Hel Land van Hensden en 41lena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Ons Ideaal. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 2340. WOENSDAG 27 JULI. 1904. Oorlog tussehen Japan en Rusland. Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per S maanden f 1.00. franco per poat zonder prj'sverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertsntiën ran 16 regels 50 et. Elke regel meer ll/% et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. Op eens zag ik hem „in positie" staan, kaarsrecht, in eerbiedige stramheid, 't hoofd rechtop, starend vóór zich uit met iets dwepends, iets kwijnends in de oogen. En de vermagerde, licht-trillende rech terhand bracht het saluut. In alle andere omstandigheden zou het effect comisch zijn geweest, van dat manuaal, gericht naar het vale, door 't eindeloos afbor stelen versleten hoedje, dat toch, zoo oud en zoo sjovel als 't was, getuigde van militaire stiptheid en 't properhouden van de „spullen". Hij zag op, de oude gegageerde, naar het verscheurde vaandel, dat in lappen neerhing. Hij zag ernaar met een gelaat, dat verstard was in hevige emotie. Hij liefkoosde 't met den blik van zijn vochtig-geworden oogen. De knokige rimpelhand week niet van den rand van 't vale hoedje, voordat het vaandel geheel voorbij was.En toen nog duurde het enkele oogenblikken voordat hij weer tot zichzelf kwam: de aandoeningen, die hem bestormd hadden, hem loslieten, voordat zijn gezicht weer de norsche, onverschillige uitdrukking van anders had teruggekregen. En ik bespiedde, op datzelfde oogen- blik, een opgeschoten lummel van acht tien of twintig. Met geblaseerde spot- oogen. Met cynisch neergetrokken mond hoeken. Met onverschillige, sjokkende slenter- en zwaaipassen voortgaande langs den weg. Een van de soort, die niet uitwijken voor een stakkerig besje, dat voortstrompelt met d'r krukje. Een van de categorie, die grinnekend staan te genieten bij den doodsstrijd van eene ongelukkige poes, die zich vastklemt aan de glooiing van een „sluis", haar laatste krachten spillend voordat ze neerzinkt in den modderpoel van een stadsgracht. Op dat oogenblik voelde ik haat in me, onverwinlijken afkeer en walgenden weerzin, tegen den jongen, ruwen, on- gevoeligen kerel. En voeg ik er aanstonds bij niet wijl ik mijzelf ontvankelijk acht voor aandoeningen, zooals dien gega geerde beheerschten. Het „militair in stinct" is iets-aparts, 't Wordt door afstamming, traditie, opvoeding ver kregen, aangekweekt, verscherpt. Er is in die begrippen veel, dat reeds, in den loop der tijden, zijne kracht en zijne beteekenis verloren heeft, óók voor den kring der ingewijden. En de evolutie FEUILLETON. 6) Dit »Dank u, mjjnheer!< deed mjj pjjn- ljjk aan,vooral, omdat Banna gewoon was, vertrouwelijker met mg om te gaan en mg eenvoudig met »jongeheer* aansprak. Waar- schjjnljjk brachten de wjjze van mgn op treden, sedert den dood van haar grootva- der, alsmede de volkomen veranderde ver houdingen, haar nog meer in verlegenheid, dan waartoe rjj van nature reeds geneigd was. Onmiddellijk na het ontbjjt nam ik haar ter zjjde, om baar te zeggen: »Gjj moet weten, Hanna, dat ge van nu af mgn lieve zuster zgt en dus niet meer mjjnheer* tegen mg moogt ziggenlc •Goed, mgn jongeheer Mgn toestand tegenover het jonge meisje, was op dit oogenolik hoogst zonderling- Ik wandelde met haar in de kamer op en neder, zonder te weten, wat ik haar zou zeggen. Ik had haar zoo gaarne harteljjk getroost, indien dit mogelgk geweest ware, zonder van den ouden Mikolaï en zjjn over igden te sprekenwant dit zou haar smart opnieuw wakker geschut en haar nauwe lijks gedroogde tranen weder hebben doen vloeien. Eindelgk zette ik mg met haar op een lage sofa in een hoek van de kamer neder, vijjde haar hoofdje aan mgn borst en streek zachtjes over haar gouden lokken. Zjj leunde op mg als op een beminden in de opvattingen en denkbeelden, zal nog heel wat veranderen, hervormen, vernieuwen, verfrisschen, waarvan de traditioneele „oude snorrebaard" niet zal gedroomd hebben. Ik wil niet verheerlijken iets dat zweemt naar de glorie, het verhevene of schoone van 't militaire. Daartoe ontbreekt mij het instinct nu eenmaal. Maar wat mij hatelijk was in het spotgegrijns van den cynischen lummel op dat moment van militair vertoon, dat is het gebrek aan eer bied, aan gevoel voor en mede-leven met wat een' ander lief en heilig en dierbaar is. Gij kunt anti-militarist zijn, en smach ten naar het uur, waarop de laatste maxim vernageld zal worden, de laatste torpedo bijgezet in een museum van antiquiteiten enz. En toch zult gij ge troffen worden door de ongeveinsde ver eering, de trouwe en kinderlijke aan hankelijkheid van een, die lijnrecht tegenover staat in deze begrippen. Wat men verdraagzaamheid noemt., is in den grond der zaak immers niets anders dan waardeering voor anderer meening, mits deze slechts geworteld zij in waarachtige overtuiging. Waar bekrompen zelfvergoding, waar giftige achterdocht overheerschenwaar der ziel ontbreekt die warmte, dat gevoel voor het onstoffelijke en ontastbare, welke u macht schenken om te worstelen tegen de verstikkende omhelzing van het bloot- materialistische, daar zult gij ook aantreffen ongeveinsdheid voor of blin den haat tegen de openbaring van andere indrukken, dan die gij kunt begrijpen, omvatten. Wat voor den oud-gediende het ge havende vaandel van zijn oud regiment was, kunnen wij bijna allen 't niet terugvinden in iets, in eenigen vorm, in welke gedaante 't dan ook moge wezen, hetwelk voor ons vertegenwoor digt, zichtbaar maakt, wat verband houdt, door ragfijne, oneindig-teêre dra den, met het diepste en innigste van ons innerlijkst-zijn Laat 't wezen een simpel plekje gronds, waar toch niets bijzonders aan te be kennen valt voor den oningewijde, doch dat u doet doorleven oogenblikken van uwe herinnering, die machtige emotie vermogen op te wekken. Laat 't zijn een verdorde bloem of een duizendmaal-gehanteerd, beduimeld, onooglijk boek. Of eene gedachte zelfs eene, die tot u is gekomen als schoone broeder, en vermoadeljjk was het het zoet gevoel van vertrouwen dat nu in haar hart ontwaakte, dat opnienw haar tranen deed vloeien. Zjj weende bitter en ik trachtte haar te troosten, zoo goed ik kon. Begin nu weer niet te weenen, lieve Hanna 1 Denk er liever aan, dat uw groot vader nu in den hemel is; ik zal alles in het werk stellen, om....« Ik wa* zelf niet in staat verder te spreken, want ook mg stonden de tranen in de oogen. »Laat mg naar grootvader gaan jonge heer,zeide zjj. Daar ik wist, dat de doodkist was aan gekomen en Mikolaï juist gekist werd, wilde ik eerst gaan zien of alles gereed was, al vorens Hanna er heen te leiden. Terwjjl ik mg naar de sterfkamer begaf, ontmoette ik madame d'Yves, en verzocht haar een oogenblik op mg te wachten, daar ik iets met haar te bespreken had. Nadat ik een oogenblik gebeden had bg het ljjk van den onden Mikolaï en de laatste maatregelen voor zjjne begrafenis getroffen had, keerde ik naar de Frangaiso terug, en verzocht haar, na verloop van de eerste week van den rouwtjjd, Hanna in de Fran- sche taal en de muziek te onderwazen. •Monsieur Henri,antwoordde madame d'Y ves, die er ongetwgfeld boos over was, dat ik zoo zelfstandig te werk ging, >ik zon het gaarne doen, want ik hond veel van het jonge meisje, maar ik weet niet, of dit overeenkomt met de plannen nwer ouders, zooals ik ook ernstig twjjfel of zg, ook i-gzonder ingenomen zullen zjjn met de positie, waarin n Hanna wilt plaatsen. Toch vooral niet al te veel voortvarend heid, monsieur Henri bonte vlinder op zonnigen zomerdag, zich badend in weelde van pracht en van licht. Een gedachte, die zich vast hechtte, schakelde aan een ideeënreeks, welke voor u openbaarde heerlijke, groot8che waarheid, die u dierbaar is geworden; die gij koestert en streelt en beschermt tegen de aanvallen van wie er de ruwe hand naar willen uit strekken Of het verbleekte, oüde portret, dat slechts met flauwe omtrekken u nog weergeeft het verschaduwde, driekwart- weggedoezelde beeld van eene Zou 't u niet pijn doen in 't harte, wanneer er iemand kwam, die poogde dat vun zige, smerig-geworden brokske karton doormidden te scheuren, met fel knij pende vingers van scham oere en cynische spotternij Of een beeld van marmer, van hout, van steen, waarvoor »n extase neer knielt de geloovige, wijl hij 't vereen zelvigde met goddelijke liefde, met zachte barmhartigheid, met mededoogen, met vergeving, met goedertierenheid Of de vurige, de vlammende geest drift, waarmee de eerlijke dweper de hartstochtelijke gevoelsmensch, wien krenkt en smart het lijden van zoovelen zijner natuurgenoten en die, in onstuimig over-één-kam-scheren, de „maatschap pelijke ongelijkheden en ongerechtig heden" alle schrijft op rekening van de organisatie onzer samenleving. De gloeiende geestdrift, herzeg ik, waar mee die eerlijke dweper aanheft het vrijheidslied van zijne partij, vau zijne vrienden en geestverwanten.Hebt gij het recht om te grimlachen, in hatelij k-bekrompen zelfgenoegzaamheid en hoovaardij, over die uiting van liefde voor een idee, een beginsel, een streven Menschen zonder idealen zijn doode menschen, zoolang wij het, in welken vorm dan ook, dienen en eeren met waarachtige oprechtheid en met reine bedoelingen, hebben wij nog eene taak op aarde, kunnen wij nuttig zijn, ver dienen wij aangehoord te worden met ernst en belangstelling. Rampzalig is hij, in wien het vuur gebluscht werd. En donker is 't in de ziel van den geen, die slechts spotternij over heeft voor wat in anderen licht doet stralen met verhoogden glans. Dat er op dit oogenblik ernstige dingen De weigering der Fran^aise maakte mg in niet geringe mate boos; intnsschen ver schafte het mg eenigen troost, dat ik bg pater Lodewgk gelukkiger was. De goede priester, die Hanna vroeger reeds onderricht gegeven had, stemde er alleen mede in, om Hanna gelegenheid te verschaffen tot eene m8er uitgebreide ontwikkeling, maar prees mg ook om mgn gver. >Ik zie,* zeide hg, »dat ge ernstige pov'ingen aanwendt, om het vertruawen, dat de stervende in n stelde, te rechtvaardigen. Nu ge zelf nog maar een kind zgt, strekt u dit tot eere, aangenomen dat ge hierbij evenveel volharding als jjv *r aan den dag zult leggen. Ik bemerkte, dat de geestelgke over mg tevreden was. Waarschjjtljjk schepte hg er meer vermaas in, aan hg er zich boos over maakte, dat ik plotseling de rol van heer des huizes op mg genomen had. De oade man moest zeker overtnigd zjjn, dat, ondanks het kinderljjke in mgn optreden, de beweegredenen toch zuiver en goed waren en het zaadkorreltje, dat door hem in mgn hart was geplant begon te ont kiemen. Overigens was ik bepaald een lieveling van den bejaarden priester. In mgn kinderjaren had ik steeds vrees voor hem gekoesterd, maar sedert ik mgn jon gelingsjaren ten eindö liep, begon ik hem meer te beheersohen; al spoedig had ik zjjn zwak voor mg bemerkt, en ik was volstrekt niet angstvallig, dit te mjjnen gunste te txploiteeren. Daar hg ook veel van Hanna hield, ontmoette ik bg hem geen verzet; immers, indien het hem mo gelgk ware geweest, zou hg haar lot zoo veel mogelgk verzacht hebben. Maar ook aan den gang ijjn op het oorlogsterrein in Mantsjoerjje, gebeurtenissen van welker af loop misschien het lot van den geheelen veldtocht, althans in dit seizoen, zal af hangen, volgt niet alleen nit aanduidingen die van den Rnssischen opperbevelhebber zelf afkomstig heeten, maar schjjnt ook opgemaakt te knnnen worden uit de ver nieuwde roerigheid der Japanners bjj Port Artbnr en Nioe-tsjwang. Het is tot dnsrer altjjd de tactiek van den Japanschen srene- ralen staf geweest om, zoodra het tgdstip gunstig scheen, op verschillende punten tegeljjk aan te vallen, om den vjjand de gelegenheid te benemen, zjjn verspreide krachten te verzamelen op het meest be dreigde punt. Vooral de gevechten die nu weer geleverd worden in 't gezicht van Nioe-tsjwang, aan den uitersten rand van het zuider-front der Russische stellingen, hebben in dat opzicht beteekenis. Men weet dat sedert een week ongeveer een reeks van gevechten aan den gang zjjn bg den Mo-tiën-ling. De toestand schgnt na de verschillende botsingen thans zoo te zjjn, dat de Japanners, na de poging te hebben verjjdeld van hun tegenstanders om den grooten bergpas te heroveren, de Rassen over den grooten weg hebben teruggedron gen tot dicht bjj An-ping, dat op een twin tig kilometer ten zuidoosten van Liao-jang ligt, en dus ten noordwesten van dan Mo- tiën-ling. Vlak ten noorden vau dezen berg pas ligt Ta-hoean of Dajoean, in een der passen van den Lang-Tse-sjan, een weste lijken nitlooper van den Ta-ling, en even ten zuiden van die plaats het dorp Suo-jen. Deze plaats, aan den rechteroever van de Tai-tse, wordt als een belangrjjke stelling beschouwd, en inderdaad beheerscht ze een der bergpassen die naar Moekden voeren. Langs een ooateljjker weg naar Moekden zqn de Japanners reeds doorgedrongen tot Siao-sur, O.N.O. van Ta-hoean. Het ljjkt, als men de verschillende be richten samenvat, niet onwaarschgnljjk dat Koerapatkin, inziende dat zjjn troepen op het noordoostelijke front, bg de genoemde plaatsen, in weerwil van hun wanhopige pogingen het niet lang meer tegen de over macht der Japanners kunnen uithouden, besloten heeft, zoo spoedig mogelgk op Moekden terug te trekken. Dan echter schgnt de hernienwdo aanval der Japanners op de Russische stellingen bg Nioe-tsjwang er op berekend, den tegenstander daarin madame d'Yves bezat een goed hart en betoonde zich jegens Hanna even vriende lijk als weleerzjj liet het mjjne bescherme linge niet ontgelden, dat zg zich over mjj geërgerd had. De kleine weeze had das geen reden om ever gebrek aan deelneming te klagen. Ook het dienstpersoneel schikte er zich in, haar niet meer als haars geljjke, maar als een dechter des huizes te beschouwen. Mgn vader lette er van oudsher zeer streng op, dat men aan de bevelen van den oud sten zoon, ofschoon d^za bjjna nog een kind was, gehoorzaamde; het was aan ieder geoorloofd, zich in een gegeven geval tot den ouden meester of de meesteresse te wenden, maar op eigen gezag moest niemand het wagen, zich te verzetten tegen den wil van den «jongen meestere, zooals de ondste zoon aangesproken moest worden. Het dienstpersoneel zoowel als de jongere broeders en zusters werden reeds van kindsbeen af gewend aan gehoorzaamheid jegens den oudste, een gewoonte, welke ook in het latere leven bleef voortbestaan. Alleen op deze wgze kan een familie in stand bljjven,* was mgn vader gewoon te zeggen. En inderdaad, dit familierecht, dat op vrjjen wil en niet op wetten gegrondvest was en volgens hetwelk de eerstgeborene de voornaamste erfgenaam was, plantte zich sedert een wen van geslacht tot geslacht voort. Zoo waren dus de hnisgenooten gewoon, in mjj den toekomstigen gebieder te zien, en zelfs de oade Mikolaï die zica alles mocht veroorloven en mg bg mgn voornaam noe men, kon zich niet onthouden van zeker gevoel van eerbied. te hinderen, door hem te dwingen, een vrjj aanzienljjke troepenmacht op zgn zoideljjk front te laten bljjven, wil hg niet door Okoe's en Nodzoe's legercorpsen overrom peld worden. Volgens een telegram nit Berljjn, dd. 23 dezer, maakt de HamburgAmerikaljjn het volgende bekend: Volgens een Reuter- telegram nit Suez zoude ons stoomschip •Scandia*, dat 20 Juni Hamburg verliet met bestemming naar Oost-Azië, over Bre merhaven, Rotterdam en Antwerpen, in de Roode Zee door een Russisch oorlogsschip aangehouden en hedenmorgen onder de Russische marine viae, bemand met Russi sche officieren en manschappen naar Suez teruggebracht zjjo. De inbeslagneming; sch jjnt onverklaarbaar, daar zich, volgens de aan wezige scheepspapieren geen oorlogsmate riaal, van welken aard ook, voor Japan bestemd, aan boord bevindt. Oe Hamburg-Amerika-ljjn legde reeds bg bet begin van den oorlog aan hare agenten den bjjzonderen plicht op, het verschepen van oorlogscontrabande te weigeren. De Hambnrg-Amerika-lgn heeft zich tot het departement van bnitenlandsehe zaken gewend met het verzoek, onmiddelljjk de stappen te willen nemen, welke noodzakeljjk schgnen tot oplossing van deze onaangename gebeurtenis. Nnuweljjks is de kwestie met de »Prinz Heinrich* en de «Scandia* bevredigend opgelost, of er doet zich een nog veel dwazer geval voor: het Dnitsche stoomschip •Lis boa*, aan een Oldenbnrgsche reederjj be- hoorende, dao anders op Portugal vaart, is bg het eiland Hogland in de Finsche Golf door een Russisch oorlogsschip aangehouden, doorzocht, en na een uur oponthoud vrjj- gelaten. De »Lisboa« was van Abo naar Viborg op weg, dus tussehen twee Finsche havens 1 Aangezien zg daar moeilgk oorlogs contrabande voor Japan aan boord kon hebben, vermoedt men dat de aanhouding in verband stond met een onderzoek naar Finsche vluchtelingen of althans iets met den toestand in Finland te maken had. Ook in dit geval is wel een ambteljjk, hoewel meer vertrouw«ljjk protest van Duitschland te Petersburg te verwachten, daar dergeljjke vrjjheden van de Russische politie niet verontschuldigd kunnen worden met een beroep op den oorlogstoestand in Oost-Azië. Mgn moeder had een goed ingerichte huisapotheek en bezocht alle zieken. Toen de cholera onze landstreek teisterde, bracht zg met den dokter geheele nachten door in de woningen der landbouwers, zonder de besmetting, die bjjna onvermjjdeljjk scheen, te schuwen. Mgn vader sidderde wel voor haar leven, maar belemmerde haar onverpoosde werkdadigheid toch niet. »Dat is plicht, dat is plicht!* prevelde hg meer malen in zich zelf. Mgn vader verleende, ondanks zjjn streng karakter, zjjD pachters op allerhande ma nieren ondersteuninghg schonk hun som- tjjds hun pachtgelden, betaalde na en dan hun schulden, nam de kosten van hnn haweljjk op zich en hield hun kinderen ten doop. Ons boezemde hg achting in voor het landvolk; hg beantwoordde den groet van bejaarde boeren steeds door zjjn hoed af te nemen en liet hen zelfs meer malen bg zich ontbieden, om over allerlei zaken met hen te beraadslagen. Daarentegen waren de boeren zeer aan ons gehecht, wat zg niet zelden door daden bewezen hebben. Ik deel dit alles alleen zoo uitvoerig mede, om een getrouwe voorstelling van ons hui- scljjk leven te geven en tevens om aan te toonen, dat ik bg de vervorming van Hanna in een joffrouw niet op belangrjjke hinder palen stnitte. Het grootste verzet, al was dit ook pas sief, ontmoette ik bg Hanna zelf; het arme kind was zeer bedeesd en door Mikolaï in veel te grooten eerbied voor haar meester en meesteres opgevoed, dan dat zjj zich gemakkelijk kon schikken in haar nieawen toestand. Een Poolsch verhaal. ry.Kmmmsis iwimm—na—.w—■■bmwhbwa—giimnn ihb—wmc» Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1