Hel Land van Heusden en Alteoa, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 2352
WOENSDAG 7 SEPT.
1904.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
i,£ï UNB VAM ALTE^'
TOO*
Dit blad verschjjat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjjs: per S maanden f 1.00.
franco per poat zonder prjjsverhooging. Afzonderlpke
nummers 5 cent.
Advertentiën Tan 16 regela SO at. Elke regel
mear 71/, et. Groote lettere naar plaatuuimte.
Adrertentiën worden tot Dinadag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
Gelijk bekend is, bestaat bij de re
geering het voornemen om voor de tele
grambestelling voortaan slechts jongens
van 1620 jaar te bezigen op een
weekgeld van f 3 tot f 6.
Yele ouders zullen dit voornemen met
blijdschap begroeten, omdat zij hierin
een geschikte gelegenheid vinden om
hun jongens bezigheid te verschaffen en
iets te laten verdienen.
Er zijn immers van die jongens, waar
mee niets is aan te vangen, waarmee
het is „twaalf ambachten dertien onge
lukken"; die aan het straatslijpen gaan.
We willen evenwel niet verklaren,
dat we verwachten, dat uit zulk soort
voortaan de telegrambestellertjes zullen
bestaan, maar alleen dit zeggen, dat voor
deze bij de vacant komende Rijks- be
trekkingen zich een vreugdevol verschiet
opent.
Yele jongens die geen vak leeren,
worden huisknecht, loopjongen en zoeken
meer van dergelijke baantjes, waar ze
altijd moeten afhangen van de gunst
van dezen of genen, terwijl zij die be
kwaam zijn in hun vak, fier en zelf
bewust, als mannen past, voor werk,
dat zijn waarde heeft, ook een behoorlijk
loon kunnen bedingen.
Zulke jongens nu zijn het, die voortaan
het leger van telegrambestellertjes zullen
uitmaken.
Yele ouders zullen blijde zijn als hun
kinderen zoo'n betrekking kunnen be
komen.
Ze denken hierbij niet aan de toe
komst maar aan het heden alleen. Ze
zijn blijde, de meeste omdat hun jongen
wat geld thuisbrengt, dat bij velen o
zoo hoog noodig is; en in de burgerlijke
maatschappij kunnen ze vaak niet ver
dienen, wat hun als telegrambesteller
is toegedacht.
Maar zooals we zeiden, deze ouders
denken niet aan de toekomst van hun
kind; wat er van hem moet worden
als het later een loon verlangt, even
redig aan zijn leeftijd. Een vak hebben
ze nooit geleerd en telegrambestellen is
zoo'n geweldige kunst niet; zoodat bij
vacatures de toevloed van sollicitanten
daarvoor altijd zeer groot zal zijn, en
het loon derhalve daardoor geweldig ge
drukt zal worden.
Jongens-exploitatie in de telegrafie,
FEUILLETON.
18)
♦Is zjj mooi?* vroeg zjj.
»Het gaat nog al!«
>Wat voor haar en oogen heeft zg
»Qaar oogen en haar zijn bepaald mooi,
maar het haar bevalt mg toch niet het
mees>.e.<
Wat dan
♦Lichtblond haar en blauwe oogen
neem u mg niet kwaljjk, maar juist zulke
oogen als die, waarin ik op dit oogen blik
kjjk!*
>0, mgnheer Selim!*
Hannn werd ernstig. Maar Selim vouwde
smeekend zjjn handen en keek haar met
de hem onvergeljjke zoete uitdrukking aan.
♦Juffrouw Hanna, wees niet boosU smeekte
hg. »Wat heeft die arme Tartaar u dan
gedaan? 0, lach nog eens heel eventjesI«
Hanna keek hem aan; terwjjl zjj dit
deed, verdween de wolk aan haar voorhoofd.
Hg betooverde haar werkelgk. Er speelde
een lachje om haar mond, haar oogen be
gonnen te glanzen, haar gelaat verhelderde
weder en eindeljjk zeide zg met zachte en
teedere stem: «Goed, ik zal niet meer boos
zjjn, maar dan moet u ook earlig wezen.
»lk zal gehoorzamen: dat zweer ik u.«
»Maar zeg mg nu ook eens,« hervatte
Hanna het gesprek weder, »op wie meester
Henryk verliefd is. Ik heb er hem reeds
naar gevraagd, maar hg wilde het mg niet
zeggen!*
dat is het ware woord dat de regeering
hier op het oog heeft. Wat de uitwer
king zal zijn van deze jongens-exploi
tatie Zet het contrast der speelschheid
van de jeugd en het belang der directe
telegram-bezorging tegenover elkaar en
men heeft aanstonds een antwoord klaar
of het wel wenschelijk is om kinderen
te belasten met deze gewichtige be
trekking.
Het voornemen onzer regeering heeft
weder voor de zooveelste maal de aan
dacht gevestigd op de noodzakelijkheid
eener goede vakopleiding.
Op de noodzakelijkheid dat jongens,
waar tenminste iets inzit, een vak, een
handwerk grondig leeren, om daarmede
zich zelf een behoorlijk bestaan te ver
schaffen en de maatschappij tot nut
te zijn.
Yak-opleiding, ook voor vakken, die
het onaanzienlijkst schijnen, is een drin
gende eisch des tijds.
De maatschappij vraagt steeds meer
en meer bekwame vaklui. Het inge
wikkelde maatschappelijke leven vraagt
steeds meer en meer, dat in de pro
ductiebehoeften zoo goed, zoo praktisch
en verstandig mogelijk zal worden voor
zien en dat ook de menschen tevens
op allerlei gebied zooveel en zoo goed
mogelijk zich zullen kunnen ontwik
kelen.
Daarvoor is vak-kennis, dus vakop
leiding onontbeerlijk.
Onze regeering heeft dit terecht be
grepen en beloofd om vak-opleiding
ernstig ter hand te zullen nemen.
Daarom verwondert het ons dat deze
zelfde regeering de jongens-exploitatie
in de hand werkt, die terwille van het
loon, van de jongens slechts loopjongens
maakt, en voor hen daardoor een on
zekere toekomst opent.
Buitenland.
Generaal Sacharof meldt aan den gene
ralen staf onder dagteekening van 2 dezer:
Heden vielen onze troepen de hoogten bjj
Si-kwan-toen, 16 werst ten oosten van Liao-
jang op den rechteroever vau den Tai-tse-ho
aan. Na een hardnekkig gevecht werd de
geheel® bergreeks ten westen van Si-kwan
toen door ons genomen. Geljjktjjdig be
merkten we dat wjj tegenover talrjjke Ja-
Henryk? Ziet u« (daarbjj keek hg mg
van ter zjjde aan), ♦ik geloof, dat hg tot
nu toe nog op niemand verliefd is, maar
hg is op weg. Ik weet ook, wie de bewuste
dame is, en wat mg betreft
♦Nu, wat u betreft?* herhaalde Hanna,
terwgl zg haar verwarring trachtte te ver
bergen.
♦Ik zou hetzelfde doen. Maar misschien
is hg toch wel reeds verliefd
♦Selira, Selim, och zwjjg toch!*
♦O, gjj, beste jongen!* riep Selim plot
seling uit, terwgl hg rag om den hals vloog.
Als n eens w'st, juffrouw Hanna, wat een
brave kerel hg is!<
Dat weet ik wel!* antwoordde zg. vlk
herinner mg zeer goed, hoe hartelgk hg
voor mg geweest is na grootvaders dood
Een droevige stemming maakte zich een
oogenblik van ons meester.
♦Ik zeg u,« begon Selim, om het gesprek
op een ander onderwerp te brengen, ♦ik
z«g n, toen wjj na het examen voor de
Universiteit, in gezelschap van onzen leer
meester, dronken waren
Dronken?*
♦Ja wel, dat is zeo de gewoonte, waaraan
men zich moeiljjk kan onttrekken. Das,
toen wg destjjds dronken waren, heb ik
voorgesteld, op uwe gezondheid te klinken,
juffrouw Hanna. Ik deed het zonder eenige
bg bedoeling, maar Henryk stoof op en
riep nit: ♦Hoe durft ge Hanna's naam in
een wgnbar uitspreken Het scheelde niet
veel, of wjj waren elkander in de haren
gevlogen. Dit mhter staat vasi.; hg kan niet
verdragen, dat er van n iets gezegd wordt!*
♦Wat is u toch goed, meester Henryk!*
zeide Hanna.
♦Nu, ik wil hst aannemen,* zeide ik,
pansche troepen stonden, welke een front
van af de hoogten bg de steenkolen mjjnen
van Jen-tai bezet hielden. Een afdeeling
onder den geheraal-majoor Orlof, wolke
diende tot dekking der steenkolenmijnen en
zich wat ver vooruit gewaagd had, stiet op
een overmacht in een sterke stelling, en
werd tot den terugtocht gedwongen. Gene-
raal-majoor Orlof werd gewond. Aan het
gevaar van een vervolging der naar het
station Jen-tai terugtrekkende troepen door
den vjjand, werd ontkomen door het aan
rukken van de dappere regimenten vaa het
le Siberische legercorps; generaal Stackel-
berg hield de vooruittrekkende Japanners
tegen. In dit gevecht werd de bekwame
commandant vau het tweede Siberische
regiment Oserski zwaar gewond. Om 9 uur
's avonds hield het gerecht op. Over de
gaheele linie was slechts het geschutsvunr
bg Liac-jang te hoorea. De troepen van
het garnizoen van Liao-jang zgn, naar tele-
graphiseh gemeld is, weggetrokken. Er is
een tweede aanval door het Westerfront
ondernomea om de strijdkrachten te weten
te komen. Door het vooruitrukken van twee
regimenten werd na een hevig gevecht vast
gesteld, dat meer dan twee divisies tegen
over deze twee regimenten stonden. De totale
verliezen van het leger, heden geleden, is
nog niet precies vastgesteld kannen worden.
Naar reeds ingekomen opgaven bedragen
zg echter meer dan 3000 man aan dooden
en gewonden.
4
Een telegram van Koeropatkin aan den
Tsaar dd. 3 dezer meldt: In den nacht van
2 op 3 dezer ging de vgand over tot don
aanval en bemachtigde het grootste gedeelte
vau de door ons bg Si-kwan-toen bezet
gehouden stellingen. Onze troepen, welke
deze stellingen bezet hielden, trokken terug
op een achterliggende stelling op een linie
tusschen de dorpen Sjan-soe-toen en Tsi-
sjentis, halverwege tusschen Liao-jang en
Si-kwan-toen. In denzelfden nacht trok het
eerste Siberische legercorps, dat in de laatste
vjjf dagen zware verliezen geleden had, terng,
verscheidene werst westwaarts, om aan het
gevaar van door een overmacht omsingeld
te worden te ontkomen. Onder deze om
standigheden heb ik bevel gegeven om Liao-
jang te ontruimen en naar het Noorden
terug te trekken.
Volgens een telegram nit Tsing-tau heeft
door Selims woorden verzoend, ernaar zeg
nn zelf eens, Hanna, of hg niet minstens
even goed is door u dergel jjke dingen over
te vertellen!*
♦O, zeker,* zeide Hanna, egg beiden zjjt
elkander waard, en ik geloof, dat wjj het
goed met ons drieën kunnen vinden.*
♦En u zult onze koningin zjjn!* riep
Selim vol geestdrift uit.
Mjjne heeren, Hanna, men wacht n
aan de thee!* klonk nu van de veranda
de stem van madame d'Yves. Wg gingen
alle drie in de beste stemming thee drin
ken. De tafel was onder de veranda in
gereedheid gebracht; de lampen flikkerden
en wierpen een flauw schjjnsel over de om
geving, terwgl geheele zwermen van nacht
vlinders rondom de vlam dansten en tegen
den glazen ballon aanvlogen.
Ons gesprek had Hanna, Selim en mg
in een buitengewoon zachtzinnige en vriend
schappelijke stemming gebraeht; de stille,
rnstige avond oefende zgn invloed ook op
de overige leden van het gez-lschap; de
gezichten van mjjn vader en van pater
Lodewjjk waren zoo helder als de hemel
boven ons.
Na de thee ging madame d'Yves een
datje doenmjjn vader was uitstekend ge
humeurd en begon van den onden tjjd te
vertellen, wat bg hem steeds een bewgs
was, dat hg in de alleraangenaamste stem
ming verkeerde.
Ik herinner mg nog zeer goed,* zoo
zeide fig, dat wjj op zekeren dag gelegerd
waren in de nabjjheid van een dorp in het
district Krassotuwsk; de nacht was zoo
donker, dat men geen hand voor de oogen
kon zien* - en hg blies den rock van zgn
PSP tegen de lamp wjj waren niterst
men daar na alle hoop opgegeven, de Fran-
sehe en Dnitsche maritieme attachés, die
Port Arthur met een jonk verlaten hebben,
levend terng te zien.
De Daily Chronicle* verneemt nit Tsjifoe
In den loop dezer week vertrekken 14 regi
menten ait Tokio teneinde de verliezea om
Port Arthur goed te maken. De Japanners
schatten de verliezen die zjj daar geleden
hebben in het geheel op 25.000 man; toch
tellen de belegeraars nog 45,000 man. De
Japanners staan Chineesche jonken niet
meer toe, naar Dalni te gaan, omdat ge
bleken is, dat zij slechts voorgeven daarheen
te gaan, maar dan Port Arthur binnen
zeilen, waar zjj bjj de Russen hoogere
prjjzen kannen maken.
Uit Petersburg wordt geseind dat Koero
patkin zes nieuwe legerkorpsen aangevraagd
heeft.
De commandant van den kruiser Diana
die te Saiuron ligt, heeft van het Russische
marinebestuur last ontvangen, zgn schip
te ontwapenen.
Een Russisch oorlogscorrespondent vlecht
in een zjjner oorlogsbrieven een klacht in
over de hitte in Mantsjosrjje. Hoe vreeseljjk
is de warmte hier, roept bjj uit. Hier ljjken
zoh en hemel uw bitterste vjjanden. De
eerste blaakt dreigend als een symbool van
onoverwinnelijke gramschap; de tweede om
hult u raeedoogenloos met ejjn brandend
blanw, als wilde hjj zeggenGjj kunt mg
niet. ontkomen. Gg kunt u nergens ver
sohuilen. Onder mg is het hetzelfde. Alles
is heet en droog. Als gjj n duizelig gevoelt
en uw hoofd op een rots rusten laat, daa
verbrandt het; als gjj op een vooruitsprin
gend stuk klip zit, is het heet als een
gloeiende keukenkachelplaat. Gjj wilt weg
rjjden: nw zadel is brandend heet geworden
in een uur.
Gjj drinkt vuur met de lucht, die gjj
inademt. De genadelooze schittering ver
blindt uw oogenhet hart zet zich uit tot
gjj hezwjjmt. Nog éia minuut, denkt gjj,
en gjj zult vallen, overweldigd door de ver-
sehrikkeljjke Mantsjoersche hitte. Eu nu
moesten onze soldaten in zulk een tempe
ratuur marcheeren met een vracht ammu
nitie onder de onvermnrwbare zon. Zjj sjjn
al overwonnen vóór den slag door d«ze
niets sparende hitte, gedood door de warmte
en gemarteld door den dorst. Ieder wordt
vermoeid, en iedereen stond daar als een
afgedraafde oude knol, toen
En nu volgde het verhaal van een buiten
gewoon wonderljjk voorval. Ofschoon het
uiet de eerste maal was, dat pater Lodewjjk
deze gebeurtenis hoorde, hield hjj op mst
rooken, luisterde met steeds toenemends
aandacht, zette daarna zgn bril op, schudde
zgn hoofd en bromde nu en dan: iHm!
hm!« of vroeg: »Nu, en toen?*
Selim en ik stonden tegen elkander ge
leand, keken mjjn vader onophoudelijk aan
en luisterden begeerig naar ieder woord
van zjjn verhaal. Op geen enkel gelaat weer
kaatste echter de ontvangen indruk met
meer levendigheid dan op dat van Selim.
Zjjn oogen fonkelden als vurige kolen, zgn
wangen waren vuurrood, en zjjn heetbloedige,
Oostersche natnnr, kwam weder krachtig
te voorachjjn. Hjj kon nauweljjks op zjjn
plaats stil big ven staan. Madame d'Yves
keek hem aan en glimlachte, waarna zg
door een wenk harer oogen Hanna's aan
dacht op hem vestigde. Vol verrukking bjj
den aanblik van dat gelaat, dat evenals
een heldere waterspiegel iederen indrnk
weerkaatste, beschouwden beiden he 111 na
met de grootste oplettendheid. Na nog kan
ik een zekere ontroering niet onderdruk
ken, wanneer ik aan dergelgke avonden
terngdenk. Reeds menige golfslag is in de
wereldzee verdwenen, reeds menige wolk
is aan den hem«l voorbijgetrokken en toch
ontrolt oijjne nog altjjd levendige herinne
ring menige scène van bet landleven voor
de oogen mjjns geestes. Ik zie dan een
eendrachtig, gelukkig huisgezin in een zoe-
len, aangenamen nacht voor mjjeen onde
veteraan verhaalt de lotgevallen van zgn
jonge jaren, waar bjj de luisterende jeugd
zwak, is bedekt met zweet, dat door hemd,
jas en het veel geprezen Engelsche khaki
dringt.
Kjjk naar de soldaten op marscb. Geen
gelaat of er staat marteling op geschreven;
geen gedachte of zjj wordt door deze zon
verbrand. De achterzijden der hoofden zjjn
vuurrood, als wilde het bloed naar buiten
dringen.
Kjjk naar wat daar gebenrt in dat dunne
kleine boschje. Daar op het groen van het
schaarsche gras liggen menscheljjke gedaan
ten verspreid. Kom nader daar zgn
eenige slachtoffers van zonnesteek. Hnn
gedichten zjjn rood, gezwollen, hun monden
wjjd open als poogden zjj meer lncht te
krjjgea, maar de lucht is altjjd brandend
heet en vol verderfelijke gassen. De oogen
van sommigen staren naar boven en zjjn
gevuld met bloed. Armen zjjn hulpeloos
uitgespreid, beenen krampachtig trekkende.
Draai zulk een man om, kjjk naar den
verschroeiden achterkant van zgn hoofd en
alles zal n duideljjk worden. Hier zjjn noodig
water en koelte en beschutting tegen de
zon. En hnn petten, in plaats van twee
kleppen te hebben, hebben er geen een
Slechts enkelen hebben er een, maar
slechts enkelen en slechts één.
Koeropatkin meldt aan den keizer d.d. 5
dezerHeden is het leger met goed gevolg
naar het noorden gegaan en heeft het zich
onttrokken aan den gevaarvollen toestand,
waarin het zich bevond doordat het bg ge
ringe frontsnitbreiding, zoowel aan het front
als op den linkervleugel, door den vjjand
bedreigd werd. Den geheelen dag zgn er,
vooral op den linkervleugel, onbeduidende
schermutselingen in de achterhoede geweest.
Dinsdag werd te Petersbnrg verteld, dat
Koeropatkin's achterhoede bjjna vernietigd
is. De hoofdmacht verkeerd in dreigend ge
vaar van omsingeld te worden.
Te Petersburg verluidt, dat Koeropatkin
terugtrekt naar Charbin, waarheen Alexejef
zgn hoofdkwartier overbrengt. Alexejef en
zgn generale staf zonden reeds te Charbin
aangekomen zjjn, en de bevolking van
Moekden noemt ook daarheen de vlucht.
Aan de Roes* wordt nit Moekden dd.
6 dezer geseind, dat de Japanners op 40
K.M. ten zuiden van Moekden staan. Men
maakt een aanvang met de opruiming der
de oogen beginnen te fonkelen, en een ge
zichtje onder de toehoorders bloeit als een
weidebloempje Ach, vele, vele jaren zjjn
sedert dat tjjdstip vervlogen; reeds veel is
er sinds dien veranderdI
Intasschon sloeg het tien nar. Selim
sprong op, want hjj moest dienzelfden
nacht nog naar hais terugkeeren. Wg be
sloten hem gezamelgk nog een eind weegs
te vergezellen; ik zelf wilde hem te paard
nog wat verder gezelschap houden dan de
overigen, dis met hem zouden medegaan
tot aan het kruis aau het einde van de
lindelaan. Met uitzondering van Kazimierz,
die reeds sliep, begaven wij ons gezamelgk
op weg.
Hanna, Selim en ik gingen voorop. Wjj
leidden onze paarden bg den tengel en
Hanna liep tusschen ons in. De beide oudere
heeren en madame d'Yves volgden. In de
laan was het donker; slechts na en dan
glinsterde de maan tusschen het dichte ge
bladerte der boomen en zond haar zilveren
licht in smalle strepen over den donkeren
weg.
♦Laat ons een lied zingen, zeide Selim,
♦zoo'n schoon, ond lied, bjj voorbeeld van
den trouwen Filon!*
♦Ach, dat zingt tegenwoordig niemand
meer,* zeide Hanna, ♦ik weet een veel
schooner
De herfstwind giert, de bladeren vallen...*
Men kwam echter evereen, eerst het ♦Lied
van den trouwen Filon* te zingen, omdat
mjjn vader en pater Lodewgk, wie het aan
hun jongelingsjaren herinnerde, het zeer
gaarne hoorden.
Wordt vervolgd).
Een Poolsch verhaal.
rmmaa<wgjs^-^^aasb*aaaaaakaguau<ub's .«tsefltrasbesatmsgaamksmaaofrasaagsajtaip
•-t.'camatittaaiiiwtwhinwirfiitminmftajb mvjamtmmmamaoaaag^ai—a—aa—a—