el Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Ons Doelwit.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2481. Zaterdag 2 December.
FEUILLETON.
Een zware stryd.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1905.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7'/s ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Wanneer men zich afvraagt, hoe het
komt, dat slechts een gering gedeelte
van de menschen, in datgene wat zij
zich voorgesteld hebben te zullen be
reiken, niet slagen, dan is een der
meest sluitende antwoorden hierop: „dat
zij de omstandigheden niet hebben aan
gegrepen om ze te doen verkeeren in
gelegenhedenZij hebben soms be
kwaamheden genoeg in zich, maar wer
pen de spoel van het levensweb ledig
heen en weder en het ware levens-ge-
weefte blijft onafgewerkt.
Daarom heeft men dan alleen ook
kans van slagen, wanneer men een vast
levensdoel voor oogen heeft al zijn
aandacht dus op dat levensdoel concen
treert. De zwakste mensch kan dan
iets groots, iets nuttigs tot stand bren
gen. Een gestadige drup holt de harde
bergwand, niet de bruisende bergstroom,
die met donderend geweld er over heen
stroomt en geen spoor achterlaat.
Wij leven in de eeuw van concen
tratie van arbeidskracht. Evenals de
techniek zich bezighoudt met vraag
stukken om een stoommachine te ver
vaardigen, die bij de grootst mogelijke
krachtsontwikkeling, de kleinste ruimte
inneemt, evenzoo vraagt de maatschappij
meerdere menschenkrachten in een per
soon.
Verzamel de zonnestralen in een
brandglas en zij ontsteken een vuur,
dat een stad kan doen verbranden, ter
wijl iedere zonnestraal alleen daartoe
niet in staat zou zijn.
Daarom kan gezegd worden, dat het
succes der groote mannen te danken is
geweest aan het toebrengen van moker
slagen op eenzelfde aanbeeld, totdat zij
het doel bereikt hadden.
De moeilijkste zaak voor meisjes en
jongens is het vestigen van al hun aan
dacht op de les voor morgen en
niets anders te doen dan wat hun
oogenblikkelijke plicht is. Daarom zoo
wel in studie ais in zaken is het niet
alleen het ijzer smeden als het heet is
maar ook„op het ijzer slaan tot het
heet wordt
Hij alleen kan vooruitkomen, die zijn
krachten binnen één kanaal houdt
het voor oogen houden van een vast,
onwrikbaar doel is immers het ken
merk geweest van menschen, wien het
voor den wind ging.
Edward Sugden, later Lord St. Le-
10
Voor den politie-commissaris had zij, de
eerste getuige, hare verklaringen afgelegd
in de opgewondenheid, die onmiddellijk
gevolgd was op het vreeselijkevragen voor
uitloopend heftig en verwardtelkens zich
onderbrekend met hartstochtelijke uitroepen
en korte vloeken, bijzonderheden verduide
lijkend met wilde ruwe gebaren.
Het bloedige visoen stond voor hare oogen
als een helle vlam en hare gedachten kring
den er heen, als vlinders fladderend in
doodsangst om het lamplicht, dat hen aan
trekt.
Toen volgde de gerechtelijke instructie.
Zij duurde kort.
Het be wijs-materieel voor de feiten was
ruimschoots voorhanden en de beklaagde
had geen enkele poging gedaan om te ont
kennen.
De dag van de terechtzitting was het
verschrikkelijkst. Er waren weken en weken
sedert dien noodlottigen avond verloopen;
onder den invloed van de dagelij ksche sleur
harer werkzaamheden was eene periode van
verdoffing ingetreden als natuurlijke reactie
op de heftige aandoening van verbeelding
en zenuwen door dat oogenblik van schok
kende werkelijkheid.
In den eersten tijd was het visioen haar
vaak zelfs op de fabriek onder het werk
verschenen; dan gingen hare handen met
koortsige haast, sneller en sneller, totdat
het akelige beeld verdrongen, overweldigd
onard zeide: toen ik in de rechtsge
leerdheid begon te studeeren, besloot ik
alles wat ik leerde volkomen mijn eigen
dom te maken en nooit tot iets anders
over te gaan, voor ik het eerste goed
had begrepen.
Yele mijner medestudenten lazen zoo
veel in een dag, als ik in een week,
maar na verloop van een jaar was mijn
kennis nog even frisch en krachtig als
op den dag dat ik ze verkreeg, terwijl
de hunne uit hunne herinnering was
weggeveegd.
Welk een schitterend voorbeeld van
concentratie, van energie, is William
Pitt Engelands eerste minister. Zijn
doel was het hebben van de politieke
oppermacht in Engeland. Alles was
hem onverschillig. Hij veronachtzaamde
zijn vrienden, lette niet op zijn inko
men, roeide in zijn hart een hechte en
teedere liefde uit, omdat zij zijn doel
in den weg stond. Noch links noch
rechts week hij af recht op het
doel af.
De fijne, onzichtbare punt van den
naald opent den weg voor het dikkere
gedeelte. De man, wiens werk zich
slechts in één richting beweegt, die
vlijmende man is het, die zich een weg
banend door moeilijkheden, tot een
schitterend resultaat zal geraken. Waar
wij de kleingeestige toewijding: moeten
vermijden aan slechts één denkbeeld
te hangen, dat de harmonische ontwik
keling onzer geestvermogens in den weg
staat, moeten wij tevens de versnippe
ring onzer krachten schuwen.
Een kind leert loopen door zijn oogen
op een doel te vestigenleidt men zijn
aandacht af, dan valt het wicht; daarom
moeten we geen weer-haan-menschen
zijn, maar een vast doel voor oogen
hebben.
Men vraagt niet: wie zijn uw voor
ouders, zijt gij van adel, hebt gij geld,
aan een jongman, maar wel: hebt gij
kennis. Die kennis wordt verkregen
door werken werken voor een vast
doel.
Welk evenredig leven, onverschillig
hoe veelzijdig begaafd is een centraal
doel, waarbij alle vermogens in het
brandpunt vereenigd worden. In de
schepping zien wij geen verspilling
niets is toevallig. Sedert de scheppings-
spoel voor het eerst door de bandelooze
wereldmassa schoot, is de loop van alles
bepaald. Elk blad, elke bloem, elke
stroom, elke storm zelfs, draagt den
stempel van een doel, dat onmiskenbaar
heenwijst naar het toppunt van de
schepping de mensch.
was door de indrukken van het oogenblik.
Maar dikwijls rees het in den nacht voor
haar op, zoodat zij er tegen schrikte om
zich ter ruste te leggen, en somtijds be
nauwde het haar in den droom en werd
zij met een gil wakker. Dan moest zij op
staan, licht aansteken, heen weer loopen,
om haar hevig kloppend hart tot bedaren
te brengen.
Allengskens echter scheen het visoen voor
goed gebannen; het gebeurde bleef haar
wel steeds bij, maar zij zag het in het licht
eener verflauwde herinnering: de gedachte
er aan kon zij niet van zich afzetten, maar
die gedachte was als een eeuwigdrukkende
last geworden; zij bracht geen verschrik
king meer.
Vroeger rees herhaaldelijk in haar geest
een voorstelling van het gebeurde op, die
scheen te leven en daardoor ontzettethans
was die voorstelling blijvend geworden;
maar verbleekt en verstijfd tot een dood
beeld.
Daar kwam de dagvaarding, die haar op
riep ter terechtzitting.
In angstige spanning verbeidde zij dien
dag. Zij zou den beklaagde terugzien. Zij
zou weer moeten antwoorden op al die vra
gen, wroetend in dat vreeselijk verleden.
In de getuigenkamer moest zij ruim een
uur wachten, zij en haren moeder. Er klonk
een zacht gegons van stemmen, bij wijlen
overheerscht door onverschillig luid spre
ken van enkelen, somstijds overgaande in
doodsche stilte en herhaaldelijk afgebroken
door de harde stem van den deurwaarder,
de zaak uitroepende, dis aan de orde was,
en de namen der getuigen, die in die zaak
gedagvaard waren. Dan volgde een geschui
fel van voeten naar de deur, die toegang
gaf tot de rechtszaal, en dan weer werd
Jonge menschen raadt men dikwijls
aan hoog aan te leggen, maar wij moeten
aanleggen op hetgeen wij willen raken
De poolster staat onbewegelijk
steeds wijzend noordwaarts terwijl dui
zenden sterren om haar heen wenken.
Zoo vinden wij ook op ons levenspad
lichamen die ons toewenken, om ons
af te leiden van den weg van waarheid
en plicht: laten wij echter nooit, door
die sterren, die met geleende glans
schitterend verblinden maar geen leidster
zijn, de naald van ons doel afwenden
laten, van de noordster onzer hope,
maar zeggen: dit eene doe ik.
Itiiitenlanil.
Over de grens bij Schoonebeek (Zuid-
Drente) is in de Witmarschen in een
groot woud een hol ontdekt door jagers,
waarin vier zwaar gebaarde mannen en
eene vrouw huisden. Ook vond men er
in vele breekwerktuigen, enorme hoe
veelheden spek, hammen, vleeschstuk-
ken, huismeubelen enz. Bij de nadering
der jagers sloegen allen op de vlucht,
doch twee der mannetjesmenschen wer
den gevat. Men klaagde in de laatste
jaren in die streken zeer over diefstallen,
zonder dat de daders werden ontdekt.
De Daily Telegraph verneemt uit
Konstantinopel, dat terwijl het Turk-
sche volk gelukkig onbekend is met
het gewapend optreden der mogend
heden te Mytilene, de ambtenaarswe
reld er zeer door verbolgen is, en den
Sultan aanzet, de gezanten uit Kon
stantinopel weg te jagen. Men acht het
onwaarschijnlijk dat de Porte zal toe
geven, tenzij een schikking ter zake
van Macedonië tot stand komt, waarbij
Turkije daar het finantieel beheer be
houdt.
De toestand in Rusland.
Een bericht uit Moskou, Woensdag
verzonden, luidtDe repressieve maat
regelen van Doernowo, den minister
van hinnenlandsche zaken, tegen de
post- en telegraafambtenaren, het ver
bod om lid van den bond te worden
en het ontslag van 25 organisators van
den bond, noopten de ambtenaren gis
terenochtend vroeg Witte telegrafisch
om vervulling hunner wenschen binnen
twaalf uren te vragen. Daar er geen
antwoord uit Petersburg kwam, besloten
de ambtenaren tot staking. Ook het
telefoonverkeer te Petersburg en Moskou
staat stil. In alle groote centra zooals
Siberië, Charkof, Odessa, Rostof, Riga,
Libau enz. staken de post- en telegraaf
ambtenaren.
Over den toestand te Sewastopol,
het stil.
Het verbaasde haar, dat al die menschen
zoo kalm schenen en zoo onverschillig voor
hetgeen hun daarbinnen wachtte, terwijl
haar hart, telkenmale als de man met het
gele lint zich weder in de deur vertoonde,
bonsde bij de gedachte, dat het thans haar
beurt kon zijn, om voor de rechtbank te
verschijnen.
Zij begreep hare moeder niet, hoe die,
belangwekkend als zij zichzelve vond, nu
zij voor het eerst in haar oude leven, en
wel in zulk een geruchtmakende zaak ge
tuigenis der waarheid zou gaan afleggen,
druk en gewichtig met een juffrouw naast
haar over dat verschrikkingsuur kon zitten
kakelen en wauwelen, daarbij in den breede
uitspinnend over de onbeduidende bij-om
standigheden, waarin ze betrokken was.
Het was niet om uit te houden. Zenuw
achtig drentelde zij nu en dan heen en
weer, om na eenige oogenblikken weder
neer te ploffen op hare oude plaats in
angstig versuffen.
Daar schrikt het haar op„Zaak Schui-
link! De getuigen Lena Vervoort, Geer-
truida Vervoort, Hendrik Pieter Jansen
Is u dat Gaat u maar naar binnen
Gijsbert Willems
Zij hoorde de stem van den deur
waarder niet meer zij had reeds den drem
pel der rechtszaal overschreden en zag,
voorwaarts wankelend, de hand strekkend
van bankleuning naar bankleuning, in een
groote, helderlichte ruimte, waaruit haar
blik een vagen indruk opving van een
groene tafel, waarachter welgedane gezich
ten boven zwarte toga's en witte beffen,
en een gestalte, die met den rug naar haar
toe in de bank der beklaagden stond. De
waar 21.000 man met geschut samen
getrokken zijn, zijn er zeer verontrus
tende berichten in omloop. Naar luid
daarvan, werd de Zwarte-Zeevloot, die
met den kruiser Otsjakof gemeene zaak
gemaakt en de Andriesvlag door de
roode vlag vervangen had, Woensdag
middag om 3 uur door seinen van den
wal gelast zich over te geven. Het ant
woord was een weigering. Daarop kre
gen de batterijen aan den Noordkant
bevel het vuur op de schepen te openen.
Maar die batterijen sloten zich bij de
muiters aan en begonnen samen met
de vloot de stad en vooral de batterijen
aan den Zuidkant te beschieten. Luite
nant Schmidt voerde het bevel over
de schepen. De helft van de stad werd
verwoest, maar ook het eskader leed
sterk. De Otsjakof en de Dnjesti werden
in den grond geboord, de Panteleimon
(de vroegere Knjas Potemkin) werd
zwaar beschadigd; eenige torpedobooten
liepen op den wal. Het regiment van
Brest bestormde de batterijen om ze tot
zwijgen te brengen, 's Middags om 5
uur werd Schmidt doodelijk gewond.
Daarop gaven de muiters zich over.
De Petersburgsche telegrammen in
de Berlijnsché bladen van Donderdag
avond luiden weer zeer pessimistisch
met het oog op de positie van Witte,
die nergens vasten steun zou vinden,
noch bij de liberalen, noch bij het hof,
zoodat bij de zemstwo-lieden in staat
kundige en handelskringen het vertrou
wen in het kabinet-Witte zichtbaar
vermindert.
Het sterkste schijnt wel de socialis
tische oiganisatie te zijn, die onom
wonden aankondigt, dat na terzijde
stelling van de regeering, de kapita
listen aan de beurt zullen komen.
De reactionnaire hofpartij doet alle
mogelijke moeite om, onder het uit-
deelen van belangrijke geldsommen,
uit allerlei gewillig volk een militie
op te richten, die trouw aan den Keizer
is en hoopt op den spoedigen val van
Witte als het teeken om de vrijzinnige
beweging in bloed te smoren.
De socialisten gelooven daarentegen
op zijn laatst einde December over ge
heel Rusland een nieuwe algemeene
staking te kunnen doen ingaan, en re
kenen er op, zooals de Petersburgsche
correspondent van de Vossische Zeitung
via Stockholm seint, dat alle technische
troepen-afdeelingen met hen zullen
medegaan.
De eerste gardedevisie in Petersburg
vertrouwen zij nog niet, ofschoon reeds
twee harer kapiteins als politiek ver
dachten gevangen genomen zijn.
De correspondent, die in tegenstel
ling met het Duitsche gezantschap de
toestanden in Petersburg als verergerd
beschouwt, is van meening, dat de
deurwaarder, haar achterop gekomen, wees
haar een plaats aan op de voorste getuigen
bank. Werktuigelijk ging zij zitten.
Eerst ging alle geluid over haar heen het
voorlezen van de akte van verwijzing, van
verklaringen der deskundigen en andere
stukken. Haar oog rustte op de advocaten-
bank, waarin enkele leden der balie met
onbelangstellende gezichten voor zich uit
tuurden, terwijl de ambtshalve toegevoegde
verdediger in de voor hem liggende dag
vaarding verdiept scheen haar blik dwaal
de af naar de tafel der verslaggevers, van
wie er een paar glimlachend en de hoofden
bij elkaar gestoken zaten te fluisteren. Dan
zag zij voor zich de prettig blozende tronie
van den president der rechtbank, met tin
telende, grijze oogjes achter zijn brillegla-
zen, een grauwen snor en sik en een joligen
trek bij den mondhoek.
Al die menschen zagen er zoo bedaard
uit, gemoedelijk en in een kalme of luste-
looze afwachting, dat het vreemd aanbotste
tegen haar stemming van pijnlijke beklemd
heid, die allengskens verevenend tot doffe,
lijdelijke berusting.
„Beklaagde, je kunt gaan zitten klonk
de heldere stem van den voorzitter.
Het greep haar aan als een plotselinge
schrik. Snel wendde zij het hoofd om naar
de bank van den beschuldigde. Daar zat
hij geel-bleek, in slordige, sjofele kleeding
hunne oogen ontmoetten elkander en de
flikkering van haat in de zijne ontzette
haar. Sidderend zag zij voor zich.
Ja, het was zoohij was dol op haar
geweest, op „die gemeene meid" zooals hij
zeide, tot gek wordens toe; zij was zijn
meid, dat wist de heele fabriek, maar zij
had hem getergd met dien ander en ande-
reactionnairen evenals de socialisten
een nieuw bloedvergieten tot steun van
hunne plannen wenschen en acht dit
dan ook onvermijdelijk, waarbij het
Keizerlijke huis en de bourgeoisie de
rekening zouden moeten betalen.
De eenige uitweg zou misschien nog
zijn de reactionnaire bijregeering, door
onmiddellijke verwijdering van den
minister van hinnenlandsche zaken
Doernowo, alsmede van Ignatief en
Trepof, van het hof te doen verdwijnen
om aan Witte inderdaad de macht en
de bevoegdheden van een minister
president te geven.
Poolsche recruten hebben geweigerd
den eed van trouw aan den Tsaar af
te leggen.
Op het station Mandtsjoeria hebben
reservisten de aldaar door de spoorweg
staking opgehoopte talrijke waggons en
locomotieven vernield, groote voorraden
goederen verbrand en geëischt onmid
dellijk naar het Europeesche vaderland
te worden teruggebracht.
Een aantal manschappen van de Gele
kurassiers, de huzaren van de Lijfwacht,
en van het z.g. Jagerregiment van de
Keizerlijke familie zijn te Tsarskoje
Selo gevangen genomen wegens het
stellen van eischen en het protesieeren
tegen hun gebruik als politie.
De Frankf. Ztg. deelt het volgende
mede uit een particulieren brief uit
TambofDe oproerige boeren begaan
vreeselijke daden. Zij zijn nu bijna tot
de stad genaderd, de vluchtende land-
heeren vervolgende. De stad wordt zoo
wel van buiten door de moordlustige
boeren als in het inwendige door de
zwarte benden bedreigd, die de men
schen openlijk opruien om de ontwik
kelden te vermoorden.
De boeren branden en plunderen in
vijf kreitsen van het gouvernement
Tambof; waar de landheeren gevlucht
zijn, vieren de boeren hun woede op
het stomme vee bot. Zij houwen de
koeien een poot af, snijden de paarden
de tong uit, jagen schapen op een hoop,
begieten ze met petroleum en steken
ze in brand. Welk een beest moet de
boer zijn geworden, dat hy geen mee-
doogen meer heeft met het onschuldige
vee. Wie maar kan, vlucht naar het
buitenland.
De Standard verneemt uit Moskou,
dat de Engelsche gezant te Petersburg
alle Engelsche consuls in Rusland heeft
kennis gegeven, dat hij alle Engelschen,
die wenschen naar Engeland terug te
keeren zal bijstaan. Degenen, die ach
terblijven, doen dit op eigen risico.
De Fransche, Duitsche en Engelsche
consuls te Moskou besloten gezamen
lijk te handelen.
De wildste geruchten zijn in omloop,
waaronder ook het bericht, dat Witte
ren hadden hem ook getergd, weer op een
andere manier, met praatjes en giftigen
spot. En in die herberg had hij haar toen
's avonds gezien, met hém, en „Ga mee",
had hij haar toegebeten, „of ik bega een
ongeluk En toen had ze hem uitgelachen,
en hij, die ander, hij had er bijgestaan en
gezegd „Ze wil met jou niks meer te doen
hebben
Toen was het gebeurdtoen had hij hem
het mes in de borst gestooten. Ja 't was
waar, hij hèd het gekocht, gekocht met de
bedoeling om het te gebruiken, zooals hij
het gebruikt had; maar niet, als zij met
hem mee was gegaan.
Dat was het mes, ja, en da&r had hij
het gekocht, voor zoo en zooveel, juist, zoo
was het. En de eerste getuige wist niet,
of het dat mes was geweestmaar dat be
bloede vest, dat herkende zij, dat had de
verslagene aan gehad dien avond
En telkens, telkens weder, altijd hetzelfde;
Zóó had de verslagene gestaan, zóó was hij
gevallen; dit had hij, dkt de beklaagde ge
sproken dit de eerste getuige, dat anderen
gezegd, geroepen, gedaan; dit had de een,
dat de ander gezienEn de wond was
zóó diep, zóó breed, en het mes was een
deugdelijk wapen en de stoot was doode
lijk
Na dien dag kwam er een lijdenstrek in
het jonge, ronde gelaat van Lena Vervoort.
De oogen werden stil en ernstig en zij ging
mot lichtgebogen hoofd. Dat deed de wroe
ging. Die één was dood en tot vijftien jaar
gevangenisstraf had de rechter Schuilink
veroordeeld.
{Slot volgt.)