liet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard,
Snipperuurtjes.
van
M 2467
FEUILLETON.
UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 14 OCT.
1905.
t,c' UïiD VAN ALT-1^
VOOS
Uit blad rergch^Ht WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonaementaprga: per 3 maanden f 1.06.
franco per poat zonder prgaverhooging. Afxonderlgke f
aüuimers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regel» 50 et. Elke regel
meer 7Vi at. Groote lettere naar plaataraimte.
Advertentiën worden tot Dingdag- an Vrijdagavond
ingewacht.
„Tijd is geld", is de gevleugelde
spreekwijze van den tegenwoordigen
tijd. Hierbij moet niet gedacht worden,
dat een ieder die deze uitdrukking be
zigt, voor den tijd die hij over heeft,
geld in ruil zal krijgen, maar toch is
het zoo goed als zeker, dat een goed
besteden van zijn tijd, zoo niet direct,
dan toch indirect voordeel zal brengen.
Wij behoeven daarom niet gierig met
onzen tijd te zijn, maar moeten even
min een uur nutteloos laten voorbij
gaan, als, een cent aan een bedelaar
gegeven, als nutteloos weggeworpen be
schouwen.
Verspillen we onzen tijd, dan ver
spillen we onzen energie, onze levens
kracht; we verliezen ons karakter, we
gaan verstrooiing zoeken en hoeveel
maal brengt dat zoeken niet in slecht
gezelschap, en komen we daardoor tot
slechte gewoonten. Wij verspillen ge
legenheden die niet terug zullen komen:
en missen we een gelegenheid dan mis
sen we soms een geheele toekomst.
Een snipperuurtje een uurtje waarin
we baas van ons zelf zijn, een kwar
tier wachtens op een persoon die komen
moet, op een maaltijd die niet klaar
nog is een uurtje na den eten, hoe-
vele oogenblikken zijn er niet die men
snipperuurtjes zou kunnen noemen en
toch hebben we geen recht ze te ver
beuzelen met nietswaardigheden, met
onnuttige dingen.
Hoevele malen hoort men niet spre
ken ik heb geen tijd en toch hoevelen
van die menschen, die naar hun zeggen
geen tijd hebben, daaruit een excuse
trachten te putten voor een gemis aan
hun kennis ot iets dergelijks, hoevelen
zouden niet tot andere gedachten komen,
wanneer ze het verleden van hun tijd
aan een dergelijk onderzoek gingen on
derwerpen.
Wat kan er al niet verricht worden
in een uur per dag.
Een uur ontrukt per dag aan ijdel
genot en goed besteed, stelt u in staat
u meester te maken van een geheele
wetenschap in een uur leest men 20
bladzijden aandachtig, dat is in een
jaar totaal 7300 bladzijden of 24 boek-
deelen een uur per dag maakt een
verschil tusschen een nooddruftig be
staan en een gelukkig leven.
O, hoeveel zou gedaan kunnen wor-
(1'
Als Johnnie Ryan in zijn gewonen ver
standelijken'.toestand was geweest, zou hij
de dreigende zware wolken opgemerkt heb
ben, die sinds 's namiddags vier uur uit
het Westen over het dal gedreven hadden.
Gewoonlijk was Johnnie een voorzichtig
man, die niet lover een nachts ijs ging,
zich eene goede Vkans niet liet ontglippen,
zelden van een (slechte reis kwam, en als
hij het deed, het\nooit wilde weten. Maar
zelfs voor een zoo\bedaard en beredeneerd
man als Ryan korAt een tijd, dat de pols
jaagt en het hart h«t hoofd de baas af is,
en als Johnnie eenhnaal zijn hart ergens
op gezet had, vierd<\ hij het den vrijen
teugel.
Op een Septembersivond, omstreeks zes
uur, vertrok hij uit Garrycrea. Hij deed
niet veel aan bezoelien afleggen, of het
moest voor zaken zjijn, en voorzeker was
hij nooit op een onderneming uitgegaan
met zulk een vurig j kloppend hart als nu,
eene opgewondenheid zóó sterk, dat die
hem de dreigende llucht deed vergeten en
hij bijna op eene dansmaat liep. Het geval
was dat hij erg verliefd was, en dat wel
op een meisje, op fwie hij een jaar te voren
nauwelijks het oogt had durven slaan. Maar
Statia was vriendelijk jegens hem geweest,
scheen blij te zijn, jals zij hem zag, en had
zelfs eens eene roof voor hem geplukt, die
hij bijzonder bewoi iderd had. Daardoor had
zij hem geheel ing< ipakt, maar er was eene
den in die uren welke weggeworpen
worden door jonge mannen en vrouwen
in hun voortdurend najagen van pret
en ontspanning.
Een van Engeland's grootste veld
maarschalken Wellington, zeideAls
men zich in 't bed begint om te draaien,
dan is het tijd om er uit te draaien,
en Cato de Romeinsche wijsgeer zeide
dat hij slechts van drie zaken in zijn
leven spijt had dat hij zijn vrouw een
geheim had verteld, eens over zee was
gegaan toen hij de reis over land had
kunnen doen en een dag had doorge
bracht, zonder iets te doen.
Op de vloer van den kamer waar
goud geslagen wordt ligt een houten
raam, dat opgenomen wordt en op die
wijze verzamelt men de fijne goud
deeltjes die duizenden waard zijn. Zoo
moeten wij ook hebben een netwerk
waarin we opvangen de schilletjes, de
stukjes van ons leven, welke de meeste
menschen bij den afval des levens vegen.
De meeste menschen die tot eer en
roem opklimmen wijdden hun snipper
uurtjes aan studie en arbeid de groote
meerderheid der jongelui die den ver
keerden weg opgaan verwoesten hun
leven na het avondeten.
Daarom zegt Ruskin terecht: Geen
uur in ons leven dat niet trilt van
bestemmingen.
Geen oogenblik waarin als het een
maal voorbij is, het daarvoor bestemde
werk nog gedaan kan worden anders
staat onze poging gelijk met een slag
op koud ijzer.
Aan een ieder wordt het overgelaten
met zijn snipperuurtjes te doen wat hij
wil voor een ieder is het beste elke
gelegenheid tot verbetering te bespieden,
door den tijd te benutten, de verleiding
te tarten en zinnelijk genot te verachten.
Wanneer gij uw leven bemint, verbeuzel
dan uw tijd niet, want tijd is het ma
teriaal, waarvan ons reeds zoo korte
leven is gemaakt.
ISuitenland.
De burgemeesters van de groote Duit-
sche steden hebben te Berlijn hun jaar
lij ksche reünie gehouden en toen beslo
ten, met het oog op de onthouding
van den Pruisischen minister van Land
bouw, een deputatie naar den Rijks
kanselier vorst Yon Bülow te zenden,
om een onderhoud te hebben over de
maatregelen, ten aanzien van den
vleeschnood te nemen.
De deputatie zal bestaan uit de bur-
sterker aandrift noodig om hem den moed
te geven om te spreken. Die aandrift was
van e§n onverwachten kant gekomen en
strekte Johnnie tot eer.
Hij was een nederig man en maakte geen
aanspraak op andere dan boerenafkomst.
Maar Eustatia Dalton, of in allen gevalle
Eustatia's vader, wel. Iedereen wist, dat de
Daltons eene vrij deftige familie waren, en
hoe Mike Dalton er mee verwant was, be
greep niemand recht. De doopnaam van
het meisje deed wel vermoeden, dat er in
de afstamming goed bloed geweest moest
zijn, en werd dan ook van den kant der
Daltons als een traditioneele naam aange
nomen, hoewel iedereen wist, dat Mike's
moeder en grootmoeder eenvoudig Bridget
hadden geheeten en niets meer. Maar hoe
het zij, Dalton was in het maatschappe
lijke Johnnie's meerdere, en hoewel Johnnie
waarschijnlijk op zulke losse gronden eene
gelijke aanspraak had kunnen volhouden,
was het hem nooit ingevallen dat te doen.
Hij was eenvoudig Johnnie Ryan van Gar
rycrea, een hard werkende, welgestelde
landbouwer, die minder verteerde dan hij
verdiende.
Dalton was ook een landbouwer, maar
sinds eenigen tijd bleek het, dat hij meer
verteerde dan hij verdiende.
Dit gerucht verkreeg meer en meer be
vestiging, totdat Johnie eindelijk, op dien
zelfden ochtend, gehoord had, dat Daltons
eenig grondeigendom, eene boerderij tus
schen Garrycrea en Kileen, verkocht zou
worden. Ryan besloot dadelijk met Eustatia
te spreken, niet omdat haar vader nu aan
lager wal was geraakt, maar omdat hij, in
zijn hartelijke genegenheid voor het meisje
haar wilde redden van een armoede, die
hij. haar niet geschikt achtte te verduren.
gemeesters van Berlijn, Frankfurt, Mün-
chen, Stuttgart en Straatsburg.
In de laatste dagen is in Tirol de
temperatuur zoo gedaald, dat het ook
in de dalen sneeuwt. De stad Innsbrück
ziet er uit alsof het midden in den
winter is. In de bergen sneeuwde het
reeds acht dagen geleden.
In een postkantoor te Berlijn trachtte
iemand een brutale diefstal te plegen.
Een dienstmeisje wilde 300 mark voor
de postspaarbank brengen en had drie
biljetten van 100 mark voor het loket
neergelegd, toen plotseling een jongen
van 'n jaar of twintig met snellen greep
de briefjes naar zich toehaalde entoen
zelf aan den haal ging. Het meisje en
de postambtenaren zetten hem achterna,
al schreeuwende: „Houdt den dief!"
Hulpvaardige handen grepen heftn ten
slotte en de brutale jongeling werd
ongeveer murw geslagen, 't Geld werd
uit zijn zak gehaald en, evenals de
jongeling zelf, in verzekerde bewaring
gebracht.
De gezondheidsdienst te New-Orle^ns
maakt bekend dat de epidemie van
gele koorts aldaar vrijwel uitgewoed
heeft. De bestrijding levert nu geen
moeilijkheden meer op.
De Emir van Afganistan heeft, vol
gens een telegram uit Teheran, opnieuw
tot de Engelsch-Indische regeering het
verzoek gericht, hem een haven af te
staan aan de Perzische golf. De Afgaan-
sche handel kiest meer en meer den
weg naar Indië, wegens de bemoeilijking
aan de Russisch-Perzische grens.
Een zonderling legaat heeft de Ame-
rikaansche generaal Isaac Jones Wistar
gemaakt, die onlangs in den ouderdom
van 78 jaar te Philadelphia overleden
is. In den burgeroorlog onderscheidde
hij zich als een dapper officier der
vrijwilligers en kreeg in een gevecht
een gevaarlijke schotwonde in den arm.
Door een handige operatie kon hij nog
gered worden. Zich de gelukkige ge
neeskundige behandeling herinnerende,
heeft Wistar in zijn testament de be
paling gemaakt, dat eiken arm van
zijn lichaam gescheiden en aan het
Instituut voor anatomie en biologie der
universiteit te Philadelphia toegezon
den zal worden. Gelijktijdig zal deze in
richting ook zijn hersens en twee mil-
lioen dollars ontvangen. Hierbij valt
nog te vermelden dat Wistar uit zijn
eigen groot vermogen het bovenge
noemde instituut voor anatomie en
biologie gesticht heeft.
Een Engelschman, Joseph Fels, wil
1500 gezinnen in staat stellen, zich op
het platteland in Engeland te vestigen,
De afstand tusschen Garrycrea en Kil
leen is ongeveer zes mijlen.
Aan het einde van de vierde hield Ryan
stil, om naar de plaats te zien, die verkocht
zou worden. Voor die streek was het een
aardige boerderij het land was vrij goed
onderhouden en het huisje zag er zeer net
uit. Er was een kleine bloementuin ook
bij, die hem herinnerde aan de roos, welke
Statia hem gegeven haddie had hij nog
zorgvuldig bewaard in een flesch met wij
den mond en een glazen stop, die op zijn
tafel stond. Van de gedachte alleen daar
aan kreeg hij eene kleur.
Toen hij weer voortliep, barstte de drei
gende bui losde regen plaste met gon
zend geweld neder en het geheele dal was
als in een nevel gehuld. Johnnie liep maar
door, te vol vuur om zich aan het weer
te storen. Hij vergat dat zijn beste kleeren
doornat werden, dat zijn hoed als pap
werd, dat zijn laarzen grijs inplaats van
zwart werden van het opspattend slijk.
Geen woeden der elementen zou hem terug
gedreven kunnen hebben, met dat grootsche
plan in zijn hoofd. Maar toen hij voor de
deur van Mike's woning stond, besefte hij
opeens in welk een jammerlijken toestand
hij was, en de hand om aan te kloppen
gleed langs zijn zijde neder. Toen hij Statia,
net en droog, in de zijkamer zag zitten,
zonk zijn hart in zijn beslijkte laarzen.
Een oogenblik stond hij besluiteloos, en
met een: „Komaan dan maar!" binnens
monds, hief hij zijne hand weer op. De weer
klank van den klopper scheen geen einde
te nemendat geluid deed hem het zweet
uitbreken.
Het scheen Johnnie toe lang te duren,
voordat de deur geopend werd, maar hij
had den moed niet nog eens aan tn klop
pen. Eindelijk stond Eustatia zelve vóór
mits 19 andere personen evenveel doen
als hij, en de regeering 300,000 pond
voor het doel beschikbaar stelt. Vindt
hij de 19 deelnemers niet, dan zou hij
alleen willen doen wat hij kan.
Vijf jaar geleden wist zekere John
Barclay een Londensch bankiershuis
te bestelen voor 4000 pond sterling,
met welk geld hij de wijk nam naar
Frankrijk, om het daar onder bewaring
van een vertrouwd vriend te stellen.
Hij keerde daarop naar Engeland terug,
maar werd gearresteerd en tot vijfjaar
dwangarbeid veroordeeld. Na die straf
te hebben ondergaan, reisde hij verle
den week weer naar Parijs, om zijn
geld in ontvangst te gaan nemen. Zijn
vriend was daarmee spoorloos verdwe
nen en uit wanhoop daarover schoot
Barclay zich twee revolverkogels door
het hoofd. De politie vond zijn lijk op
een der pleinen. In zijn zak vond zij
een brief, waarin de reden van de zelf
moord vermeld stond.
De bakkers te Moskou hebben voor
een deel het werk hervat.
De overheid handhaaft niettemin alle
voorzorgsmaatregelen en heeft verschil
lende punten der stad door politie en
troepen doen bezetten. Zes metaalwaren-
en verscheidene meubelfabrieken heb
ben zich bij de ontevredenen aangeslo
ten. In een daarvan werden een politie-
inspecteur en een ander persoon dood
geschoten op het oogenblik dat zij de
werklieden toespraken. De tramdienst
staat nog altijd stilde dienst der
waterleiding is verzekerd.
Volgens berichten uit den Kaukasus
hebben de Tartaren Zondag Hoznavar
aangevallen. De Armeniërs sloegen hen
met ernstige verliezen terug. Zij lieten
97 dooden op het veld liggen.
Uit Helsinförs komt het bericht, dat
kolonel Rheinbott, optredende als ad
junct-gouverneur van Nijland, bevel
heeft gekregen, Finland onmiddellijk
te verlaten. Hij had de autoriteiten te
St. Petersburg gemeld, dat er een plan
bestond om op 30 September of 2 Oc
tober alle Russen in Finland te ver
moorden. Daarom waren een paar oor
logsschepen gezonden, welke eiken
nacht de stad met zoeklichten besche
nen. Maar alles is rustig gebleven.
Noorwegen schijnt met de groote
mogendheden te onderhandelen over
de opheffing van het verdrag van No
vember 1855, waarbij Engeland en
Frankrijk Skandinavië's onschendbaar
heid tegenover Rusland waarborgen.
Noorwegen zou dat verdrag willen ver
vangen door een nieuw, waarbij Enge
land, Frankrijk, Duitschland en zelfs
hem en keek in de toenemende schemering
uit, met een glimlach op de lippen.
Bij jij 't baas Ryan? riep zij. „Ik dacht
niet anders of het was vader."
„Zou die zoo op de deur gehamerd hebben?"
vroeg Johnnie in zijne onschuld.
Statia ontweek die vraag.
„Kom dadelijk binnen. Arme man, je
bent druipnat."
Johnnie trad voorzichtig binnen en hield
zijn geruïneerden hoed in beide handen.
Hij durfde bijna den eenen bemodderden
voet niet voor den anderen zetten, zoo
overstelpt waa hij door het besef van zijn
deerniswaardigen toestand.
Statia ging hem vóór naar de zijkamer
en stak de lamp op.
„Ga zitten, baas Ryan," zeide zij.
„Heb je niet een keukenstoel voor mij
vroeg Johnnie. „Ik zal met mijn natte goed
die mooie zitting bederven."
„Och, wat!" riep Statia. „Je zult zelf
bederven, als je met die druipende kleeren
blijft zitteu. „Ik wou, dat ik er wat aan
doen kon,"
„Let maar niet op mij, Statia."
„Ach ja, ik let wel op je."
Zij dacht een oogenblik, met samenge
trokken wenkbrauwen, na, terwijl het drui
pen van zijne jas Johnnie van hulpelooze
schaamte deed gloeien.
„Je moet andere kleeren aantrekken,"
zeide zij. „Vader zal nog wel een uur uit
blijven."
Hij liet haar maar in de veronderstelling,
dat hij om haren vader gekomen was.
„Hoe kan ik dat, zes mijlen van Garrycea
af?'"
„Je kunt kleeren van vader aantrekken,"
„Dat zou toch wel wat al te vrij wezen.
„Waarom zou je niet, baas Ryan? Ben
je daar te trotsch voor?"
Rusland Noorwegens zelfstandigheid
waarborgen.
De Japanners hebben op de Kore-
aansche kust twee Duitsche schepen
aangehouden, die met oorlogscontra
bande op wegwaren naar Wladiwostok.
Te Boedapest heeft Maandag een
16-jarige jongen terecht gestaan, wien
moord was ten laste gelegd. Hij had
een koetsier doodgeschoten, wat echter
naar hij voor de rechtbank te kennen
gaf, volgens zijn meening 's mans ver
diende loon was. De jongen vertelde
het volgende:
Reeds bij het leven van zijn vader
had zijn moeder het met den koetsier
gehouden. Na den dood van zijn vader
was de koetsier bij hen komen inwo
nen. Hij trad op als heer en meester
en deed zich al gauw kennen als een
tiran van de ergste soort. Hij mishan
delde de moeder en de kinders. Ook
Stephan, de jonge beklaagde, kreeg
herhaaldelijk slaag van hem. Hij nam
hem verder van school en deed hem
bij een schoenmaker in de leer.
Meermalen had Stephan tegen zijn
moeder gezegd, dat hij er over dacht
zich van kant te maken, maar dat hij
eerst hen allen van den tyrannieken
koetsier bevrijden moest.
Het weekgeld, dat de jongen ver
diende, moest hij den koetsier geven,
maar Stephan spaarde kleine fooitjes
op, tot hij eindelijk genoeg had om
een revolver te koopen. Daarmee ge
wapend wachtte hij op straat zijn vijand
op, hij liep op hem toe en schoot hem
dood. Terstond daarop ging hij naar
't politiebureau om zichzelf aan te geven.
De rechtbank ontsloeg den jongen
van rechtsvervolging, en onder toejui
ching van het publiek verliet hij de
rechtszaal.
Uit Duitsch Zuid-West-Afrika wordt
van Capetown, d.d. 12 Oct. geseind:
Een officieel bericht aan het Kaapsche
gouvernement meldt, dat bevestigd
wordt, dat de Hottentottenhoofdlieden
Marengo en Morris het kamp bij Je
ruzalem hebben genomen, na een ern
stig gevecht. De Duitschërs verloren
een luitenant en vijf man. Een farmer
werd gedood en acht man gewond. De
Hottentotten hadden geen verliezen en
plunderden alle Duitsche winkels en
magazijnen. Verscheiden Duitschërs die
gevangen waren genomen en ontwa
pend, zijn losgelaten en hebben generaal
Von Trotha een brief van Marengo
overhandigd, waarin wordt meegedeeld,
dat de Hottentotten nu aanvallend
zullen optreden en zullen vechten tot
ze overwonnen hebben.
„Te trotsch! Ik daarvoor te trotsch?"
„Wel, waarom dan niet?"
„Hoor, Statia, ik laat het aan jou over."
„Dan verwissel je, en dat wel oogenblik-
kelijk."
Eustatia verliet hem. Hij hoorde hare
voetstappen boven, laden open en dicht
schuiven, en toen een lied neuriën. Hij ging
voorzichtig op den kant van een stoel zit
ten, met de ellebogen op de knieën en de
handen onder het hoofd. Voor een verruk
kelijk oogenblik gevoelde hij zich de heer
van den huize, Statia zijn vrouw een
man ten toppunt van gelukmaar het vol
gend oogenblik werd hij neerslachtig, want
als het meisje van haar vaders moeilijkhe
den wist, kon zij niet zoo luchtig zingen.
Ryan bedacht, dat Mike gewoonlij k nog al
terughoudend was en het dus zeer wel
mogelijk was, dat zij niets van den staat
van zaken wist.
Toen Johnnie haar naar beneden hoorde
komen, stond hij op en huiverde; de natheid
begon hare werking te doen. Satia stapte de
kamer in en wenkte hem met een glim
lach en een verlij delij ken voorvinger.
,,'t Is alles klaar," sprak zij. „Je vindt
het goed op het bed uitgelegd. Boven
de eerste deur links. De kaars brandt."
Toen hij halverwege de trap was, riep
zij hem na:
„Je kunt de natte kleeren wel meebren
gen, als je weer beneden komt, baas Ryan,
dan zal ik ze bij het keukenvuur te drogen
hangen."
„Ja zeker," zei Johnnie, „dat zal ik doen."
Hij trad Daltons slaapkamer binnen en
deed de deur zachtjes dicht. Daar lagen
de droge kleeren op het bed, maar het
duurde een heelen tijd voordat Johnnie
er toe besluiten kon zich zoo mooi op te
dirken. (Wordt vervolgd.)
i
N Naar het Enaelsch.