voor het Land van Heusden enz.
Uitgever L. J. VEERMAN te Heusden.
TWEEDE BLAD Zaterdag 12 Nov. 1904,
Uit den goeden ouden tijd.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en
ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maan
den 1.00, franco per post zonder prijs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5
cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct.
Elke regel meer 7y2 ct. Groote letters
naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en
Vrijdagavond ingewacht.
In het jaar 17...» stapte een reiziger,
komende van Amersfoort, in den vroegen mor
gen naar Zoest en betrad weldra de eerste
herherg der plaats.
Het was de zoon van den Hoofdschout van
Amsterdam, die, na eene reis in het buiten
land, op weg was naar Naarden, om van
daar de reis met de trekschuit naar de ouder
lijke woning te vervolgen.
Wij zullen hem echter zelf aan het woord
laten wanneer hij hieronder mededeelt
Wat in en voor de herberg te Zoest voor
viel.
Ik vond hier meer personen bijeen, dan ik
reden had op dat uur van den dag te ver
wachten. Immers, de kerkklok had slechts even
negen geslagen en er moest dus een bijzon
dere reden bestaan, welke de in de herberg
aanwezige lieden derwaarts had gelokt op
een tijdstip, dat men hen veeleer aan hun
arbeid zou verwacht hebben. Het was dus
natuurlijk dat ik, na een algemeenen «goe
den morgen samen in 't rond gewenscht
te hebben, naar de toonbank stapte en aan
de aldaar post houdende dochter des huizes
(een frische, knappe deerne van ongeveer
twintig jaren, die blijkbaar in haar zondags
pak was uitgedost, met zilveren oorijzers en
een halssnoer van dikke bloedkralen) de aan
merking maakte, dat er vroeg volk in de
herberg was.
«Dat 'eleuf ik wel, koopman antwoordde
het meisje, terwijl zij zonder naar mij om te
zien, voortging met voor haar gasten een paar
hooge glazen met schuimend bier te vullen
«je zult het ook wel 'eroken hebben, wat
hier vandaag te doen is."
Ik was, op het punt van mijn volslagene
onbewustheid van de oorzaak der vereeniging
te kennen te geven, toen een papier mijn
oogen trof, hetwelk tegen den gemenieden
wand aan een spijker hing en waarop een
schoof als titelvignet en de woorden s e g t
het v o o r t in groote letteren als onderschrift
prijkten ik begreep dus, dat hier een graan
veiling of iets dergelijks plaats moest hebben,
en, mijn onderzoekingen niet verder voort
zettende, eischte ik een boterham met kaas
en een glas koude karnemelk vervolgens mij
omwendende, zette ik mij, in afwachting van
het bestelde, aan het benedeneinde eener lange
tafel, die tegen het raam geplaatst was, en
nam de aanwezigen in oogenschouw.
Nauwelijks echter had ik den tijd gehad
om op te merken, dat het boveneinde der
tafel was ingenomen door een dikken, wel
doorvoeden landman, wiens groen damasten
vest met bloemen, ruim gesneden rok van
bruine sergie en zilveren broeksknoopen aan
toonden, dat hij tot de vermogendsten van
zijn stand behoordeterwijl mijn overbuur
man daar-en-tegen er vrij schraal en verloo-
pen uitzag, toen mijn ooren gekweld wer
den door een piepend geschreeuw, van «phijpe-
doppies deursthekers zoek thoch maar huit,
khoopman Hik 'ep nog gheen 'andgift ghehad
vandhaag, zoo waar zelje ghesond blijven
Ik wendde mij om en zag een Joodschen
kramer achter mij staan, dien ik nog niet had
opgemerkt. Waarschijnlijk had hij in een
hoekje of bij den haard gezeten, en was hij
bij mijn komst opgerezen, om te zien of hij
iets aan mij slijten kon.
«Ik dank u, vriendelijk!® zeide ik, nahem
ter loops te hebben aangezien «Ik heb niets
noodigl® en om hem zooveel mogelijk te
toonen, dat ik geen plan had mij verder met
hem op te houden, draaide ik mij van hem
af, en, de ellebogen op de tafel plaatsende,
ondersteunde ik mijn hoofd met beide handen,
in de houding van iemand, die niet verlangt
gehinderd te worden.
«Nha doch zeide de Jood, de dunne, ma
gere vingeren zijner rechterhand, welke de
kettinkjes van een dozijn pijpedopjes vast
hield, door de opening tusschen mijn hoofd
en mijn arm heenstekende en mij vlak voor
den neus brengende«laat ik je toch maar
een dhozijntje verkoopen. Gheen deit rijk,
zoowaar zelje ghezond blijven en ik mot
vandhaag nog ver reizen.
Wetende bij ondervinding, hoe weinig het
baat zich over dergelijke onbescheiden aan
zoeken boos te maken of er tegen in te spre
ken, vergenoegde ik mij met mijn voorarm
te buigen en door een soort van contra
manoeuvre tusschen mijn gezicht en de
hand des kramers te brengen, waardoor ik
de pijpedopjes weder van mij verwijderde.
«Nha al duwje me therug, dhaarom zelje
toch ghesond blijven,hernam de Jood, met
de vasthoudendheid aan lieden van zijn beroep
eigen«motje gheen halmenakkie 'ebben
gheen scharen, messen of photloodjes
En, in de plaats van zijn hand, wist hij nu
het geheele marsje, dat hij voor hem droeg,
tegen mijn borst aan te werken, zoodat ik
mij wel genoodzaakt zag, mij geheel naar hem
toe te keeren, en hem vriendelijk te verzoe
ken, mij met vrede te laten. «Waarlijk,
goede, vriend zeide ik «ik heb niets van
uw kraam noodig ik ben immers zelf maar
een arme reiziger, en zal nog werks genoeg
hebben, om met het beetje gelds, dat ik bij
mij heb, toe te komen en de stad te be
reiken.®
Onder het uiten dezer woorden had ik den
Jood naauwkeuriger beschouwd, en meende mij
nu flauw te herinneren, dat ik hem vroeger
waarschijnlijk wel te Amsterdam, had ont
moet. Ik was weldra zeker, dat ik dien man,
met dat olijfkleurige gelaat, dat hooge, malle
voorhoofd en dien bruinen gelapten tabberd
van saai meer gezien had, maar nooit te voren
had ik acht gegeven op de zwarte en leven
dige oogen, die op het hooren mijner taal
een kluchtige uitdrukking van ongeloof aan
namen, terwijl zijn dunne lippen zich ver
trokken tot iets dat op een glimlach geleek.
«Khom zeide hij «Je spot immers er meê
je zoudt gheen gheld, 'ebben nha doch 'et
dhoet er niet toe. Khijk, ep je gheen gheld,
je ept kredieten dat's veel gheseid in dhesen
tijd van de hactie'andel Daar ep je een
dhozijntje je zelt me morghe of overmorghe
wel betalen, as je in de stad zult sthaan te
zijn gekhomen, dat weet ik ommers best.
Simon heit krediet voor je vhaders zhoontje.«
«Vandaag of morgen is 't zelfde,zeide ik,
de pijpedopjes, die hij op tafel gelegd had,
weder naar hem toeschuivende «ik rook
niet.«
«Niet koopman vroeg de waard, een
dikke, stevig gebouwde kaerel, met een vro
lijk aangezicht, die, even naar den kelder ge
weest zijnde, juist weder binnen was gekomen,
en met een pijp in de hand naar mij kwam
toegetreden «ik wou je juist een pijp aan
bieden.®
«Ik dank je,« zeide ik, (want ofschoon ik
later die gewoonte weder heb aangenomen,
ik was op mijn reis, bij gebrek aan goeden
tabak, het rooken afgewend)«maar ik heb
wat eten en drinken besteld, zou dat haast
klaar zijn?«
«Toe dan Mientjezeide de waard, zich
omkeerende, «waar blijft het ontbijt voor den
koopman
«Zoo aanstonds,antwoordde de dochter:
«wil je er beschuit op hebben, koopman of
verkies je nagelhout
«Wel hernam ik «Iaat ons van allebei
eens proeven maak er mij maar twee.«
«Messen scharen khurkhetrekker
khammen vervolgde de Jood, met een
pause tusschen elk voorwerp, dat hij opnoem
de «of. wil je liever kurieuser whaar
je bent toch een ghesthudeerd jong mensch
hik 'ep hook mooie poekkies ier is de
Arlekhijn Haksinischt't plijspel van
Khinkampoeis 1) de leste woorden van Saco,
toen ie op 'et schavot stond.®
Er was geen middel van hem af te ko
men, zonder in de beurs te tasten. Ik liet
mij dus overhalen om mij een kurketrekker
aan te schaffen, al ware het maar om te kunnen
zeggen, dat ik een Grieksch testament 2) van
een Jood gekocht had. De koop was spoe
dig gesloten, en ik betaalde zonder afdingen
den gevraagden prijs, ofschoon de innerlijke
waarde van het voorwerp verre te boven
gaande, onder de uiterlijke voorwaarde, dat
mij de kramer met geene verdere aanbiedin
gen zou lastig vallen. Mijn edelmoedigheid
was mij niet nadeelig, gelijk men terstond
zal gewaar worden.
«Ghelik er meê zeide Simon, terwijl hij
mij het gekochte voorwerp ter hand stelde
«maar phas op,« voegde hij er fluisterend
bij, «dat je een mhes vraagt bij je hontbijt
en je niet bhedient van 't ghenige dat dhaar
sthaat.«
«Hoe zeide ik met eenige verbazing
-maar, toen ik met de oogen den blik
des raadgevers volgde, vielen zij op een mes,
hetwelk mijn overbuurman, van wiens on
gunstig uitzicht ik zoo even gewag maakte,
kort te voren met de punt midden in de tafel
had gestoken. Te gelijker tijd herinnerde ik
mij, meermalen gehoord te hebben, hoe som
mige liefhebbers van het edele bekkesnijden,
bijzonder in Eem- en Gooiland, gewoon waren
hun messen in de herbergen en kroegen op
een zichtbare plaats op te hangen, of in de
tafel te steken, en den onkundigen of on-
voorzichtigen vreemdeling, die er zich van
bedienen wilde, of er slechts even naar keek,
tot een gevecht te dagen. Ik dankte dus
met een bijna onmerkbaar knikje den goeden
Jood voor zijn tijdige waarschuwing, welke
mij toescheen ruim op te wegen tegen den
voor den kurketrekker betaalden prijsen
ik gevoelde daarvan het dubbel belang, toen
ik, na mijn ontbijt uit de handen van Mientje
te hebben bekomen en een mes daarbij te
hebben gevraagd, op het gelaat van mijn
overbuurman een trek van ontevredenheid zag
oprijzen. Ik heb het afbeeldsel van dezen
kwant nog niet gegevenen echter verdient hij
wel, dat ik een oogenblik daarbij stilstahij
had, gelijk ik reeds met een enkeld woord
aanstipte, een afzichtelijk voorkomen lange,
sluike haren, wier kleur men raden moest,
hingen hem van onder een ruige muts op de
schouders zijn oogen hadden den gluipenden
blik der hyena en waren van wenkbrauwen
en ooghaartjes bijna geheel onvoorzien zijn
wijde mond, die, door de gewoonte van een
kort pijpje bestendig aan denzelfden kant tus
schen de lippen te klemmen, geheel schreef
was getrokken, opende zich nu en dan tot
een grijnzenden lach, die een alleronaange-
naamsten indruk verwekte of onze maat een
neus had of niet, kon met reden tot het on
derwerp eener weddingschap gestrekt hebben,
zooveele naden en kruislijnen van lidteekens
(overblijfselen van vroegere gevechten) ver-
eenigden het vormelooze stompje boven den
mond met de wangen en de bovenlip. Dit
beminnelijk wezen was half op zijn boersch,
half op zijn zeemans gekleed, met een blaauw
dufïelsch buis, vol lappen en winkelhaken, een
vest zonder knoopen, hetwelk den ruig be
wassen boezem geheel bloot liet, een wijde
visschersbroek, opgehouden door een zwart
lederen gordelriem, waarin een messcheede
van robbevel stak, wollen kousen, en hols-
blokken aan de voeten.
Waarschijnlijk had hij verwacht, dat ik hem
de gelegenheid tot een klein snijpartijtje zoude
verschaft hebben, en reeds, als een tijger in
zijn hinderlaag, zitten loeren, of ik ook on
bedachtzaam het voor hem geplante wapentuig
zoude aangrijpen. Zijn teleurstelling althans,
toen hier niets van kwam, bleek mij te groot
te zijn dan dat hij zou kunnen gezwegen heb
ben de uitdrukking, die zijn gelaat aannam,
wekte mijn opmerkzaamheid en trok mijn aan
dacht af van het gesprek, dat baas Roggeveld
voerde, die juist bezig was te verhalen, hoe
hij van Peer de Groot tien lakenveldsche koeien
gekocht had voor f 80 het stuk. De varens
gast nam het pijpje uit den mond, blies een
dikke rookwolk weg, sloeg het glaasje brande
wijn, dat hij voor zich had staan, in eene
teug naar binnen, en vroeg mij, na deze
voorbereiding, waarom ik mij niet bediend
had van het mes, dat voor mij stond.
«Ik had het niet gezien,zeide ik op een
onverschilligen toon «en bovendien heb ik
gaarne een mes voor mij alleen.Dit ge
zegd hebbende ging ik met eten door, zonder
den kwant verder aan te kijken.
«Niet gezien herhaalde hij met een ge-
meenen vloek «en waar hieldje dan zoo even
je kluisgaten op gericht 't is mijn mes, voor
den d vervolgde hij, met de geslotene
vuist op de tafel slaande, en zijn stem hoe
langer hoe meer uitzettende, als dacht hij mij
daarmede schrik aan te jagen «en wie er
naar kijkt, die kan met mij aan den gang
komen, daar valt niet van, voor den
Jij hebt er naar gekeken, en as je boterham
binnen is, dan zullen we eens zien, of je voor
je boeg kunt zorgen.
Deze forsche uitdaging verwekte een plotse
linge stilte bij de aanwezige boeren, die, in
goede eendracht bijeen zittende, bezig waren
over den prijs der granen en andere onder
werpen van hun gading te spreken. Aller
oogen vestigden zich op den matroos (want
daarvoor moest ik hem aan zijn taal houden)
en vervolgens op mij, met die belangstelling,
welke een twist als deze nimmer nalaat te
verwekken ja, ik geloof, dat menigeen zich
reeds streelde in de verwachting van het ge
noegen, dat een echt nationaal messengevecht
hun verschaffen zoude, ik moet echter tot hun
eer zeggen, dat ik hier en daar een blik van
welwillend medelijden ontmoette, en;op menig
gelaat kon lezen, dat men mij niet bestand
achtte tegen den geoefenden kamper, die mij
had uitgedaagd. Wat mij betreft, ik was,
gelijk men denken kan, niet zeer op mijn ge
mak ik begreep echter zoo bedaard moge
lijk te moeten blijven en den storm door rus
tige onverschrokkenheid afkeeren, Ik ledigde
eerst mijn glas en zeide toen, op een toon,
zoo kalm mogelijk, dat ik geene reden hoe
genaamd tot een gevecht zag, daar ik niet
wist, iemand met woorden of daden belee-
digd te hebben. Mijn woorden werden wel
opgenomen door de aanwezige boeren althans
er ontstond een goedkeurend gemurmelde
landman, die aan het boveneinde zat, knikte
mij vriendelijk toe, en zich vervolgens tot den
zeeman wendende «wat heit jou die koop
man 'edaan, Andries Matthijssen vroeg hij,
«dat je met hum voor 't mesje wilt?«
«Wel baas Roggeveld zeide Andries,
zijn taal met vloeken doormengende, welke
ik, om geene kiesche ooren te kwetsen, slechts
met een zal aanduiden «die koopman kijkt
naar mijn mes en geeft een bretaal antwoord
daar te boven Mot ik me van zoo'n loop-
in-'t-lijntje, laten op den kop zitten Maar
omdat hij nog maar een loeris van een jongen
is, zal ik hem niet te hard behandelen en,
met een enkel half maantje over zijn hakke
bord, laten waaienmaar opstaan mot
hij.«
En met-een oprijzende, trad hij naar mij
toe en wilde mij in den kraag grijpen
ik was echter op mijn hoede, en, zoowel een
vuist- als een messengevecht willende vermij
den, schoof ik bij zijn nadering met mijn
bankje achteruit, «Pas op zeide ik de armen
kruisende en hem stijf in 't gezicht ziende
«raak mij niet aan of het zou slecht met u
kunnen afloopen. Ik zoek geen twistmaar
het zou u rouwen, zoo ge mij leed deedt.«
«Wat zou me rouwen, jou beroerde zand
haas snaauwde Andries, terwijl hij hoe
langer hoe driftiger werd, mij toe «ik zei
je leeren, ordentelijk vlag te strijken. Op
zeg ik jou nou je zoo spreekt zei ik eens
zien, of ik geen frikkedellen van je voorge
bergte kan snijen.«
Onder het uiten dezer bedreiging stak hij
nogmaals de hand uit, om mij te dwingen
mijn plaats te verlaten en met hem aan 't
snijen te gaan. Ik moet bekennen, dat ik
mijn toestand hoogst onaangenaam begon te
vinden want ik zag niets aardigs in het
denkbeeld van zonder neus bij mijn ouders te
keeren en waar ik de blikken heen wendde,
ik bespeurde bij de boeren geen zucht om
zich met den twist te bemoeien zij waren
daartoe of te lui, of te nieuwsgierig hoe het
af zoude loopen, en bleven met een fatale
koelbloedigheid hun pijpjes rooken en hun
drank opslorpen.
Er kwam echter hulp van een anderen
kant. Simon de Jood had zich, bij de eerste
woorden van Andries, met een angstig gelaat
naar een der hoeken van het voorhuis terug
getrokken en was, toen de twist hooger be
gon te loopen, langs den muur naar de toon
bank geschoven, waar hij aan Mientje, die,
ofschoon aan dergelijke tooneelen waarschijn
lijk gewoon, eenigszins onthutst keek, eenige
woorden in 't oor had gefluisterd. Het meisje
was hierop terstond haar vader te gemoet
geloopen, die juist uit den kelder kwam met
eenige versch getapte kruiken. Hoewel deze
zich anders waarschijnlijk zelden over een
dergelijke rusie bekommerde, waar hij wel
wist dat meestal een goed gelag op volgde,
scheen hij toch eenigszins versteld over de
geheimzinnige mededeeling, welke zij hem deed.
«Hoe zegje vroeg hij halfluid de
zoon van
Het antwoord ven Mientje werd op zulk
een flaauwen toon gegeven, dat ik alleen de
woorden «Hoofdschout van Amsterdam® ver
staan kon, waaruit ik opmaakte, dat Simon
haar verhaald had wie ik was.«
«En zeit die Smous dat vroeg de waard
weder «die koopman daar de zoon van
en hij zag Simon aan, die, bevend Bij den
haard gedoken, met een herhaalden hoofd
knik de waarheid van het gezegde bevestigde.
«Dat vereischt overleg,zeide de waard,
zich den kop krabbende, en de kruiken aan
Mientje overhandigende «de Sinjeurs in Am
sterdam hebben armen, die ver reiken, en zij
zouden het mij inpeperen, zoo ik een van hun
broedsel in den pekel liet steken. Hei wat,
vrind Andries riep hij op eens, zijne breede
hand op den schouder des twistzoekers leg
gende, op het oogenblik, dat deze, na mij
verlaten te hebben om even aan een buur
man te vertellen waar hij mij raken zoude,
zich opnieuw in postuur stelde om mij aan
't lijf- te komen.
Plaatselijk Nieuws.
HEUSDEN, 12 Nov.
Vrouwtje wordt 's nachts wakker. Rij
tuigen houden voor de deur stil. Vrouwtje
springt uit bed, moet weten wat dat is.
Onaangename lucht waait tegen. Privaat
ruimers babbelen met buurman. Voerlieden
ontvangen geducht standjebuurman de
rest. Rijtuigen af, buurman sluit de deur
en deur van vrouwtje valt in slot. Vrouwtje
zonder sleutel, buurman doof voor geklop.
Vrouwtje weet geen raad, loopt enkele uren
in luchtige kleeding rond. Smid ontfermt
zich in morgenstond om huis open te ste
ken. Vrouwtje voor het vervolg genezen
van nieuwsgierigheid
Door den Gemeenteraad alhier is
aan de gedempte haven de officieele naam
van «Wilhelmina-plein" en aan het nieuwe
terrein aan de Maas, buiten het genoemd
plein, de naam van «Prins-Hendrikkade"
gegeven.
Naar wij vernemen is door den Ge
meenteraad besloten op de Prins-Hendrik
kade een drietal gaslantaarns te plaatsen,
waarmede ongetwijfeld het verkeer aldaar
zeer gebaat zal zijn.
Op de j.l. Donderdag alhier gehouden
laatste najaarsmarkt werden de navolgende
prijzen toegekend aanP. L. Honcoop te
Heusden voor de beste kalfkoe f 5P. van
Geffen te Hedikhuizen voor de beste kalf-
vaars f5; J. Burghout te Eethen voor de
beste koe f 5 P. van Geffen te Hedikhui
zen voor de beste vette vaars f5 en de
Wed. P. Timmermans te Hedikhuizen voor
den besten vetten os f 5.
Sedert de oprichting der Rijksnor
maalschool alhier is het nog niet voorge
komen, dat de lessen, bij gebrek aan leer
lingen, niet konden doorgaan. Ofschoon
de onderwijzers bijna allen present waren,
schitterden de leerlingen door afwezigheid.
Daar de meesten een grooten afstand moe
ten afleggen, enkelen zelfs uit Gelderland
komen, is het hun wegens den storm en
den regen van Woensdag j.l. niet kwalijk
te nemen, dat ze staakten.
J.l. Woensdag werd te 'sBosch de
najaarskeuring van dekhengsten gehouden.
Er werden 35 hengsten voorgebracht. Van
de aangegevene waren er 9 niet opgeko
men. Er werden 24 goedgekeurd, 8 afge
keurd en 5 uitgesteld. Goedgekeurd werden
«Freibeuter," zwart, stekelharig, stam-
boeknommer 554, van B. Dekker te Sleeu-
wijk.
«Jan," donkerbruin gr. bovenlip van J.
L. v. Geffen te Udenniettegenstaande
cornage
«Sultan," bruin, kol, stamboeknommer
395, van J. A. Jansen te Beers niettegen
staande cornage
«Vader Witte kind," zwart bruin, stam
boeknommer 44, van Adr. Straver Wzn. te
Babiloniënbroek
«Caesar," schimmel, van B. L. v. d. Ha
gen te Lith
«Demon," donkerbruin halve maan v. gr.
kol, stamboeknommer 737, van E. Bens te
Escharen
«Jan III," donkervos, kol, stamboeknom
mer 735, van A. Snoek Wzn. teAlmkerk;
niettegenstaande cornage
«Alderic II," donkerbruin, van H. Jo-
chijms te Veghelniettegenstaande cornage
«Frans IV", donkerbruin, stamboeknom
mer 551, van Gebr. Oerlemans—Van der
Schans te Drongelen
«Hermes", zwart, stamboeknommer 647,
van dezelfden
«Nelson VII", zwart, druipkol, v. v. wit
voet a. voeten wit, stamboeknommer 648,
van dezelfden
«Rameau", bruin, kol, stamboeknommer
805, van Wed. N. Vermeulen te Nuland
«Waltram", donkerbr. gr. kol, stamboek
nommer 328, van dezelfde
«Harras II", zwart, kl. kol, w. a. voeten,
stamboeknommer 646, van P. L. Honcoop
te Heusden
«Frans", bruin w. hoeven, stamboek
nommer 504, van J. Westerlaken te Ros
malen
«Sultan", bruinschimmel, stamboeknom
mer 504 van de Associatie te 's Bosch
«Ruthard", donkerbruin bles, r. a. sok,
stamboeknommer 589, van Associatie «Con
cordia" te Oss
«Thomas", donkerbruin, v. D. v. Buuren
te Meeuwen
«Victor", donkerbruin, stamboeknommer
504, van R. v. Vugt te Oijen
«Brack", donkerbruin, druipkol, van L.
v. d. Bosch te Nuland
«Duc", bruin, bles, stamboeknommer
778, van Kind. J. Lokven te Rosmalen
«Diamant", zwartbruin, gr. kol, 1. en r.
a. sok, stamboeknommer 645, van de Ver
eeniging tot verbetering van het Paarden
ras in de Langstraat en omstreken te
Raamsdonk
«Martin", donkerbruin, gr. kol 1. en r.
a. sok, van de Vereeniging tot verbetering
van het Paardenras in den Biesbosch en
omstreken te Werkendam
«Nelson," vos, bles, van L. v. d. Bosch
te Nuland.
Volgens art. 7 der wet op de Paarden
fokkerij levert voor hengsten van 7k jaar
en ouder, die bij de keuringen van het
voorafgaande jaar hier te lande waren
goedgekeurd, het bestaan van Cornage geen
reden op voor afkeuring.
Uitgesteld op exterieur werden de 21/2
jarige schimmel «Dolf' van Gebr. Oerle
mansVan der Schans te Drongelen de
2% jarige donkerbruine «Frederik" van
J. Westerlaken te Rosmalen de 2a/2 jarige
donkerbruine «Jan" van C. de Roon Mzn.
te Capelle de 2T/2 jarige vos «Nelsoh"
van R. van Vugt te Oijen en de 2y2 jarige
zwartbruine «Jan" van M. van Erp te Osch.
Afgekeurd op extereur werden de 2y2
jarige roodschimmel «David van H. G. van
Leeuwen te Boxtelde 2V2 jarige donker
bruine «Diamant II" van J. C. van Bok
hoven te Herptde 14 jarige zwartbruine
«Flakkie" van E. Bens te Escharen de
2y2 jarige donkerbruine «President" van
A. van Drunen te Werkendamde 2y2
jarige donkerbruine «Diamant II" van de
kinderen Lokven te Rosmalen (gefokt door
M. Smits te Eethen)de 6 jarige donker
bruine «Hugo" van Gebrs. Hagoort te
Dussen de 5 jarige zwarte van W. van
der Kuijlen te 's-Hage en de 2y3 jarige
zwarte «Diamant II" van Adr. Straver Wzn.
te Babiloniënbroek.
Wegens cornage werden er geen afge
keurd.
WIJK, 10 Nov. Heden kreeg alhier de
schipper v. H. uit Heusden en de schipper
v. H. uit Wijk ruzie over het vastleggen
van het schip tengevolge waarvan de Wijk-
sche schipper den anderen mishandelde.
De Rijkspolitie uit Heusden heeft de zaak
in onderzoek.
VEEN. Te Haarlemmermeer is de vorige
week uit een woning f70 gestolen. In ver
band daarmede is den 1 len dezer door de
Rijkspolitie uit Heusden alhier, bij een
inwoner, die pas uit die plaats is terug
gekeerd, huiszoeking gedaan.
ZALTBOMMEL, 8 Nov. Op de Dinsdag
gehouden najaarsveemarkt waren aange
voerd 322 runderen, 38 kalveren en 48
biggen.
Met meer geanimeerden handel waren
de prijzen van kalfvaarzen f165 a f225,
2V2 jarige ossen f140 a f175, vare koeien
f 95 a 150, hokkelingen f80 a f125, gras
kalveren f40 a f60 en biggen naargelang
ouderdom en soort van f5 tot f 9 per stuk.
Op de alhier gehouden weekmarkt
werden de volgende prijzen besteed
Tarwe f7.75 a f8.25; haver f3.60 a
f 4.garst f 5.50 a f 6.aardappelen
f2.10 a 2.15 per H.L. boter f0.70 a
f0.825 per 1/2 K.G. eieren f2 a f2.15
per 26 stuks; biggen f4.75 a f8.75; ko
nijnen f0.40 a f 1.10kippen f0.50 a
f0.70 per stuk.
Door H.H. Regenten van het Groote
Bommelsche Gasthuis werd Maandag aan
besteed de levering van brandstoffen, die
als volgt werd gegund
Steenkolen W. Vaal f0.92 per H.L.
Antraciet M. v. d. Vegte f 1.39 per H.L.
Cokes Gasfabriek f0.476 per H.L. Turf,
lange, D. de Oude f0.79 per 100 stuks;
Turf, korte, D. de Oude f0.78 per 100
stuks.
ZUILICHEM. Aan het herhalingsonder-
wijs, dat hier aan jongens en meisjes ge
geven wordt en 7 Nov. j.l. een aanvang
nam, nemen deel 19 jongens en 12 meisjes
wel een bewijs, dat men er alhier meer
belang in stelt dan in andere gemeenten
in den omtrek.
HEDEL, 7 Nov. Op de heden gehouden
paardenmarkt waren aangevoerd 1615 paar
den en veulens. De prijs der 1 ^-jarige
was f 120f290, der veulens f65f 110.
Handel traag.
GORINCHEM. Eene ingezetene uit
Haarsteeg ging naar hier met fruit ter
NIEUWSBLAD
1) ArleqainActionist; Quincampoix
of de Windhandelaars: blijspelen vanLan-
gendijk.
2) Men weet, dat studenten gewoon zijn een
kurketrekker met dien naam te bestempelen.
(Slot volgt.)