tsjou (aan de straat van Pe-tsjili, tegenover Port Arthur wordt dd. 7 dezer gemeldGisterenavond is het vuren te Port Arthur om half twaalf begonnen. Het heeft een paar uren aangehouden. Een jonk die hier gedurende den nacht nit Dalni is aan gekomen, bevestigt dat er den geheelen dag van gisteren zwaar gevunrd is in de bnnrt van Port Arthur. Dat de Russen te Port Arthur op een krachtig verzet voorbereid zjjn, kan aller eerst hiernit bljjken dat zjj hnnne groote schepen in de haven van Port Arthur op het strand hebben gezet en de kanonnen mand, dan Martba, onze dochter, die ver leden jaar op eenen avond spoorloos is ver dwenen. Men houdt het er voor, dat zjj door een Fransehe afleeliag, die hier langs trok, medegenomen 1b; want nooit hebben wjj iets meer van haar gehoord. Mjjn man is na dien tjjd een beetje vreemd geworden. Den ganschen dag, weer of geen weer, zit hg aan de dear en taart over de heide, om te zien, of Martha haast terugkomt. Als er in de verte iemand nadert, is hg dol van bljjdschap en loopt zoo gauw hjj kan den vreemde tsgemoet, steeds roepende •Daar komt Martha!. Als hg zjjne dwa ling bemerkt, is hjj een poosje erg stil en bedroefd, maar gaat al spoedig weer op zjjn krukje zitten en kjjkt opnieuw uit.. De oude vrouw zuchtte. Was uwe dochter schoon?, vroeg de ander. •Zeer schoon, en zeer goed en deugdzaam.. Dat is tenminste een troost voor u. Misschien keert zjj nog terugvoor u is er dus nog hoop, maar voor mg niet meer. Nimmer, nimmer mag ik meer hopen.. Zjj wikkelde haar kind zorgvnldig weder in den doek en begon toen hare schoenen, waar aan de sneeuw thans geheel ontdooid was, van het ingedrongen vocht te ontdoen, waarna zjj ze haastig weder aantrok. Toen stond zjj op en zeide: >Thans ben ik vol doende nitgernst en in staat, verder te gaan.. •Wilt gjj al weder heen?. •Ja, ik heb haast.. Niet alleen op de banken kunnen wij leeren Wat ons ontbreekt, wat wij hebben te eeren. WMMMWibM—MMB1WHM—iB» 60 Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1