Del Land van Ileusden en Allena, de Langstraat en de Bonimelerwaard. Den eersten indruk. yooE Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden. M 2348. WOENSDAG 24 AUG. 1904. (torfóg tusschen Japan en Rusland. LAND VAM ALTENA- Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Aboniementiprji: per 8 maanden f 1.06. franco per poat zonder prj'sverhooging- Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien ran 16 regels 50 et. Elke regel meer TVi ot- Groote letter» naar plaatemimte. Adrertentien worden tot Dinadag- en Vrijdagavond ingewacht. Sommigen hechten bijzonder groote waarde aan den „eersten indruk," dien men ran iemand of iets ontvangt. En er zijn getallen genoeg, waarin de ge waarwording, welke zoo'n eerste-indruk bij iemand teweegbrengt, beslissend is voor belangrijke aangelegenheden. Intusschen is 't de moeite waard om te trachten even na te gaan, inhoever deze maatstaf betrouwbaar mag worden genoemd. Zeker, dit valt niet te betwisten: wanneer twee individuen elkander voor 't eerst in hun leven ontmoeten, dan zullen zij in zich waarnemen, beiden, een gevoel van sympathie dan wel een zekeren afkeer. Rekenschap van dat verschijnsel kan men zich nog niet geven. Men weet absoluut niet waarom deze u aantrekt en gene u van zich stoot. Waarom ge, tegenover den een geplaatst, zooveel moeite hebt om u in bedwang te houden en vriendelijk, hoffelijk, geduldig luiste rend te zijn, terwijl het gezelschap van den ander u lief is en de tijd u schijnt om te vliegen in zijne nabijheid. Eerst langzamerhand, gaandeweg, wordt het u duidelijker, wat de oorzaak hiervan is. De fijne sprietjes van het menschelijk gemosdsleven nemen 't waar alsvorens 'ttot het besef, tot het be wustzijn van zeker individu komt, en de redeneering werkt 't weer veel- later uit. De beteekenis van dezen „eersten indruk" valt niet te betwisten. Hij geeft u, al 't ware, het sein, dat er een vriend schapsband kan worden aangeknoopt, of dat gij den zooveelste hebt ontmoet, wiens lotgevallen u koud laten en dien gij, zoo de omstandigheden u niet tot een andere gedragslijn dwingen, liefst ontvlieden zult Over deze dingen valt eigenlijk geen redeneeren. Zij ontsnappen aan elke poging om er conclusie uit te trekken. Ieder zal, op zijn beurt, ervaren, wat er van aan is, alsook dat hij zich niet onttrekken kan aan de magische macht van het geheimzinnige Men moet intusschen voorzichtig zijn met het blindelings vertrouwen op het geen de „eerste indruk" u schijnt te leeren. Want hij kan bedriegelijk zijn en later berouw doen gevoelen over uwe oppervlakkige overijling; ook kan hij u FEUILLETON. 14) VI. Des morsrens atond ik zeer vroeg op en begaf mij haastig naar den tain. Ik richtte mg naar den wjjngaard, want mjjn hart zeide mjj, dat ik Hanna daar zon aantreffen. Ik had intnsschen te vlag gehoor gegeven aan het vermoeden mfins harten, want Hanna was er niet. Eerst na het ontbjjt had ik gelegenheid, met haar alleen te zjjn, en kon ik haar vragen, of zg lust gevoelde, wat in den tuin te wandelen. Zjj stemde gaarne hiermede in en liep naar haar kamer om aanstonds terng te kecren met een stroohoed op het hoofd, die haar voorhoofd en oogen overschaduwde, en een parasol in de hand. Zjj glimlachte tegen mg, alsof zg wilde zeggen>Kjjk eens hoe mooi hg mg staat Ie Daarna gingen wjj den tuin in. Ik sloeg den weg naar den wfjngaard in, en dacht er onder het wandelen over na, op welke wgze ik wel het best een gesprek met Hanna zou kannen aanknoo- pen, want ik gevelde zeer goed, dat zg, die hiertoe het best in staat was, zich in mgne verlegenheid verlustigde an mg niet te hnlp zen komen. Ik wandelde zeggend naast baar en sloeg zoo lang met mgn rjj- zweep uaar de bloemen die op de perken langs den weg bloeiden, dat zg haar ein- delgk vastgreep en zoide: »Maar meester pijnlijke teleurstellingen bezorgen. Want 't kan wezen, dat gij u hecht aan iemand, die de kunst heeft verstaan tot uw gemoed door te dringen. De opslag van zijn oog, de krachtige druk van zijn hand, het vertrouwen, dat u geschonken werd; de belang stelling, waarmee men luisterde naar hetgeen gij hadt mede te deelen, dit alles wekte bij u de overtuiging, dat ge een hadt aangetroffen, die u meer zou kannen zijn dan de vele tientallen, met wie gij een groet wisselt of terloops eenige woorden wisselt. Voor dengeen, wiens gemoedsleven meer diepte heeft dan de vlindernaturen zelfs kunnen bevroeden, is de ontdek king van zich vergist te hebben in de waarde van een mensoh, die meer dan uw oppervlakkige aandacht trok, grie vend en diep-smartelijk. En toch kan 't de verraderlijke „eerste- indruk" zijn, welke u zulk verdriet op den hals haalt. De Nederlander behoort in den regel niet tot dat soort menschen, hetwelk na een kwartier kennismaking eeuwige vriendschap sluit, na een half-uur de innigste zielsgeheimen voor elka&r ont sluiert, om na een uur, zij 't een dag, den nieuw-aangeworven boezemvriend glad te vergeten en terug te laten zinken tot den breeden kring van „kennissen," tot welke categorie men gevoegelijk, in het gezelschapsleven, kan rekenen allen, die door gewoonte, sleur of belangzucht, telkens met u in aan raking komen en wie 't alzoo mode is geworden te achten lieden, die werkelijk belangstellen in uwe lotgevallen. O, 't zij tusschen haakjes opgemerkt het is eigenlijk een hatelijk, leelijk, door- en-door onsympathiek begrip, dat ver tegen woordigd wordt doordatkennissen. Ze staan tusschen vrienden en vreem den in. Zeker is de afstand tusschen hen en laatstgenoemden veel minder groot dan tot de eersten. Maar ze zijn gedwongen tot zeker vertoon van har telijkheid. Zij moeten tot u komen op dagen van vreugde en in uren van rouw. Ze dienen zich dan te gedragen alsof uw geluk hen verkwikt, of uw verdriet hen drukt. Maar niets van dat alles is waar. Hun hart blijft ganschelijk onbewogen. Wanneer de feestlichten in uwe woning zijn ontstoken en de feest- disch prijkt met kostelijke gerechten, dan stroomen zij tot u, de brave „ken nissen." Zij heffen feestbokalen op, waarin Henryk, wat hebben die bloemen u toch gedaau ?c >Acb, Hanna, die bloemen zjjn 'fc niet, maar ik kan met u in het geheel niet meer in gesprek komen; gjj zjjt zoo veranderd, Hanna I« >Veronderstellen wg eens, dat dit zoo ie; zjjt ge daar dan boos over?» »üat wil ik nu juist niet beweren,f ant woordde ik op droevigen toon, »maar ik kan het mjj nog niet verklaren; het komt mg voor, alsof gjj en de kleine Hanna van weleer twee geheel verschillende wezens zjjt; van de laatste zjjn al mjjn herinne ringen doorweven; zjj is mg dierbaar als een zuster, als een zuster, Hanna, en daarom .f »En daarom is deze andere f en hier- bjj wees zjj met haar vinger op zich zelve »voor u een vreemdelinge? Is het zoo niet?f vroeg zg zachtjes. Hanna, Haunal Hoe kunt ge zoo iets denken »Dat is zeer natuurljjk, al is hst mis schien niet prottig,» antwoordde zij. »U EOekt in uw hart dia broederljjke gevoelens van weleer, maar vindt ze niet terug; zie daar alles If »Neen, neen, in mgn hart behoef ik da Hanna van vroeger niet eerst te zoeken zjj is er altjjd in geweest; maar juist ï:i u zelve zoök ik huar te» rgeefs l en wat het hart betreft.f »Wat uw hart betreft,f viel zjj mjj vrooljjk in do rode, »kau ik mg gemakkeljjk voor stellen, wat daarvan geworden is. U zult het wel te Warschau L.g een of ander ge lukkig hartje acacorgelaten hebben. Dat is het „edele druivennat" schuimt of parelt of fonkelt. Zij houden toasten, welke u, m de stemming van het oogenblik, de tranen over de wangen doen biggelen. Maar wanneer 't gaat stormen om uw huis en de lichten worden uitgedoofd en de kostelijke gerechten zijn verdwe nen als 't koud en donker om u heen is geworden en uwe hand zoekt die van een vriend en uw hart het mede gevoelen van een, die u trouw is ge bleven in het ongeluk, ontwijk dan de valsche en wispelturige, de koud- hartige en onverschillige „kennissen". Zij zullen een straatje omloopen, ten einde u te ontwijken. Van het hartelijk- joviaal hanawuiven, met beminnelijk- blij-verrast glimlachje zal overblijven de stijve, norscbe groet. Dan zit gij alleen met uw rouw, uw verdriet, uw ongeluk, uwe armoede. Niet zij, de kennissen uit de vette dagen van voorspoed, zullen u troosten. Maar wèl kan 't zijn, dat op zulk een oogenblik, als wanneer gij u alles en allen ontvallen schijnt, een hand op uw Behouder gelegd wordt. En gij, opziende, een kalm, strak, koellijkend gelaat tegenover u ontdekt. EeD paar ernstige oogen, die de uwe zoeken. Dat dan woorden tot u gezegd worden van soberheid, die dus recht streeks uit het hart komen en zonder moeite, inspanaing, de lippen ontvloden. En dat zal u oneindig meer goeddoen, sterken, moed geven en vertrouwen in u doen herleven dan praal van jammc r- taal over u uitgestort, waarin gij, door het theatrale deernis-vertoon heen, de bitterheid maar è.1 te zeer waarneemt! En ook kan 't zijn, dat de eenige man, die u nu, in uw ongeluk, niet schuwt, maar zoekt, dezelfde was, die u toescheen iemand te zijn, voor wien gij nooit sympathie kondt gevoelen, omdat hij behoorde tot die „gesloten karakters", welke zich voor niemand ontplooien. In het uur der toasten kunt ge hem gemist hebben, en zult gij knorrig ge weest zijn over z'n „gemis aan attentie". Maar wanneer gij uwe gasten van voor heen met smartelijke teleurstelling zocht, was hij, de stroeve, op z'n post!... Wij leven in een tijd van verrassend- bedriegelijk nagebootste diamanten. In de winkelkasten liggen zij en schieten duizend stralen uit van gloed en kleur. En in de balzaal schitteren zij van millioenen schats. Doch de verstandige man neemt z'n niet moeilgk te raden Jf Ik keek haar diep iu de oogenik wist zelf, niet, of zg mg slechts wilde uithooren, dan wel of zg, pochend op den indruk, dien zg den vori^en avond op mg gemaakt had, den spot met mg dreef. Plotseling beving mg weder die geest ven verzet, en te geljjker tgd het bewust zijn, dat ik mg belacheljjk maakte, wanneer ik haar zóó met den blik van een smachtend minnaar aanstaarde; ik beheerschte de ge voelens, die mgn ziel bestormden, en ant woordde »En als dit werkelijk zoo eens was If Een nauwelijks merkbare uitdrukking vau verbazing en ontevredenheid gleed over Hanna's opgeruimd gezichtje. »Nu, als het werköljjk zoo is,f antwoordde zg, »dan is u veranderd, en ik niet If Bg dezo woorden kwam er zekere zwaar moedigheid in hare trekken en eenige mi nuten liep zij zwijgend en in diepe mijme ringen verzonken naast mg. Ik trachtte de vreugde, die haar woorden in mg opge wekt hadden, te verbergen. Zg zeide, dat, wanneer ik een ander beminde, ik veranderd was; zg was niet veranderd, das beminde zg uit loutere vreugde durfde ik deze Diet te ontzenuwen sluitrede niet voltooien. Ondanks alles was ik echter toch niet ver anderd, maar zg alleen. Dat kleine, een half jaar geleden nog zoo onwetende me sje, dat er niet het geringste idee var- ht-i, hoe net in de would toeging, w*s Pee nooit :n de geduchte gekomen over uergelg«;e ge voelens te spreken; te dien tg do zou haar eeu dergelijk gesprek volkomen onbegrjjpe- ljjk gewefs; zjjn; heden sprak zjj er zoo toetssteen en laat zich niet verlokken door al 't oog-verblinden van den valsch aard met z'n veelkleurig rokje. Hij -"rijft het steentje met de onverbiddelijk- wreode stof, die zal uitmaken, wat echt is en^wu valsch. Wie £&lke diamanten voor goed geld koopt en bedrogen uitkomt, zal schade lijden in zyn'ufiurs. Maar wie iefi^uit zijn hart, uit zijn ziel wegschenkt eii. -jan ontwaren moet, zich een schat te hebben laten ontfut selen door onwaardige hand, in diens gemoed zal een wonde worden gereten, die schrijnend wee kan veroorzaken en lang kan nh-b'loeden. Om ons te pantseren tegen het gevaar van d.ie zielepijn, moeten we krachtig zijn, ook tegenover het soms bednegelijk- yerlokkende van dien „eerste-indruk". Pi Ort." Buitenland. V De kleine kruiser Nowik, de snelste dien Rusland in het Verre Oosten bezat, is Za terdag in of voor do haven Korsakofsk, aan de zuidkust van het eiland Sachalin, door de Japanners in den grond geboord. Hjj had na den zeesl g van den lOden met de andere Russische kruisers en goed heenkomen gezocht. Bij het invallen van de duisternis liep hjj de Duitsche haven Tsing-tau binnen, nam daar zoo vlug mo gelijk kolen ir> en stoomde, voor de Japanecbe schepen hera hadden kunnen achterhalen, in de richting van Wladiwct^k weg. In den zeeslag bg Port Arthur h^eft de Nowik, dank zg de snelheid waarmede zg kon manoeuvreeren en de voortreffelijke wgze waarop haar commandant, van het begin van den oorlog af, rast haar wist te ope- reoren, zoo goed als g«en schade beloopen. Toch heeft zg Wladiwostok niet meer kunnen bereiken. Hst waarschijnlijkst is dat de Nowik uit Tsing-tau in een wijden booom de Oostkust van Japan heen, naar Sachalin '*s gevaren en het haar plan was, vandaar iu westelijke richting stoomende, te Wla- liwo8tok binnen te loopen. Maar de Ja panners hadden van hun kant twee snelle >antserdekkrnisers, de Tsjitose en de Tsoes- jima, uitgezonden, om haar den pas af te snjjden. Dezen sehjjnen de Nowik, bjj een poging om uit Korsakofsk weg te komen, vrjj en ongedwongen over, alsof het iets zeer alledaagsch voor haar was. Hoe wonderlijk had haar geest, die kort geleden nog zoo kinderlijk was, zich ontwikkeldwat was hjj langzaam en veerkrachtig geworden I Maar dergelijke wonderen moeten bg jonge meisjes zelfs dikwjjls voorkomenI Menigeen onder haar slaapt des avonds als kind in, om den volgenden morgen te ontwaken als een jonkvrouw met eene geheel ver anderde gevoels- en gedachtenwereld. Bg Hanna, die van nature zeer fijngevoelig, scherpzinnig en ontvankelijk was, waren haar intrede in haar zeventiende levensjaar, de nieuwe maatschappelijke omgeving, het ontvangen onderricht, en misschien ook de in stilte gelezen romans, meer dan vol doende geweest om zulk een verandering teweeg te brengen. Na eenigeu tgd zwggend naast elkander geloopen te hebben, begon Hanna het eerst te spreken. »Du8 u is verliefd, meester Henryk ?f »Wel mogelijk !f antwoordde ik glim lachend. >Dan verlangt u zeker wel erg naar Warschau ?f »Neen, Hanna, ik zou big zjjn, altjjd hier te kunnen big ven. f Hanna wierp een blik op mg en scheen zeker iets te willen zeggen, maar zg zweeg toch. Na enkele oogen blikken klopie zg met haar lichtkleurige parasol op haar kleed ueu en zeide, alsof zg haar eigen ge dachte beantwoordde: »Ach, wat ben ik toch onuoozellf Waarom, Hanna?» vroeg ik. »Ach, net ia niets I Willen wg hier op naar de kust teruggedreven te hebben en haar in diezelfde haven d»*» ^undesiag te hebben toegebracht. De Daily Telegraph f verneemt uit Peters- burg: De toestand in Oost-Azië veroorzaakt hier een algemeen» somberheid. Niemand twjjfelt meer, of het staat met Port-Arthur hopeloos. Aan vrede sluiten wordt echter niet gedacht. Men weet nu eindelijk wat er geworden is van de Russische oorlogsschepen, die den 10en dezer getracht hebben, nit Port Arthur te ontsnappen. Het pantserschip Retwisan, de kruisers Aekold en Diana, en een viertal torpedo booten zjjn, ten deele zwaar beschadigd, onzjjdige havens binnengevallenTsing-tau, Woe-soeng of Saigon. Ten aanzien ran de Retwisan is reeds beslist, dat bet meer door de Russan gebruikt mag worden in dezen oorlogover het lot van de an dere groote schepen is nog geen beslissing genomen. De kruiser Nowik ia te Korsakofik op Sachalin in den grond gehoord, een der torpedojagers is door de Japanners opge bracht, twee andere zjjn op het strand ge zet en door de Rnssen zelf vernield. De overige schepen, ook de kruiser Pallada, zijn, in min of meer gehavenden toestand, binnen Port Arthur teruggekeerd. De Daily Telegraph f verneemt uit Tsjifoe, van Zondagavond, dat de groote bestorming van Port Arthur nacht en dag wordt voortgezet. Een Chinees, die daar van Port Arthur is aangekomen, verklaart dat de Japanners herhaaldelijk stormen, gesteund door artillerie. Zjj rukten dwars door het gebied der Duivenbaai op, wierpen de Russen op hun voornaamste verdedi gingslinie terug, maar het was de Japan ners onmogelijk om hun stellingen te hou den tegenover het moorddadige Russisch# vuur. De Japanners moesten noordwaarts terugvallen. Gedurende 48 uren hebben de Japanners een belangrjjk fort op den berg Its-sjsn gebombardeerddaarna rukte de infanterie op en dreef de Russen terug. De Russische artillerie opends daarna het vuur op de stelling en dwong de Japanners om nu zelf terug te trekken. Aan beide kanten moeten de verliezen zeer zwaar zjjn. In een Maandag tv Sjanghai gehouden bjjeenkomst van de consuls is besloten, de deze bank gaan zitten en over iets anders praten? Niet waar, van hier heeft men een prachtig gezicht,» vroeg zjj eensklaps, met haar, mg reeds bekend lachje om de hoeken vau haar mond. Middelerwijl ging zg onder een reusaehtigen lindeboom op een bank zitten, vanwaar m-m werkelijk een bijzon der schoon vergezicht genoot; men over zag daar den vjjver, den djjk en het woud aan gene zjjde vau den djjk. Hanna wees er met haar parasol heen, maar ofschoon ik mg anders bjjzonder kon verlustigen in den aanblik van schoone vergezichten, ge- gevoelde ik op dit oogenblik toch geen lust, dat te bewonderen. Ten eerste was het mg reeds genoegzaam bekendten tweede vond ik Hanna veel schooner dan alles wat haar omringde, en ten derde dacht ik aan heel iets anders. »Wat een mooie weerkaatsing van die boomen, daar in het waterif zeide zjj. >Ik zie, dat ge een kunstenares zjjt ge worden,» hernam ik, en keek noch naar de boomen, noch naar het water. Pater Lodewjjk heeft mg leeren teeke- nen. O, ik heb zeer veel geleerd, terwjjl u weg waart. Ik zou welMaar wat scheelt er aau? Is u boos op mg?» »Neen, Hanna; ik ben niet boos op u; ik geloof, dat mg dit onmogeljjk zou zjjn. Maar ik zie. dat ge mgn vragen ontwjjkt en wg verstoppertje met elkander spelen, in plaats van evenals vroeger openhartig en vertrouwelijk met elkander te praten. Misschien gevoelt ge dit minder dan ikr maar ia. gevoel het innig, en het spgt mg, Hanna I» Een Poolsch verhaal. v Wordt jvervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1