De toestand in Rusland.
De keizer heeft op Tsarskoje Selo
een afvaardiging van mannen van
de Russische liga en ook vertegenwoor
digers van andere Russische verbonden,
die allegaar tegenstanders van Witte
en voorstanders van de vroegere alleen
heerschappij zijn, ontvangen. Zij boden
adressen van hulde in dien geest aan.
De Keizer gaf hun in zijn antwoord
weinig troost. Hij verklaarde integen
deel dat het manifest van 30 October
onherroepelijk en onveranderlijk was.
De Petersburgsche correspondent van
het Berl. Tageblatt schrijft: Ofschoon
Witte Woensdag nog bij den Tsaar
heeft gemiddagmaald, schijnt de Keizer
reeds naar eene nieuwe kracht uit te
zien. Men gelooft dat die man zal zijn
Goetsjkof, de bekende Moskousche
zemstwo-man en broer van den nieuwen
militairen gouverneur van Moskou.
Goetsjkof, is buiten medeweten van
Witte op Tsarskoje Selo geweest, waar
hij door toedoen van zijn vriend den
hofschilder Sjoekofski bij den Tsaar
in gehoor ontvangen werd. De Tsaar
heeft bijna twee uur lang met hem ge-
gesproken. De uitslag van het onder
houd is natuurlijk diep geheim, maar
het verluidt, dat de vraag van het pre
mierschap en van de vorming van een
nieuw kabinet tusschen beiden bespro
ken zijn. Mocht de Tsaar zijn plan uit
voeren, door Witte te laten vallen en
Goetsjkof te ontbieden, dan zou dit
een Vermetele stap zijn, waarvan de
gevolgen niet dadelijk te overzien zijn.
Waarschijnlijk zou het openlijke ver
zet van de samenleving en van de zemst-
wo's dadelijk gebroken zijn en het ver
trouwen in de regeering terugkeeren.
Goetsjkof is een krachtig en bekwaam
man en een goed kenner van den bin-
nenlandschen toestand. Hij zal de be
loofde vrijheden zonder bureaucratische
arglistigheden en achterdeurtjes door
zetten, maar hij zou er ook niet voor
terugdeinzen de revolutionaire kringen
flink aan te pakken. De toestand is te
ingewikkeld om te voorspellen hoe de
proefneming zou uitvallen, maar daarin
ligt misschien de eenige uitweg die den
Tsaar nog overgebleven is als hij het
land wil redden.
Uit zuidelijk Lijfland komt bericht,
dat daar volslagen oproer heerscht- Op
de bestuurders der landgoederen wordt
door hun ondergeschikten geschoten
de hofsteden liggen in puinhet land
goed Jurgensburg wordt door ongeveer
200 opstandelingen belegerd. Het kas
teel Lemburg is in brand gestoken,
nadat het eerst met petroleum was be
goten. Te Allasch zijn een woonhuis
en een branderij in de asch gelegd.
Van Mitau tot Segewold zijn landgoe
deren in brand gestoken. Van 120 uit
gerukte dragonders vermist men er 34.
De overigen vertellen eveneens, dat zij
over een afstand van 126 K.M. overal
brandende landhuizen hebben gezien.
Het gemeentebestuur van Riga heeft,
met medeweten van de ridderschap,
onderhandelingen aangeknoopt met de
opstandelingen. De laatsten verlangen
van de ridderschap, tegen overgave van
17 gijzelaars, o. w. ook vier Dui.sche
onderdanen zijn, dat de Lettische re
publiek erkend en een volledige los
scheuring van Rusland toegelaten zal
worden. Alle pachtsommen en termij
nen van aflossing van de koopsom voor
landerijen moeten kwijtgescholden en
de staat van beleg opgeheven worden.
Het Nowoje Wremja verneemt uit
goede bron dat het aantal in opstand
gekomen Letten in Lijfland 60,000 be
draagt. Er moet besloten zijn, alle troe
pen uit het militaire district van Peters
burg, behalve de garde, erheen te zen
den.
In het gouvernement Kowno moet
de toestand van dien aard zijn, dat de
gouverneur den minister van binnen-
landsche zaken om ontslag heeft ver
zocht, aangezien de aanwezigheid van
den gouverneur en de burgerlijke amb
tenaren daar tegenwoordig overbodig
is: alleen een militair bestuur is noo-
dig. De minister heeft geantwoord dat
de gouverneurs op hun post moeten
blijven.
Particuliere brieven maken melding
van de afschuwelijke slachting, die de
Lettische opstandelingen hebben aan
gericht onder de Duitsche bezitters van
goederen en Russische soldaten, die op
hunne rooftochten hun in handen zijn
gevallen.
Een duizend man sterke bende boe
ren, gewapend met geweren, zeisen en
knotsen, overstroomt het platteland en
maakt zich meester van de kleine be
woonde plaatsen, alle kasteelen en pas
torieën plunderend en afbrandend. Ach
ter de benden boeren volgen lange wa
genreeksen met het geroofde goed. Daar
onder zijn kostbare kunstschatten uit
eeuwenoude landgoederen van edelen.
Onder andqren zijn de groote bezittin
gen van von Richter, den bekenden
generaal, persoonlijken vertrouweling
en adjudantgeneraal van drie Tsaren,
geheel leeggeroofd en verwoest.
Volgens bericht, uit Petersburg is de
staat van beleg afgekondigd in het gou
vernement Soewalki over de districten
Wladislawof, Mariapol, Wolkowyschi en
Kolwari.
Een voor Lijfland bestemde militaire
trein heeft men in de lucht laten sprin
gen, waarbij 200 kozakken het leven
verloren.
Het gebouw van de „Enconomische
maatschappij", te Petersburg, waarin een
conferentie van den raad der arbeiders-
vertegenwoordigers plaats vond, is door
troepen en kozakken omsingeld gewor
den. De leden van den raad zijn ge
vangen genomen.
De gevangenneming heeft op de ar
beiders diepen indruk gemaakt. Zondag
vonden verscheidene beraadslagingen
plaats, in hoofdzaak door de arbeiders
bewoonde wijken.
Men heeft in die vergadering een
nieuw uitvoerend arbeiders-comité ge
kozen en het vraagstuk eener algemeene
werkstaking aan de orde gesteld.
Ook te Moskou is, zooals van daar
uit gemeld wordt, aan de kwestie eener
algemeeene werkstaking aandacht ge
schonken.
In het algemeen gelooft men niet,
dat onder de gegeven omstandigheden
de algemeene werkstaking zal gelukken.
De correspondent van de Daily Mail
te Petersburg seint dat 80 J0 man voet
volk en artillerie met twintig stukken
geschut de Peter-en-Paulsvesting om
singeld houden, om de gevreesde be
vrijding van de daar opgesloten 300
gevangenen, o. w. de arbeidersafgevaar
digden, te verijdelén.
Bij dagorder is in het militaire dis
trict te Petersburg bekend gemaakt,
dat een keizerlijke oekas van heden
een betere verpleging en verhooging
van soldij der manschappen van alle
wapens gelast. De troepen zullen voorts
warme dekens, beddelakens en zeep
krijgen.
Zondagmiddag kwam aan het goede
renstation Moabit te Berlijn het eerste
transport der uit Russische krijgsge
vangenschap ontslagen en naar hun
land terugkeerende Japanners aan. Het
waren 11 gewonde en zieke officieren
en 163 dito manschappen, benevens 52
hospitaalsoldaten. Daarna kwamen nog
2 treinen met 24 officieren en 750 min
deren binnen.
flieuws.
HEUSDEN, 20 December.
De directeur-generaal der posterijen en
telegrafie maakt bekend, dat, met ingang
van 1 Januari de rijkstelefoonkantoren te
Heusden en te Vechel, alsmede de eventueel
aan deze kantoren rechtstreeks aan te slui
ten perceelen en openbare spreekcellen wor-
opgenomen in het telefoonverkeer met de
Belgische telefoonnetten, welke tot de tele
foongemeenschap met Monnikendam zijn
toegelaten.
De prijs van een enkelvoudig gesprek
zal f 1.45 bedragen. Overigens gelden de
regelen en voorwaarden, welke voor het
algemeen Nederlandsch-Belgisch telefoon
verkeer vastgesteld en in den Rijksgids voor
den telefoondienst vermeld zijn.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend, dat, met ingang
van 1 Januari 1906 de rykstelefoon kantoren
Heusden en Vechel eenerzijds en de Duit
sche telefoonnetten welke tot de telefoon
gemeenschap met Helmond zijn toegelaten
anderzijds, alsmede de eventueel aan deze
kantoren rechtstreeks aan te sluiten percee
len en openbare spreekcellen, worden op
genomen in het Nederlandsch-Duitsche te
lefoonverkeer.
Zondagmorgen maakte Ds. Wielandt
in de Herv. Kerk bekend, dat voor de
Diaconie alhier, eene som van honderd
gulden was ontvangen, om tot een extra
uitdeeling met de a.s. Kerstdagen te dienen.
Tevens f 25 voor de Zondagsschool en f25
voor de Be waarschooleveneens om te die
nen bij de ontvangst van de kinderen op
genoemde dagen.
Ons werd een konijn getoond toebe-
hoorende aan Jac. Kuypers alhier, dat de
respectabele zwaarte had van 19 pond. We
hadden nooit zoo'n groot inlandsch soort
gezien.
WERKENDAM. Op verzoek der Jon-
gelin gsvereeniging „Timotheus", hoopt he
denavond in de Nutszaal op te treden de
WetEerw. Heer Ds. Lummel, van Delft.
WOUDRICHEM. Door het college van
Notabelen der Ned. Herv. Gem. is in plaats
van wijlen den heer H. Hello, tot Kerk
voogd gekozen: de heer H. Ottovanger, die
deze benoeming heeft aangenomen.
NIEUW ENDIJK. De heer H. Arkema,
onderwijzer aan de bijzondere school alhier,
is benoemd tot hoofd der school te Nieu-
werkerk in Zeeland, die in April a.s. ge
opend wordt-
Door de politie is voor eenige dagen
bij enkele ingezetenen huiszoeking gedaan
naar een gestolen bascule. Dinsdagmorgen
werd het weegwe.rlctuig, aan den weg staande,
teruggevonden--
HEDEL. In de sluis bij Delftshaven heeft
een aanvaring plaats gehad tusschen den
stoomtrawler „Koningin Wilhelmina" en
het met steenen geladen paviljoenschip
„Dageraad", schipper J. van den Heuvel
te Hedel, waarbij laatstgenoemd schip is
gezonken. De opvarenden werden gered.
De trawler kreeg geen schade.
VEEN. Het fanfarecorps „Wilhelmina"
alhier is voornemen om onder leiding van
haren Directeur T. Jonker hare winteruit-
voering te geven op 28 Dec. a.s.
Uit ons Parlement.
VHI.
Bij de bespreking der onderafdeelingen
van de begrooting van Justitie wees de
heer Limburg nog eens op den langzamen
gang onzer procedures, waarbij hij ten be
wijze verschillende medeaeelingen deed uit
de praktijk bij de Rechtbank. Hij meende
dat vermeerdering van het personeel daarom
noodzakelijk was, wat de heer Lohman en
de Minister nog niet zoo grif met hem eens
waren.
Verder werden de loonen van de klerken
ter griffie, de tuchtscholen en meer der
gelijks ter sprake gebracht en leed de Mi
nister nog een klein échec, toen een door
den heer Van Veen voorgesteld en door
hem bestreden amendement betreffende een
postje van f 1800 voor meerdere schrijfloo-
nen werd aangenomen.
De begrooting van binnenlandsche zaken
die hierna aan de orde kwam, lokte zeer
uitvoerige gedachten wisselingen uit, waar
aan vooral ook de Woningwet schuld had.
De heer De Klerk zette in met een betere
regeling te vragen betreffende pandjeshui
zen en lotsverbetering van de gemeente
veldwachters, welke vragen door een paar
andere sprekers werden overgenomen. De
heer Treub sprak over de voorgenomen
wijziging der Gemeèntewet, welk onderwerp
evenzoo door andere afgevaardigden werd
overgenomen, in 't bij zender over het be
heer van gemeentebedrijven, over scheids
gerechten voor werklieden, enz. De Armen
wet en de Drankwet werden het eerst door
den heer Van Asch van Wijck ter sprake
gebracht, maar omtrent die laatste scheen
tusschen hem en den heer Bolsius, even
eens tot de rechterzijde behoorende, geen
eenstemmigheid te bestaan. Deze laatste
afgevaardigde toch verheugde zich in de
aangekondigde wijziging, vooral ook van
den desbetreffenden bestuursmaatregel, die
onverdragelijke ongelegenheden zou bezor
gen, vooral aan de plattelandsbevolking.
De heer Troelstra klaagde over een ande
ren last en wel dien, die van de zijde der
burgemeesters werd ondervonden, nadat de
heer Schaper dit onderwerp had op het
tapijt gebracht. De burgemeesters n.l. be
perken het recht van vereeniging en ver
gadering, door het noodeloos verbieden van
optochten, het verbieden van vergaderin
gen enz. en zij gaan bovendien daarbij zeer
partijdig te werk. Het waren de burgemees
ters van den Haag, Haarlem en Etten en
Leur, die als voorbeelden van deze bewering,
voor het oog der Kamer moesten passee-
ren. En toen de minister hiertegen inbracht,
dat de uitvoering en toepassing van de be
trekkelijke gemeenteverordeningen aan de
burgemeesters moest worden overgelaten
en hij hierin niet mag ingrijpen, onderwierp
de heer Troelstra deze verordeningen aan
een kritiek, omdat ze te kort zouden doen
aan het recht van vereeniging en vergade
ring, daar men onder het mom van bevei
liging tegen brandgevaar het karakter der
vergadering beoordeelt en er zoo, in strijd
met de Grondwet, een toezicht komt op de
vergaderingen. De Minister erkende het be
lang dezer beschouwingen en beloofde ze
te zullen overwegen, maar hij verdedigde
de burgemeesters, behalve dien van Horsen,
in de opgenoemde gevallen.
De bespreking der Woningwet, die bij
de afdeeling Volksgezondheid en Volkshuis
vesting een beurt kreeg, werd ingeleid door
den heer De Klerk en achtereenvolgens
namen er nu hoofdzakelijk de heeren Goe
man Borgesius, Treub, Pierson, Van der
Zwaag en de Minister aan deel. Uit het
debat bleek voldoende, dat deze wet in
hare werking niet aan de gestelde verwach
tingen beantwoordde en dit werd geweten
in de eerste plaats aan de weinige voort
varendheid der gemeentebesturen om wo
ningen onbewoonbaar te verklaren en ver
volgens aan de verkeerde bepalingen in
de wet zelve en in het desbetreffend ko
ninklijk besluit. De bepaling die voorna-
lijk onder handen genomen werd was die
betreffende het toelaten van bouwvereeni-
gingen van arbeiderswoningen, die niet
mogen verhuren beneden den marktprijs.
Het bleek echter dat de heeren hieromtrent
'n verkeerde voorstelling hadden, want
naar des Ministers meening was er geen
sprake van het toelaten dezer bouwveree-
nigingen, maar van de subsidiëering, die
in het bedoelde geval niet kan geschieden
terwille van de huiseigenaren. De gemeente
besturen verdedigde de Minister met de
bemerking, dat zij bij het onbewoonbaar
verklaren moesten rekening houden met de
aanwezigheid al of niet van andere wo
ningen.
Om aan geld te komen, dat bij een
ruime uitvoering der wet noodig is, had
de heer Van der Zwaag een aardig middel
bedachthij wou het maar bij den minister
van oorlog gaan halen, want 's lands weer
baarheid hangt in menig opzicht af van
de wijze, waarop het volk woont en het
geld, dat de Amsterdamsche stelling eischte,
zou dus ook voor verbetering van arbeiders
woningen goed besteed zijn.
Of de naderende Marine-begrooting, welke
die voor Binnenlandsche Zaken onderbreken
kwam, den heer Van der Zwaag op deze
lumineuze gedachte bracht, weet ik niet,
maar zeker is het, dat hij en zijne socia
listische medeleden deze begrooting afstem
den, misschien wel met het doel om de
mogelijkheid voor een in practijk brengen
van des heeren Van der Zwaag's gedachte
te openen. Zij waren echter de eenigenj
die dat deden, al waren er meerdere afgej
vaardigden, die iets op den Minister van
Marine en zijn beleid hadden af te dingen.
De grootste grief scheen te wezen het gemis
aan een vast werkplan, maar de Minister
verdedigde dat later met een verwijzing
naar de moeilijke positie van een Neder-
landschen Minister van Marine tengevolge
van onze groote koloniën en kleine finan-
ciëele draagkiacht en met de opmerking,
dat de Kamer altijd het voordragen van
plannen wenschte bij het aanvragen van
geld voor een schip en dat, nu hij geen
schip aanvraagt, het toch niet goed is, dat
hij geen plannen voordraagt. Omtrent het
al of niet bestaan van samenwerking tus
schen Oorlog en Marine werd ook menige
opmerking gemaakt, evenals over den aan
bouw van nieuwe schepen en hun vereischte
grootte en verder aankoop van de onder-
zeesche torpedoboot.
Maar de uitvoerigste bespreking lokte de
Matrozen bond uit en het recht van veree
nigen van militairen. De heer Troelstra
hield daarover een lang betoog en verde
digde het, maar werd er door den heer
Lohman opmerkzaam op gemaakt, dat hij
toch zelf hier ingezien had, dat de verhou
ding tusschen militairen en den staat niet
die was van werkgever tot werknemer.
In verband hiermee werden door den
heer Hugenholtz nog allerlei grieven van
het personeel ter sprake gebracht, ofschoon
hij het in dezen Minister goedkeurde, dat
hij in tegenstelling met den vorigen den
Bond van Matrozen erkende, al bleek hij
er dan geen groote vriend van.
Na de Marine-begrooting werd weer door
gegaan met Binnenlandsche Zaken. Aller
eerst kwam hier de Centrale Gezondheids
raad ter sprake en een laboratorium dat
voor dezen raad werd aangevraagd. De
heeren schenen het gevraagde bedrag nogal
hoog te vinden en bij amendement werd
er dus besloten hiervan een memorie-post
te maken, ten einde zoo noodig het plan
te kunnen herzien. Er werd daarna nog
gesproken over bestrijding van tuberculose
en lupus en over enkele aangelegenheden
het krankzinnigenwezen rakende.
Btimienl»nd.
Bij het departement van koloniën is
ontvangen het volgende telegram van
den gouverneur-generaal van Neder-
landsch Indie
Nabij Teupin Mane in Peusangan is
de dekking van een transport in een
hinderlaag gevallen, waarbij zijn ge
sneuveld de sergeant-commandant, een
korporaal en 10 fuseliers, zwaar gewond
4 en licht gewond 4 fuseliers, allen in
landers. Verloren gingen 16 geweren.
De vijand liet 6 dooden liggen.
Onder het opschrift „Een machtig
heer" lezen wij in de Standaard:
In de Makassaarsche Ct. van 28 Oc
tober wordt het volgende omtrent het
Kamerlid van Kol verhaald
Verleden week, na de vlucht van
den vorst van Goa, werd bij het door
zoeken van het koninklijk verblijf ge
vonden een portret van onzen Serenissi-
mus, groot formaat, waarop de Hoog
mogende was afgebeeld, staande in vol
ornaat van lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal cum cappa et spa-
da, met steek en degen, een figuur om
voor te knielen, om tot koning uit te
roepen. Je begrijpt je de verbazing der
ontdekkers.
Daar hing de democraat in de recep
tiekamer van een vorstelijk paleis; daar
stond de eenvoudpredikende Puritein
te poseeren in de kleedij der ij delheid,
de anti-militair met de hand aan een
wapen, stelselmatig door hem en de
zijnen verfoeid, den rok bestikt met 't
goud dat aan de gemeenschap was ont
roofd
Het was geen snapshothet was een
heusch portret, waarvoor expresselijk
geposeerd was.
De schrijver spreekt er zijn verbazing
over uit, dat een socialistisch Kamer
lid dus in ambtskostuum dat deze
heeren in Nederland niet gebruiken
zich zoo laat photographeerenen ver
haald wordt, dat, toen de vorst van
Goa in moeilijkheid kwam met ons
gouvernement hij een telegram om hulp
zond aan den heer van Kol; welk tele
gram niet doorgezonden zou zijn.
Een arbeider te Witmarsum, die een
patroon uit een achterlaadgeweer zou
verwijderen, stootte daartoe met de kolf
op den grond. Het schot ging af; hij
kreeg de volle lading in de onderkaak
en was oogenblikkelijk een lijk.
Mr. H. Laman Trip schrijft uit Kansas
City, dat er in die stad van 400,000
inwoners de voorsteden meegerekend
veel behoeften is aan dienstboden,
die er (als zij strijken en koken kunnen)
ten minste f 12,50 in de week kunnen
verdienen. Een vijftigtal Hollandsche
meisjes, al verstaan zij geen woord
Engelsch, zouden daar dadelijk plaat
sing vinden, zegt hij. Er is in de stad
maar een klein klompje Nederlanders,
maar die zijn goede vaderlanders ge
bleven.
Te Brunsum (Limburg) is op eene
diepte van 60 meter de eerste steenko-
lenlaag aangeboord.
Zondagmiddag om 12 uur, terwijl de
kapitein H. E. M., van de sleepboot
Union I, liggende op de werf Industrie
van den heer P. Smit Jr. aan den Var-
kenoordschenweg te Rotterdam met zijn
kinderen aan het wandelen was, zou
zijn zich alleen aan boord bevindende
31-jarige vrouw K. B. in de roef de
kachel aanmaken. De vlam sloeg in de
kan met petroleum die zij in de hand
had. Onmiddellijk deelde de vlam zich
aan haar kleeding mede en hoewel zij
dadelijk naar het dek liep, waren de
brandwonden, vóór men hulp kon ver-
leenen, van dien aard, dat haar over
brenging naar het Ziekenhuis noodza
kelijk was. Daar is zij des avonds aan
de brandwonden overleden.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht, dat de tweede schutsluis in
het Merwedekanaal bewesten Utrecht
op 20 dezer voor de scheepvaart is open
gesteld.
Op den Ooster is een Scheveningsche
logger gestrand, waarvan de bemanning
te Ouddorp is geland. Het vaartuig is
geheel wrak.
Men meldt uit Amsterdam
De politie heeft op een onbewoonde
verdieping van een woning in de Recht-
boomsloot 67 gouden en zilveren hor
loges, eenige dito kettingen en een aan
tal gouden ringen opgespoord, aldaar
door een familie verborgen, die ver
klaarde de voorwerpen ^gevonden te
hebben in een woning in de Driehoek
straat, waar de gebroeders Wagenaar,
thans gedetineerd, woonden, en de po
litie zooveel goud- en zilverwerk op
spoorde. Kippen, die daar in een ver
trek gehouden werden, zouden kalk
van de muur gepikt hebben en zoo
doende de bergplaats verraden hebben.
Zondagmorgen zijn uit de Korte Prinsen
gracht 60 gouden horloges en dito ket
tingen en ringen door de politie opge-
vischt, welke bedoelde familie, die reeds
verscheidene horloges beleend had, daar
in had geworpen toen zij bemerkte dat
de politie haar op het spoor was. De
goudsmid Noach uit de Amstelstraat
heeft de voorwerpen als zijn eigendom
herkend.Eenige personen zijn gearres
teerd.
De politie bewaart een hardnekkig
stilzwijgen over de namen der gearres
teerden. De waarde van de terugge
vonden voorwerpen wordt op f 2000 ge
schat.
Omtrent deze ontdekkingen wordt
nog het volgende gemeld: De woning
in de Driehoekstraat, waar de familie
Wagenaar gehuisvest was, werd, nadat
zij in de gevangenis was opgesloten,
betrokken door het diamantbewerkers
gezin H.
Dat waren de menschen, die de kip
pen hielden, die al pikkende de gehei
me bergplaats van het goud en zilver
blootlegden. Dit gezin schijnt het niet
breed gehad te hebben; de inboedel
zag er althans zeer armoedig uit.
Een van de kinderen kwam dezer
dagen in een bank van leening een
kostbaren ring beleenendaarvan kreeg
de politie op toevallige wijze kennis
en dit feit had de ontdekking van de
gouden en zilveren voorwerpen, gesto
len bü den heer Noack, in de Amstel-
straat, ten gevolge.
Zondagnacht werd ten huize van een
familie aan den Stationsweg in den
Haag een ijzingwekkend drama afge
speeld.
Tegen den morgen omstreeks vijf
uur werd de geheele omgeving gealar
meerd door het hulpgeschreeuw van
een dienstbode, die uit het dakraam
van genoemd perceel, in nachtgewaad,
op het dak was gevlucht, en onder veel
misbaar en gehuil verklaarde dat de
zoon des huizes (die alleen thuis was)
door dieven was vermoord. Het duurde
niet lang, of ook dienstbode no. 2 kwam
het dak opgesneld, inmiddels haar stem
geluid ter beschikking stellend, ten
einde de hulpkreten meer kracht bij
te zetten.
Daar intusschen door onthutste buren
de politie was gewaarschuwd, versche
nen na verloop van een kwartier drie
agenten op het tooneel.
Na eerst de beide meiden, die heen
en weer op het dak snelden, te hebben
aangeraden, vooral niet „naar benejen
te vallen", waarvoor zelfs één met zijn
revolver dreigde, besloot het drietal
tegen het balkon op te klimmen. Ver
volgens werd onder rinkelend geraas
een groote spiegelruit ingetimmerd en
langs dien weg de ontdekkingstocht in
huis aangevangen. Het eerst was na
tuurlijk de koers naar de slaapkamer
van den „vermoorde", en wat bleek:
Het slachtoffer lag doodrustig te droo-
men van de pret, die hij tot laat in den
nacht gemaakt had met een troep
vrienden
Het slot van de geschiedenis is dan,
dat de drie agenten weer rustig zijn
afgetrokken, het huis met een stuk
geslagen ruit prijkt, de meiden zich
een zware koude op den hals hebben
gehaald en de buren een slapeloozen
nacht hebben bezorgd.
Naar aanleiding van het feit, dat de
predikant der Gereformeerde gemeente,
te Schoondijke plotseling zijn gemeente
verlaten heeft, schrijft de „Middelb. Ct.„
Er heerscht in Schoondijke algemeene
verontwaardiging.
Nadat Maandag vorige week de pre-
v 7