Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de fiommelerwaard. JA 2350 WOENSDAG 31 AUG. 1904. Oorlog tusschen Japan en Rusland. ÜND van TOOB Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abomementiprji: per S maanden f 1.00. franco per poat tonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. Advertantiën ran 1(5 regel» 50 et. Elke regel meer TVi et. Groote letter» naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. apier, wen i In de zitting van onze Tweede Kamer van 30 Juni 1.1., is behandeld een wets voorstel om de bankbiljetten van de Nederlandsche bank tot wettig betaal middel te verheffen. Wij achten het niet ondienstig een enkele toelichting te geven op deze wetsvoordracht, omdat het zeker aan een groot gedeelte van hen, die bank en muntbiljetten ontvangen en in be taling geven, niet bekend is, waarom er nu in 1904 een wet moest gemaakt worden waarbij bankbiljetten tot wettig betaalmiddel verheven worden. De meesten hebben zeker nooit anders geweten dan dat bankbiljetten wettig betaalmiddel waren, en begrijpen er weinig van waarom ze dit niet waren, en muntbiljetten wel. De zaak is deze: Toen in 184550 de intrekking van het oude zilvergeld, dat nog altijd in omloop was uit de tijden van de republiek en de munten van Willem I, noodig bleek en het goudgeld, dat we nog bij name kennen onder den naam van den gouden Willem, den ducaat en den gouden rijder, inge trokken werd, werd het wenschelijk geacht muntbiljetten uit te geven in betaling aan hen, die het te ontmunten geld afleverden. Deze muntbiljetten zou den weer ingewisseld worden tegen het nieuw te munten zilvergeld. Maar spoedig bleek dat die muntbil jetten in den smaak vielen. Bij de in wisseling kwamen ze zeer traag binnen. Daarom werd bij de wet van 1852 be paald, dat het bedrag van de in omloop zijnde en blijvende muntbiljetten zou beloopen 10 millioen gulden. Dit werd in 1884 verhoogd tot 15 millioen gulden. De Nederlandsche Bank werd gemach tigd die biljetten, die dus door den staat waren uitgegeven, ten allen tijde in te wisselen tegen zilvergeld, waarvoor een som van f 4.344.700 op het 3 pets. groot boek en f 18.788.000 op bet 21/s pets. grootboek werd gedeponeerd. Nu zat hier een groote tout in. Tegen den tegenwoordigen koers der staats schuld is dit een effectief kapitaal van 19 millioen gulden. Maar wanneer er een crisis komt, hoe zal dan dat bedrag aan staatsobligatiën worden gerealiseerd in geld? En 'tis natuurlijk, dat, als FEUILLETON. Een Poolech verhaal. V 9 f 16) Pater Lodewjjk was da Fransche taal niet machtig en had haar niet knnnen leeren, ofschoon hg reeds sedert verscheidene jaren met madame d'Yves onder één dak woonde. Toch wa» dit slechts een zwak van hem, want bjj beschouwde de kennis der Fransche taal al» een noodzakelijke ver- eisehte voor een hoogere ontwikkeling. •Ik kan niet ontkennen, dat Hanna gaarne en gemakkelgk leert,hernam ma dame d'Yres, >maar toeh moet ik mg bjj u over haar beklagen, meester Henryk.» >0, madame d'Yres, wat heb ik dan weder gedaan?» riep Hanna, terwjjl zjj haar handen in elkander sloeg. Wat ge misdaan hebt? Ge znlt het aan stonds hooren, en dan kunt gjj u verdedi gen,» antwoordde de Fran^aise. »Stel u eens voor, deze kleine dame grjjpt, zoodra eg maar een enkel vrg oogenblikje heeft, aanstonds naar een boek en gaat dan zit ten lezenBovendien heb ik nog ernstige redenen om te gelooven, dat zjj, in plaats van des nachts te slapen, nren lang bljjft lezen!» Daaraan heeft zjj groot ongel jjk, maar toch heb ik van iemand gehoord, dat zp hierin slechts haar leermeesteres navolgt,» zeide mjjn vader, die, wanneer hg goed geluimd was, de Fraujaise gaarne tegen sprak. •O, pardon, ik ben vjjf en veertig jaren oudi« Antwoordde ds dame. 't staatscrediet geschokt wordt, de munt biljetten ter verzilvering worden aan geboden. Om dat geld te krijgen moet die inschrijving beleend worden. Maar als de koers veel achteruitgegaan is, is de te beleenen kapitaals waarde mogelijk niet eens voldoende. Bovendien is het een verkeerde me thode, als iemand een schuldbekentenis afgeeft, als waarborg een nieuwe schuld bekentenis van zich zelf te stellen, in plaats van een werkelijke waarde, b.v. geld. Want een muntbiljet is geen geld, alleen een verklaring dat men er geld op ontvangen kan. Ieder begrijpt, dat, wanneer men de muntbiljetten niet meer vertrouwt, men de staatsobligatiën ook niet meer hebben wil. Nu moet men wel in het oog houden het onderscheid tusschen muntbiljetten en bankbiljetten. Muntbiljetten, denaam duidt het reeds aan, zijn biljetten die de munt vervangen. Ze worden dus door den staat uitgegeven. Bankbiljetten zijn biljetten, die door een bank worden uit gegeven. Wanneer we een muntbiljet en een bankbiljet naast elkaar leggen, zien we dat op een muntbiljet staat „Koninkrijk der Nederlanden, ingevolge de wet van 27 Apiil 1884 op vertoon inwisselbaar bij de Nederlandsche bank te Amster dam," en op een bankbiljet: „De Ne derlandsche bank betaalt aan toonder, enz." Op een muntbiljet staat nog te lezen: „Muntbiljet van tien gulden, wettig betaalmiddel ingevolge artikel 2 van de wet van 1884." Dat staat niet op een bankbiljet. Nu is in de wet wel gewaakt tegen het waardeloos worden van de bankbiljetten. Immers er moet steeds 40 pet. aan me taal voorraad aanwezig zijn, tot dekking van alles wat de bank schuldig is, en dus niet alleen voor de bankbiljetten. Maar toch kunnen er tijden komen, dat het ook voor de bank er om kan spannen. Nu is door de regeering voor gesteld en door de volksvertegenwoor diging aangenomen een wet, waarbij de muntbiljetten worden ingetrokken. De „St.-Ct." no. 186 bevat de wet van 18 Juli 1904, houdende toekenning van de hoedanigheid van wettig betaal middel aan de biljetten der Nederland sche Bank. Bedoelde wet houdt in de volgende bepalingen Waarachtig, dat had ik nooit gedacht.» »U is een gevaarljjk mensch Wel mogeljjk, maar ik weet met volle zekerheid, dat, wanneer Hanna den eenen of anderen roman in handen krjjgt, zjj hem niet zelf nit. de bibliotheek haalt, want daar van houdt pater Lodewjjk den sleutel bg zich. Alleen haar leermeesteres kan hiervan dus de schuld dragen!» Madame d'Yres las inderdaad heel haar leven gaarne romans, en daar zg bovendien de zacht had ze steeds over te vertellen, moest zg ook met Hanna over een of ander dezer boeken gesproken hebben. Half schert send en half ernstig, maar toch met opzet, zeide mjjn vader dns de waarheid. Kijkt eens!» riep Kazimierz plotseling uit. »Wie komt daar aangereden?» Wjj keken allen naar de lommerrjjke lindenlaan en ontdekten, op een halve werst afatands, heel aan het einde der laan, een stofwolk, die met de snelheid van den wind naderde. »Wie kan dat wel zjjn? Wat een haast zeide mjjn vader, opstaande. >Het stof is zoo dicht, dat men niets kan onderscheiden Het was snikheet; reeds sedert twee we ken bad het niet geregend, en daarom was de minste beweging voldoende om een ware stofwolk te doen opstjjgen. Wjj bleven met groote oplettendheid de naderende stofwolk gadeslaan; eindeljjk kwam er, op ongeveer honderd stappen voor ons nit, een paardekop met wjjd open- Kfcspalkte neusgaten, met vurige oogen en fladderende manen, uit te voorsehjjn; de schimmel naderde in gestrekten draf en raakte met zgn hoeven nauweljjks den grond op het paard zat, volgens de gewoonte der Tataren, met het bovenljjf over den kop van het dier gebogen, niemand anders dan Art. 1. Zoolang de Nederlandsche Bank gerechtigd is als circulatie-bank werkzaam te zijn, hebben hare biljetten de hoedanigheid van wettig betaalmiddel. Art. 2. Deze wet treedt in werking op 1 Oct. 1904. Hierdoor verheft de regeering dus het bankpapier tot wettig betaalmiddel. Daar is veel voor te zeggen. Maar ook iets tegen. Er is tegen, dat aan papiergeld altijd risico is verbonden. Er zijn staten, waar het door den staat uitgegeven papiergeld minderwaard is dan het metalengeld. In Italië b.vis 100 gulden in zilver gelijk aan b.v. 110 gulden in papier. In Rusland eveneens en zoo ook in andere staten. En als het crediet van den staat daalt, wordt het verschil grooter. In Nederland is 100 gulden in muntbiljetten gelijk aan 100 gulden zilver. Maar 100 gulden zilver is geen honderd gulden goud, zoodra gij in het buitenland komt. Nu kan, ik zeg niet dat bet gemakkelijk gebeuren zal, maar nu kan het door allerlei om standigheden gebeiiren, dat de verhou ding tusschen papiergeld en muntgeld in ons vaderland ook verandert. Met een particuliere inrichting als de Nederlandsche Bank, is 't nog anders. De staat toch geeft geen garantie voor de verbintenissen, door de Neder landsche Bank aangegaan, is dus in 't geheel niet gebonden tot het een of ander. Blijkt nu, dat onverhoopt de bankbiljetten niet betaald kunnen wor den in metaal, doordien b.v. door een zeer groote finantieele crisis de boedel fout gaat van de bank, en heeft de staat de biljetten van de bank verheven tot wettig betaalmiddel, dan is de staat wel degelijk verplicht te zorgen, dat bij aanbieding van de biljetten ter inwis seling het muntmetaal voorhanden is. Maar er is meer. De bank heeft een octrooi, dat wil zeggen: bij de wet is gedurende een zekeren tijd aan de bank het recht van circulatie-bank gegeven. Als de tijd om is, kan het octrooi ver lengd worden. Maar men kan ook be sluiten het octrooi in te trekken. Ge steld nu, dat het octrooi niet verlengd wordt, wat dan? Dan wordt óf de Nederlandsche Bank, niet als bankinstelling, maar als circu latiebank, opgeheven, en vervallen de bankbiljetten als papiergeld dan ook als wettig betaalmiddel. En dan zou er mjjn vriend Selim. •Het is Selim! Selim komt!» riep mjjn broeder. •Heeft hjj zjjn verstand verloren? Wat doet hjj nn Het hek is gesloten riep ik, ran mjjn stoel opspringend. Het was te laat om het hek te openen, daar niemand het bjjtjjds bereiken kon. In- tusschen joeg Selim als een razende voort en ik was overtuigd, dat hg op de twee ellvn hooge en puntige spjjlen van het hek terecht zon komen. •Goede Hemel, heb medeljjden m«t hem riep pater Lodewjjk. Het hek, Selim het hek!» schreeuwde ik, buiten mg zelven van angst, terwjjl ik met mjjn zakdoek waifde en met inspan ning van al mjjn krachten dwars over de voorplank rende. Op ongeveer vgf schreden voor het hek richtte Selim zich plotseling in den zadel overeind en mat met vluggen blik de hoogte der spjjlen. Een kreet vau de dames, die op de veranda zaten, drong tot mjjn ooren door, en daarna volgde een hevig getrappel van paardenhoeven. Het paard steigerde geweldig, sloeg zijn voorpooten ver vooruit en vloog in wilde vaart, zonder een oogen- blik te aarzelen, over de spjjlen. Eerst voor de veranda dwong Selim het paard, dat met zjjn hoeven diep in den grond woelde, met één enkelen rak tot stilstand. Daarna nam hg zjjn hoed af, wuifde er als een vaantje mede heen en weder en riep: >Hoe gevoelen de dames zich? Hoe maakt u 't? Uw ondordanigste dienaar, mjjnheer,» riep hjj vad^r toe, terwjjl hg hem groette; >nw aienaar, eerwaarde, madame d'Yves en juffrouw Hanna! Zóó zjjn wjj allen weder bjj elkander, vivat, vivat!» een groote verwarring komen in onze geld-circulatie. „N. Y." Buitenland. Generaal Koeropatkin meldt, dat Vrjjdag gevechten zjjn geleverd over de geheele uit gestrektheid van het oorlogsterreinhet hevigst is er gevochten ten Oosten ea ten Zuiden van Liao-jang; de verliezen zjjn aan beide zjj den zeer groot. De Rassen ver loren 1450 man en naar men zegt zjjn 24 Japanscho kanonnen bniten geveeht gesteld. Men zegt dat Koeroki den spoorweg ten zuiden van Moekden bezet en afgesneden heeft, aldus de twee Rujssischa legermachten van elkaar scheidende en aan Koeropatkin den terngtocht ait Liao-jang afsnjjdende. De »Kölnische Zeitang» verneemt nit Petersburg, dat de Oostzeevloot, onder bevel van schont-bjj-nHcht Rozjdestwenski, den 25en naar 't heet op een tiandaagschen oefeningstocht, in zee gestoken is. Volgens een bericht uit Sjanghai is de ontwapening van de »Grozowoj« en de >Askold« Dinsdag afgeloopen. De generale staf te St. Petersburg erkent thans, dat de Japanners de hoogten van Oeglawaja en Its-sjan bg Port Arthur bezet hebben, maar dat zjj daarmede nog lang niet tot verovering van de vesting kunnen overgaan. Its-sjan ligt op meer dan drie kilometer van de binnenste forten. Het zou een goede plek zjjn voor eea aanval, indien zjj daar belegeringsgeschut konden brengen, maar men kan onmogelgk in korten tjjd wegen daarvoor aanleggen, en dus hebben de Japanners er weinig aan, daar de Rus sische artillerie gemakkelgk de stelling kan beschieten. (Hierbjj mag echter aangeteakend worden dat de spoorweg naar het noorden, die nu in handen van de Japanners is, op korten afstand ten oosten van Its-sjan loopt.) Toch maakt men zich te Petersburg zeer ongerust. Naeht en dag worden de vesting en de haven door de Japanners gebombar deerd wat zal er worden van het eskader van Oechtomski? Men zegt dat het opnieuw Te geljjker tjjd sprong hg van zjjn paard, wierp Franz, die toegesneld was, de teugels toe en begon mjjn vader en den priester te omhelzen en de dames de hand te kussen. Madane d'Yves en Hanna waren nog doodsbleek van schrik en begroetten Selim als iemand, die zooeren aan den dood ont snapt is. >0, wildzang, wildzang,» riep pater Lodewjjk hem toe; »wat hebt ge ons angstig gemaakt! Wjj beschouwden n reeds als verloren!» Waarom dan?» »En het hek? Hoe kunt ge toch zoo op goed geluk af doorrennen?» •Op goed geluk af? Ik heb immers wel gezien, dat het hek gesloten wasIk heb uitstekende Tataren - oogen 1» »En waart ge niet bang voor den sprong Volstrekt niet, eerwaarde! Overigens komt deze verdienste mjjn paard toe, en niet mg!» •Zeker, maar niet iedereen zon znlk een sprong aandurven!» voegde Hanna er bg. •Ge bedoelt hiermede, dat niet ieder paard er overheen gevlogen zou hebben dergeljjke menschen zouden, dunkt mg gemakkeljjker te vinden zijn!» antwoordde ik. Hanna keek mg langdurig aau. >Ik raad u echter, het liever niet te be proeven Daarna keek zjj Selim aan, en haar blikken drukten een gemakkelgk te verklaren bewondering uit. Afgezien van 't stoutmoe dige waagstuk door den Tartaar zooeven uitgevoerd, dat, zooals alle dergeljjke ge vallen, bjj vrouwen bewondering moest wekken, zag hjj er in dit oogenblik ver» rnkkeljjk uit. Zjjn schoon, zwart haar viel hem in het gezicut, zjjn wangen gloeiden van den wilden rit en zjjn fonkelende oogen glansden van vreugde eu genot. een nitval gedaan heeft, maar ambteljjk is niets bekend gemaakt. Wat Liae-jang be treft, (zoo seint een correspondent) houdt men het te Petersburg voor waarschjjnljjk, dat Koeroki die stelling tracht om te trekken om de gemeenschap tnsschen die plaats en Moekden te verbreken. Volgens een telegram ait Tokio rekent men daar op een beslissenden slag bjj Liao- jang. Men verwacht dat generaal Koero patkin, sterk ver«ehanst in de stellingen bjj Liao-jang, siet zal weigeren te vechten. De Japanners weten, dat maarschalk Ojama, die over drie uitstekende legercorp sen beschikt, krachtig zal optreden, en dat hg Koeropatkin zal noodzaken, slag te leveren op ten minste twee fronten tegeljjk. Graaf Lamsdorf heeft Zaterdag een lang onderhoud met den Tsaar gehad over de kwestie van visitatie van onzjjdige schepen door Russische kruisers. Het resaltaat der besprekingen schjjnt te zjjn, dat Rusland onder geen omstandigheden af wil zien van het recht op zulk onderzoek. Een telegram nit Tokio aan de »Times« maakt melding van een ontdekking, die de kansen der Japanners in den oorlog niet weinig zou verhoogen. Op aan den Staat behoorenden grond in de provincie Rikoezea zon een goudmjjn ontdekt zjjn, waarnit naar schatting voor tusschen de 2 en 3 millioen pond sterling zou zjjn te halen. Volgens een bericht uit Sjanghai, hebben de Japanners aan de bemanning van de Russische schepen Askold en Grozowoj, welke in de Chineesche haven ontwapend zjjn, geweigerd, deze op hun eerewoord naar Rusland te laten vertrekken, om reden dat men te Tokio vernomen heeft dat de be manningen van de Warjag en de Koriefcs hun woord gebroken hebben en nn weer op de Oostzeevloot dienst doen. De Engelsche admiraliteit maakt bekend, dat zes Engelsche kruisers en een kanon neerboot in de Znid-Afrikaansehe wateren naar de Smolensk en de Petersburg zosken. Zooals onze lezers wellicht weten, zjjn dit de Russische kruisers, welke voortdurend schepen aanhonden, om deze te onderzoeken. Uit Tokio wordt gemeldDe verliezen der Japanners in den slag bjj An-ping be droegen 2000 aan dooden en gewonden; Toen hg in dit oogenblik naast Hanna stond en haar als het ware vragend in de oogen keek, vormden zjj een paar, zooals een schilder er zich geen sehooner kan voor stellen. Hanna's woorden hadden mjj in den hoogsten graad geprikkeld. Het kwam mjj voor, dat zjj dat: »Ik raad n, het liever niet te beproeven,» op een min of meer ironischen toon tot mg gezegd had. Met vragende blikken keek ik mjjn vader aan, die het paard van Selim bewonderde. Ik kende zjjn vadertrots en wist, dat hg jaloerach was, wanneer iemand mg in iets overtrof; dat had hem bjj Selim reeds lang geërgerd. Ik hoopte daarom verlof van hem te krjjgen, om te bewjjzen, dat ik geen slechter ruiter was dan Selim. Het paard springt inderdaad prachtig, niet waar, vader?» zeide ik. Maar die duivelsche jongen zit ook prach tig in den zadel!» bromde hjj. »Zoudt gjj dat ook niet kunnen?» Hanna betwjjfelt het,» antwoordde ik op bitteren toon: »mag ik het eens pro- besren?» Mjjn vader aarzelde; daarna wierp hjj een blik op het paard en een op het hek en zeide langzaam: •Laat het maar, mjjn jongen!» Natuurljjk!» riep ik gekrenkt uit. »Het is beter, dat men mjj, in vergel jj king met Selim, voor een verwjjfde houdt.» •Maar, Henryk, wat voor onzin zeg je daar nu!» zeide Selim, terwjjl hjj zjjn ar men om mjjn hals sloeg. Spring dan, mjjn jongen, spring maar, en toon wat je kunthervatte mjjn vader, wiens trots wakker geschnd was. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1904 | | pagina 1