Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Recht en Plicht.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 12 OCT.
1904.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
'iE? LAND VAM ALTEN/
YOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.09.
franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Adrertentiên ran 16 regels 60 et. Elke re
meer TVi ct. Groote letters naar plaatsruimte.
AdrertentiSn worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Slot.
Zulke menschen wekken weerzin, en
doen de zaak, die ze heeten voor te
staan, veel kwaad. Maar de billijkheid
eischt, dat ze hier verder buiten be
spreking blijven: men beoordeelt het
leger niet naar den tros.
Wat wel de aandacht vraagt? Men
hoort herhaaldelijk de opmerking maken,
dat in 't algemeen genomen het plichts
besef niet stijgt in evenredigheid met
het rechtsgevoel. Men verneemt zoo
vaak de verzuchting, dat het naar
rechten dorstende jongere geslacht op
't punt van plichtdoen losser opvattin
gen heeft dan de generatie, die daaraan
voorafging. De klachten komen uit zoo
verschillende kringen, dat men ze al
thans eenige waarde moet toekennen.
Wij verwachten onwillekeurig van
een ambtenaar, een employé, een be
diende, die een sterker rechtsbesef ver
toont dan zijn confraters, dan lijn voor
gangers, dat hij ook in zijn arbeid hen
overtreffen zal. En we zijn wat ont-
puchterd, als we van dat laatste geen
blijken, we ergeren ons ais we déér,
waar overmaat van rechtsbesef bestaat,
ondermaat van ijver en toewijding moe
ten constateeren. Zou 't misschien goed
zijn, ons de vraag voor te leggen, of
we ook te veel verwacht hebben?
Menigeen herinnert zich nog uit zijn
jonge jaren de Wet der Ondoordring
baarheid, volgens welke twee lichamen
zich niet tegelijkertijd op dezelfde plaats
in de ruimte kunnen bevinden.
Zou deze wet ook niet gelden op het
gebied der geestelijke verschijnselen?
Moet niet de sterke ontwikkeling van
het rechtsbesef een natuurlijke belem
mering zijn voor de richtige ontplooiing
van het plichtsgevoel De onderstelling
schijnt aannemelijk en steunende feiten
zijn bij de hand. Het vereenigingsleven
is een eigenaardig observatie-terrein. In
het doel van elke vakvereeniging ligt
het, de publieke opinie voor te lichten,
te gelegener plaats om verbeteringen te
vragen. Maar daarnaast: onderlinge ge-
dachtenwisseling over de verschijnselen
der praktijk, verheffing van het vak.
Plicht dus naast recht.
En nu behoeft niemand ver te zoeken,
om vereenigingen te vinden waar de
inwendige zending is opgeofferd aan de
uitwendige. Adressen legio, openbare
vergaderingen naar rato, wederzijdsche
FEUILLETON.
Een Poolsch verhaal.
28)
Na had het noodlot mij den ljjdenskelk
tot op den bodem laten ledigen en staar
de mjj met koude, hardvochtige en onver
biddelijke blikken in het gelaat, terwjjl
het nieuwen twjjfel wekte in mjjn hart,
een twjjfel, die honderdmaal erger was dan
de onzekerheid omtrent mjjn lot den twij
fel aan mjjn eigen kracht, het gevoel van
machteloosheid, van niet opgewassen te
zjjn tegen dit noodlot!
Mjjn hart vloeide over van bitterheid en
toorn. De stem, die mjj weleer tot opoffe
ring aangespoord had, was in mjj verstomd,
die stem, welke mjj gezegd had»Zie af
van Hanoa, ter wille van haar geluk 1 Denk
in de allereerste plaats aan haar geluk!
Offer u zeiven op
Deze stem zweeg nu volkomen. Tot nu
toe had het noodlot mjj gespaard, zooals
de wolf den hond; nu echter, nu ik al
te zeer in het nauw werd gebracht, scherpte
ik ook mjjn tanden, zooals de wolf. Een
nieuwe energie, de kracht der wraak, ont
waakte in mjjn hart; ik begon bgaa een
zekeren haat tegen Hanna en Selim te ge
voelen. »Verlies ik mjjn leven, dan verlies
ik daarmede het laatste wat ik nog te
verliezen heb; maar hun beider geluk zal
ik weten te verhinderen. Aan deze gedachte
klampte ik mij vast, zooals een ter dood
veroordeelde aan een laatsten straal van
opbouwiag miniem of totaal afwezig.
Waar het hart vol van is, vloeit de
mond van over. Waar de mond zwijgt,
mag men geringe hartwekking onder
stellen.
Bleef het daar maar altijd bijMaar
het hart kan ook worden aangedaan
door getob over gebrek aan rechten,
over ware of vermeende miskenning.
Yooral zwakke en pessimistische naturen
loopen daar gevaar. Wie van hen te
eenzijdig staart naar het licht van het
toekomstideaal, ziet alles in 't heden
onnatuurlijk duister. Somber starend in
het donker van den huidigen toestand,
gaat hij daarheen, met slappe knieën.
De plicht roept en de taak wordt aan
gevat, maar de rechte opgewektheid wil
niet komen; de arbeid, die licht zou
geweest zijn voor een monter gemoed,
valt den somberen geest zwaar, de resul
taten blijven beneden de raming.
Het is stellig niet onverklaarbaar, dat,
terwijl de thermometer van het rechts
gevoel stijgend is, die der plichtsbe
trachting een min of meer tegenover
gestelde - nSlgmg vertoont. Maar men
kan toch kwalijk hét "verbroken even
wicht zien zonder het te bejammeren.
Wat een opgewektheid vervliegt, wat
een arbeidskracht gaat te loor!
Ik kau~iü3~niet voorstellen dat Jan
de Witt ook maar ^8-Iielft had verricht
van de groote taak die hij afgedaan
heeft, als hij vervuld was geweest van
het recht op een beperkten arbeidsdag,
hij zich had laten neerdrukken door
de tegenwerking van mannen, die zijn
meesters waren, wier meerdere hij was.
En de duizenden huismoeders van
groote gezinnen, die nu dag aan dag
de treffendste blijken geven van wat
toewijding aan den plicht vermag, haar
kracht zou gebroken zijn als ze haar
hoofdaandacht gingen wijden aan het
vele, waarin ze bij haar mannen ten
achter staan.
Het is een mannelijk bedrijf voor
billijke rechten te strijden als eerst
de plichten ten volle haar beurt hebben
gehad. Het is een ziekelijk gedoe, eigen
gemoedsstemming en die van anderen
te verzuren door gemor over ware of
vermeende kennisgeving.
Rechten en plichten eischen beide
onze aandacht, maar toch niet beide in
gelijke mate. De waarde van de maat
schappij in een bepaalde periode, de
waarde der individuen zal worden ge
taxeerd, niet naar wat ze geëischt, wèl
naar wat ze geleverd hebben. De ver
hoop. Ik voelde grond onder mjjn voeten
voor mjjn verder leven en ademde gemak
kelijker dan sedert geruimen tjjd. Mjjne
gedachte, die naar alle richtingen verstrooid
waren geraakt, keerden weder tot haar
vroegeren kring terng en smolten met volle
kracht samen in deze enkele gedachte, deze
enkele gewaarwording; den haat tegen
Selim en Hanna!
Te huis aangekomen, was ik volkomen
efgekoeld en bjjna kalm. In de zaal zaten
madame d'Yves, pater Lodewjjk, Hanna,
Selim en Kazimierz, die reeds nit den stal
terng was en het paar geen oogenblik ver
liet.
»Is er eea paard voor mjj?« vroeg ik
aan Kazimierz.
»Gaat gjj met mjj mede?* zeide Selim.
Waarom niet? Ik moet toch naar Oto-
gowo, om te zien, hoe de zaken daar staan.
Kazimierz, laat mjj daar zitten
Kazimierz stond mjj zjjn plaats af en ik
ging naast Selim en Hanna op een sofa
zitten, die nabjj het venster stond. Onwil
lekeurig keerden mjjne gedachten terng
naar dien tjjd, waarin ik, ommiddelljjk na
den dood van den ouden Mikolaï, daar
evenzoo gezeten had.
Toen leunde die kleine, weenende Hanna
met haar gondblond kopje aan mjjn borst
en was op deze wjjze ingesluimerd. Vandaag
nam dezelfde Hanna de schemering, welke
in het vertrek heerschte, te baat, om Sslim
aeimeijjs de hand te drukken. Toen waren
wjj met ons driëexi door den zoeten band
der vriendschap vereenigd; vandaag of
morgen moesten baat en liefde een zwaren
strjjd strjjdenl Naar het uiterljjk te oor
werving van rechten moge zwaar wegen
in onzen tijd, plichtdoen is een zaak
van alle tijden. In den strijd om recht
moge glorie zijn te verwerven voor
enkelen, op het veld der plichtsbe
trachting is roem te behalen voor ieder.
Het zou niet kwaad zijn als daaraan
wat meer werd gedacht; het is wel
jammer dat er soms naar één kant zéé
overdreven wordt. Menschelijk is het,
bij wijlen zich aan die overdrijving te
ergeren, maar zeer verstandig daaraan
niet toe te geven, met Dr. Laurillard
bedenkende
„Alle overdrijving drijft over."
(B. o. Z. Ct.)
Buitenland.
Vrouw Wiese, hot monster dat te Ham
burg terechtstaat wegens het nit den weg
ruimen van een aantal kinderen van on
gehuwde moeders, maakt een droevige fi
guur voor de rechtbank. Zjj vervalt van
de eene Lugen in de andere, om hare mis
dreven te bemantelen, maar praat zich
dan telkens vast. Voor hot verdwjjnsn van
sommige kinderen schuift zjj de schuld op
HaïöE. hi an die, volgens haar, de wichten
misbruikte en ze JaarttA verdonkeremaande.
Paula Berkefeld, haar dochter, wil zoo'ü.
gruweljjke boosdoenster niet meer als hare
moeder erkennen. Vrouw Wiese ontkende
o. a. dat haar dochter een kind had gehad,
dat zjj daarna in aen emmer verdronk en
in het fornnis verbrandde^ De dochter zelve
bevestigde echter dat zg eenskind ter we-
r-ld had gebracht. Haar moeder had haar
dadeljjk geraden, het kind te dooden, maar
Paula zeide: »Dat kan ik niet over mjjn
hart rerkrjjgen.« Later heeft vronw Wiese
h*t echter toch nit den weg geruimd. Eea
andere onbeschaamde lengen van vronw
Wiese was, dat de kinderljjkjes, die zjj in
haar keukenfornuis verbrandde, »gewjjde
stokken houtskool* waren, geljjk geloovige
in haar geboorteplaats plegen te stoken.
De rechtbank heeft reeds verscheidene
ongehuwde moeders gehoord, die hnn kin
deren aan vrouw Wiese hadden toevertrouwd.
Het waren meest verleide dienstmeisjes die
bare spaarpenning er aan gaven, om van
hare kinderen sf te komen. Vronw Wiese
vertelde, als zjj later naar hare kinderen
kwamen vernemen, dat zjj ze overgedaan
had aan rjjke families in het buitenland
of dat ze in waren bjj een welgestelde
zuster van haar enz.
deelen, schenen allen rnstig; de minneaden
glimlachten tegen elkander, en ik was vroo-
ljjker dan gewoonljjk maar niemand ver
moedde, van welken aard deze vrooljjkheii
was.
Weldra verzocht madame d'Yves, Selim
iets voor te dragen; deze stond op, ging
aan de piano zitten en begon een maznrka
van Chopin te spelen, terwjjl ik met Hanna
op de sofa alleen bleef.
Ik zag, dat zjj Selim onafgebroken gade
sloeg.
»Niet waar, Hanna,* zoo begon ik, >het
is bjjna ongeloofljjk, welke talenten die
Selim al niet heeft! Hjj speelt even goed
als hjj zingt.*
>0 ja!« luidde haar antwoord.
>En wat is hjj schoon! Kjjk euns, hoe
bjj er op dit oogenblik uitziet.*
HanDa volgde de richting van mjjn blik
ken. Selim zat in het halfdonkerhet avond
rood zond zjjn laatsten glans over zjjn hoofd
en zjjn omhoog geheven oogen fonkelden
van geestdrift.
Wat is hg schoon! Niet waar, llanna?*
herhaalde ik nogmaals.
Houdt u veel van hem ?c
»l)at zal hem tameljjk onverschillig zjjn;
maar de vrouwen beminnen hem. Ach, hoe
vurig heeft die Josephine hem niet bemind!*
Op Hanna's onbewolkt voorhoofd scheen
nu duideljjk een trek van ongerustheid.
>En bjj vroeg zjj vreesachtig.
»Hjj? Nu ja, vandaag bemint bjj deze
en morgen een anderEen enkele kan hjj
niet lang beminnen dat iigt niet in zyn
natuur! Mocht hg u ooit zeggen, dat hg
u beminde, geloof hem dao niet* hierop
De ergeljjkste dingen in dit proces worden
met gesloten denren behandeld.
Volgens een later bericht is vronw Wiese,
nadat de gezworenen twee nar lang beraad
slaagd hadden, sehnldig bevonden aan moord
in vjjf gevallen, en vervolgens door de recht
bank ter dood veroordeeld.
De Schlegwig-Holsteimgctie Volkszeitung,
het orgaan der Kielsche socialisten, weet
te vertellen, dat er op de Germania-werf
op 't oogenblik twee soorten onderzeesche
booten worden gebouwd. Een dezer is slechts
een proef, maar drie andere* worden regel
recht voor Rnslaud vervaardigd. Het blad
tart iedereen de juistheid van zjjn mede-
deeling te loochenen, in welk geval meer
onthullingen zullen volgen.
De Vorwarts vertelt tegeljjkertjjd, dat de
niet minder bakende Vnlkan-werf te Stettin
harerzjjds rljjtig bezig is machines te maken
voor de Russische marine. In Augustus is
al de machinerie voor vier oorlogsschepen
der Russische vloot afgeleverd en sedert is
de fabriek druk bezig aan nog twee stel.
In beide gsvallen zjjn spoedcontraeten ge
sloten; het personeel doet bjjna dageljjks
overwerk. Alle bestellingen zjjn voor ver
voer en aflevering verpakt in bjjzjjn der
Dïïilsche douane-beambten.
Behalve b&floeldo machinerie heeft de
Vulkan ook ©en partg stuQOrsteenen voor
Russisehe torpedojagers afgeleverd.
nu de witboois, die totdusver de Dnitsehers
als hulptroep hebben gediend en das ten
deele gewapend zjjn; onderwjjl zjjn de Bon-
delzwarten in het Zniden van de kolonie
nog ni«t te vertrouwen, en hebben de Dnit
sehers nog te rekenen met een exp»ditie
tegen de Ovambo's in het Noorden, die
zich totdusver niet om de Duitsche heer-
schappjj bekommerd hebben. Dat wordt das
wellicht een kafferoorlog zoo groot, als de
Dnitsehers er nog geen in hun kolonie te
voeren hebben gehad.
In een gebonw van de projectielenfabriek
te Siegbtirg, in de Rgnprovincie, is een
ketel met ontplofbaren inbond gesprongen.
De ontploffing had plaats in da werkplaats,
waar de projectiüiëïl-langs electrischen weg
mat ontplofbare stoffen gevuld worden. Men
vermoedt dat er eerst kortsluiting Ja da
electrische geleiding was ontstaan. De ont^|°
ploffingen hielden aan tot 2 uur 's middags.
Naar men verzekert, lagen in de werk
plaats 60,000 granaatkartetsen. Van de men
schen die in de onmiddelljjke nabjjheid van
den met ontplofbare stoffen gevulden ketel
waren, is er een dadeljjk gedood, zjjn drie
zwaar en vjjf licht gewond; van de ver
misten zjjn er 's avonds twee met uiteen-
gescheurde ledematen dood gevonden. Een
nader onderzoek naar de oorzaak van het
ongelnk was niet mogeljjk, voor er 24 nnr
na de laatste ontploffing verstreken waren.
Gouverneur Lsutwein zendt ernstig nieuws
uit Duitsch Zuidwest-Afrika. Na de llerero's
die nog altjjd niet bedwongen zjjn, beginnen
legde ik een bjjzonderea nadruk -, »het
is hem dan eenvondig om nwe kassen te
doen, en niet om nw hart!*
Meester Henryk!*
»Bet is waar, wat babbel ik eigenljjk
ook! Wat gaat het a bjj slot van reke
ning aan! Gjj zjjt immers zoo verlegen
gjj zondt nooit een vreemden man kassen
Excuseer mjj, Hanna, alleen de veronder
stelling moet n reeds gekwetst hebbenGjj
zondt zoo iets nooit dalden! Niet waar,
Hanna, nooit?*
Hanna sprong overeind en wilde zich
verwijderen, maar ik greep haar hand en
hield haar met geweld terng. Ik deed al
het megeljjke om mjjn kalmte te bewaren,
maar de toorn snoerde mg met jjseren vuist
de keel toe. Ik gevoelde, dat ik mg zelven
niet meer meester was.
Antwoord mg,< zeide ik met nauweljjks
verholen woede, santwoord mjjeerder laat
ik n niet gaaal*
»Wat wilt n? Wat moet dit beteekenen
sik zeg alleen... ik zeg je...,« fluisterde
ik knarsetandend, sik zeg je, dat je een
onbeschaamd schepsel bent!*
Hanna ging doodsbleek en machteloos
achterover op de sofa leunen. Maar hbt
medeljjden met da ongelukkige was van
mg geweken; ik greep haar hand, klemde
haar fjjne vingertjes samen en vervolgde:
sLuister dan. Ik lag aan uwe voeten, ik
beminde u vuriger dan alle anderen ter
wereld
sHond op
sZwjjg, ik heb alles gezien en gehoord!
Gjj zjjt onbeschaamd, even onbeschaamd
als hjj!«
Naar de Rigeeringsbode verneemt, heeft
Koeropatkin den 2en dezer e»n dagorder
uitgevaardigd, waarin hjj zegt dat de terug
tocht van de troepen tot dusver noodza
kelijk is geweest. De Keizer zendt nu echter
genoeg nieuwe troepen en zal er, zoo noodig,
nog meer zenden. Het is de onverzettelijk*
wil van den Keizer dat het leger overwint,
en dat zal weldra geschieden, want het
leger te Moekdeu is nu sterk genoeg om
tot den aanval over te gaan.
Thans is eindeljjk het tjjdstip aangebro
ken, waarnaar het geheele Russische leger
haakt. Het oogenblik is voor ons gekomen
om offensief op te treden en de Japanners
te dwingen, te doen wat wjj willen. Gjj
moet u wel overtuigen dat voor de over
winning een voldoende lsgersterkte noodig
is, maar ook dit, dat allen bezield zjjn door
het vaste besluit om ua overwinning aan
den vjjand te ontrukken. Doordringt u van
het belang dezer overwinning. Vooral, be
denkt wel hoe noodig het is overwinnaar
te zjjn om te spoediger onze broeders tc
kunnen ontzetten, die in Port Arthur zjjn
Volgens telegram uit Moekden, zou
de voorwaartsche"bèVeging van de Rassen
reeds den 3dsn October bégfc&ften «jja.
Dan 6den October is de stadhoudiT Ji»
Moabden aangekomen, om Koeropatkin uit
geleide te doen. Dienzelfdan dag is Koero
patkin naar de troepen vertrokken. Het
weer is helder en kond en het waait hard.
De >Roes« vernam Zaterdag nit Moekden
dat de Rnssisehe troepen bjj hnn znidwaart-
sche beweging het station Schache bezetten
en dit opnieuw herstelden, evenals de brag
over de Schache-rivier. Er werden onop-
hoadeljjk schermutselingen geleverd tasschen
de voorposten. De afdeeling van Misjtsjaako
»Ach, mjjn God, mjjn God!*
>Ja, je bent schaamteloos! Ik dnrfdc
zelfs den zoom van je kleederen niet aan
raken, en hjj kaste je lippen en zelf heb je
ze hem aangeboden. O, Hanna, ik veraeht
en haat je!*
Mjjn stem bestierf mjj op de lippen en
ik snakte naar lacht.
>Je hebt niet gedacht,* vervolgde ik na
eenige oogenblikken, »ik zal jelui scheiden
En zou ik het werkeljjk met mjjn leven
moeten betalen, ik zal jelui scheiden, al
moest ik jon, hem en mg zelven dooden!
Of is het niet waar, wat ik gezegd heb?
Hg bemint je, en aal je misschien niet ver
laten, maar ik zal jelni scheiden!*
Waarover spreekt ge toch met zooveel
levendigheid?* vroeg eensklaps madame
d'Yves, die aan het andere einde van het
groote vertrek zat. In het eerste oogenblik
gevoelde ik grooten lust, overeind te sprin
gen en de waarheid mede te deelen, maar
ik bedwong mjj nog bjjtjjds en slaagde er
in, met kalme, maar toch eenigszins stoo-
tende stem te zeggen: »Wjj twisten er over,
welk priëd ia den tuin mooier is, hst rozen-
of het hoppriëel!*
Sslim hield op met spelen, keek ons met
doordringende blikken aan en zeide toen
met groote kalmte: >Voor mg gaat er niets
boven het hoppriëel!*
>Je hebt inderdaad geen slechten smaak,*
antwoordde ik, smaar Hanna is van het
tegenovergestelde gevoelen.*
»Is dat werkeljjk zoo, juffrouw Hanna
vroeg hg.
>Ja!« fluisterde zjj zachtjes.
BLAD
<M 2362
■i.l 1 Hl n MJ—MC—W3—atgw*
(Wordt vervolgd