iiet Land van Heusden en Allena, de Langslraal en de Bommelerwaard,
Kinderlectuur.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2482. ff oensdag O December.
FEUILLETON.
Een zware strijd.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1905.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De tijd is weer daar, waarin de boek
winkels overstroomd worden met kin
derboeken, het een al mooier in den
band als het andere, dienende als ge
schenk voor onze jongens of meisjes.
Door deze groote toevloed is de keuze
moeilijk en toch is het van groot be
lang voor de ouders om goed toe te
zien wat de kinderen ontvangen, want
er zijn helaas ook veel slechte kinder
boeken in den handel.
Angstvallig letten vele ouders op
den omgang van hun zoontje of doch
tertje met andere kinderen, maar op
hetgeen hun kinderen lezen wordt dik
wijls mmder gelet.
En toch, als vele ouders wisten hoe
vele kinderboeken in de wereld kwa
men, hoe ook hier de geldkwestie een
hoofdrol vervult en er minder op wordt
gelet of het leerzaam, of het goed is
voor het kind, waarlijk zij zouden ook
hierin niet achteloos te werk gaan, maar
wel degelijk eerst kennis nemen van
den inhoud van het boek.
Maar er zijn er gelukkig ook nog,
die zich uit hartelijke belangstelling in
't kind aan 't schrijven zetten. Bij hen
staat niet de geldquestie op den voor
grond, maar wel de vraagHoe het
kind gelukkig te maken?
O, 't is zulk een genot een kind te
zien met een mooi boek
Hoe die woelige jongen, dat drukke
meisje, wier mond anders nooit stil
staat, daar nu stil en roerloos zit, ge
heel opgaande in de lectuur Zie,
het gelaat verft zich allengs met een
verhoogden blos, de kleine vuist balt
zich bij wijlen, soms stokt de adem,
heel even Ge roeptde oogen zien
u aan met iets afwezigs in den blik,
de jeugdige geest verwijlt nog bij fic
tieve jongens en meisjes, bij helden en
heldinnen, roovers en soldaten, toove-
naars en feeën
En dan die enthousiaste uitroep Hè,
hoe mooi, hoe echt!"
Een kind is zulk een dankbaar lezer.
Zooveel schandelijker is het daarom,
hiervan misbruik te maken en het kind
waardelooze of giftige prullen in han
den te stoppen.
Een goed kinderboek moet boeiend
zijn, er moet wat in gebeuren, doch
die aantrekkingskracht moet niet gele
gen zijn in een beschrijving van boven-
menschelijke toeren en zonderlinge
avonturen, noch in een prikkeling van
den kinderlijken strijdlust. Weg dus
met Yan Balen's Jongensblad vol bloe-
2-)
Zij had van geen van beiden gehouden,
werkelijk gehoudenzij had maar een licht-
zinnigen omgang met hen gehad. Genot,
dat was het wat zij had nagejaagd, onver
schillig of de een dan wel de ander het
haar verschafte; het genot van in herbergen
met hen te drinken en te joelen, gelijk er
andere meisjes en jonge mannen tierden
en dronken; van half-zelfvergeten in ruwe
omhelzingen; van het met anderen mee
doen, en haar behaagzucht, haar ij del
heid hadden haar uit de armen van den
een in die van den ander gedreven.
En nu, nu kwam het haar voor, of de
een dood was en de ander gevangen zat,
voor vijftien jaar gevangen zat, door
hóór schuld.
De mannen meden haar; het was of zij
instinctmatig gevoelden, dat zij ontoegan
kelijk voor hen was door het verleden.
Men zag haar niet meer in de herbergen.
Zij was niet meer onder de zwermen fa
brieksmeisjes, die joelend en zingend huis
waarts trekken.
Alleen ging zij haar weg; ijverige werk
ster op de fabriekweinig spraakzaam,
nimmer vroolijk thuis. Hare moeder begreep
er het hare van. Het kwam niet in haar
op, dat Lena iets als zelfverwijt zou kunnen
gevoelen. De oude sloof was een ruwe, grof-
bewerktuigde natuur; ruw en grof was haar
werk geweest, ruw en grof haar genot, haar
derigeludianengeschiedenissen, weg met
Aimard c.s., die de kinderlijke verbeel
ding overprikkelen en soms den jongen
lezer tot onberaden stappen verleiden.
Uit een goed kinderboek moet wat
te leeren vallen. Het kind moet zijn
boek niet uit de handen leggen, zonder
dat er in de jonge ziel nieuwe zaadjes
ter kieming zijn gelegd. Wie het dus
bestaan wil, een kinderboek te schrijven,
zorge in de eerste plaats dat hij iets
te zeggen heeft, en wat hij te zeggen
heeft, vertelle hij zóó, dat het 't kind
belang inboezemt en tevens zóó, dat
de taal geen geweld worde aangedaan.
Maar al ware het, dat iemand de
schoonste geschiedenissen in 't hoofd
had en beschikte over het puik van
stijl, zoo zijn boek niet gegroeid zij
onder schutse der liefde, heeft het als
kinderlectuur nog geen waarde.
Wie voor kinderen wil schrijven,
moet zich in hun spheer weten te ver
plaatsen men versta ons welwij
zeggen niet „afdalen", zooals eertijds
de geijkte term was.
De ziel van een kinderschrijver gaat
vanzelf open voor wat er straalt uit
de oogen, die nog zoo vragend de
wereld inblikken. De warmte eener
kleine hand doet hem ontroeren. Hij
weet, wat poëzie er schuilt in 't ge-
dachtenleven van een kind. Wanneer
hij zich aan zijn schrijftafel zet, ziet
hij reeds in gedachten de blijde ge
zichten waarmede zijn boek zal ont
vangen worden en 't wekt hem op om
in zijn werk zijn eigen ziel te leggen.
Zóó ontstaat een echt kinderboek.
Wie er dus een wil schrijven, geve
zich zelf, geheel. Hij zij waar.
En aan de ouders of opvoeders der
jeugd kunnen wij geen betere raad
geven dan, oordeel zelf bij de keuze
der kinderboeken, opdat uw kind een
boek in handen worde gegeven, waar
het wat aan heeft, dat leerzaam en
tevens een nuttige uitspanning zij.
lltiiteiilaad.
Een jongedame uit Gheel, mej. Flo
rence Belmans, had Maandag inkoopen
gedaan te Antwerpen, 's Namiddags 2
uur ging zij met den trein terug. Eerst
zat zij alleen in een coupé, maar te
Lierre kreeg zij een net gekleed man
tot reisgenoot. De trein was nauwelijks
weer in beweging, of deze man haalde
een revolver uit zijn zak. Hij richtte
het wapen op de jongedame en dwong
haar, hem al haar geld af te geven.
Aan het volgende station sprong hij
haastig uit den trein en maakte zich
uit de voeten.
leven lang. Ook zij had een jeugd achter
zich als die van hare dochter.
Wat kon zij anders denken dan dat het
meisje maalde over „dien dooien slampam
per." Haar troostredenen konden voor Lena
niet opbeurend zijn.
De man in de gevangenis de bleeke,
jonge man, met zijn van haat flikkerende
oogen en die ander, stervend in zijn
bloed, dat waren de schimmen uit het
verleden, die het meisje achtervolgden, die
telkens en telkens weder opdoemden voor
haar geestesoog. Zij was geen ruwe, grof-
bewerktuigde natuur, zooals zij zelve geweest
was; die eene, groote, heftige schok had
het vermogen om te gevoelen in haar wak
ker geschud, zoodat zij nu kon lijden, lijden
met haar ziel.
En zij leed het grievendst leed, dat de
mensch lijden kan: het leed van bittere
wroeging.
En omdat juist dit haar leed was, kon
ook zelfs de Tijd, die groote heelmeester
van zielwonden, het niet lenigen.
Een kon het tot zwijgen brengen: de
Dood!
Zou het waar zij n Alleen de Dood
„O ja, dank u, juffrouw, ik voel me nou
veel beterik dank u wel, en ook uw
zoon, voor dat ie me uit het water heeft
gehaaldik zou nou wel weer weg wil
len gaan, juffrouw,als m'n kleeren
droog waren."
„Neen, kind, hou je gemak nog maar
watJe kleereD zijn zeker nog niet
droogVind je 't hier dan zoo onple
zierig
„O neen, dat niet, maar
„Nou, dan blijf je nog wat hierHoe
Bij een ontploffing in een mijn te
Diamond ville (Colorado), werden 21 man
nen gedood en 33 levend begraven.
Aangezien ten gevolge van de ont
ploffing in de mijn brand ontstond, be
staat er weinig hoop dat zjj nog gered
zullen worden.
De agitatie der Londensche werkloo-
zen begint weer, ofschoon de inschrij-
vingslijsten, waarvoor door de koningin
het initiatief genomen werd, tot dusver
reeds f 1.500.000 hebben opgebracht.
Een van de woordvoerders der werk-
loozen heeft Zondag een redevoering
uitgesproken, waarin hij zeide, dat deze,
indien zij niet een wettig middel von
den om aan voedsel te komen, het
zouden trachten te verkrijgen met ge
weld, „want", voegde hij er bij, „'t is
beter strijdende te sterven, dan te ster
ven van honger".
Verschillende andere sprekers gaven
critiek op de inschrijvingslijst waarvoor
de koningin het initiatief nam; zij
protesteerden tegen de aalmoes en vroe
gen werk. Er werden verscheiden per
sonen] in hechtenis genomen. Men
vreest, dat er een nieuwe reuzenbetoo-
ging door het West End zal plaats
hebben, en een minder vreedzame dan
die van tien dagen geleden.
Saksische sociaal-democraten te Dres
den hebben Zondag betoogingen voor
algemeen kiesrecht gehouden. Duizen
den trokken uit de vergaderingen naar
het midden van de stad, tot in de na
bijheid van het paleis en het raadhuis.
Aan de Augustus-brug brak de menigte
door een gordel van politie-agenten heen.
De politie trok de sabel. Ook bij de
Ksning-Johanstraat ontstond een ern
stige botsing. Een troep menschen school
den samen voor het huis van minister
v. Metzsch. Er werden vele menschen
opgebracht. De troepen stonden klaar,
maar behoefden niet uit te rukken.
Te Chemnitz zijn dergelijke betoo
gingen en relletjes geweest.
Uit Weenen werd Dinsdag gemeld:
De avondbladen maken bekend, dat
verscheidene regimenten van de gar
nizoenen Weenen, Linz, Wels, Krabau
en Olmutz order hebben gekregen zich
gereed te houden onmiddellijk en op
het eerste bevel naar Bohemen te ver
trekken.
De gisting in de gemoederen in ze
kere gedeelten van Bohemen zou dezen
maatregel noodzakelijk hebben gemaakt.
De toestand in Rusland.
Uit Berlijn wordt gemeld:
In weerwil van alle tegenspraak blij
ven hardnekkige geruchten in omloop
over een aanslag op den Tsaar.
De correspondent van de Vossische
Ztg. te Petersburg meldt dat de ge-
kwam je toch zoo in die bijt?"
Het meisje keek schuw op en zweeg een
oogenblik.
„Ik heb me willen verdrinken," zei ze
dof en met neergeslagen oogen.
„Hemelsche genade I" riep de oude juf
frouw.
„Maar kind"begon de zoon.
„Maar hoe kwam je daar toe?" vroeg
de oude juffrouw verschrikt.
„Och, juffrouw
Het meisj e sprak niet verderze zag
voor zich.
„Stmoederfluisterde de zoon hoofd
schuddend.
„Nou," hernam deze, „je hoeft het ons
niet te zeggen, als je niet wil, kind. Maar
als ik je weg liet gaan nou, zou je dan
weer
„O neen riep het meisje rillend. „Weer?
Ik zou niet durvennou niet ten minste
„Kind, kind, hoe kon je toch zoo komen
„Stmoeder, begrijp het toch fluister
de de zoon weer.
Het meisje had opgezien met een snel
len blik.
„Neen," zei ze, "dat is het nietOch,
juffrouw, u is goed en uw zoon is ook goed
Het is misschienWeet u nog van die
zaak van Schuilink voor de rechtbank,
nou zeven maanden geleden
„Schuilink?" vroeg de juffrouw, zich be
zinnend.
„Schuilink Jawel I" viel de zoon in. „De
moord in de Hofstraat."
„Ja," hernam het meisje, en haar stem
trilde. „Ik ben Lena Vervoort."
„Nou
„NouIk heb verkeering met Schui
link gehad zoo'n losse verkeering,"
ruchten over het ten hove gebeurde
een vasteren vorm aannemen. Volgens
de eene lezing zou grootvorst Dmitri
Konstantinowitsj den Tsaar aan de hand,
volgens een andere een tweede groot
vorst hem aan het hoofd verwond heb
ben door een revolverschot.
De minister van het keizerlijke hof
weigert eenige inlichting te geven.
Dezelfde correspondent meldt dat aan
de beurs te Petersburg een wisselagent
gedreigd heeft een hofmakelaar over
hoop te schieten, toen deze laatste hem
wilde verhinderen een rede tegen de
Rijksbank te houden. Hij verklaarde
dat de Rijksbank al weken lang met
valsche te hooge noteeringen werkte,
ofschoon zij er niet aan dacht, bestel
lingen tegen de genoten koersen uit
te voeren. Hel gebeurde wordt in bank-
kringen druk besproken.
Het verhaal van een aanslag op den
Tsaar in diens paleis te Tsarskoje Selo
door een der grootvorsten, schijnt nu
ten slotte hierop neer te komen, dat
grootvorst Wladimir Alexandrowitsj,
oom van den Keizer, dezen heeft aan
gerand in verband met het huwelijk
van grootvorst Cyrillus. Van een ver-
wondiug van den Tsaar blijkt echter
niets, maar wel werd Wladimir bij dit
liefelijk familietafereel erg toegetakeld
door 's Keizers broeder Michael.
Uit Odessa moeten tot dusver 50,000
inwoners zijn gevlucht. Uit Warschau
loopen de Joden bij honderdtallen weg.
In laatstgenoemde plaats liggen op het
hoofdpostkantoor 200 buitenlandsche
postzakken op sorteering te wachten.
Volgens den Petersburgschen corres
pondent van de Daily Mail hebben de
uitgezonden sappeurs bevonden, dat de
werkstakers de telegraaflijnen voorbij
Viborg Zaterdag zoo vernield hebben
dat het herstel lang zal moeten duren.
Bovendien hebben de stakers gedreigd,
ook den Finschen kabel te zullen ver
nielen, zoodra de sappeurs de landlijn
willen herstellen.
De anarchie in Rusland is volgens
den correspomdent dermate toegeno
men, dat iedereen, zelfs Witte, een
dictatorschap verwacht.
Duitsche torpedojagers zijn weer op
de Russische kust geziende Tsaar en
keizer Wilhelm moeten telkens berich
ten wisselen.
De Petersburgsche correspondent van
de Times heeft vernomen dat drie regi
menten te Riga geweigerd hebben, po
litiedienst te verrichten. Te Petersburg
mogen de troepen niet uit de kazernes
komen.
De door 200 afgevaardigden uit post
en telegraafambtenaren te Moskou ge
stelde eischen zijn
1. Erkenning der Al-Russische Ver-
verduidelijkte ze met aarzelende stem en
weer sloeg ze de oogen neder.
„Ja, ik weet," sprak de zoon, „het was
uit jaloezie. Je hield zeker veel van dien
ander, en daarom
Neen, neen, neenDaarom niet
dat was het nietIk hield niet van
hem, ik hield niet van den ander, ze kon
den me niet schelen, haast nietsMaar
dat mes dat bloed Ik kan het nog
alles voor me halenEn het was m ij n
schuld, want ik was met dien ander ge
gaan M ij n schuld is het geweest, dat
ie het deedm ij n schuld, dat ie nou in
de gevangenis zit, misschien voor z'nheele
levenO, God, het is zoo verschrikke
lijk Was ik maar verdronken
„Denk je dat, dat het jou schuld is?"
vroeg de zoon.
„Ja Is dat dan niet zoo?"
„Als je dat zoo denkt, dan ben je nou
veel beter dan je tóen was; want toen was
je slecht. Maar je schuld was het niet, dat
zeg i k je."
„M'n schuld niet? En als ik niet zoo
slecht tegen hem was geweest? Want ik
ben slecht tegen hem geweest Hij
was gek op me en ik had hem voet gege
ven Hij had recht op me O,
u weet niet, hoe verschrikkelijk het is 1"
„Als je niet zoo slecht tegen hem geweest
was, dan zou het niet gebeurd zijn, dat is
waar; maar daarom is het je schuld nog
niet. Het is z ij n schuld, z ij n schuld alleen,
en weet je waarom het alleen ziin schuld
was
„Alleen zij n schuld?"
„Ja, en weet je waarom? Omdat hij óók
slecht was en veel slechter dan jij
Als hij een brave kerel was geweest en je
eeniging van post- en telegraafambte
naren.
2. Afzetting van den minister van
binnenlandsche zaken Doernowo.
3. Onmiddellijke vrijlating der ge
vangen genomen gedelegeerden.
4. Onmiddellijke wederindienstne-
ming van alle ontslagen ambtenaren.
Volgens den correspondent van de
Daily Mail te Petersburg, behoort het
tot het plan van de Russische revolu
tionairen om het Russische staatscrediet
te ontwrichten en zoodoende den val
van de regeering en de omwenteling
teweeg te brengen. Daarna zouden de
buitenlandsche leeningen van Rusland
niet meer erkend worden.
De Russische schuld bedraagt negen
duizend millioen gulden.
Vier milliard is buitenslands ge
plaatst. Twee honderd dertig millioen
gulden aan rentebetaling is noodig.
Deze som bedraagt lö°/0 van de jaar-
lijksche uitgaven in normale om
standigheden.
Volgens den berichtgever is er in
den laatsten tijd zooveel geld aan de
keizerlijke bank onttrokken dat deze
eerstdaags hare deuren zal moeten
sluiten.
De revolutionairen zouden thans met
andere volksgroepen, vooral met den
boerenbond, samengaan. De muitzucht
is onder leger en vloot dermate toe
genomen dat de regeering besloten zou
hebben, de manschappen van de vloot
in menigte te ontslaan. Gapon zou naar
Finland gevlucht zijn.
Volgens den correspondent van de
Times zijn de huzaren en kurassiers te
Tsarskoje Selo aan het muiten geslagen,
omdat zij gebelgd waren dat men hen
niet op de opstandelingen los wilde
laten. De Semenofsky-garde is nu naar
Tsarskoje Selo gezonden, om den Keizer
tegen zijn al te ijverige soldaten te be
schermen.
De Standard verneemt uit Kief, dat
daar duizend man van de troepen
Vrijdag in opstand zijn gekomen. Sap
peurs voerden hen aan. De trouw-
gebleven troepen overmanden de oproer
lingen echter na een hevigen strijd,
waarbij aan weerszijdon vele dooden en
gewonden vielen. Verscheiden burgers
vielen daarbij.
De Times verneemt uit Petersburg:
De finnen hebben zich bij de alge-
meene staking aangesloten en de Deen-
sche telegraaf-maatscliappij gedwongen
den dienst te staken. De socialisten
hebben op een vergadering besloten
tot den gewapenden opstand als eenigen
uitweg, daar Witte de omwenteling
toch niet langer kan tegenhouden.
Een bericht uit Petersburg luidt:
De grootste voorzorgen zijn genomen
hadt hetzelfde gedaan als nou, dan zou het
óók niet gebeurd zijn, en daarom is het
zijn schuld alleen."
„Zijn schuld alleen? Maar ik ben
toch slecht geweest?"
„Ja, maar dat zou je nou niet meer zijn,
nou zou je niet meer zijn als toen
En met z ij n schuld heeft het niets te ma
ken Die blijft er even groot om
Hij heeft het gedaan, niet omdat jij slecht
was, maar omdat hijzelf slecht was."
„Kom, kom," zei de oude juffrouw, ,je
kleeren zijn droog, meisje ...Ga ze maar
aantrekken in de alkoof Leg
mijn kleeren maar op 'n stoel
En uit de alkoof trad weinige oogenblik-
ken later een ander menschenkind. Een
blos lag op het gelaat van Lena Vervoort
en hare oogen schitterden.
„O, juffrouw, juffrouw," zei ze, terwijl
ze de handen van de oude vrouw greep,
„ik dank u toch zoo, ik dank u toch zoo."
„Je moet m'n zoon bedanken, mij niet."
„Natuurlijk ook uw zoon,
ik
„Ja, ja," lachte de jonge man glunder,
„gekheid. Komaan, ik zal je wegbrengen."
„O, maar dat hoeft niet Of denkt
u nog
„Wel neen! Maar mag ik niet?"
„O, ja!" i
En zij traden uit de eenvoudige werk
manswoning naar buiten in den helderen
winteravond.
Lena Vervoort had eindelijk den blik
van het zwart verleden afgewend. Zij zag
vóór zich uit; vóór zich uit, in de toe
komst (Slot.)