He! Land van Heusden en Allena. de Langstraat en de Bommeierwaarii,
Opvoeding.
r
FEUILLETON.
Eene verwsselii van lleeren.
Uitgever: L. J. YEEHMAH, Heusden.
Jtë 2469 ZATERDAG 24 OCT.
1905.
^•uB VAN ALTEN/
yoos
Dit blad verschjjHt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementiprga: per 8 maanden f 1.00.
franco per poat zonder prgSTerhooging. Afzonderlyke
na a^i'Ts 5 cent.
Adrertentiën Tan 16 regela SO et. Elke reqol
meer 71/, at. Groote lettere naar plaatarnixate.
Adrertentiën worden tot Dinadag- en Yrjjdagarond
ingewacht
„Een spelend kind is een braat kind."
De vader, die dit gezegde bezigde,
had zijn beweren gebaseerd op lang
durige, persoonlijke ondervinding.
En is 't niet waar? heeft niet
het spelen, het bezig zijn, een hoogat
weldadigen, gunstigen invloed op het
jonge menschje? Voorkomt het niet
ledigheid en verveling Leert het daar
enboven het kind niet om zich te schik
ken naar zijn speelmakkertjes, leert
het niet verdraagzaam en billijk zijn,
doordat niet altyd het eigen hoofdje
wordt gevolgd, maar ook eens een voor
stel van anderen wordt aangenomen?
Juist om dit alles, om het groote
belang dat ligt verscholen in de aan
drift tot beweging, spel en bezigheid
voor de geestelijke zoowel als voor de
lichamelijke ontwikkeling, is het noodig
dat de ouders hunne kinderen tijd en
gelegenheid tot spelen geven, als dit
met hun aard en gezondheid overeen
komt, en hun bij het spel raad en voor
lichting verstrekken.
Het heel jonge kind kan door moeder
reeds spelend werk worden gegeven,
door het in kamer of keuken, op de
binnenplaats, in den tuin of op het
veld kleine bezigheden te laten ver
richten, waartoe de handjes in staat zijn.
Dit werk behoeft volstrekt niet van
dien aard te zijn, dat het vaders of
moeders besigheden verlicht, het moet
alleen worden gegeven om het kind
prettig bezig te houden.
De meeste kinderen zullen, en, vooral
als ze de jaren van schoolgaan hebben
bereikt, er al heel gauw een lievelings
bezigheid op na gaan houden. Johan zou
maar het liefst den geheelen dag willen
timmeren, Willem is dol op figuurzagen,
Karei, die al heel wat ouder is, heeft
ambitie in 't verzamelen van planten
en insecten, en Marietje laat alles staan
voor 't lezen van een boeiend kinder
boek.
De ouders kunnen natuurlijk het be
oefenen van al deze bezigheden, zooveel
(3.
Niettegenstaande hnnne dappere woorden
gaf het noemen van Mike Daltons naam
toch beiden aanleiding tot ernstige over
peinzingen. Eustatia wist, dat hij een stijf
hoofdig man was, even onvathaar voor re
deneering als staal voor speldeprikken. Ryan
daarentegen werd verontrust door de zaak,
waarvan het meisje blijkbaar niets wist.
Het werd laat, en Johnnie had al lang op
den terugweg moeten zijn, maar hij bleef
talmen, om Statia gezelschap te houden.
„Waar zou vader toch blijven?" vroeg
Statia.
„Bekommer je daar niet over, kind,
hij zal hier gauw genoeg zijn."
„De hemel sta ons bij; 't is een wilde
nacht!"
„Ik heb er wel erger bijgewoond," zei
Johnnie bemoedigend. „Kus mij eens, lie
veling."
Zij gehoorzaamde hem en zag hem vlak
in de oogen.
„Ach, Johnnie 1"
„Statia
Een plotselinge kreet deed hen Deiden
opspringen. De kreet werd gevolgd door
het geraas van wielen, een hevig gekraak,
en daarna was alles stil; alleen de wind
gierde nog. Johnnie was in een oogenblik
bij de deur en drukte haastig een hoed op
zijn hoofd, terwijl hij liep.
„Blijf hier," riep hij Statia toe.
„Neen, dat wil ik niet!" zeide zij, ter
wijl zij hem volgde naar buiten, in den
donkeren nacht.
Spoedig hadden zij ontdekt wat er ge
beurd was, want geen twintig schreden van
de deur af vonden zij een verbrijzeld wa
gentje, waarvan de eene disselboom aan splin
ters lag, terwijl de andere verdwenen was.
Het was duidelijk, dat door vrees of slecht
mennen het paard van den weg af in de
Bloot was geraakt, waar het verdoofd en
zy willen, bevorderen, als zy wat
de schoolgaande kinderen betreft er
maar voor zorgen dat daarvoor geen
ernstig werk verzuimd worde en dat
b.v. het lezen geen al te groote harts
tocht wordt. Ook dient en dit spreekt
vanzelf de arbeid overeen te komen
met zijne krachten, opdat er geen scha
delijken invloed, lichamelijk of geeste
lijk, kan worden uitgeoefend.
Erkend moet worden, dat het niet
altijd eveD gemakkelijk is voor de
ouders, om hunne kinderen op geschikte
wijze bezig te houden; er dient daarbij
wel degelijk rekening te worden gehou
den met de eigenschappen van elk kind
in het bijzonder en met hunne krachten,
terwijl men over de juiste wijze om
hun iets nieuws te leeren, al is het
maar een spelletje, behoorlijk na moet
denken. Maar met een weinig goeden
wil en takt komt men die moeite wel
te boven. Men bedenke ook steeds dat
ook het spelen der kinderen veel invloed
heeft op hunne zedelijke vorming.
Een grootere en meer belangrijke
factor daartoe is natuurlijk op den duur
het onderwijs en de tucht der school,
daar deze gelijken tred blijven houden
met het bevattingsvermogen der leer
lingen en de onderwijzer er steeds op
uit is, hen tot zoeken en denken te
noodzaken.
De ouders en de onderwijzers zijn de
voorna imste opvoeders der jeugd, hoe
wel ook grootouders, broers en zusters
en andere verwanten, dienstboden, zelts
buren en speelmakkers op de opvoeding
van een kind vrij veel invloed kunnen
hebben. Zelfs onpersoonlijke machten,
als de natuur, het leven en de lotge
vallen van het gezin, werken op de
ontwikkeling van het kind in. Yan hoe
veel belang is het b.v. niet voor zijne
aanvankelijke vorming of het in eene
stad woont of in een dorp! Hoe ver
bazend veel hangt er verder niet af
van het beroep en de bezigheid der
ouders, van hun stand, hun rijkdom of
armoede, hunne geheele levenswijze
In de eerste levensjaren bekleedt in
de opvoeding het huisgezin de voor
naamste, bijna de eenige plaats, het
laaf, ook voor zijn volgend leven, on
bewegingloos lag, waarschijnlijk, zooalsRyan
vermoedde, met gebroken rug. Het karretje
was leeg.
„Haal gauw een lantaarn, Statia," zei
Johnnie, ,,'k Zal niet ver behoeven te gaan."
Ditmaal deed zij wat haar gezegd werd
en liep met de vlugheid van haren angst
naar binnen, terwijl Johnnie voorzichtig den
doorweekten weg opliep. Hij had oogen
als een kat en kon heel goed zien zonder
lantaarn, maar hij vond het beter de vol
gende ontdekking maar alleen te doen. Hij
bad vurig, terwijl hij naar links en rechts
tuurde, dat Dalton dronken mocht zijn
Johnnie wist, dat dronkenschap dikwijls
bij een ongeluk iemands leven had gered.
Weldra hoorde hij een stem, die hem
geruststelde.
„Heidaar't Is stikdonker Houd op,
manhoud opJe bent dronken, schaam
je wat!"
Johnnie, geleid door de stem, ontdekte
spoedig Mike, die, op zijn knieën in den
modder liggende, vergeefsche pogingen
deed om op te staan. Hij betastte onder
zoekend de ledematen van den man, en
toen hij bespeurde, dat er geen beenderen
gebroken waren, heesch hij hem overeind.
„Je komt ditmaal al op een heel mooie
manier thuis," zeide hij met eenige ver
achting, terwijl hij aan Statia dacht.
„Gebroken," kermde Mike, „gebroken
„Wat is gebroken vroeg Johnnie.
„Spreek op, mensch
Maar de ander, die zwaar op zijn schou
ders leunde, gaf geen antwoord, en zoo
gingen zij zwaaiend op weg naar het huis,
juist toen het schijnsel van eene lantaarn
zich op den weg vertoonde. Statia nader
de snel, terwijl een slaperige knecht achter
haar aankwam.
„Hij is ongedeerd," zeide Johnnie gerust
stellend. „De markt heeft hem wat in de
war gebracht. Kijk jij eens naar het paard,
kerelBlijf daar niet staan als een zout
pilaar
Dalton, die heelemaal onder den indruk
scheen van het denkbeeld, dat hem be-
heérschte en dat hij uitdrukte door het
woord „gebroken", bukte plotseling naar
het verbrijzelde karretje, zoodat hy John-
uitwisbare sporen na in gemoed en
karakter van het kind. Doch al zijn
ook beide ouders de natuurlijke opvoe
ders, al is het kind ook aan hen beiden
met onverbrekelijke banden vereenigd,
toch nemen vader en moeder niet ge
heel dezelfde plaats in. De zorgen en
moeiten en dus ook de verantwoorde
lijkheid der eerste jaren komen grooten-
deek voor rekening der moeder, die
door haar opofferende liefde ook het
eerst het kinderhartje wint, terwijl voor-
loopig de vader voor hen nog iets
verder af staat en meer eerbied en
ontzag inboezemt. Op den duur kan
echter alleen dhn van een voorbeeldige
huiselijke opvoeding sprake zijn, als
vader en moeder geheel in denzelfden
geest samenwerken, als zij elkaar steu
nen en aanvullen, en als er door hen
bijzonder zorg wordt gedragen dat door
andere huisgenooten geen verkeerden
invloed op de zedelijke vorming van
den kleine wordt uitgeoefend.
Daar geregeld en voldoend onderwijs
in de meeste gezinnen onmogelijk kan
worden verstrekt, wijl de ouders daartoe
niet de vereischte geschiktheid of vol
doenden vrijen tijd hebben of niet de
noodige middelen bezitten om den kin
deren degelijk algemeen-huisonderwijs
te doen geven, is het gelukkig, dat de
opvoeding in de school een heilzame
aanvulling vormt van die in het gezin,
niet alleen wat het onderwijs be
treft, ook met het oog op de vorming
van het karakter.
Er behoort echter een zekere mate
van samenwerking tusschen huisgezin
en school te bestaan; het kind dient
ook buiten de schooluren onder vol
doende tucht te blijven, het schoolwerk
mag niet onverschillig worden behan
deld en het gezag der onderwijzers moet
niet worden ondermijnd, anders kan
ook de school haar taak slechts onvol
komen vervullen. Evenzoo dienen de
onderwijzers rekening te houden, voor
zoover hun dat mogelijk is, met de
huiselijke omstandigheden, moeten zij,
zooveel zij kunnen, letten op het gedrag
der leerlingen ook buiten de school en
zich nu en dan in betrekking stellen
met de ouders der leerlingen. Overleg
nie bijna omvertrok en haalde een rol
papier onder de bank vandaan. Hij klemde
de rol vast onder zijn arm en weigerde,
telkens als Statia de papieren wilde dra
gen, zoodat het meisje dacht, dat er een
of ander geschenk voor haar in was. Wat
Johnnie betreft, hij was te veel vervuld
van Statia en had al zijn oplettendheid
noodig om den zwaaienden Dalton op de
been te houden.
Eindelijk was Mike veilig in de huiska
mer binnengeloodst en in den besten arm
stoel gezet. Hij bood een aanblik, die be
lachelijk zou zijn geweest, wanneer zijn
oogen niet een ontwakend bewustzijn hadden
vertoond en hij niet voortdurend moeite
had gedaan om zijne gewone waardigheid
terug te krijgen. Hij zat vol slik, zonder
hoed, zijn haren waren in de war, en hij
had een lichte schram op zijn voorhoofd,
waaruit een weinig bloed vloeide, dat, met
modder vermengd, een leelijk spoor op zijn
wang maakte.
Eustatia bracht warm water, wisch de
wond schoon, verbond die met een zakdoek
en legde een kussen achter haar vaders
hoofd. Bijna oogenblikkelijk viel hij in
slaap, nog altijd zijne rol papieren tegen
zijn lijf vastklemmende.
Johnnie kon het meisje natuurlijk niet
in zulk een toestand verlaten; hij bleef
dus en troostte haar op eene wijze, die
zijne nieuwe positie als Statia's minnaar
hem veroorloofde, 't Spreekt vanzelf, dat
zij nu volmaakt gelukkig waren, want toen
Statia eenmaal overtuigd was, dat de drank
het ergste aandeel had in den toestand,
waarin haar vader verkeerde, werd zij
weder tevreden gestemd. Iedereen kon wel
eens een glas te veel krijgen, misschien
zelfs Johnnie ook wel, ofschoon zij dat
betwijfelde.
Mike bewoog zich in zijn slaap en de
rol viel uit zijn armen. Hieraan kon Statia,
wier nieuwsgierigheid toch reeds was op
gewekt, geen weerstand bieden ;in een oog
wenk lag zij op de knieën en spreidde de
papieren op den grond uit. Er was niets
voor haar inhet waren de aanplakbiljetten,
waarin de verkooping van Daltons boer
tusschen ouders en onderwijzers is in
alle omstandigheden zeer wenschelijk
en in sommige gevallen, b.v. bij het
ontdekken van ernstige gebreken, be
paald noodzakelijk.
Buitenland.
Wederom is te Antwerpen een kaai
muur aan 't verschuiven, ditmaal aan
het uiterste einde der Zuiderkaden, over
een uitgestrektheid van 50 M. De muur
is reeds 10 c.M. verschoven de oorzaak
is onbekend. Voorloopig maken de in
genieurs er zich niet erg ongerust over.
Woensdag verstoorde te Londen een
treurig ongeluk de door den Koning
en de Koningin bijgewoonde openings
plechtigheid van de Kingsway (een
nieuwe straat van het Strand naar Hol-
born). De paarden van een landauer,
waarin eenige Parijsche gemeenteraads
leden zaten, sloegen op hol, verschrikt
door het gejubel, waarmede tiendui
zenden het koningspaar begroetten. Er
ontstond onder het volk een verschrik
kelijke paniek; vluchtende vrouwen
wierpen zuigelingen neder, terwijl an
deren struikelden en nederstortten. Op
deze menschenklompen reden de paar
den in. Alvorens men de dieren tot
staan had gebracht waren enkele men-
schen overreden en het mag een won
der genoemd worden, dat slechts wei
nigen, waaronder ook een paar vrouwen
en een agent van politie, ernstig letsel
bekwamen.
Overigens had de inwijdingsplechtig
heid een glansrijk succes, ondanks de
aanwezigheid van de allerruwste volks
elementen uit Oost-Londen, gekomen
om de aanbieding van Poplar's adres
aan den Koning, over het vraagstuk
der werkeloozen bij te wonen.
De Koning beantwoordde het adres
zeer sympathiek en minzaam; Z. M.
verklaarde, dat ook de Koningin de
armoede in Oost-Londen diep betreurde
en dat hij hoopte op spoedig aanbre
kende betere tijden.
De Koning zou overwegen met het
oog op de wenschen der adressanten
het parlement in buitengewone zitting
bijeen te roepenZ. M. zou daarover
de ministers raadplegen.
De Duitsche regeering zal aan de
kust van Oost-Friesland, te Norddeich,
derij werd aangekondigd.
Johnni zag het en begreep waarom Statia
zoo lang geknield bleef liggen.
„Kom hier, lieveling," zeide hij;
„O, Johnnie
,,'t Is niets, wel?"
„Wist jij er van?"
„Ik had er al wat van gehoord."
„Waarom heb je me dan niets gezegd
„Dat stond niet aan mij. Kom hier
kind."
„Hij zeide „gebroken"."
„Och kom, praatjes. Is Mike Dalton ge
broken? Ben ik soms gebroken? Wil je
hier komen Statia, dan zal ik je eens wat
zeggen
Zij stond op en zag hem aan met be
droefde oogen, waarin de tranen glinsterden,
„En ik hield toch zooveel van je Johnnie!"
„Groote goedheid! wat bedoel je?"
„Ik bedoel, dat een arm meisje niets
voor jou is."
„Heb ik een woord gesproken over wat
je bezat? Al was je in lompen gekleed en
al ging je bedelen van deur tot deur, zou
ik toch hetzelfde gezegd hebben!"
„Ja, maar ik ben trotsch," zei Statia.
„Dan moest je ook te trotsch zijn om je
woord terug te nemen en te trotsch om
te denken, dat de man, die je lief heeft,
niets anders is dan een listige schurk. Ik
heb genoeg voor ons beidenkom dus hier
en praat nu geen onzin meer."
„Ik zal er over denken," zeide Statia
weifelend.
„Ik zal je geen tijd laten om er over te
denken."
Op dit oogenblik werd Dalton wakker.
Hij zag de biljetten op den grond en kwam
voor de eerste maal tot het besef, dat zijne
beste kleeren, bezield door een levend
lichaam, in de kamer waren.
„Het was een droom," prevelde hij we
zenloos glimlachend „Daar ben ik, rustig in
mijn eigen huis zittende."
Zijne oogen dwaalden weer naar de bil
jetten en zijne wenkbrauwen fronsten zich
in stille verbijstering.
„Dat ben ik, en niet jij," zei Johnnie.
„Ik kwam hier een bezoek brengen en
werd doornat, en Statia gaf mij droge
een station voor telegrafie zonder draad
oprichten, dat een kring van invloed
met een straal van 1500 K.M. zal be
strijken. De schepen op zee zullen zich
reeds bij den twaalfden lengtegraad ten
W. van Greenwich met den Duitschen
post in verbinding kunnen stellen, en
heel Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk,
Zwitserland, Engeland en Denemarken
komen binnen den kring van invloed.
Men hoopt dat in het begin van het
volgende jaar alle werkzaamheden ge
reed zullen zijn.
De Armenische archimandriet van
Geroesof in den Kaukasus heeft aan
generaal Takaisjwili om hulp geseind.
Volgens een rapport van den generaal
aan den gouverneur-generaal van den
Kaukasus zijn tien Armenische dorpen
in Geroesof uitgeplunderd. De bevol
king is er zoo ellendig aan toe, dat
generaal Takaisjwili den stadhouder
verzocht heeft zelf den toestand in
oogenschouw te komen nemen.
Uit Chicago wordt gemeld, dat daar
een bende ontdekt is, die er haar werk
van maakt, jonge meisjes uit Canada
en de Vereenigde Staten naar China
te zenden. Naar 't heet zijn reeds ver
scheiden meisjes als blanke slavinnen
tot hooge prijzen verkocht aan manda
rijnen, kwansuis als kinderjuffrouwen;
zij worden thans in het binnenland
van China gevangen gehouden. Twee
vrouwen, te Chicago en te Sjanghai,
schijnen de zaak te drijven.
De correspondent der Daily Telegraph
te Petersburg verneemt over de buiten-
landsche politiek van Rusland, betref
fende de geruchten over Ruslands plan
om een Midden-Europeesch verbond te
vormen gericht tegen het Engelsch-
Japansche verbond, dat, zoo er ooit een
dergelijk plan geweest is, het nu opge
geven is en Rusland zijn oude politiek
in Europa en Azië zal voortzetten, nl.
handhaving van het verbond met
Frankrijk zonder er andere ver strek
kende verbonden aan te paren, waarbij
het zijn vriendschappelijke betrekkin
gen met andere mogendheden aanhoudt.
Onderwijl zal het de ontzaglijke hulp
bronnen van het rijk ontwikkelen.
De New-Yorksche bladen bevatten
treurige berichten over Snij man's Boe-
renkolonie in Mexico. Naar 't heet,
kunnen de Boeren de toegezegde eigen-
kleeren, God zegene haar!
Mike stond op en wees naar den vloer.
„Zie je die dingen?" vroeg hij. „Ik ben
schoon op."
„Loop heen!" zei Johnnie, „je zult het
den eenen of anderen dag wel weer terug-
koopen. Leef kalm en wees niet n eer zoo
roekeloos met jegeld. Ik moet je wat
nieuws vertellen, Mike Dalton. Eustatia"
en hij sprak hierbij elke lettergreep
heel duidelijk uit gaat met mij trouwen
natuurlijk met toestemming van haar vader."
Zij wilde spreken, maar Johnnie legde
zijne hand op haar mond.
„Wat zeg je er van, Mike?"
„Dat is heel gelukkig voor haar", zei
Dalton. „Ik ben kapot".
Eustatia legde haar arm om Johnnie's
hals en haar warme vingers raakten zijn
wang aan.
„Zijn die biljetten al ergens aangeplakt?"
vroeg Johnnie, moed vattende, terwijl hij
voortging.
„Ze zullen er morgen aan gaan." v
„Hoeveel heb je noodig om de boerderij
te redden?"
„Tweehonderd pond."
Het was eene groote som voor Johnnie;
maar hij knipoogde slechts even en zette
door.
„Dan zullen de biljetten niet worden
aangeplakt. Ik zal je de tweehonderdlee-
nen, en 't is waarlijk een klein bedrag om
daarvoor in een fatsoenlijke familie te
komen."
„Johnnie Ryan, meen je dat?" riep Dal
ton uit, nu geheel nuchter geworden,
„Dat doe ik, zoo waar als ik hier sta!"
Mike zonk achterover in zijn stoel en
bedekte zijn gezicht met zijne handen.
Statia, alle terughouding vergetende, sloeg
hare armen om Johnnie's hals en weende
op het zijden vest.
Het was het schoonste oogenblik van
Johnnie's leven.
Sakkerloot," zeide hij, „ik zal net zoo'n
pak kleeren koopen als dit, en dan zal ik
mettertijd wel leeren een heer te zijnl"
NIEUWSBLAD
Naar het Engelsch.
iüL'.U'i J»
(jSlot.)