Land van (lensden en A lie na, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Het
Zelfvertrouwen.
\hÉ$ék.
Vertrouwen.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. YEEIHMAK. Heusden.
M 2466 WOENSDAG 11 OCT.
1905.
VOOB
Uit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonaementiprfi: per 8 maanden f l.OO.
franco per po«t zonder prgsverhooging. Afzonderlijke
aunamcrs 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel
meer 71/» ot. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Het toenemen der bevolking is oor
zaak dat velen een plaats komen ver
overen aan 's levensdisch, is oorzaak
ook dat velen worden verdrongen en
verplicht zijn elders te zoeken, 't geen
hun in het vaderland wordt onthouden.
De laatste 50 jaren is door velen het
oog gericht op het jonge werelddeel,
Amerika, en reeds menigeen vond daar
datgene, wat overal elders door hem
tevergeefs was gezocht.
Die „trek" uit ons land naar Ame
rika is zoo groot, is zoo'n gewoonte
geworden, dat wij ons moeilijk den
tijd kunnen voorstellen, toen Amerika
achter den waas van onbekendheid ver
borgen wasen toch is het pas 4 eeuwen
geleden, dat dit werelddeel door Colum
bus werd ontdekt.
Voor vier honderd jaar stond er een
een man op, die met vol vertrouwen
en vaste overtuiging beweerde, dat daar
aan het einde der Oceaan land moest
liggen. Ondanks het „hoofdschudden"
van dezen, de bespotting van genen
over dit zijn beweren, hield hij vol, tot
hij ten slotte in de gelegenheid werd
gesteld om op onderzoek uit te gaan
en te zien of zijn meening waarheid
bevatte.
Toegerust van het voor die reis be-
noodigde aanvaardde onze held de onbe
kende tocht over de eindelooze wateren
telkens zijn mannen door zijn woord
bezielende, wanneer dezen door de lange,
hopelooze reis den moed, het vertrou
wen in hun aanvoerder begonnen te
verliezen Oogenblikken van spanning
heeft hij doorleefd op deze eindelooze
tochtde manschappen, twijfelende ooit
land te zullen ontdekken, dreigden hun
aanvoerder het leven te zullen benemen,
indien hij niet terugkeerde. Maar Co
lumbus deinsde niet terug.'t Vaste ver
trouwen, dat hij land zou ontdekken,
indien ze verder stevenden, gaf hem moed
En eindelijk, ja, daar daagde aan
de horizon land op, vreugdedronken
vielen de manschappen hun aanvoerder
te voet en smeekten hem hun ongehoor
zaamheid te vergeven.
Columbus zelf knielde neder en dankte
zijn God voor de goede uitkomst. Zijn
vast vertrouwen had overwonnen.
Wij gaven hier een beschrijving van
(2.
„Mary," klonk eindelijk zijn stem, „ik
zou wel willen, dat je binnenkwaamt en
de deur sloot."
Om de ware reden van dit verzoek, zijn
angst voor haar, te verbergen, kuchtte hij
een paar maal en klaagde er over, dat de
avondlucht vochtig naar binnen kwam. Zij
voldeed dadelijk, zonder tegenspraak, aan
zijn verzoek; daar zij niet om zichzelf dacht,
had zij geen vermoeden van de ware reden
voor zijn vraag.
„Die deur kan toch zeker afgesloten
worden vroeg hijtoen zij ze achter zich
dicht deed.
„Enkel met een houten wervel, James.
Als je het een veiliger idee vindt, zal ik
het touw, waarmee men hem van buiten
kan verschuiven, naar binnen halen."
Zij nam een stoel en ging voor het bed
zitten, terwijl zij een poosje opgewekt met
hem over de reis van den volgenden dag
sprak. Toen begon zij zachtjes eenige liedjes
te zingen, die hij graag hoorde, en onder
het luisteren er naar viel hij in slaap. Zij
zong toen evenwel nog een poosje door, op
dat haar plotseling stilzwijgen hem niet
zou doen wakker worden. Intusschen
kleedde zij zich uit, om ook zelve te gaan
rusten.
Toen zij gereed was met haar nachttoi
let, staakte zij haar gezang. Zij verschikte
het dek van den zieke en legde hare hand
zachtjes op zijn voorhoofd. Het was koel,
zij was tevreden, haar broeder sliep gerust.
Hij lag met het gezicht naar het venster
gekeerd, maar het maanlicht hinderde hem
niet, een breede lichtstraal besoheen alleen
moed en volharding van een groot man,
waardoor hij, steeds voortwerkend aan
een vastgesteld plan, overwinnaar werd.
Na en vóór Columbus zijn er velen
geweest, die, evenals hij, door het tot
't einde toe volhouden en uitvoeren
van het eens voorgenomene en het ver
trouwen aan een goede uitkomst, een
zegepraal hebben verwonnen.
Moed behoort er toe, om met het
doel, dat wij ons gesteld hebben voor
oogen, recht door zee te gaan, ondanks
beschimping en minachting van velen.
Doch immers, willen wij het goede na
jagen, dan kunnen wij niet ieders vriend
blyven. De mannen van karakter, zij
die pal staan voor hun overtuiging,
hebben ook heden ten dage, evenals
in den tijd van Columbus, nog veel te
kampen met het vooroordeel der wereld.
„Recht door zee", ,,op den man af",
dit zijn gulden woorden, welke wij op
ons vaandel geschreven moeten hebben.
Uit ons spreken en schrijven moet meD
ons zeiven leeren kennen.
Men noeme het kind bij zijn naam."
Wordt het ons euvel geduid, wat nood
Als wij maar oprecht zijn, zonder lomp
of ruw te wezen. Daarop komt het aan.
De besten wint men en dwing men eer
bied af, zelfs den bestrijder en tegen
stander. Niemand jage naar het „vrede
met allen." Wel vrede, maar „zoolang
het mag."
Had men altoos naar rechts en links
gekeken en daarnaar ingericht zijn
woorden en daden, de wereld ware
geen stap vooruit gegaan door die
karakterloosheid en meegaandheid.
Strijd is voorwaarde van ontwikke
ling, van nieuw leven, 't Moet soms
„tegen den stroom in", 't Is nu een
maal niet anders. Wie duidelijk zijn
beginselen en bedoelingen blootlegt,
vindt bestrijding en maakt zich vijanden,
doch hij dwingt tot hooren, tot naden
ken en de aanvallen getuigen van niet
willen slapen, van belangstelling.
Wij moeten ons zelf, een persoon,
een „iemand" wezen, altoos en tegen
over allen. Maar dit is eene zware eisch,
want de menschen zijn er zoo aan ge
wend elkaar na te praten en na te
doen, dat wie het nooit beproefd heeft,
'niet weet hoe moeilijk het is zich zelf
in woord en handeling en gedragingen
uit te spreken en zich te geven. Als
men nagaat, hoe dikwerf populariteit
bij de massa gewild is, maar gekocht
het voeteneinde van zijn bed en een der
muren. Binnen een uur, als de maan ach
ter de bergen wegzonk, zou dat licht geheel
verdwenen zijn.
Voor zij zelf ging slapen, bleef zij nog
even bij het bed haars broeders toeven.
De slanke, hooge gestalte wierp een scherp
afgeteekende schaduw op den tegenover-
gestelden muur. Zij nam haar horloge, dat
bij haar hoed en handschoenen op de tafel
lag, en keek hoe laat het was. In het lieht
der maan kon zij de wijzerplaat duidelijk
onderscheiden. Het was vijf minuten voor
tienen. Gedurende de laatste oogenblikken
stond zij met haar rug naar het venster
gekeerd, en toen zij zich omkeerde en hare
hand uitsttekte om het horloge weder op
de tafel te leggen, keerde zij haar gelaat
naar het raam.
Wat zij daar zag, zou aan de meeste
vrouwen een gil ontlokt hebben. Anderen
zouden flauw zijn gevallen of het op de
zenuwen hebben gekregen.
Maar deze vrouw legde bedaard haar
horloge neder en keek toen naar het woeste
hoofd, dat zich boven het vensterkozijn
verhief en zwart tegen het maanlicht uit
kwam. De houding toonde duidelijk, dat
de eigenaar ervan laag op den grond in
eengehurkt zat. Elk oogenblik kon de man
door het raam binnenspringen. Met dat
doel steunde hij met de rechterhand reeds
tegen het houtwerk.
De vrouw kon het gezicht zelf niet goed
onderscheiden, maar zij zag toch, dat de
kaakbeenderen breed en zwaar waren als
die van een roofdier en dat het omgeven
was door kort borstelig haar en dito baard.
De groote ooren stonden ver van het hoofd
af en de massieve arm, die op het kozijn
lag, vertoonde donkere, breede kringen.
Dit alles merkte de vrouw op, terwijl
zij het glas van haar horloge langs hare
vingers voelde gleden.
wordt vaak ten koste van onafhanke
lijkheid, hoe men daarvoor schipperen
en laveeren moet, om ijdelheden te
ontzien, om niet „op de teenen te
trappen", en om ergernissen te voor
komen, hoe zij ook menigmaal gepaard
gaat met opoffering van eigen overtui
ging, met vleierij en „naar de oogen
kijken", kortom, hoe zij menig werf
verworven wordt door afstand te doen
van alles wat het mooiste en het edelste
is in den mensch, dan is natuurlijk dat
gebrek aan populariteit en succes juist
wat men het liefst aan iemand moet
toewenschen.
Kan impopulariteit, niet „gewild-zijn"
voortkomen uit hoogmoed en hooghar
tigheid, dit neemt nooit weg, dat men
schen die in haar deelen niet zelden
zijn zeer oprechte personen, die nu een
maal niet de kunst verstaan en haar
ook niet pogen te leeren, zich aange
naam te maken, door hun woorden zoo
in te kleeden, dat zij voor allen een
welaangenamen klank hebben. Verber
gen wij in ons hart geen gedachten
tegenovergesteld aan die, welke wij
voor de menschen uitspreken en ver
anderen wij niet, als de poliep op hare
rots, ons karakter naar gelang van de
plaats en de personen te midden van
wie wij ons bevinden, maar streven wij
naar oprechtheid en zeggen wij wat in
ons hart is.
Klanken teruggeven gelijk de lono-
graat doet, geluiden overbrengen langs
telefoon en telegraafdraad, dit wordt
genoeg ged an, ook in overdrachtelijken
zin. Maar zelf een toon aangeven, dat
moeten wij leeren.
Geen vleierijnoch oogendienst
Kweeke onze fierheid karaktersDeze
brengen de wereld voorwaarts.
Geen rust'loos zwerven en smachten
Is 't leveneen doel licht ons voor,
En worstelend winnen wij krachten,
En dwalende vinden wij 't spoor.
Builealand.
De president van Frankrijk zal 23
dezer een tegenbezoek brengen aan den
koning van Spanje. De politie te Madrid
heeft nu al volop werk met het af
scheuren van anarchistische aanplak
biljetten, en geheime agenten houden
alle stations bezet; in 'tbijzonder wor
den de anarchisten te Barcelona en
Madrid in 't oog gehouden, terwijl (pre
cies als in Rusland) de huiseigenaars
verantwoordelijk gesteld worden voor
de menschen die ziah in hun huizen
bevinden als de President daar langs
komt. Dat belooft wat.
Uit Tiflis wordt dd. 9 dezer gemeld
In verschillende wijken der stad zijn
er gisteren tegelijkertijd bommen ge
gooid. Een sprong er voor de kazerne
in de buurt van het stadhouderlijk pa
leis, waarbij een Kozak gedood en elf
gewond werden. In de buurt van een
andere kazerne werden er zes bommen
geslingerd, waarvan er vier sprongen.
Drie Kozakken werden gewond. Een
eind verder werd een door een geweer
kogel gedoode Georgiër gevonden. Een
andere Georgiër is in hechtenis geno
men onder verdenking bommen ge
slingerd te hebben. Bij een derde ka
zerne sprongen drie bommen, waarbij
drie soldaten gewond werden. Er is
een gewonde Armeniër gevangen ge
nomen onder verdenking de aanstichter
van den aanslag te zijn. Uit twee hui
zen heeft men gisteren uit de ramen
geschoten, waardoor een persoon gewond
werd. Te middernacht zijn er nog vijf
tien menschen gevangen genomen.
Het telegraafkantoor te Moskou wordt
bewaakt door een compagnie soldaten,
en de bladen verschijnen niet; het is
dus niet mogelijk, de waarheid der on
rustbarende berichten uit die stad na
te gaan.
De hoogleeraren te Kazan hebben
besloten, de universiteit tot 19 dezer
te sluiten.
Te Libau heeft de politie in een kel
der een geheime drukkerij ontdekt, waar
op het bestuur der sociaal-democraten
uit Littauen biljetten en brochures druk
te; een aantal stukken werden in be
slag genomen, ook eenige revolvers met
patronen.
De Engelsche minister van binnenl.
zaken, Gerald Balfour, heeft te Leids
eene redevoering gehouden, waaruit dui
delijk blijkt van het voornemen der
regeering om in Februari a.s. bij het
Parlement een voorstel in te dienen om
het aantal vertegenwoordigers van Ier
land in het Parlement te verminderen
om dat van Engeland te vergrooten.
Men vreest, dat deze schending van de
in 1801 met Ierland gesloten overeen
komst tot ernstige moeilijkheden zal
leiden.
Uit Berlijn komt het bericht, dat de
poging van de werklieden van de fa
brieken van de electriciteits-industrie,
Haar levenlang was zij gewend geweest
mannen te beheerschen. En als zij al vrees
koesterde ten opzichte van dezen gevaarlij- j
ken bezoeker, was het niet te bemerken
in de trilling van een enkele zenuw of in
de uitdrukking van haren blik, terwijl zij
daar onbewegelijk in het vertrek bleef
staan, beschenen door het heldere maan
licht.
Zij dacht aan niets dan aan haren broe
der en aan het jonge leven, dat opeens
zou kunnen worden uitgebluscht, als, zooals
dien middag, het roode levensbloed weer
zou moeten wegvloeien over de bleeke
lippen van den zieke. Als hij plotseling zou
wakker geschrikt worden, zou er zeker
weder eene bloedspuwing volgen, die hem
het leven zou kunnen kosten.
Zij hoorde rechts duidelijk zijne regel
matige ademhaling en links het tikken van
haar horloge op de houten tafel. Het eene
geluit sterkte haar in haar besluit om hem
desnoods tot het uiterste te verdedigen, het
andere herinnerde haar er aan, dat zij snel
moest handelen.
Zij had echter een eigenaardig vertrou
wen in hare macht om dit menschelijke
dier te bedwingen, en hiernaar richtte zij
hare gedraglij n.
In de weinige seconden, die er verliepen,
voordat deze twee tegenovergestelde naturen
elkander tegentraden, was het voordeel aan
de zijde van den aanvaller buiten. Want
hij was in de gelegenheid geweest eiken
trek op het gelaat van de vrouw te ontleden
en had dus ook opgemerkt, hoe zij even
de smalle bovenlip over de glinsterde tan
den had getrokken. In dat oogenblik had
zij haar besluit genomen. Het dierlijk in
stinct van den man had in die beweging
een bedreiging gezien. Het was daarom
niet langer noodig zich te verbergen. Toen
het gelaat der vrouw zich dus ontspande,
richtte hij zich uit zijn ongemakkelijke
houding op en stond eensklaps in zyne
volle lengte vóór haar, zijn gespierd lichaam
in het boevenpak gestreept schijnend als
een hyena.
Eene plotselinge verrassing weerhield hem
echter door het raam binnen te springen.
Als zij geschreeuwd of eenig teeken van
vrees getoond had, zou niets hem belet
hebben haar naar de keel te vliegen.
Terwijl de man opstond, was de vrouw
bedaard op het raam toegetreden, tot haar
gelaat vlak bij het zijne was. Zij was lang
voor een vrouw, en daar de vloer van het
vertrek iets hooger was dan de grond, waarop
hij zich bevond, ontmoetten hunne oogen
elkander op ééne lijn en kon zij recht dui
delijk zijn moorddadig voornemen daarin
lezen. Zijn heeteadem beroerde hare wangen.
„Kan ik u misschien ergens mee van
dienst zijn?" vroeg zij doodbedaard.
Haar moed en de zachte stem, waarmee
zij deze woorden uitte, waren den man als
een slag in het aangezicht. Hij was geheel
verbluft door het vertrouwen, dat zij zoo
plotseling in hem stelde.
Terwijl zij het antwoord afwachtte, keek
zij den galeiboef onversaagd in de gloeiende
oogen en de schurkachtige tronie.
De man was te verbaasd om te kunnen
spreken. Zijn gezicht bleef even strak en
zonder uitdrukking als dat van een steenen
beeld.
„Welnu," hernam de vrouw, dadelijk van
het voordeel, dat zij op den kerel behaald
had, gebruik makende door hare smalle,
bleeke hand vertrouwelijk op zijn morsi-
gen schouder te leggen, „als ik dan niets
voor u kan doen, dan kunt gij mij een
grooten dienst bewijzen."
En zich snel omkeerende en een emmer,
die daar stond, opnemende, reikte zij dien
den man door het venster toe.
„Gij wilt mij wel even een emmertje
water halen, niet waar?"
De man nam, zonder een woord te spre
ken, den emmer van haar over en staker
om de Berlijnsche electrische tram tot
stilstand te dwingen en de straatver
lichting onmogelijk te maken, geheel
mislukt is, en dat velen hunner nu
inzien, dat een fout is begaan. In de
kracht- en lichtstations van de Ber
lijnsche electrische werken, zijn reeds
een aantal georganiseerde stokers en
machinisten teruggekeerd.
Volgens het Ritzoubureau is de Rus
sische verordening van 1900 omtrent
het gebruik der Finsche taal zoo ge
wijzigd, dat alle stukken van de be-
stuurs-departementen en van den senaat,
aan particuliere personen en de ge
meente gericht, in de Finsche taal
opgesteld zullen worden, en dat men
voor de stukken aan de officieele bureaux
de Russische taal niet, maar de Fin
sche of de Zweedsche taal mag gebrui
ken.
Voor ambtelijke bureaux, waarvoor
de Russische taal niet officieel is vast
gesteld, is het gebruik van de Finsche
of van de Zweedsche taal veroorloofd.
Volgens de Evening News, een te
Portsmouth verschijnend blad, heeft de
Engelsche leger-commissie zich bezig
gehouden met een voorstel tot vorming
van een nationaal leger, dat ook dienst
zal kunnen doen in het buitenland en
bestaan uit de tegenwoordige geregelde
troepen met de militie en de vrijwil
ligers, die zich daartoe bereid verklaren.
Dat leger zou minstens 250,000 man
sterk zijn. Reeds moeten bevelen zijn
gegeven bij de keuring van vrijwilligers
daarmee rekening te houden. De ver
dediging des lands zou dan worden op
gedragen aan een leger van flink ge
oefende vrijwilligers, waarbij de Keizer
lijke Yeomanry zou worden ingedeeld,
terwijl voor de kustverdediging een
speciale artillerie zou worden gevormd.
De sultan van Marokko heeft den
opperbevelhebber zijner troepen gelast,
zich ter beschikking van Raisoeli te
stellen als deze hulp noodig mocht
hebben om de Kabylen, die in opstand
zijn, te onderwerpen. Raisoeli heeft 50
man van den stam van de Beni Msoear,
die hij gevangen genomen heeft, ge
boeid naar Fez gezonden.
De Standard verneemt uit Moskou:
Drie en twintig Russische provincies en
138 districten worden met hongersnood
bedreigd. De overheid moet 18 millioen
menschen tot Juli te eten geven.
Over het Boerencomplot, waarvan de
Windhuker Nachrichten melding heeft
haastig het grasperk mede over, om er mede
in de schaduw te verdwijnen.
De vrouw bleef bedaard voor het ven
ster zijne terugkomst afwachten, even kalm
en zelfbewust, alsof zij door de kracht van
haren wil een paard of wild dier getemd
had. Toen hij terug was gekeerd, dankte
zij hem vriendelijk en trad, haar kleed op
tillende, wat op zijde. De man begreep de
beweging en zette, zijne breede schouders
door het raam voorover buigende, den em
mer met water voorzichtig in het vertrek.
Toen richtte hij zich weer in zijne volle
lengte op en trad eene schrede achteruit.
Voor hij begon te spreken, streek hij met
zijn mouw verlegen langs zijn mond.
„Voor den drommel,je bent me der
eentje, dat ben je
Na deze ontboezeming, zooals zelden
een dame er een ontving, liet de galeiboef
zijne blikken een oogenblik over de ruimte
voor het huis weiden, strekte zich toen op
den grond onder het venster uit en sliep in.
De jonge vrouw bleef nog even voor het
raam staan, trad toen op het bed, waar
haar broeder sliep toe, rolde zich in een
plaid en ging naast hem liggen. Weldra
was ook zij in een gerusten slaap gedompeld.
Den volgenden morgen hielden zij op
hun weg naar den top van den berg eenige
oogenblikken halt, om de paarden even te
laten rusten. Beneden hen lagen het huisj e
van den dwerg, de witte schuren met kao
lin, de lage barakken en het gedeelte van
het hoofdgebouw, waar zij overnacht hadden.
De opgaande zon goot hare roode stralen
over de gebouwen in de diepte en kuste
ook het kastanjebruine haar der reizigster,
die uitgestegen was, om bloemen te plukken.
„Eigenlijk was er gisteravond geen reden
om bang voor die vijftig galeiboeven te
zijn," merkte de zieke jonge man op.
„Neen, niet de minste reden," herhaalde
zijne jonge gezellin. {Slot.)
I