iel Laad van flensden en Allena, de Langstraat en de Boinnielerwaard.
Een zonderlinge Erfenis.
Indisch Allerlei.
Uitgever: L.. J. VEERMAN, Heusden.
M 2460
WOENSDAG 20 SEPT.
FEUILLETON.
Y0U8
Uit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonaementsprjji: per S maanden f 1.00.
franco per poet zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien ran 16 regels SO et. Elke regd
Imeer 71/» °t. Groote letters naar plaatsrnimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrgdagavond
ingewacht.
Waar in vroegere jaren de Indische
maatschappij en de Indische samenle
ving zeiden tot onderwerp van ge
schriften werden gemaakt, daar ziet
men in de laafste jaren meerdere schrij
vers, die de bewoners van Insulinde
in hun doen en laten tot onderwerp
voor hunne pennevruchten hebben ge
nomen. Reeds zeer lang geleden was
het boek van Dr. Jan ten Brink Oost-
Indische dames en heeren", vrijwel het
eerste op dit gebied. Sedert is er een
vrij groote stroom van Indische romans
en novellen opgekomen, die voor het
meerendeel de negatieve verdienste heb
ben, om te leeren hoe de Indische
menschen niet zijn.
Te betreuren is het, dat in die In
dische romans bijna als regel niet
anders dan minwaardige individuen
ten tooneele worden gevoerdde niet
ter zake kundige lezer zon zoo lang
zamerhand den indruk krijgen, dat de
maatschappij aldaar voor het meeren
deel bestond iiit menschen van het
laagste zedelijke peil, een indruk, die
zich gereedelijk laat verklaren uit de
onafzienbare reeks van patsers, om de
geijkte uitdrukking van den heer Bas
Yeth, de schrijver van het meest be
ruchte boek over Indië, te gebruiken,
welke ons als de meest op den voor
grond tredende typen worden vertoond.
Volgens de moderne Indische litte
ratuur is een zuiver en gelukkig hu
welijk in Indië een hersenschim, want
het meerendeel der gehuwde personages
in de romans vatten dien band niet
ernstig op.
Inlandsche huishoudsters, die hun
vorige heer of gemaal middels pil nuoi-
.mer elf naar betere gewesten zenden,
vormen steeds een nimmer ontbrekend
decoratief.
Sedert eenigen tijd worden de Indi
sche merkwaardigheden hier ook ten
tooneele gevoerd, want zekere luitenant
van het Nederlandsche leger, die eeDi-
gen tijd bij het Indische leger is ge
detacheerd geweest, weet de daar te
lande genoten gastvrijheid niet beter
te beloonen dan door het schrijven van
een Indisch tooneelstuk, geti eld„Ge-
deballoteerd", een samenspel van allerlei
karakterlooze individuen.
Terecht zegt de Java-Bode van dit
stuk, dat de opvoering er van in
Nederland zeer unfair is tegenover
Indië, wegens de strekking.
Wie aan het Hollandsche publiek
doet voorkomen alsof het Europeesche
element op een der hoofdplaatsen op
(2
Die kollossale stoomer met het flonkerend
staal en koper zijner machine, met zijn
luidruchtige bevolking van matrozen, met
zijn vergulde en noteboomhouten salons,
boezemde hem van 't oogenblik, waarop hij
't dek betrad, eene schier godsdienstige be
wondering in. In de eerste dagen sprak hij
met niemand en slenterde slechts het dek
op en neer, of lag over de verschansing ge
leund zich te vermeien in 't gedans en ge-
wiegel der hoogopgaande golven.
Eindelijk kreeg hij zijn spraakvermogen
terug, en vóór hem verrees in zijn geest
de gewichtige zaak, waarvoor hij naar New-
York toog. Er kwam toen over hem eene
plotselinge behoefte om zijne bekommer
nissen mede te deelen, zijn gemoed uit te
storten en hij wendde zich met zijn erfe
nis-vertelling tot den kwartiermeester, een
landgenoot, die hem nogal vertrouwen in
boezemde. Doch de kwartiermeester had het
veel te druk om naar hem te luisteren met
de gewenschte aandacht en schoof zich hem
van den hals, met de raadgeving zich eens
te wenden tot die twee lange roodharige
heeren, Amerikanen zonder twijfel, die da
gelijks met hun beiden op 't dek op en
neder kuierden.
„Die heeren zullen u beter terechtwijzen
dan ik, want zij kennen New-York op hun
de buitenbezittingen zoü bestaan uit
ongeveer 90 procent ploerten en mis
punten, beloont daarmede dc in Indië
genoten gastvryheid zeer slecht.
Menschen, als door den auteur ge
schetst, komen overal ter wereld, dus
ook in Indië, voor; maar dat deze
typen de Indische maatschappij, door
hun overwegend aantal, zouden stem
pelen tot een, die staat beneden het
laagste peil, is een leugen, en die
leugen heeft de auteur het grootendeels
niet-wetende Nederlandsche publiek op
den mouw gespeld.
Een ernstige waarschuwing is dus
niet misplaatst om nimmer uit Indische
romans of tooneelstukken eenige con
clusie te trekken, aangaande Indische
menschen of toestanden, tenzij men
tot de verstandige slotsom zou willen
komen, dat zij juist het tegendeel van
de beschreven typen vormen.
't Is voor den beter wetenden lezer
soms wel eens grappig, om den onzin
te lezen, die men ons opdischt. Zoo
komt bijv. in een schets van een be
kend Indisch schryfster een aandoenlijk
verhaal voor van een inlandsche huis
houdster, die zich in Atjeh n.b. per
rijtuig naar het slagveld begeeft, om
haar gewonden heer, een luitenant, op
te zoeken. Iets dergeljjks zou even
curieus zijn, als wilde men ons ver
halen van een Russische officiers-dame,
die per aapje of-te-wel vigelant, naar
Liao-Yang was gereden om haar ge
wonden echtgenoot op te zoeken. Der
gelijke onzin zou niemand voor ernst
nemen, maar het verhaal van een
inlandsche juffer, die in een karretje
op haar eentje de Atjehsche wildernis
intrekt, slikt men goedig.
Een geliefkoosd stokpaardje is het
mede om in dat soort boeken, dames-
of heerenkleurlingen, met een gebrek
kig taaltje voor te stellen. Men laat
hen dan een soort Hollandsch spreken
om van te rillen.
Doch ook hierin is onwaarheid en
schromelijke overdrijving in het spel.
De kleurlingen, dat wil zeggen, kin
deren van een Europeeschen vader en
inlandsche moeder, die een goede op
voeding hebben gehad, spreken zelfs
zeer zuiver Hollandsch, nu en dan wel
eens met fouten in den klemtoon of
met een accent, maar hoeveel beschaaf
de Nederlanders spreken hun eigen
taal correct? En dan sommige lieve
Hollandsche dialecten Men denke aan
Rotterdam, den Haag en Amsterdam.
Iets anders is het evenwel met de
kleurlingen van geringe opvoeding en
ontwikkeling; deze komen soms met
duimpje."
Daarover nu was Tréfume danig in zijn
nopjes. Twee lui, die New-York op hun
duimpje kennen! Op staanden voet wan
delt hij naar de heeren toe, volgt hen over
al, in den rooksalon, in de longroom, in
de nauwe gangetjes langs de hutten, over
al zit hij hen op de hielen, zoekende naar
een middel om met hen een gesprek te be
ginnen. De heeren schenen echter bitter
weinig toeschietelijk te zijn, en telkens als
de baas met den hoed in de hand op hen
afging met een vriendelijk: „Bonsoir, of
bonjour meneeren! Excuseert mij, zou ik
soms eens van u mogen weten of
ik hoor dat u te New-York"draaiden
zij hem den rug toe en haalden de schou
ders op onder 't uitstooten van hortende,
klokkende klanken, die waarschijnlijk En-
gelsch moesten beduiden.
„Nu, vriendelijk zijn die Amerikanen ten
minste niet," dacht Tréfume bij zichzelf,
wel wat gebelgd over zulk eene bejegening.
Hij troostte zich echter met de gedachte:
's lands wijs, 's lands eer.
De Amerikanen schenen echter op hunne
beurt ook niet recht op hun gemak over
de blijkbaar bespiedende gedragingen van
den hun onbekenden Fransehman, en zij
ondervroegen daarom den kwartiermeester,
die, 't altijd even druk hebbende, doch niet
voor een grapje vervaard, tot hen zeide:
„Gij hebt immers wel gehoord van dien
grooten spoorwegdiefstal op de lijn Paris
LyonMéditerranée Welnu, ik verwed er
een mooi ding onder, dat die snuiter daar
niemand anders is dan monsieur Ernest,
de beroemde detective, die de dieven ach-
een zeer curieus soort Hollandsch voor
den dag.
Maar ieder vogeltje zingt zooals het
gebekt is, en al maken wij ons soms
vroolijk over zulk een taaltje, we moe
ten niet vergeten, dat de meeste Hol
landers als zij Maleisch spreken, een
kostje opdienen, waarvan een rechtge
aard indoloog pijn in het lijf zou
krijgen.
Buitenland.
Vrijdag ter gelegenheid van de her
opening van den Hongaarschen Rijks
dag te Boedapest, heeft 'n reusachtige
arbeidersbetooging voor 't algemeen
kiesrecht plaats gehad. Om 7 uu:* in
den morgen reeds waren op een plein
in de stad ongeveer 30.000 arbeiders
bijeen. Zij droegen roode vlaggen en
borden met het opschrift: „Geef ons
kiesrecht!" „Weg met de verdrukkers
Tot half negen werd vergadering ge
houden.
Daarop zette de stoet zich in bewe
ging. Muziek voorop. De Marseillaise
werd ingezet en het geheele leger van
arbeiders zong de woorden.
Om half tien was het plein voor het
Parlementsgebouw met 60000 menschen
gevuld. De stemming was onbeschrijf
lijk geestdriftig. Een menigte politie
was op het terrein aanwezig, doch zij
behoefde slechts zeer zelden tusschen-
beide te komende orde werd uitste
kend bewaard.
Toen de deputaties, die het adres
ten gunste van het algemeen kiesrecht
zouden aanbieden, door den president
ontvangen waren, en diens antwoord:
„Ik ben zelf voorstander van algemeen
kiesrecht, en hoop, dat de Kamer tot
een bevredigende oplossing van deze
kwestie zal komen", het volk hadden
medegedeeld, ging dit langzamerhand
uiteen.
Het Zweedsche Telegraafagentschap
meldt, d.d. 18 dezer:
Uit de beste bron verluidt, dat er
in Noorwegen, gelijk uit de met elkaar
overeenstemmende berichten van reizi
gers blijkt, in de laatste weken uitge
breide militaire maatregelen getroffen
zijn. In de streek tusschen de betwiste
grensvestingen en de grens wordt met
kracht gewerkt aan nieuwe tijdelijke
versterkingen. Er zijn boeren opgeroe
pen om hout te kappen en wegen te
versperren. Bijna alle troepen in het
midden van Noorwegen en in de nabij
heid van de Zweedsche grens schijnen
gemobiliseerd te wezen en worden naar
de grens gebracht.
Naar de Daily Mail uit Stockholm
verneemt, is de staat van zaken weer
neteliger, wegens de onbetwistbare wa
ter den broek zit en die zich, om alle ver
denking af te weren, heeft vermomd als
Marseillaansch winkelier."
Bij deze mededeeling keken de beide
Amerikanen elkander veelbeteekenend aan
en gingen in hunne hut, waar zij zich voor
't overige van de reis verdekt bleven op
stellen. Zelfs toen New-York in 't gezicht
kwam en alle passagiers nieuwsgierig zich
verdrongen op het dek, bleven zij beneden.
Het prachtige panorama van de reede scheen
hun niet te bekoren.
Bij de ontscheping zocht de goede Tré
fume hen dan ook tevergeefszij waren
zeker tersluiks aan wal gegaan.
Hij ging dus na de ontscheping vrij
mistroostig de straat op en vroeg aan iede-
ren voorbijganger
„Och meneer, zou u mij ook kunnen
zeggen, waar ik de ambassade moet zoeken
De Fransche ambassade
Niemand echter wist hem terecht te
helpen en hij dwaalde rond in de einde
loos lange „avenues", die op elkander ge-
leke als twee droppels water, en allen even
onbarmhartig genummerd waren, zonder
dat die nummers hem een enkele inlich
ting konden verschaffen.
En niemand sprak er Fransch in die
stad der wilden, niets dan Engelsch, En-
gelsch en nog eens EngelschDoodmoe
slenterde hij voort en met weenend hart be
vond hij, dat Oom Sambug hem een grooten
dienst zou hebben bewezen met ergens
anders den laatsten adem uit te blazen.
Doch eensklaps wien ziet hij daar
Waarachtig, 't is een der Amerikanen van
de boot. Ja, hij is hethij ziet het ondanks
pening aan Noorschen kant, waartegen
de Zweedsche premier te Karlsstad
krachtig verzet heeft aangeteekend. Het
geheele Noorsche leger is feitelijk ge
mobiliseerd, terwijl de Noren haastig
verdediginswerken aan hun grens op
werpen. Te Kristiania worden de vrij
willigers ambtelijk opgeroepen. Ver
scheidene Noorsche dagbladcorrespon
denten hebben Karlstad verlaten, om
zich bij hunne regimenten te voegen.
Dit alles ontstemt de Zweden ten zeer
ste. Zij vinden de opeenhooping van
Noorsche troepen aan hun grens een
bedreiging tegenover de onderbande
laars te Karlstad.
De man van de Standard seint even
eens iets minder hoopvol. Hij zegt dat
Zaterdag de hachelijkste dag is geweest.
Hadden de Zweden toen niet toege
geven in de kwestie van de grensforten,
dan zou de conferentie stellig afgebro
ken zijn.
Naar aanleiding van het bericht uit
Washington, dat Roosevelt voornemens
zou zijn, een tweede vredes-conferentie
in den Haag bijeen te roepen, verneemt
het Petersburgsche telegraafagentschap
uit goede bron, dat de Russische re-
geeriug voornemens is, zich met de
zelfde uitnoodiging tot de mogendheden
te wenden en dat de president dit gaarne
zien zal, daar hij begrijpt dat het den
Tsaar toekomt, als aanstichter van de
vredesconferentie, dezen stap te doen.
De Kölnisehe Volkszeitung heeft
bijzonderheden vernomen over den
moord op bisschop Spiess en zijn ka
ravaan, door de oproerige inboorlingen
van Duitsch Oost-Afrika, den 18en
Augustus. Zij waren van Kilwa (aan
de kust) op weg naar Liwale in het
binnenland. Toen men van den op
stand der Wagindo's hoorde, keerde
de karavaan terug, maar het was te
laat: Spiess, die tevergeefs zijn vrede
lievende bedoelingen bepleitte, werd
vermoord, met de twee zendelingen en
de twee zusters die hem vergezelden.
De inboorlingen die de karavaan vorm
den, waren bij de komst der opstan
delingen op de vlucht gegaan.
In Frankrijk zijn ongunstige berich
ten ontvangen over den toestand op
Guadeloupe. De handel staat er bijna
stil, er wordt telkens geroofd en ge
plunderd, en eenige weken geleden is
de woning van den gouverneur in brand
gestoken. De zwarten uiten onverholen
bedreigingen tegen de blanken.
Als gevolg van den afloop van den
oorlog verwachtte men in Turkije, dat
Rusland een krachtiger politiek op den
Balkan en tegen Turkije zou gaan
voeren. Er wordt nu reeds een krach
tiger toon aangeslagen in Russische
kringen en men geeft zijn ongenoegen
het veranderde kostuum en de afgeschoren
baard.
„Mijnheer, mijnheer 1"
De andere hoort hem, kijkt om en maakt
beenen. Maar Tréfume is vast besloten, dat
hij hem niet zal ontsnappen. Hij volgt
hem, loopende, hijgende, zich aan den
vluchteling vastklemmend als zijn laatste
hoop. De Amerikaan heeft lange beenen
maar Tréfume heeft ze stevig en sterk.
„Waarom zou die snaak, die New-York
op zijn duimpje kent, mij niet even den
dienst willen bewijzen, om mij hier in
dezen doolhof terecht te brengen?" rede
neert Tréfume.
En of de Amerikaan al wegduikt tus
schen de menigte, allerlei stegen en slop
pen binnenschiet, Tréfume volgt met on
wrikbare volharding zijn spoor.
Eindelijk, doodaf, sluipt de man een café
binnen en Tréfume hem achterna.
De Amerikaan zag zoo bleek als een lijk.
„St! St!" zegt hij tot Tréfume, die juist
met den hoed in de hand weer wou be
ginnen „Zoudt ju mij misschien ook kun
nen zeggen
„St! St! geen gerucht, geen schandaal,
kom hier bij mij zitten, in dit hoekje".
„Zie zoo, dat gaat goed", denkt de baas.
De Amerikaan gaat voort:
„Ik weet alles, ik weet waarom ge naar
New-York zijt overgekomen. Zijt gij een
man om zaken mee te doen
„Waarom niet?" zegt Tréfume, die steeds
denkt, dat de ander het over zijne erfenis
heeft. „Onder eerlijke lui komt men altijd
tut een vergelijk".
„Eerlijke lui of niet, maar hier heb je
een portefeuille met 60.000 frank in bank
te kennen over de versterkingen, die
aan den Bosporus zijn aangebracht als
gevolg van de muiterij van de Knjas
Potemkin. Men zegt, dat dit onver-
eenigbaar is met de vriendschappelijke
betrekkingen tusschen Turkije en Rus
land. Er bestaat reden om te gelooven,
dat deze kwestie bet onderwerp van
gesprek uitmaakte op de audiëntie,
die Zinofjef Vrijdag j.l. bij den Sultan
had.
In het district Arlberg (Oostenrijk)
zijn Zaterdagochtend twee sterke aard
schokken waargenomende eerste om
4 uur 3, de tweede om 4 uur 37. De
duur was onderscheidenlijk 5 en 4 se
conden. Zij gingen vergezeld van een
sterk gedreun.
De „Daily Mail" verneemt uit Genève,
dat de koningin-moeder van Italië, Zon
dag bij Neucbatel ternauwernood aan
een aanslag ontsnapte. Toen haar auto
mobiel door een dorp reed, trachtte
een troep mannen het rijtuig tot staan
te brengen, en gooide met steenen. De
chauffeur reed met full speed er van
door. Gelukkig werd niemand gewond.
Dit is de derde maal binnen drie maan
den, dat koningin Margeretha op deze
wijze wordt aangevallen.
In verband met de inhechtenisneming
van Domela Nieuwenhuis te Keulen,
verneemt de „National-Ztg" nog dat
ook de Duitsche anarchist Rudolf Lange
daar achter slot gezet is. Het blad maakt
er uit op dat de anarchisten in de Rijn
streek een groote samenkomst hadden
willen houden. Te Keulen en elders
waren anarchistische vergaderingen be
legd, in welke behalve Lange ook Weid-
ner zou spreken. Al die vergaderingen
zijn door de politie verhinderd of ont
bonden.
Het verblijf van den Shah van Perzië
te Petersburg schijnt niet zonder be
doelingen te zijn geweest. Althans uit
Petersburg wordt nu gemeld, dat Rus
land 1.500.000 pond aan den Perzischen
vorst zal leenen.
Het Telegraaf-agentschap verneemt
uit Teheran d.d. 8 dezer: De minister
van koophandel is van plan na den
terugkeer van den Sjah voor te stellen
een Nationale bank te stichten met fi
lialen in de voornaamste plaatsen des
lands als tegenwicht tegen de Russische
Disconto-bank. Tegen de Armeniërs
heerscht in Teheran groote opwinding
wegen3 de botsingen tusschen Arme
niërs en Perzen te Bakoe. De Perzen
mogen op 't oogenblik niet naar Rus
land op reis gaan.
Te Lingeh aan de Perzische golf is
een groot depot van binnengesmokkelde
Engelsche geweren ontdekt.
papier. Als je wilt zijn ze voor jou, met
nóg 50.000 frank, die een onbekende je zal
ter handstellen, zoodra je je aan boord be
vindt van de Bretagne, die vanavond
uitzeilt met bestemming naar Bordeaux.
Accoord
„Accoord!"
„Goed dan, maar bedenk, dat wij elkan
der nooit hebben ontmoet. Nooit, be
grepen?"
't Wordt Tréfume groen en geel voor de
oogen. Hij begrijpt er geen jota van. Hij
neemt het aanbod aan en steekt de porte
feuille bij zich. 't Is altijd een aardig som
metje, 100.000 frank. En buitendien, hij
heeft er meer dan zijn bekomst van, van
dit onzalige New-York; hij verlangt harte
lijk naar huis, naar vrouw en kroost.
De Amerikaan hield zich eerlijk aan de
afspraak. Nog steeds begreep Tréfume er
niets van.
Door dat hij 't geluk gehad had voor
een detective te worden aangezien, had hij
op deze zonderlinge wijze geërfd van Oom
Sambug, die straatarm in een hospitaal was
overleden.
En later, wanneer hij na beurstijd deftig
in een der grootste cafe's van Marseille zijn
borreltje ging drinken, dan mocht hij gaarne
eens praten over New-York en over de
Amerikanen, die, zooals hij dan gaarne
verkondigde, op het punt van prompt af
doen van zaken zeker onder de eerste vol
keren der wereld behoorden gerekend te
worden.
(Slot).