Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. In het strijdperk. Uitgever: L. J. Y1EEMAÏÏ, Heusden. M 2422 WOENSDAG 10 MEI 1905. De gevangeoen naar buiten. Oorlog tusschen Japan en Rusland. LAND VAN YOO* Dit blad verschijnt WOENSDAG! en ZATERDAG. Abonaementiprgi: per 3 maanden f 1.00. franco per poet zonder prgsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertenties Tan 16 regele 60 et. Elke regel meer ll/t et. Groote lettere naar plaataruimte. AdrertentiSn worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. Het klinkt vreemd in onze Neder- landgche ooren, de eisch dat de gevan genen zoo mogelijk naar buiten moeten. Wij weten niet beter of de meest mo derne behandeling is opsluiting in de enorme ronde broeikassen, die door den volksmond paraplu's zijn gedoopt. En zelfs is wel eens aan hen, die den veld arbeid verdedigden van veroordeelden, gevraagd, of men terug wou naar den tijd van de dwangarbeiders. Toch heeft in heel wat landen het werken in de open lucht door gevangenen toepassing gevonden en volstrekt niet sinds gis teren of eergisteren. Sedert 1895 zijn in Duitschland ver schillende ontginningen en draineerin gen door gevangenen uitgevoerd. In Oostenrijk laat men hen landbouw uit oefenen en heeft men ze zelfs een paar maal gebruikt om hulp te verleenen bij groote branden. In Denemarken vinden wij op dezelfde wijze heideontginning, in Sardinië landbouw-koloniën, in En geland veldarbeid en aanleg van haven en vestingwerken. Ook werden daar verschillende gevangenissen door gevan genen zelt gebouwd. Te Elmira werd de aanleg van een spoorweg-zijtak reeds in het verslag van 1903 voorgesteld door het college van regenten. Minder bekend is een dergelijke proefneming op Nieuw-Zeeland, het verre eiland in den Grooten Oceaan, dat zien seuert xuiteu I,ya bekendheid heeft verworven om zijn maatschappelijke toestanden en sociale maatregelen. In de laatste aflevering van het Nieuw-Zeelandsche arbeidsblad vonden we daarover een interessant artikel, waaraan het volgende is ont leend. Aan den grooten rijweg door het noordelijk eiland van Nieuw-Zeeland (de kolonie bestaat uit een kleiner noorde lijk en een grooter zuidelijk eiland) tusschen Taupo, aan het groote meer van denzelfden naam en Rotorua, be kend om zijn heete bronnen, en onge veer twintig mijlen van de laatste plaats stoppen de diligences bij een eenzaam hotel, een huiselijk houten gebouw van één verdieping. Yan dit hotel heeft men wijde uitzichten over een onbegane vul kanische vlakte. Deze vlakte is een gedeelte van de onmetelijke uitgestrekt heid, die in 1886 is verwoest door de vreeselijke geheel onverwachte uitbar- FEÜILLETON. M. YON ESCHEN. 49) Vandaag vandaag is 'fc mg onmoge lijk !c bracht hg op doffen toon nit. »Mor- gen ia het eerst de vervaldag,* en hg richtte zich trotgch weder op, »en morgen komen mgn gelden in.< »Een telegram voor mgnheer den baron,* zeide de knecht, binnenkomende. Het was een telegram van het hoofd der familie. Bevend brak de baron deenvelloppe open dat bericht was zeker redding I Hg greep zich in het haar, zgn gelaat werd doodsbleek en bjj wankelde als een boom, die door de bjjl in de wortels getroffen is. De neven hielpen niet. »Zgn dat de gelden, die gjj wachtende waart?* Mee wreed spottende blik had Bitter elke beweging van den ongelukkigen man gevolgd; dat hg die begreep, en wat hjj bg de kwellingen van zgn vgand gevoelde, bleek nit zgn toon en zgn woorden. »Zult gjj morgen kannen betalen, mgn heer de kommandant?* De baron wist, dat hg morgen niet kon betalen, dat hem niets anders overklast dan in minnelijke schikking te treden. Hg be dwong ucb das met ijzeren wilskracht te genover de gzeren noodzakelijkheid. »Je zult betaald worden, Bitter, over «enige dagen.* Nog altijd klemde de baron sting van den Tarawera, ruim vijftien mijlen in 't rond. Te midden van dit uitgestrekte, dicht beboschte land treft op eens een groepje eenvoudige witte gebouwen het oog. Daar wordt een proef genomen met arbeid van gevangenen in de open lucht. De kolonie is een verzameling van vijftien kleine vierkante huizen. Men bereikt ze langs een kronkelpad, dat de gevangenen door het kreupelhout maakten. Het land in het rond behoort aan de regeering; een deel ervan, dat te vulcanisch is, te vol van heete stroomen en brounen, geisers en opborrelende moddergaten om beplant te worden en bovendien te gevaarlijk en te verrader lijk, staat onder beheer van een staats instelling „tot bevordering van het vreem delingenverkeer." De rest is het veld voor het werk der gevangenen. In 't begin van 1901 begon men de proefneming met vier veroordeelden. Kort daarna kwamen er nog een en twintig uit Auckland, die allen werden gezet aan het gelijkmaken van het terrein en het bouwen der houten hutten. Toen begon men met den boschbouw. Eerst werden er heel wat boomen gepoot een voudig ter versiering, om aan de plaats een meer huiselijk uiterlijk te geven; maar het hoofddoel was de aanplanting van boomen, die timmerhout zouden leveren, teneinde de gevangenen bezig te houden met productieven arbeid. Men bevond, dat lariksen er uitmuntend groeiüeh J rr *Jl vvu liiv. Wi Vil muvi pv* jaar. Ook andere pijnboomen gedijen uitstekend omdat zij breede wortels hebben, en leveren prachtig timmer hout. Eiken, esschen en beuken daar entegen zijn beproefd, maar daarvoor deugt de grond niet; ze gaan te diep en de laag aarde is te dun. Het eerste jaar werden 70.000 stuks gepoot. Maar bovendien werd ongeveer tien mijl staaldraad-heining gemaakt, sterk genoeg om de wilde paarden buiten te houden, die hier veelvuldig voorko men. Rondom deze omheining werden hoog opgaande struiken geplaatst om in den eersten tijd te dienen als be schutting voor de jonge boomen. Al de bestaande paden werden verbeterd en nieuwe aangelegd. Een paddock werd afgezet en met gras bezaaid, om straks voor schapenteelt te dienen; want het vleesch, dat nu nog van de inboorlin gen moet worden gekocht, vormt een hooge post op de begrooting. Een klein zich vast aan de hoop op de hnlp der fa milie, als het tot het uiterste gekomen was. »Bitter, je zolt toch ja ouden officier niet ongelukkig willen maken!* Het kostte den trotschen min veel, een beroep te moe ten doen op de grootmoedigheid van een mindere, op de kamerasdschappaljjkheid tusschen den eenen soldaat en den anderen. De baron had geen ongelnkkiger herin nering kannen oproepen. Maar Karei Bitter was ook voornemens zich te bedwingen en had zich op onderhandelen voorbereid. Hg krabde achter zgn oor, als iemand, die zich bezint. »Goed, ik zal wachten, ora mgn onden officier pleizier te doen.* Eigen aardig klonk in deze welwillende woorden de toon van onderdrnkten haathg krabde opnieuw achter zgn oor; hg speelde zeer goed de rol van iemand, die over iets na denkt. «Maar een man zooals ik, kan zoo iets niet voor niemendal doen. Geef me er twintig percent voor.* »Sehurkstoof de baron op, veront waardigd over dit misbruik maken van zgn toestand, zweet je wel, dat ik je daarvoor in het tuchthuis zou kunnen brengen?* Bitter baalde de schouders op. »Ge zult mg uw woord van eer geven, dat gg dat niet zult doeneen officier houdt zgn woord vooral tegenover zgn ouden soldaat.* >Dnivel!« riep de baron knarsetandend. Maar in zgn wanhoop klemde hg zich aan eiken stroohalm vast. >Het zjj zool* zeide hg bedaard. En de man in de schamale kleeding richtte zich in zjja volle lengte op. »Maar voor mgn geld moet ik een anderen waarborg hebben dan alleen uw naam.* moeras op den oever bij het terrein is drooggelegd en omheind met rasterwerk tegen de hazen, die verbazend lastig zijn, omdat zij de jonge planten opeten. Meer dan 8000 are waren in 1903 reeds in cultuur. Maar duizenden liggen er nog ter ontginning open. Slechts weinige van al de geplante boomen zijn niet aangekomen. Alles wordt gedaan door gevangenen. In 1903 waren het veertig met een cipier en vier opzichters. Yier daarvan hadden hun werk op het terrein zelt. Een deed dienst als kok, een ander verzorgde den moestuin en gebruikte zijn vrijen tijd om dien te versieren met bloemen. De mannen werken in ploegen van acht h twaalf onder toezicht van één gewapenden bewaker. De gezondheid is uitstekendmedische bijstand is zoo goed als niet noodig geweest. Het spreekt van zelf, dat bij zulk zwaar werk alleen behoorlijk sterke en jeugdige gevange nen hier gebruikt kunnen worden. De gemiddelde leeftijd is 30 k 40 jaar. De verpleegden worden des zomers eiken morgen behalve des Zondags ge roepen om half zes; het ontbijt (een kommetje thee zonder melk, brood en soms *gort) wordt gebruikt om kwart na zes. Om zeven uur begint de arbeid. Dan wordt zonder ophouden gewerkt tot twaalf Uur. De opmerking is gemaakt, dat deze tijd te lang is na een ontbijt van thee en brood, en dat dan ook de mannen soms uitgeput zijn vóór het '—-o «rft J een liter soep, een pond vleesch, een pond aardappelen en zooveel groente als zij begeeren. Yan één tot vijf wordt weer gewerkt. Dan brood met thee. Ook mogen zij iets warms bereiden van wat van het middagmaal is overgebleven. Een ons tabak krijgen ze per week. Niets mogen ze van buiten ontvangen dan tijdschriften en boeken. Eiken Zaterdagmiddag na het maal maken ze zelf hun kamer schoon (vier deelen samen een kamer) en baden in de lauwe stroomen of warme bronnen op het terrein der nederzetting. Op Zondag gaan ze soms uit wandelen onder toezicht van een bewaker. Ook wordt er dien dag dienst gehouden door een schoolmeester uit de buurt, die dominee, organist en voorzanger is tegelijk. Recidivisten worden tot nog toe niet opgenomen te Wasotapu. Bijna alle verpleegden zijn veroordeeld wegens Alsof zga nauwelijks ontstane hoop eensklaps de bodem was ingeslagen, balde de baron de bevende vuisten. »Als nw gelden tjoeh inkomen,* ging Bitter loerend voort,: misschien, dat de Branns »Zwjjg!« viel de kommandant hem met donderende stem in dft rede. Onbewust liet hg het hoofd in de handen zinken. Nog zooeven had de hoop ;hem vriendeljjk toe gelachen. Neen, ken ziclji niet door zulk een gemeenen hond in 't! verderf laten stor ten daar kwam alzgn bloed tegen in opstand. Zgn trotachh dat hg bg de Branns hnlp had gezocht. Door een zonderling had hg dien dag in wisselformnlier gevond{en,zoeals Julius Braun soms uit scherts, om eon luim zjjner dochter te bevredigen, bg hen a had ingevuld. Wat zou bg thans niet ning gegeven hebben misschien de eenigen - neen, verwierp hg de opkwam, zoo wilde hg Zgn familie moest he loofden zeker niet, da Hg zon hen daar ran Sonnenfels zon den steek laten! Hg zou eid had niet geduld, spel van het toeval, zgn bureau nog een voor de onderteeke- De Brauo8 waren Neen, duizendmaal gedachte, die bg hem zich niet vernederen! 'pen zgn neven ge- t hg zoo in nood zat. overtuigen: de eene anderen niet in dsn uileg verkoopen, maar slechts van lieverledt om den schjjn te bewaren. Eindeljjk ri« ffitte hg zich op. »Je hebt me daar op een g oaden inval gebracht, Bitter.* zeide hg gevut, met een stem, die geheel anders klonk dan gewoonljjk; »Ik was vergeten, dat he maar voor 't oogen- blik is. Wacht even.* Hg nam den zilveren kandelaar van de aa agrenzende kamer en valschheid, verduistering en dergelijke misdaden, en velen zijn mannen van beschaving. Nooit heeft men last gehad van po gingen om te ontsnappen, van luiheid of wangedrag. Bijna alle gevangenen zijn maar al te begeerig om goede aanteekeningen te verdienen teneinde zooveel mogelijk den duur van hun gevangenschap te verkorten. Zooals de inspecteur van de gevangenissen op Nieuw-Zeeland zegt in een verslag: „De gewone misdadiger is tegen woordig niet geschikt voor kolonisatie, omdat zijn eerste werk zoü zijn een poging om te ontsnappen. Sommigen zijn alleen veilig achter slot en grendel en een 14 voet hoogen muur. Het soort gevangenen, dat geschikt is voor bosch cultuur en dergelijk werk in de vrije lucht, bestaat uit menschen, die besloten zijn den duur hunner gevangenschap zooveel mogelijk te bekorten door goed gedrag en grooten ijver, wier laatste gedachte is ontvluchting, en die dus weinig toezicht behoeven. Ongelukkig is dit soort beperkt in getal en daarom kan dit stelsel dan ook niet zoover worden uitgebreid als men wel zou wenschen". En de directeur van het boschwezen zegt in een rapport over de aanplan tingen te Waiotapu: „Door herhaalde eigen waarneming is mij gebleken, dat de gevangen absoluut niet luieren, al staan zij achter bij vrije arbeiders ten opzichte van den spoed waarmee wordt zijn uitgevoerd op een zeer deugdelijke wijze". Hun minderheid ten opzichte van den spoed waarmee wordt gewerkt, zal wel moeten worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat de meesten oorspronkelijk geen werklieden zijn". Nu zal men vragen: wat zijn de kosten? Daarbij moet in 't oog worden gehouden, aan den eenen kant dat alles wat de gevangenen noodig hebben moet worden aangevoerd tegen hooge trans portkosten, en dat kleeren en schoeisel door de aanraking met de minerale wateren in 't rond verbazend gauw vergaan; aan den anderen kant dat van het land geen pacht behoeft betaald te worden en brandstof dicht in de buurt te krijgen is. In 't geheel bedroegen in 1902 de onkosten bijna f 15.000 of f 624.70 per hoofd en per jaar. Maar als men in aanmerking neemt, dat de mannen hebben gewerkt en hun arbeid taxeert deed da dear achter zich dicht. »Dat zal wel voldosude zgn,* zeide hg, weder binnenkomende, met hoofd ter zgde gewend, alsof hg een slag ontweek, terwjjl hg in de berende hind een pipier hield, een wissel, getrokken op Gebroeders Weisz te Frankfort a/Main, van 1 April op 1 October, voor den heer von Sonnenfels van de firma J. Braun. »Het moet echter alleen maar een ga rantie zgn,* stotterde de kommandant. »Ja, ik moet de voorwaarde stellen, dat het on der ons bljjft, anders zon ik er in moeilijk heden mee kannen komen. Binnen weinige dagen betaal ik je nit allesGeef me je woord, dat je dien wissel aan niemand zalt laten zien, en dat ik hem van je terag krgg.« Een honende trek speelde om den mond van den man nit het volk, dat de trotsche officier hem om zgn woord van eer vroeg, op zgn eer vertrouwde maar hg gnnde zich den tjjd niet om zich daarover te verwon deren. Zgn oog bemerkte den vers^hen inkt, hg had wat hg wenschte. >Gjed, mgnheer de kommandant,* zeide hg, >de eene eer is de andere waard. Ik zal wachten met de garantie in mgn hand. Laten we na maar omrnilen.* Met moeite bedwong hg zgn begeerigheid om het papDr te grjjpen. »Stel mgn wissel nu maar op vier weken.* Beiden beefden van opgewondenheid. Eindelgk was Bitter vertrokken, de dear achter hem op slot gedaan, en de baron zonk bewasteloos in zgn stoel achterover. Het dnnrde lang eer hg weer bjjkwam. Het venster was open gewaaid en de tocht had het licht uitgeblazen. Als een spook rees ia de duisternis de herinnering bg hem op f 1.50 per dag, dan blijft er slechts een netto-uitgaaf per man en per jaar van ongeveer f 175. Buitenland. Te Petersburg loopt het gerucht, dat Koeropatkin's gezondheid zwaar geschokt is, in 't bjjscnder zgn zenuwen; de generaal zou dus spoedig het oorlogsterrein verlaten en zgn leger aan Raul Hars overdragen. Eigenljjk zou dan Koeropatkin's benoeming tot bevelhebber van het le leger slechts een overgang geweest zgn tot zgn verwij dering van het eorlogsterrein. Men voegt er bg dat uit de nader bekend wordende bijzonderheden hoe langer hoe meer bljjkt, dat de nederlaag bjj Moekden uitsluitend Koeropatkin's schuld geweest is. Vier torpedobooten nit Wladiwostok zgn Vrgdag ten westen van Jezo verschenen. Ter hoogte van Soetsoe maakten zjj zich meester van een klein zeilschip, dat in brand gestoken werd, de kapitein werd gevankeljjk meegevoerd. De torpedobooten verdwenen daarop in noordwestelijke richting, bljjkbaar naar vViadiwostok terngkeerende. Misschien hebben zg andere kleine schepen vernield, waarover nog geen bericht ingekomen is. De Daily Telegraph, de Standarl en de Times bevatten telegrammen uit Tokio, d.d. 8 dezer, waarin mei iing gemaakt wordt wa 4p.,j8teeï[a..wjèga$^Lds.. verontwaardiging ligheid voor zjjne onzjjdigheidsplichten. Het artikel van de Times zegt dat als er niet spoedig een uitweg gevondeD wordt nit dit moeilijke geval, de toestand zeer hachelijk worden zal. Frankrjjk moet er aan denken dat men in Engeland geen kens heeft, indien de toestand inderdaad zoo is als Japan beweert en indien Japan dan verlangt dat de verplichtingen van het verbond nagekomen worden. De Times waarschuwt de Japansche vrienden, niet overjjld te werk te gaan en toch te bedenken dat Frankrgk, voor de handhaving zjjner onzjjiigheid, tegenwoor dig in een zeer lastig geval verkeert. Te gelijk echter worden de FraBSchen aange spoord, Japan geen nimiwe moeilijkheden te berokkenen. Ook nit het blad de hoop, dat niets de harteljjke verstandhond ng die zich tnsschen Engeland en Frankrjjk ont- op wat hg gedaan had. Als de man eens zgn woord niet hield! was zgn eerste ge dachte, zoodra hjj weder tot bewustzgn was gekomen, om opnieuw half tot razernjj te vervallen. XIX. Dsze nacht had de haren van den Baron von Sonnenfels nog wat witter gemaakt, de scherpe trekken om den trotschen mond nog wat dieper gegroefd; maar een goede dosis broomkali had de zenuwen in zoo verre tot rust gebracht dat hg de zaken bedaarder onder de oogen kon zien. Waarom zou Karei Bitter hem die poets spelen? Het was zulke lieden toch altjjd maar om 't geld te doen; en hjj zou er immers niet anders dan bjj kunnen ver liezen? N-en, 't was dwaas van hem, dat zich daarover zoo verontrust had. Nie mand wist er van, en niemand zou er iets van weten! Het mes was hem op de keel gezet, hjj had met de oogenblikkeljjke om standigheden rekening gehouden, en nu zou hjj alles regelen. Hjj had niemand willen bedriegen op zjjn woord van eer niet, en hjj zou ook niemand bedriegen. Zjja (veer krachtige luehthartigheid werd weder opge wekt, nog leefde het geloof aan geluk, aan zgn familiegesternte in hem 1 Hg wilde nu ook maar vergeten wat toch niet meer te veranderen was, wat afgedaan achter hem lag; binnen weinige dagen zouden de ne ven wel voor den dag komen. Maar als hjj alleen was, ging dat vergeten niet ge makkelijk, daarom dronk hjj dan nu ook zgn ochtendkoffie bg üoraline. HAD jSMMMMBWWWBBawaB—■■MHB—BfcZBWB'r I I II II WIIH— Mil li 1 S Naar het Duitsch TAK •yTSaaHSBCB1BgMSMWM—SSMS————^—S——— Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1905 | | pagina 1