Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
In het strijdperk.
Wie zal het winnen
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
2432
WOENSDAG 14 JUNI
1905.
LAND VAN ALTEN*
TOOK
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnemen ttprgg; per 8 maanden f l.OO.
franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Dat is de vraag die dezer dagen op
aller lippen zweeft op politiek gebied;
dit is de vraag van hem die zijn oogen
richt naar het verre OosteD, waar twee
machtige volken in een zware kamp de
overwinning betwisten.
Wie 't winDen zal?
Dat is de vraag, die ieder oogenblik
gedaan wordt bij die menigte van wed
strijden, concoursen, matches, welke aan
de orde van den dag zijn.
De kansen worden berekend en de
toeschouwers gaan aan het wedden.
Wat blijkt Dat men bij die kansbe
rekening dikwerf een der voornaamste
factoren vergeten heeft, dat men niet
kende de onvoorziene omstandigheid,
die de geheele berekening zou doen
falen menigeen, aanvankelijk zeker
van de overwinning der partij, waarop
hij had gezet, moest later het gelag
betalen.
't Is zeer moeilpk, op die vraag dus
een beslist antwoord te geven. Veler
berekening laait. In de meeste gevallen
zal het wel de sterkste zijn, die den
victoriepalm wegdraagt, maar wie kan
met zekerheid, twee kampioenen mon
sterende, zeggendeze of die is de
sterkste Treffend is in dit opzicht het
oude Bijbelsche verhaal van David en
Goliath. Indien men toen gewed had
en gevraagd aan de omstanders, wie
het winnen zou, dan ware voorzeker
de grootste som gezet op de kansen
van den reus. Toch is het anders ge-
loopen. Dat is niet eens, maar meermalen
geschied: vandaar de moeilijkheid.
Stryd om de heerschappij, om het
kampioenschap is er op allerlei gebied.
Wat zooeven genoemd werd en waar
over de jeugd het zoo druk heeft, is
slechts spel, al zijn al deze oefeningen
tot op zekere hoogte nuttig voor de
ontwikkeling van het lichaam.
Maar hoogst ernstig is de strijd, die
niet alleen nu, maar altijd in de maat
schappij gevoerd is tusschen de ver
schillende klassen. Reeds in de oude
geschiedenis vindt men daarvan scherp
sprekende voorbeelden.
Geen eeuw, waarin die kamp zich
niet heeft geopenbaard. Wat wij in onze
dagen zien, is de herhaling, onder tel
kens nieuwere vormen, met telkens
wisselende eischen van een oude ge
schiedenis. De menschenmaatschappij is
als 't ware eene kokende zee, waar aller-
FEUILLETON.
Naar het Duitsch
TAN
M. VON ESCHEN.
Advertenties van 16 regels 50 et. Elke regel
meer T1/» ot. Groote letten naar plaatsruimte.
AdvertentiSn worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
58)
En nog eenmaal moest Doraline haar
krachten bijeenzamelen, haar geest dwingen,
om het lichaam te beheerschen.
•Neen Marie, om Godswil, neen, ik ben
alleen maar vermoeid, zeer vermoeid, ga,
laat mg alleen, rast is alles wat ik noodig
heb.*
En onwillekeurig was Marie verbaasd
over de smart, die uit de trekken harer
meesteres sprak.
>Esn ik dan niets voor u doen?* riep
zjj droevig uit.
•Goed kind!* Doralines hand streek het
meisje over het haar, en als onbewust flui
sterde zjj>Als jg eenmaal trouwt, Marie,
sehenke God je een man, dien je kunt lief
hebben U
Marie boog het hoofd. Het onervaren
kind was opeens verstandig en bescheiden
gewordenstil kuste zg de hand harer jonge
meesteres, stil sloop *jj de kamer uit, en
daarbuiten liet zg haar tranen den vrjjen
loop.
Een diepe onmacht, die reeds lang ge
dreigd had, beroofde Doraline nu van alle
bewustzjjn; fejjna ongemerkt ging die in
slaap over, zooals slechts op de zwaarste
overspanning en uitputting kan volgen.
lei elementen pogen boven te drijven.
Aan welke partij het gelukt?
Men kan bij iederen kamp eene wed
dingschap aangaan om heel vaak te
ervaren, dat alle berekening soms faalt.
Nu eens is het de brutale kracht, die
zegepraalt, dan de handige taktiek der
verstandelijk meer ontwikkelden, het
loopt soms heel anders dan menigeen
denktook daar is het zoo moeilijk op
de vraag, wie het winnen zal, een be
paald antwoord te geven.
Wel kan men eenigszins met zeker
heid zeggen, dat in onze nog zeer onvol
komen maatschappij niet de partij, die
het recht aan hare zijde heeft, daarom
de overwinning verkrijgt; nog altijd is
ruwe of onhandige machtsopenbaring
het middel om te zegevieren.
Zoo is het ook op de markt des
levens, waar men de menschen met
elkander ziet kampen om het brood.
Twee staan tegenover elkander, elkaar
betwistende een plaatsje aan 's levens
disch.
Wie zal het winnen?
O, dat is zoo moeilijk te bepalen.
Allerlei omstandigheden kunnen den
doorslag aan deze of die zijde geven.
Er is geen peil op te trekken. Dit alleen
kan wel gezegd worden, dat niet het
recht, de eerlijkheid den doorslag geven,
maar dat het, bij zulk een kamp in
onze maatschappij, veel meer bepaald
wordt door slimheid, handigheid en der
gelijke eigenschappen meer.
Wij zien soms het grofste eigenbe
lang het winnen op den hoogsten zielen
adel; de zelfzucht heelt wapenen te
harer beschikking, die de eerlijkheid
niet ter hand kan nemenonrecht klimt
ten troon, terwijl het recht zich achteraf
gedrongen ziet.
Of niet op den duur de waarheid zal
zegevieren, of niet ten langen leste de
eerlijkheid zal worden gekroond o,
er leeft in dit opzicht bi) de besten een
krachtig geloof, mg ar voorshands zijn wij
nog zoo ver niet, nog is het bij zulk een
kamp de vraag, wie het sterkst is in het
leggen van allerlei lagen aan zijne tegen
partij, wie het vindingrijkst is om haar
achter zich te houden.
Wie het winnen zal
Laat dit voor ons, die het leven
hebben te leiden in een wereld, waar
veel strijd is en waar die strijd beslist
wordt soms door allerlei factoren, welke
ons tegen de borst stuiten, ook heden,
bij het begin van de week, eens een
aaaaenraRi»
•Onvermijdelijk l« mompelde de baron,
en nam een dubbele hoeveelheid van de
morphine, die sedert den verlo vin gedag de
doos met broomkali op zjjn beddetafel ver
vangen had. «Onvermijdelijk !c Het moest
ten einde gebracht worden, en hjj wilde
zich er overheen zetten. Nog altjjd woelden
de golven des levens uitlokkend om ham
heen, nog hing zgn ziel aan datgene, wat
zulke offers gekost had.
XXII.
De klok van de hof- en garnizoenskerk
sloeg het vijfde namiddaguur. Hoofd aan
hoofd had zich de menigte iu de gangen
en op de galerijen geschaardnieuwsgie
righeid stond op alle gezichten te lezen
het was een gevraag, een gefluister, een
critiseeren van menschen en van kleeding,
een gedrang in de kerk, alsof men in de
schouwburg was, ja nog veel meer, want
het schouwspel kostte geen entreeieder
msakte maar, dat hjj plaats kreeg.
Beneden in het koor verzamelde zich een
klein, maar uitgelezen gezelschap van on
geveer dertig personen, wedjjverend in pracht
en sierlijkheid van toilet.
Het orgel begon te spelen: »De hemelen
verkondigen Gods eer.*
De rentmeester en millionair Jnlins Brann
treedt binnen, aan de band van zjjn zoon;
zg zgn in een opgewekte stemming; Philip
schijnt nog grooter en ferscher dan ge
woonlijk; zjjn helgekleurd gelaat heeft
een levendige nitd ,r, fcewnsfc-
zjjn, dat hg zgn
Een sterke dosis morphine heeft den ba-1
ron de noodige kalmte gegeven, of hem
ernstige vraag zijn, leidende tot diepe
zelfoverdenking.
Velen onzer, leven van den eenen
dag in den ander, zonder zich reken
schap te geven van wat er in hen
woelt en werkt, van den grooten kamp,
waartoe ieder dagelijks geroepen wordt.
Dat er in ons van een winnen gespro
ken kan worden, gaat voor de meesten,
als iets geheel onbekends voorbij.
Oppervlakkigheid is de groote kwaal
van duizenden bij duizenden: als men
maar heeft, wat de maag voedt, wat
de zinnen streelt, als men maar kan
afweren, wat daartoe een hinderpaal
zou wezen, als men maar met een glim
lach van voldaanheid in dit opzicht de
dagen ziet voorbijgaan, is er vrede.
Jammerlijk menschenleven
Voelt gij dan niet, dat er twee
machten in u zijn, beide begeerende
elkander te overwinnen, te heerschen
over de ander?
De eene spreekt luide haar verlangen
uit. Zij doet zich reeds hooren bij den
oppervlakkige, waar deze wordt voort
gedreven door de neiging van het zoo
gemakkelijk en zoo goed mogelijk in
stoffelijkeu zin te hebben; haar woord
klinkt geweldig, waar zij het uitzicht
zich ziet geopend om nog heel meer
te verkrijgen van het klinkende en
blinkende; „daarheen", zoo luidt hare
aanmaning, „daarheen, door het moeras
van den leugen, langs de duistere wegen
van hoogmoed, achterdocht zaaien, ij del
vertoon, opdat uw stoffelijk zijn steeds
beter worde".
Zoo nu en dan doet op zachter toon
de andere macht zich hooren. Het is
vooral, in de stille oogenblikken, als
het rumoer der wereld wat zwijgt, als
we zijn in de stilte van de binnen
kamer, dat zij haar stem verheft.
„Laat recht en waarheid u leiden op
iederen weg.
„Zij de liefde het richtsnoer bij uwe
verhouding tot de menschen.
„Bewaar de reinheid van uw lichaam,
maar draag zorg, dat er geen smet
kome op uwe ziel.
„Heb eerbied voor alles, wat van
edelen huize is, en poog hoog en edel
te denken en fijn te gevoelen.
„Voer heerschappij in uwen kring,
door de reinheid uwer gedachten, woor
den en daden".
Zoo meer. O, wanneer wij haar be
luisteren, teekent zij ons een ideaal
leven, heerlijk schoon, al profeteert zij
er ons bij, dat in die richting veel wat
zoo verdoofd, dat geeu ongepaste gemoeds
beweging zgn fiere houding en effen gelaat
verstoort.
Hg is ond geworden, dat valt niet te
ontkennen, maar nog altgd de gentleman
van vroeger. De welgemanierdheid, waar
mede hg de bruid zgn schoonzoon ten hu
welijk geeft, zal niemand hem gemakkelijk
verbeteren.
De bruid is gesluierd en men kan haar
gezicht niet zien; 't is alsof wit satjjn en
kant tot een beeld zgn geweven dat me
chanische bewegingen maakt.
Dfl predikant hield een bloemrjjke, zeer
stichtelijke toespraak.
Luid en duidelijk klonk Philips >ja,«
door de kerk; zacht als een flauwe echo,
klonk Doralines stem na.
Nu volgden de gelukwenschende rij
tuigen kwamen voor, en het jonggehuwde
paar en de gasten reden naar het brui
loftsmaal. Dit ging ook voorbij, eerst een
weinig ceremonieel, met de gebruikelijke
toespraken, toen vrooljjker, met natuurlijk
laohen en schertsen, en na afloop werd er
gedanst.
De jonge vrouw danste, naar 't scheen,
zoo gaarne, dat zg telkens verzocht nog
een dans te bljjven. Daar kwam ook een
einde aan, en de ekwipage van den Majo-
raatsheer kwam voor.
De baron hielp zgn kind in het rjjtuig,
en het scheen alsof de morphine op dit
oogenblik haar werking verloren had; als
verpletterd leunde hg tegen het portier, en
zag tot afscheid vragend en smeekend op
het gelaat, waar d* si n ier sael over
werd sedeigelatcn.
de oppervlakkige heerlijk noemt, vrij
willig wordt ontzegd, al voorspelt zij,
dat een glimlach, van spot getuigende,
zal komen op het gelaat van menigeen
der ons omringenden.
Die twee kampen.
Wie zal het winnen? Heden, morgen?
Er zijn geweest, die zich opmaakten
met de gedachte, dat de overwinning
aan de laatste zou wezen en die des
avonds erkennen moesten, dat het an
ders was afgeloopen. Hoe dat zoo kwam?
Van menig mensch werd voorspeld,
dat hij zich edel, rein gedragen zou.
Men wilde er een weddenschap op aan
gaan. Menigmaal verloor men het.
Wie zal het winnen bij ons, heden
en morgen?
Als de fijne stem der reine ziel het
wint, bereidt de mensch zich het hoogst
geluk, den stillen vrede. Maar meer
nog, als hij in die richting bij zich zelf
overwinnaar is, dan brengt hij een
steen aan tot dat groote gebouw der
toekomst, het vredespaleis, dat steeds
hooger rijst, naarmate de zedelijke adel
van ons geslacht stijgt.
Van de overwinning op u zei ven
begint de victorieN. v. N.
Buitenland.
Oorlog tusschen Japan en Rusland.
Uit een uitvoerige bescbrjjving van den
zeeslag, welke de correspondent van de Ti
mes te Tokio uit verschillende inlichtingen
saamgesteld heeft, nog het volgende:
Togo had van den aanvang af gedacht,
dat Rozjestwenski de straat van Korea door
zon varen, vooral om in de baart van neu
trale havens te bljjven en omdat hg vreesde
dat de andere zeestraten door mjjnen ver
sperd zouden zgn. Toen de Russische hnlp
kruisers to Woesoeng verschenen, werd
Togo's vermoeden dat de Russische vloot
niet ver meer zjjn kon, tot zekerheid.
De Japansche admiraal wist echter, toen
op 27 Mei de konast der Russen bjj het
eiland Qaelpart hem geseind werd, nog niet
of hjj wel met het gros der vjjandeljjke
vloot te doen had, want het mistte zwaar.
Daarom zond hg een eskader van minder
snelle schepen af om de Rassen de ooste-
ljjke straat, tusschen Tsoe-sji na en Japan,
in te lokkendesnoods zou hjj die schepen
opgeofferd hebben, de mist droeg er echter
toe bjj dat ze behouden bleven. Rozjestwenski
Wees kalm, papa, ik kom u spoedig
bezoeken,troostte Doraline hem zacht en
reikte hem nog eenmaal de hand.
Of srjj komt bjj ons,* voegde Philip er
gul bjj. »Gjj weet, waarde papa, mjjn huis
staat voor n open, evenals mjjn bears.*
Hjj meende het ditmaal werkeljjk weder
goed, maar natuurljjk had hg weer een
onhandigheid begaan,
Zit je goed, Dora?« vroeg hjj, en nam
met een innig gevoel van welbehagen naast
haar plaats, maar waagde toch niet meer
dan een reisdeken om haar knieën te slaan.
Het zal niet lang duren, de paarden zgn
vlugge dravers daar begint de laan al.
Zooeven gingen wjj de hoarderjj van Müller
Toorbjj dat is Meisendorf al nn zgn
wjj er dadeljjk.c
Zeide bjj dat alles om het beklemmend
gevoel te overwinnen, dat hem nog altgd
in Doralines nabgheid overviel Of dacht
hg, dat de jonge vronw levendiger zou
worden als hg zoo onderhoudend was, en
werd hg zelf hoe langer hee levendiger,
omdat de stilte hem zoo onaangenaam was?
De overste wist dien avond nanweljjks
hoe hg bjj zgn gasten terugkwam. Alles
draaide met hem om. Na eens was het
donker voor zgn oogen, dan was het als
een laaie gloed en daartusschen zag hjj
gednrig een bleek, lief gezicht. Als spot
klonken hem de beleefde gezegden, de feest
vreugde, als een bemanteling voor hetgeen
men wel zeggen wilde, maar niet dnrfde
uiten. Als iemand echter een oogenblik
tegenover hem zweeg, zag hg wantrouwen
of verachting in eiken blik.
dacht nu inderdaad dat die zeeëngte slechts
zwak verdedigd werd, en dat hg naar Wla-
diwostok kon doorbraken. Toen verschenen
echter tegeljjkertjjd de eskaders van Togo
en Dewa aan de noord- en znidpnnt van
T8oe-sjima, terwjjl het smaldeel dat de Ras
sen het eerst bestookt had, oostwaarts naar
da knst week en daar aanzienljjke verster
king kreeg. De Rassen geraakten op deze
wjjze tas8chen drie vuren.
Toen de mist 's middags optrok, maar
de zee nog zeer hoog ging, hadden de
Rassen veel te ljjden van het vnnr der Ja
panners, die hnu kanonniers geoefend had
den aan schietoefeningen bjj raw weer.
De verdere gebeurtenissen kent m?n.
Van belang is nog, dat eerst toen tegen
den avond de wind ging liggen, de twjjfel
aan de mogeljjkheid van een Japanschen
torpedoaanval weggenomen werd, en dat
Togo reed i vooraf zgn vloot had ingedeeld
in het vooruitzicht eener vervolging van
de Russen.
Bljjkens een ambteljjk bericht hebban de
Japanners den lOen dezer de Rassen nit
vier stellingen in Mantsjoerjje verdreven.
Kapitein Klado gaat voort in het Nowoja
Wremja het ministerie van marine verant
woordelijk te stellen voor den ondergang
van de vloot. De minister wist, volgens
Klado, hoe erbarmeljjk de vloot uitgerust
en voorzien was. De slagvaardigheid van
het smaldeel is een plan op het papier ge
bleven.
Uit Hei-loen-tsjnng in Mantsjoerge wordt
gemeld, dat Chineesche troepen in Japan
schen dient op 100 werst ten Z.O. van
Hei-loen-tsjung, aan den bovenloop van
de Soengari gezien zgn.
Dit bericht moet misschien in verband
gebracht worden met het gerucht der be
zetting van Omoso, ten O. van Girin, door
de Japanners waaruit men reeds opge
maakt had dat een groot Japansch leger
nit Korea oprukkende, xieh tusschen Girin
en Wladiwostok indrong.
Uit Petersburg komen een aantal losse
berichten in verband met den militairen
toestand. Teneinde de gevallen en gewonde
officieren aan het front te vervangen, is
de Russische overheid van plan om alle
gepensionneerde officieren beneden de vjjftig
op te roepen, en alle gepensionneerde staf
officieren beneden de zestig.
Op Sachalin heerschen vreeseljjke toe-
Dat ging eindeljjk ook voorbjj. De gas
ten waren vertrokken, hg was alleen in
zgn kamer. Alleen? Neen, daar was wedsr
dat bleeke, lieve gezicht zoo treurig, zoo
diep verslagenHg drukte de handen voor
de oogen, als om niets te kunnen zienhjj
meende een gil te hooren, als tegen een
verschrikkeljjk noodlot, twee blanke armen
als om hulp smeekend, naar hem uitgestrekt
te ziennn klonk het als een vloek>Ik
heb niet geweten hoe zwaar het was, wat
ik op mg heb genomen !c
Wie heeft dat gezegd?* Schnw zag hg
rond. Er was niemand. »Onvermjjdeljjk
Dat was zgn eigen stem. Met groot» stap
pen liep hg de kamer op en neder. >Wjj
behooren bjj elkander 1 Hg greep naar de
morphine; de doos was ledig. Daar ia de
lade lag nog een dosis. Hg trok de lade
open; zgn blik viel op een kleine ivoren
kam, waar een goudblonde lok omheen ge
wonden was; met bevende hand nam hjj
die er nit. >Neen, wjj behooren niet bjj
elkander,* jammerde hg luid en alsof h$
zgn vingers er aan brandde, liet bjj de
kam op den grond vallen.
Maar hjj moest het onvermjjdeljjk dragen.
De eer, zgn stand, alles wat hem aan het
leven hechtte, was gered.
De eer Weder zag hg dat bleeke, lieve
gezicht vlak in zjjn nabgheid, als een ver-
wjj tend, verschrikkeljjk visioen en nog een
ander visioen kwam er bjj. Hg zag zichzelf,
zooals hg was, niet zooals hg seheen.
Wordt vervólgd
"Ill ill HUB IH ■MHIIBIIW—MBIII—I111II I II IHWTIT1 11 II i~TT
3|g