Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Een Spookgeschiedenis.
Uitgever: L. J. YEEEMAM, Heusden.
M 2330
WOENSDAG 22 JUNI.
1904.
mmm.
yooE
UND VAM ALTEN/
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATEBDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.06.
franco per poet zonder prfjsverhooging. Afzonderlijke
cummers 5 eent.
Advertentiën ran 16 regels BO et. Elke regel
meer 7l/« ot. Groote letter» naar plaateruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Onlangs zoo kon men in de dag
bladen lezen brandde er in een
gemeente aan de Duitscbe grens gelegen,
in een der talrijke dorpen of buurt
schappen welke die gemeente vormen,
een boerderijtje af. Het was verzekerd
voor f 1750 bij de Onderlinge Brand
verzekering van die buurt en toen bleek
het, dat het gaheele bezit dier verzeke
ring niet meer bedroeg dan f 600. De
buren besloten dan ook een „ommegang"
te doen in de gemeente, ten einde den
getroffene zooveel doenlijk schadeloos
te stellen en het Onderling Waarborg
fonds dat trouwens nooit rechtspersoon
lijkheid had bezeten, ging te niet.
Hier hebben wij nu een geval van
een man, die althans de voorzorgen van
verzekering had genomen en daarvoor
zijn premie betaald, al was hij onvoor
zichtig geweest door een zoo onsolide
maatschappij te kiezen.
Men heeft daar bijna in alle buurten
plaatselijke veeverzekeringen, die zeer
goed werken en dat kunnen doen door
dat de bedragen, die uitgekeerd worden,
klein zi)D. Alleen bij een epidemie
zouden velen naar we vreezen, den
weg opgaan dezer brandwaarborgmaat
schappij.
Hoevele malen komt echter het niet
voor dat er brand ontstaat, vooral onder
de mingegoeden, waarbij het blijkt dat
niets is verzekerd; dan moet door een
collecte zooveel worden bijeengebracht,
dat de door den brand grootendeels ge
ruïneerde ten minste weer zoo'n beetje
aan de noodigste spulletjes wordt ge
holpen. Van de tien gevallen kan men
gerust acht schrijven op rekening der
zorgeloosheid van de eigenaren. Maar
't gebeurt ook, dat zij niet hebben kun
nen verzekeren, omdat er maatschap
pijen zijn, die posten beneden een zeker
bedrag niet willen aannemen, en zij hun
schamele bezitting in geen enkel fonds
hebben kunnen doen opnemen.
Reeds meer dan eens is er de aan
dacht op gevestigd om de verzekering
verplicht te stellen en dan deze te doen
uitoefenen door de Overheid. Wemee
nen, dat er in Duitschland oorden zijn
waar dit het geval is, waar ieder voor
zijn bezitting is aangeslagen en zijne
premie aan den ontvanger betalen moet,
evenals zijn belastingen.
Groote grondbezitters verzekeren zoo-
FEUILLETON.
Op een somberen Novemberavond zat een
troep Engelsche soldaten in de wachtkamer
eener oude kazerne van Londen te rooken
en te praten, toen een recruut, een flinke
jongen, binnentrad, zjjne kameraden groette
en zich bjj hen nederzette.
Na een pooa streek de onderofficier over
zjjn snorbaard en sprak tot den persoon,
die was binnengetreden: Michel Byrne,
als ik mg niet vergis, betrekt gjj voor de
eerste maal de waeht?*
»Om u te dienen,* antwoordde de re
cruut, shedennacht om 12 ure op het bin
nenplein der gevangenis.*
Dat is al te ergte middernacht op het
binnenplein der gevangenis,* meenden ver
schillende kameraden.
»Wat is erg?* vroeg Michel Byrne ver
wonderd.
>Dat men een piepjong recruut de mid-
dernachtswacht op het binnenplein der ge
vangenis geeft,* antwoordde een grjjze snor
baard.
»Maar wat is ar dan met dat plein, dat
ge zoo'n lawaai maakt,* vroeg Byrne nieuws
gierig.
>Om u de waarheid te zeggen, ik praat
er niet gaarne over,* antwoordde de onder
officier >daar ge nu toch voor dien post
bestemd zjjt.«
De anderen zagen elkander aan en trok
ken medelijdend de schouders op.Eindeljjk
als het heet „zichzelf'. Een man, die
een paar honderd boerdeiijen, arbeiders
woningen, schuren en stallen bezit bui
ten zijn eigen kasteel, berekent dat hij
jaarlijks zooveel aan premies zou moeten
betalen, dat het bedrag evenveel is als,
of mogelijk meer dan de brandschade
die hij gemiddeld beloopt, over een
reeks van jaren berekend. Dan is het
hem voordeeliger niet te verzekeren.
Zoo doet ook het Rijk. Dit zou veel
meer jaarlijks aan premies hebben te
betalen dan het gemiddelde aan brand
schade bedraagt.
Voor gemeenten gaat dit niet op, ten
minste lang niet altijd. Met name in
de steden kan een groote brand zoo
ver om zich heen grijpen dat daardoor
tal van gemeentelijke gebouwen te loor
gaan en het herbouwen daarvan veel
meer kost dan de som der premie, over
een groot tijdvak gerekend, te betalen.
Men denke aan de groote branden in
Amerika in den laatsten tijd, aan het
nagenoeg geheel afbranden van Aale-
sund en andere voorbeelden.
Toch kosten die branden en het blus-
schen er van aan de gemeenten heel
wat geld, ook al wordt er geen enkel
gemeentelijk gebouw getroffen, door de
kosten die de brandweer veroorzaakt.
En het is begrijpelijk dat de steden,
wier finantiëele toestand bijna zonder
uitzondering nergens rooskleurig is te
noemen, er op uit zijn om zooveel
mogelijk die kosten te verhalen op hen,
die er 't meest mede zijn gebaat. En
een van de middelen, daartoe aan de
hand gedaan en tevens in het belang
der verzekerden zei ven, is verplichte
verzekering van overheidswege.
Onlangs is deze zaak aan de orde
gekomen in den Haag. Daar is nu bijna
twee jaar geleden een commissie be
noemd om op dit punt een onderzoek
in te stellen en daarover verslag uit te
brengen. Aan het verschenen rapport
ontleenen wij het volgende:
De commissie meent, wat de verze
kering betreft der gemeente-eigendom
men, door de gemeente zelve, dat dit
zeker aanbeveling verdient, doch alleen
indien eerst door wetsaanvülling de
gemeente is in staat gesteld tot het
vormen van reservefondsen, en verder:
Wat het heffen van bijdragen door
de betrokken maatschappijen aan de
kosten van brandweer betreft, dat het
de vraag is of het mogelijk en billijk
zal zijn dit te doen door het heffen van
belasting; maar dat er een groot be
sprak Mac Gree, een oude Ier: »Het spjjt
me voor u; het is inderdaad onvergeeflijk,
sen jongmen8eh voor zjjne eerste wacht te
middernacht op het binnenplein der gevan
genis te zetten.*
»Te drommel, wat is er dan met dat
plein?* vroeg Byrne ten tweeden male.
Mac Gree wilde hem antwoorden, doch
de onderofficier hield hem terug met de
woorden: »Stil, kunt ge den mond niet
houden
De nieuwsgierigheid van Byrne was nu
eenmaal opgewekt. »Als er iets niet in orde
is, kameraden,* sprak hg, >doet ge beter
het mg te zeggen, dan kan ik op mjjn
hoede wezen. Zouden eenige gevangenen
zoeken los te breken?*
»Neen, dat^niet,* antwoordde de onder
officier, sdcch wellicht is het beter, dat
ge het niet weet, ge zult het genoeg onder
vinden.*
»Ik wil het uu weten 1 Zeg mg de
waarheid!*
»Nu, als ge het dan volstrekt weten wilt,*
antwoordde de korporaal, »het spookt op
het plein!*
»0 zoo, spookt het,* riep Byrne en
lachte luidkeels, »en ge denkt me daarmede
bang te maken. Ik geloof aan geen
spoken.*
»Zoo, gg gelooft aan geen spoken,* sprak
de korporaal, >des te beter; ik geloof er
wel aan, want ik heb het spook met mgn
oogen gezien.*
»Gjj?« vroeg de recruut ongeloovig
lachende.
»Ja«, bevestigde de onderofficier, »en ik
en vele anderen hebben het ook gezien. Er
ia geen schildwacht, die te middernacht
zwaar aan verbonden is, nl. dat de
maatschappijen de belasting op de ver
zekerden zullen afwentelen, door de
premiën te verhoogen.
Omtrent het opleggen van den ver
zekeringsplicht aan de ingezetenen met
de verplichting tot verzekering bij de
gemeente, is de commissie van oordeel:
lo. dat het een algemeen belang is,
indien de burgerij en de gemeenschap
zoo weinig mogelijk schade ondervinden
door brand, vandaara. Politievoor-
schriften omtrent het bouwen en in
richten van huizen, b. Strafbaarheid
van brandstichting, ook al geldt het de
eigendommen van de beschuldigden zelf.
c. Gemeentelijke bepalingen ter voor
koming van brandgevaar door zorgeloos
heid. d. Organisatie eener brandweer.
e. Verzekering tegen brandschade.
Nu meent de commissie dat ten on
rechte wel de eerste vier punten zijn
overgelaten aan den openbaren dienst,
maar het laatste niet.
En hieruit vloeien de volgende na-
deelen voort: lo. dat velen zich niet
verzekeren, waarvan het gevolg wordt
dat de schade komt ten laste van de
gemeenschap. 2o. dat de burgerij en de
gemeenschap groote bedragen betalen
aan de verzekeringmaatschappijen, waar
van het overschot de winst nu
komt ten bate dier maatschappijen,
terwijl, indien de gemeente de verze
keraar was, zij zou komen aan haar,
en in mindering zou strekken der kosten
nu te maken voor brandweer, politie,
enz. 3o. dat de zorg voor volmaking
der door de gemeente te nemen maat
regelen mist den noodigen drang.
Voorts vloeit uit den bestaanden
toestand voortdat oververzekering en
ongerechtvaardigde schade-uitkeeringen
worden in de hand gewerkt, dat boedels
van geringe waarde moeilijk kunnen
worden verzekerd en dat aan premies
meer wordt betaald dan strikt noodig is.
De commissie meent dat het in het
belang der gemeenschap en der inge
zetenen zou zijn, indien de rijks wetgever
verordende de bevoegdheid der gemeen
ten om verzekeringsplicht te verordenen
en om de bevoegdheid der verzekering
tot zich te trekken, hetzij dan middellijk
door zich te verstaan met assuradeuren
of onderlinge maatschappijen, hetzij
rechtstreeks door zelve of in vereeniging
met zustergemeenten die verzekering
op zich te nemen. Voor kleine gemeenten,
die niet zelve die verzekering kunnen
dragen en ook ter voorkoming van
dezen post heeft betrokken, zonder het ge
zien te hebban. Is het u ook verschenen,
Max?*
»Zeer zeker, en het heeft mg bjjna tot
den dood doen schrikken,* antwoordde de
aangesprokene.
»Hoe zag het er uit?* vroeg de recruut
nog altjjd lachende.
>Ik zal ude geheele geschiedenis vertellen,*
sprak daarop Mac Gree, stopto zjjn stompje
pgp opnieuw en begon, nadat hg een paar
daehtige tabakswolken mtgepuft had: Ge
moet weten, dat alle moordenaars die op
het binnenplein der gevangenis zgn opge
hangen, daar ook begraven liggenzg
houden zich, hoe groote schoften zg ook
geweest zgn, stil in hun graf, behalve Pat
Furlong, die leefde en stierf als een beiden.
Geen wonder, dat hij niet rusten kan. Hjj
is het, dien ik heb gezien.*
>En hoe zag hg er uit?* vroeg de re
cruut.
>0, gg zult hem zelf weldra zien. Doch
hg verschjjnt aan allen niet op dezelfde
wjjze. Den eenen komt hg aangrjjnzen,
rondom een ander fladdert hg en toen ik
ik hem zag, sneed hg zich met een scheer
mes de keel af en grjjnsde mg tegen met
een half afgesneden hoofd. Geloof me, Byrne,
het is geen scherts. Hebt ge allen hem
niet gezien, jongens?*
De kameraden bevestigden met ernstig
gelaat wat Mac Gree gezegd had.
Zoo bleef men zitten praten over ver
schillende spookgeschiedenissen tot het mid
dernachtsuur naderde. Onze recruut was
stil geworden en toen de korporaal beval
aan te rukken, stond zgn moed op het
vriespunt, ja zeven graden onder nul. Noch-
moeilijkheden, ontstaande uit die ver-
eenigingen, zoude de provinciale over
heid de bevoegdheid moeten hebben tot
het in leven roepen van vereenigingen.
De commissie geeft verder in over
weging om zich met een door haar
ontworpen adres tot de Koningin te
wenden, ten einde de noodige wijziging
in de gemeen te wetgeving te krijgen,
om het mogelijk te maken dat de ver
zekering in de gemeenten een tak van
het gemeentelijk bedrijf worde.
Dit laatste laten wij rusten. Maar
de vraag of verplichte verzekering van
gemeentewege of wellicht van rijks
wege niet te verkiezen zou zijn boven
den tegenwoordigen toestand, verdient
in ruimer kring te worden overdacht
en overwogen. Het komt ons voor,
dat zeer zeker de belangen van ge
meente en verzekerden er bij gebaat
zouden zijn.
,Z. N. E. A."
Buitenland.
Uit Belgiè' komen uit vele plaatsen be
richten van groote verwoestingen die een
onweer, gepaard gaande met een wervel
storm, Vrjj dagavond heeft aangericht. Het
ergst is het geweest in de provincie Luxem
burg, vooral in den omtrek van Virton.
De kunst- en ambachtschool der aalmoe
zeniers van den arbeid, te Pierrard, bjj
Virton, heeft naar het schgnt 't zwaarst
geleden. De kapel ligt plat tegen den groud.
Zg is als een kaartenhuis in elkaar ge
worpen. De werkhuizen zgn totaal afge
broken en het woongebouw heeft zooveel
geleden, dat men de leerlingen naar huis
heeft moeten zenden. De leerlingen moesten
half gekleed, velen zelfs gekwetst, de vlucht
nemen als voor een aardbeving. De schade
moet ten minste 100.000 fr. bedragen.
Te Virton zgn bgna al de ruiten ver
brijzeld. Daken werden opgelichtelectrische
geleidingen gebi oken. In de Avenue Bouvier
liggen de boomen om.
Te Bouzeval is het kerkhof totaal ver
woest. Geen kruis is bljjven staan, en hon
derdjarige boomen zgn uitgerukt of als
stroohalmen afgebroken. Te Givemont zgn
huizeu ingestort en gebarsten. De velden
zien er droevig uit. Heele oogsten zjjn ver
woest. De wegen zgn onbruikbaar. Zg zgn
overstroomd of met ontwortelde boomen
als bezaaid. Populieren werlen niet alleen
uit den grond gerukt, maar zelfs door den
stormwind tot honderd meter rer mee-
thans marcheerde hg flink als een oud sol
daat naar zgn post. Voor niets ter wereld
wilde hg zgn kameraden laten merken hoe
het in zgn hart popelde.
Het was een duistere nacht. Zg kwamen
nu voor de gevangsnis, marcheerden door
de poort en twee minuten later hoorde
Michel Byrne de zich verwg derende schreden
zgner geleiders niet ineer; hg stond alleen
op het akelige plein. Tevergeefs trachtte
de moedige jongen zgn aandacht op andere
zaken te vestigen en het spcok te vergeten.
Hg gevoelde zich in den duisteren nacht
zoo eenzaam en verlaten als in een graf
kelder nergens zag hg een licht flikkeren,
geen hondengeblaf of ander geluid verbrak
de stilte. Hg sprak zichzelven moed in en
met het geweer in de gevelde houding
in de hand ging hg langs den zjjvleugel
van het gebouw. Na eenige schreden ge
daan te hebben, maakte hg verschrikt halt.
Hg meende duidelgk te hooren, dat iemand
achter hem liep. OnzinHet was de echo.
Hg gaat voorwaarts, maar nauwelgks had
hg eenige schreden gedaan of meende
hetzelfde geluid weder te hooren. Ik heb
mg niet vergist, dacht hg. Sidderend spande
bg de haan van zgn geweer, terwjjl hg
zjjne haren onder zgn kepi te berge voelde
rjjzen. Nu hoorde hg het geluid nog duide
lijker, doch het kwam uit de gevangenis.
De recruut schaamde zich over zich zei ven.
't Is schande, dat hg, kom, ik zal
aan allen bewjjzen, dat de heele geschie-
denis bedrog is; ik zal dwars over het
plein macheeren en als Pat Furlong lust
heeft moet hg maar komen. Nauwelgks
had hg zoo dapper gedacht of reeds berouwd i
het hem, want juist sloeg da klok het
gesleept.
In de bosschen is 't een groote verwoes
ting; de ontwortelde en gebroken boomen
zjjn niet te tellen. Te Erezée heeft een
kwartier lang een stortvlaag van regen en
hagel ruiten en planten verbrjjzeld, zoodat
velden en huizen niet meer te herkennen
zjjn. Te Holanges hebben de fabrieken ont
zaglijk geleden. Te Aarlen duurde het on
weer van 6 uur 's avonds tot 7 uur 's och
tends. De bliksem sloeg in de tuinen der
Broeders Maristen en verbrijzelde er talrijke
boomen. Te Hur-Agimont heeft men een
hagelsteen opgeraapt die 140 grammen woog.
Te Dinant moeten zelfs hagelsteeuen ge
vallen zjjn van 300 gram. De velden zien
er jammerlijk uit en de gebroken ruiten
zjjn bg duizenden te tellen. In het Hotel
de la Poste alleen moesten 200 ruiten het
ontgelden. De boomen zgn kaal als in den
winter.
De bliksem heeft ook allerwegen brand
gesticht en menschen doodgeslagen. Te
Wasmes zjjn twee jongens die onder een
boom schuilden, doodgeslagen. De menschen
die te Montignies-le-Tilleul in de electrische
tram zaten, stapten uit en durfden niet meer
meerjjden. Zjj zouden het Iron wens niet
gekund hebben, want de bliksem volgde de
geleiddraden en smolt ze at.
Ook in het Vlaamsche land heeft het
hevig geonweerd. Van een kudde van 18
schapen bg Eeclo zjjn er 10 doodgeslagen.
Te Leervelp bjj Vertrjjck (bg Leuven) sloeg
de bliksem in een huis. Drie mannen wer
den getroffen. Een werd gedood, de twee
anderen zgn verlamd.
Zaterdag wilde Jacques Lebaudy koning
Leopold een bezoek brengen. Hjj reed in
een prachtige equipage naar het koninklijk
paleis en liet zich aandienen als >Jacques
I, keizer der Sahara*. Koning Leopold wilde
den heer Lebauby niet als vorst ontvangen,
en keizer Jacobus moest weer aftrekken.
Hg was woedend en wil nu België verla
ten, ofschoon hjj eerst van plan geweest
was daar eenigen tjjd te verbljjven.
Ook de te Charlottenburg onlangs ge
vonden vroaweromp is thans herkend als
het ljjk van de modiste Radatus, een gehuwde
vrouw van 43 jaar, die gescheiden van
haren man leefde. De vrouw had zich den
2den Juni begeven naar den masseur*
Kohier ia de Stephanstrasse te Berljjn, om
zich aan een operatie (misdrjjf tegen onge-
middarnachtsuur. De recruut voelde een
koude rilling over zgn rug loopen, doch
hjj vermande zich en ging naar het midden
van het pleio, waar de galg gestaan hai.
Groote hemel, wat is dat! Nu bedroog hg
zich niet. Op tien passen afstand stond
waarachtig het spook. De adem stokte, zgn
hart bonsde hoorbaar, koud zweet parelde
op zjjn voorhoofd. Ja, daar staat hst spook
levensgroot, stram en onbeweeglijk! Weer
dacht de recruut: spoken zgn er niet en
met geveld geweer eenige passen vooruit
gaande riep hg: >Werda.«
Geen antwoord volgde.
Ten tweede male riep hg: >Werda!«
Geen antwoord. De recruut meent een
grgnslech te zien.
>Werda!< roept hg ten derden male.
De stgve gestalte schgnt al grooter en
grooter te worden.
Met gesloten oogen en geveld wapen snelt
Byrne op het spook los, doch op het oogen-
blik, dat de punt der bajonet het bereikt,
krjjgt hjj een stomp tegen de borst en valt
bewasteloos op den grond.
Toen de onderofficier later met een ander
man kwam, om Byrne af te lossen, zag
hg vergeefs naar hem om. Te drommel,
zou onze spookgeschiedenis den kerel hebben
doen deserteeren? vroeg hg, doch neen, de
poort was gesloten en over de muren kon
hjj niet. Hier de lantarenhjj moet op hst
plein zgn.
Spoedig vonden zg den recruut, nog steeds
bewusteloos en zwaar ademend. Wjj
moeten hem naar het hospitaal brengen,
en hoor eens mannen, mond dicht, anders
bezorgt onze spookgeschiedenis ons een flink
arrest.
UWSBLAD