Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de fiommelerwaard.
In het strijdperk.
PASCHEN.
Uitgever: L.. J. VEERMAN, Heusden.
M 2417.
ZATERDAG 22 APRIL
1905.
LAND VAN ALTENt^
700*
Dit blad Tersoh^at WOENSDAG en ZATERDAG.
Aboniiementsprjjs: per S maanden f 1.06.
franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Adrertentien ran 16 regel» 50 et. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letter» naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en VrjjdagaTond
ingewacht.
Nieuw leven, overwinning na strijd,
van leven na dood, van een opstaan
uit het somber graf, ziedaar de ge
dachte die ons vervuld op den Paasch-
morgen.
Deze blijde groet valt in onze streken
samen met een herleviDg in de natuur.
De lente is gekomen,
Met zalige droomen.
De Paaschmorgen vervuld ons met
nieuw leven, als wij rond ons blikken
en aanschouwen de eerste bloemen, als
we merken dat de lente met haar blank-
rose voeten is rond getreden, de plan
ten en het mos doende ontluiken, de
boomen omsluierd met welig groen,
terwijl zg hier en daar reeds bloemen
strooide op weide en veld, den dorren
en killen winter voor zich uitdrijvend
en slechts zalige en hoopvolle vreugde
achter zich latend.
Het eerste teeken van leven, hoe
werkt het verkwikkend op allen. Hebt
ge niet eens gezeten met groote zorg
aan het ziekhed van hem of haar die
u lief en dierbaar was? Hoe somber en
droef waren de dagen en uren daar
doorgebrachttelkens vreezend dat het
ergste zou komen, dat het voor u zoo
dierbaar pand van u zou worden weg
gerukt. Maar zie, daar komt het eerste
teeken van herstelde crisis heeft plaats
gehad, het oog staat helderder, de pols
slaat iets krachtiger, het eerste bewijs
van nieuw leven. Hoe hoog is onze
stemming, hoe dankbaar is ons hart!
De levenskracht heeft overwonnen en
zal voortgaan zich heerlijker te open
baren.
Dat eerste levensteeken, hoe schoon
is het, boe opwekkend werkt het.
Er zijn menschen, die voor de eerste
levensteekenen geen oog, geen hart
hebben, die niet eerder buiten komen
of het moet midden in den zomer zijn,
als weelderige bladerendos aan de boe -
men is te zien, als de zon hare grootste
kracht openbaart en de aarde haren
vollen rijkdom van vruchten den mensch
in den schoot werpt.
Het eerste ontwaken der natuur kan
hun niet bekoren. Een nog niet ont
loken blad, een enkel sprietje groen is
hun aandacht niet waard. Ze wachten
liever op warmer dagen, om de natuur
in haar schoonheid te zien.
Arme zielen, tot wie een lenteknop
niet spreekt, die dus ook de verrukking
niet kennen, welke die aanschouwing
te voorschijn roept!
FEUILLETON.
M. VON ESCHEN.
44)
Vrooljjk zweveH daar die twee; al op-
wekkeader klinkt de muziek, al vaster, al
vuriger drnkt zijn arm de jonge vronw
aan zjjn hart. Zjj buigt bet hoofd tegen
zjjn schouder, xjjn kus raakt het geudblondo
haar aanzjj willen gelukkig zjjn, en vrjj,
De dansen volgden elkander sdcI op;
vertooningsn loitan elkander af. De blauwe
ridder was verdwenen, maar de «sneeuw*
danste er verder nog vrooljjk op los, en
een zwarte domino-, die, ondanks zjjn fiare,
militaire houding, veel kans had om met
den naam van een pilaar bestems eld te
wordeD, omdat bp zoo onbeweeglijk op zjjn
plaats bleef staan, met zjjn blik op de bonte
menigte gevestigd, trok zich terng naar
het buffet.
Het was btf t waal ren Hier en daar
werd reeds oen masker afgenomen de
Overste von Sonnenfels miste zjjn vrouw.
«Heb j«ondanks zjjn gejaagdheid
aarzelde tjj welk woord te bezigen; bjj
bad haar tegenover zjjn dochter nooit >mjjn
vrouwe of saw moeder* genoemd. «Heb je
Bella niet gezien?*
Maar dan gaat ook aan u zonder
verkwikking voorbij, die eerste ont
plooiing van het zieleleven der kinde
ren, dat eerste ontwaken van zachte
en vriendelijke neiging, dat eerste op
bloeien van het kind Gods in den jeug
digen mensch.
O, wat ontzegt ge u een genotDe
eerste blos op de kinderwangen, als de
kleine, van schuld zich bewust, met
een traan in het oog, daarmede zegt,
dat het iets voelt van hetgeen behoort,
van wat plicht zegt. Dan ontgaat u
die bewondering, door het kind gevoeld,
als het staat voor voorbeelden van
zelfverloochening en teederheiddie
aan den kleine eene nieuwe wereld
openbaren. Dan is voor u gesloten eene
geheele reeks van hoopvolle beloften,
die kinderoog, kinderhart en kinder
woord u brengen. Het is maar een
kind zegt ge. Ja, 't is zoo, maar in
dat kind ontwaakt hoog, heilig leven.
De Paaschdag roept onze aandacht
voor dat aanvankelijk zich openbaren
van het schoone in de natuur, van het
goede in de menschenwereld en zegt
zoo nadrukkelijk: Veracht den dag der
kleine dingen niet!
De Paaschdag is vol beloften. Hij
vraagt onze aandacht ook voor de jeugd,
in wie het goddelijk leven zich begint
te ontkiemen.
Tijd der eerste levensstralen,
Vol beloften, rijk en blijd',
Tijd der hoopvolle idealen,
's Levens volle lentetijd
Ook wij hebben onze idealen gehad,
gestreden voor al wat goed is en rein,
en dikwerf zaten wij moedeloos ter
neder, als wij dachten dat onze arbeid
tevergeefs was.
Maar het nieuwe leven vertoont zich
weer in het jonge geslacht. Krachtig
staat het tegenover 's Boozen macht
en frisch, heerlijk frisch predikt de
jeugd ons van krachtig, zich ontwik
kelend leven.
Neen, het edele gaat niet verloren,
het wordt in telkens schooner vorm
herboren en brengt zegen.
En ieder Paaschfeest moet ons ge
loof, onze hoop in deze vermeerderen.
Buitenland.
Over de havenplannen te Antwerpen
wordt van daar aan de Tel. geschreven
Eindeljjk dan schjjnt een oplossing te
zjjn gevonden voor het vraagstuk der ha
venuitbreiding van Antwerpen; een vraag-
s»nk, dat nu reeds weinig minder dan de
helft eener eeew ter studie ligt.
«Neen.* Doraline had het witte glinste
rende costuum niet eens opgemerkt.
Felix ook niet?*
Felix 1 Doraline vermoedde niet, dat
bjj het bal bjjwoonde, zjj dacht dat hjj op
Meisenbach was. Wat op het jjs gebeurd
was, had de baron haar althans niet ver
teld.
>Groote Hemel riep zjj nit, en zonk
als verpletterd tegen een pilaar, maar ter
stond dacht zjj slechts aan haar vader.
«Spoedig, laten we haar zoeken !c stamelde
zjj met een van schrik heesche stem.
De schellen vielen den baron van de
oogen. Hjj zag, wat bjj in zjjn zorgeloos
heid en lichtzinnigheid slechts met zjjn
eigen belangen bezig, niet had opgemerkt,
hoe zjjn neef van zjjn huis en zjjn gezin
vervreemd was; hoe treurig bleek Doraline
bjj xjjn vertrek was geweest, en dat zjj
ncoit zjjn naam genoemd had.
En wat, eerst in zijn luchtige stemming
en toen in zjjn opgewondenheid, niet in 't
oogvallend voor hem was geweest, was dat
verbijjf op Meis-noacb, zonder esn enkel
bezoek. Na achtte hjj zjjn vrouw tot alles
in staat.
«Schieljjk, schie!jjkl« Zuchtend knikte
bjj met bet hoofd.
En snel loopen zjj door de bonte menigte
heenschuw, als hun haast hen zeiven be-
angstigst, matigen zjj nu en dan hun tred,
om geen opmerkzaamheid te trekken. Reeds
vsor de tweede maal komen zjj in de groote
zaal. Daar aan het uiteinde glinstert een
Het kabinetshoofd, minister De Smet de
Naeyer, heeft Zaterdag den dienstdoenden
burgemeester van Antwerpen, den schepen
van Openbare Werken, en den hoofdinge
nieur, te Brussel ontboden en hnn een plan
voorgelegd, dat hjj dadeljjk na de Paasch-
vacantie reeds, aan de goedkeuring van de
Kamer wil onderwerpen.
Dit plan voorziet de verlegging van het
Scheldebed, doch houdt rekening met de
bezwaren die tegen dit waagstuk altijd
door het gemeentebestuur zjjn aangevoerd
geworden.
Zooals men weet, vormt de Schelde,
nabjj Antwerpen, iets als een reusachtige
S. Tegen de onderste bocht van die S aan
ligt de stad en staat een kaaimuur, dis
3800 meter lang is.
Het ontwerp, geheeten van den Grooten
Doorsteek, voorziet de demping van de
bovenste bocht der S. en de verbinding van
de ondersta aan het toppnnt van de bo
venste, door een nieuwe Scheldebeddiag
zoo breed als de stroom vóór de stad en
acht kilometers lang. Deze nieuwe bedding
zon de voortzetting zjjn van den boog, dien
de Schelde vormt vóór Antwerpen, en onze
denkbeeldigs S zou alzoo veranderd wezen
in een omgekeerds C. Zoo: 3.
Dit ontwerp, indien het slagen mocht,
levert het niet te onderschatten voordeel
op, dat het ona toelaat, nog 8000 meter
kaaimuur te bouwen.
Maar indien het mislukt, ja, indien
het mislukt, dan is onze prachtige Schelde
onherstelbaar bedorven.
De beroemde Dnitsehe waterbouwkundige
Franziu», onlangs overleden, door onze Re
geering over het plan van den Grooten
Doorsteek geraadpleeg 1, drukte als zjjn
stellige overtuiging uit, dat dit waagstuk
moest galakken.
De Nederlandsche ingenieurs Conrad en
Welcker, daartoe door het gemeentebestuar
ran Antwerpen uitgenoodigd, brachten over
den Grooten Doorsteek een verslag nit
Ijjnrecht in tegenovergestelden geest. Vol
gens hen zou in de nieuwe bedding de
vaargeul afwjjken van de rechte Ijjn en
zoo tegen den kaaimuur of den rechteroever
aan onmogelijk een geljjke diepte van mini
mum 8 meter beneden laag water behouden
kunnen bljjven.
Dit bezwaar meent de Regeering thans
weggenomen te hebban door de nienwe
bedding een «enigszins seherper bocht te
doen maken dan in het oorspronkeljjk door-
steekplan voorzien was.
Een ander bezwaar van het gemeentebe-
sierljjk kleed; verborgen door een forsche
gestalte. De baron versnelt zjjn schreden,
nog slechts even is het kleed op den drem
pel te zien; de baron spoedt zich de zaal
door.
De klok slaat middernachtde maskers
worden afgenomen.
»'t Is tjjd,< zegt een groene domino op
de trap tot een rooden.
«Laat ons gaan,< is het antwoord, en
spoedig is het portaal bereikt. De roode
domino helpt den groenen in een elegante
coupé.
«Meisenbach,roept hjj den koetsier toe.
Deze viert xjjn paarden den teugel, klapt
met de tong, en in gestrekten galop gaat
het door de nachteljjke duisternis.
Boven stond intnsschen Heimat Werner;
de donkere kap was van zjjn hoofd gevallen
en vóór hem stond Doraline. Op dit
oogenblik had zjj weder zichzelve, haar
leed en geluk vergeten, en dacht zjj slechts
aan haar vader.
«Spraak ge zooeven niet met mevrouw
von Sonnenfels
»Om Godswil, met wis dan?« vroeg zjj,
door haar opgewondenheid medegesleept.
«Met mgn verloofde, juffrouw NiniBraun.c
Dat had Doraline niat verwacht. O, nn
begreep zjj alles 1 O, smaad Nn wist zjj
wat die weifeling, die hartstochteljjke uit
barsting, die droevige terughouding betee-
kenden.
«Gjj ook,« zweefde het haar bevend op
staar wav, dat, tjjdens de verbinding langs
weerszjjden van de nieuwe bedding aan de
oude, (een werk, dat volgens Conrad en
Welcker, in geen zes maanden te doen zon
zjjn), heel het scheepvaartverkeer stil zon
liggen.
Om deze zéér ernstige tegenwerping te
keer»m, wil de Regeering thans, voor en
aleer aan het graven van den Grooten
Doorsteek ts beginnen, een kanaal doen
aanleggen, dat de Schelde, even boven het
punt, waar de nieuwe bedding in de oude
uitmonden moet, rechtstreeks verbindt met
de thans in aanbouw zjjnde nieuwe dokken
ten Noorden van de stad.
Dit kanaal zal van rechtstaande kaai
muren worden voorzien en eigenljjk een
reusachtig dok zjjn van 8000 meter lang,
250 meter breed en 12 meter diep. Drie
naast elkander staande sluizen, elk drie
honderd meter lang en dertig meter breed,
znllen het met den stroom in gemeenschap
stellen.
In hetzelfde kanaal nu, dat evenwjjdig
ligt met de ontworpen nieuwe Scheldebed-
ding, znllen twaalf open dokken uitmonden,
ieder tweehonderd meter breed en 1200
meter lang. En daar komt dan verder nog
een kom bjj van 500 meter breed, toegang
gerende tot een aantal droogdokken van
alle grootten.
De uitvoering van dat plan wordt op
125 millio9n francs geraamd. Daarbjj te
voegen een 80-tal millioenen voor de nieu
we verst^rkiugswerken, welke terzelfdertjjd
uitgeroerd moeten worden, want de Regee
ring wil geen hand aan de haven van
Antwerpen uitsteken, zoolang Antwerpen
zich niet gewillig in een nieuwen forten-
ring laat slaiten.
Wat men er over zegge, de verlegging
der Schelde is intusschen nog lang geen
besliste zaak.
Laat het gouvernement nu maar eerst
het kanaal en de dokkan gegraven hebben
dan is het nog tjjd genoeg om over den
doorsteek aan het haspelen te gaan.
Het voornaamste is, dat er nn eindeljjk
toch iets gedaan zal worden.
Eenmaal dit plan verwezenijjkt, znllen
toch onze haveninrichtingen vervjjfdubbeld
zjjn e* zal Antwerpen de grootste haven
wezen van de wereld.
De politie t» Brnssel heeft een kerel
aangehouden, die er een bjjzondere soort
van aftruggelarjj op na hield, nameljjk die
der automobielen. Hjj maakte overal wjjs,
dat bjj de chauffeur van den graaf van
de tong; maar zjj schndde het hoofd, en
geoefend in edele zelfbeheersching, zeide
zjj bedaard Dan wensch ik n veel geluk I c
«Dank u, freule,* antwoordde hjj, even
bedaard als zjj.
Te vergeefs was de baron de aangren-
zenden zalen weer doorgeloopen. Doraline
kampte tegen haar eigen aandoeningen zjj
zochten opnieuw. De sneeuw was verdwe
nen de maskers waren afgenomenmen
vroeg near de vrouw ven den kommandant,
men begon haar te missen.
«Rjjd naar huis,* ried Prins George zjjn
vriend aan, die hem in 't vertrouwen had
genomen. >'t Is een grap,* liet hjj er, dit
maal meer goedhartig dan sarkastisch, op
volgen. »Wjj hebben carnaval, en uw vrouw
heeft een echte carnavalsgril.*
Dat woord bleef den baron bjj. Zwjjgend
zaten vader en dochter in het rjjtuig, ieder
van zjjn eigen gedachten vervnld. Eerst toen
het voor de deur stilhield, reikte hg Dora
line de hand, om nit te stappen, en zwjj
gend liepen zjj ock de breede trap op.
Een carnavalsgril! Dat las hjj op het
gelaat der kamenier, die verklaarde, dat zjj
mevrouw niet gezien had sedert zjj was
weggereden op het briefje, dat zjj hem
overhandigde, dat een knecht gebracht had
en waarvoor zjj hem den rooden domino
had medegegeven: «Mevrouw wilde van
costnnm verwisselen, het was een carnavals-
grt-p.*
En de trotsche maa wendde zich af; met
vasten tred liep hjj de sierljjke vertrekken
Vlaanderen was. Zjjn laatste heldendaad
was de volgendeHjj kocht, namens den
graaf van Vlaanderen, een motocyclette van
900 fr. en deed ze bestellen in de remisie
van den graaf, waar de concierge het ding
in ontvangst nam. Maar een paar nar na
dien kwam hjj, namens den leverancier,
zeggen, dat er eene vergissing was gebeurd
en hjj nam het tuig mee terng, denkeljjk
om het elders te versjacheren. En zoo kwa
men er alle dagen klachten bjj hat parket
binnen. Eindeljjk is hjj toch in de lamp
gevlogen.
Te Berljjn is het eerste geval van herssa*
vlies -ruggemergs-ontsteking voorgekomen.
Het is in een paar uren doodeljjk afgeloopen.
De geheele buurt om het huis heen, waar
het ziektegeval zich vertoond heeft, verkeert
in opschudding
De Mont Pelé is, volgens eau telegram
uit Fort de France, sedert 15 dezer rustig
geweest.
In den Boven-Harz sneeuwt het sedert
Maandagochtend onafgebroken. De tempe
ratuur is, bjj den kouden noordoostenwind,
tot 2 en 4 graden onder nul gedaald. De
post moet gebruik maken van sleden.
Bljjkens de cjjfers van de officieels sta
tistiek wordt er in enkele streken van
Duitschland vrjj veel hondenvleesch gegeten.
In het laatste kwartaal van het vorige jaar
is in Duitschland het vleasch van 1762
honden ter keuring aan de openbare slacht
plaatsen aangeboden. In Saksen werden
in dia drie maanden geslacht 1073 honden,
te Chemnitz alleen 428; in Beieren 184,
en in Silszië 232, te Breslau alleen 168.
Dit zjjn de officieel® cjjfers; vermoedeljjk
is er hier en daar ook nog wel eens een
blaffer geslacht, zonder dat het ter kennis
ran den keuringsdienst is gekomen.
Bjj Kenton, een klsin uurtje gaans van
New-castle-on-Tyae, is Maandagnacht een
diefstal gepleegd, die aan onde tjjden her
innert: op een eenzamen weg tnsschen heu
vels is een postwagen uitgeplunderd. Er
kwamen plotseling enkele mannen te voor-
schjjn, die het paard bjj de teugels vatten
en den conducteur uitnoodigde af te stappan.
Deze ging zjjn zweep gebruiken, maar de
mannen hadden hem al gauw te pakken,
zjj trokken hem van den bok, sloegen hem
bewusteloos en bonden hem vast; vervol
gens reden de roovers met den postwagen
naar een eenzame plek en plunderden daar
de postzakken. Hoeveel brieven en pakje»
door. Carnavals^rap carnavalsgril hoe
spottend scheen nit al dien glans en pracht
dat woord hem toegeroepen te worden!
Eindeljjk, in de slaapkamer, kon hjj zich
niet langer bedwingen, krampachtig grepen
zjjn handen de punten van het kussen,
waarop haar hoofd gerust had. Een snik
schokte die rjjzige, kloeke gestalte.
Het ziedend bloed deed zjjn hoofd gon
zen. De laatste jaren trokken in zjjn her
innering voorbjjnu kwam hem ook de
smaad, de schande, de spot, die hem te
wachten stonden, voor den geest, en dan
dan
Met Bella was haar vermogen ook ver
loren. Hongerige gieren zouden hnn klau
wen naar hem nitslaan, en van hem willen
hebben wat hij met haar verkwist had, en
wat hjj hun nog schuldig was. Tergend
grjjnsde hem het leven van vernedering
tegen. Hjj sloeg de handen voor zjjn gelaat,
alsof hjj niet zien wilde; zjjn vingers woel
den door zjjn haar.
Eindeljjk was de nacht voorbjjnet haar
van den baron was geheel grjjs geworden
bet vuur in de blauwe oogen soheen uit
gedoofd, de laatste zweem van jengd was
nit zjjn gelaatstrekken verdwenen; alleen
de fiere houding was gebleven, dat wil zeg
gen, met de uiterste inspanning hield hjj
zich rechtop.
«Doraline,* zeide hjj, toen hjj uit zjjn
kamer by zjjn dochter kwam, «het moet
gedragen worden.*
HWIBM)
Naar ket^Duitsch
TAN
a—1 "E——Ba—McranaggapgEj»
»NeeD.«
WorJit vervolgd.