Hel Land van Heusden en Alteaa, de Langstraat en de Bommelerwaard. tiaar keuze. UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden. JVo. 2SÜ8. Woensdag 7 Maart. Het zwaartepunt van de crisis in Rusland. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 19Q6. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vg ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. II. Ofschoon de boerengemeenten reeds in het bezit zijn van een derde deel van alle landerijen, zoo is dat op het oogenblik niet eens voldoende voor hunne voeding in een aantal streken, zooals bijv. in de centrale gouverne menten, waar bij eene bestendige toe name der bevolking, het aandeel der afzonderlijke personen sedert 1861 tot heden gedaald is van 31/, tot l8/i of V/, desjatinen. Bij het algemeen in ge bruik zijnde drieslagstelsel en een ge middelde oogst van 4550 Poed per desjatine boerenland worden van het gemeenschappelijke land slechts 10 Poed (166 kilo) broodkoren geoogst per per soon, terwijl hij 2024 Poed in door snede noodig heeft. Bedenkt men nu, dat van de staats- landerijen slechts 2.5 percent, dus on geveer 4 millioen hectare, voor bebou wing geschikt is, terwijl het overige deel bestaat uit bosschen, steppen, berg kammen, moerassen enz., dan begrijpt men gemakkelijk dat hoofdzakelijk de andere groepen van grondbezit moeten worden aangesproken, om in den land- honger te voorzien, en» wel in de eerste plaats de 23.1 percent, die in privaat bezit zijn. Nu heeft er sedert 1861 geene onteigeninervan privaatgrondbezit plaats gehad te!r bate der boeren en deze hebben hunne gemeenschappelijke gemeentelanderijen ten hoogste met 3 pCt. vermeerderd, maar zij zijn terzelf der plaats blijven wonen. Het is dus begrijpelijk, dat alleen het pachten van landerijen, buiten hunne aandeelen ge legen, overbleef om de arbeidskracht en de behoefte van die boeren te be vredigen, wier eenig of hoofdzakelijk bedrijf de landbouw is. Door voortdurenden achteruitgang van het gemeenteland, door het toenemen der algemeene armoede en in schulden geraken der groote menigte van de boerenbevolking, ging deze in koop kracht zoo achteruit, dat langzamer hand de helft der bevolking gedwongen werd alleen als pachter van afzonder lijke perceelen te werken en dan werden deze nog slechts voor één oogst en tegen woekerprijzen uitgegeven. Er zijn vol komen abnormale, ongezonde verhou dingen in de ontwikkelingsgeschiedenis van de Russische maatschappij opge komen, welke daardoor zijn veroorzaakt, dat de landerijen, dié sedert 1861 voor den beambten- en officierenstand ver- (i. En Geerte buigt zich voorover over den weg. Zij hoopt, dat hij nog even zal omzien daarbij 't laantje Maar Aart loopt door, en als hij verdwenen is, dan zucht zij en gaat langzaam in huis, pruilend denkend„Hij het ook zoo'n haast 1 Zoo'n haastGeerte weet wel beter, want al lang geleden heeft zij begrepen wat Aart bedoeldeen verrast is zij dan ook niet geweest, toen hij haar zoo even vroeg, of ze nu samen zouden kermis houden En „kermis houwe, met Allerheiligen trouwe," zeggen ze in 't dorp. Maar Geerte is niet tevreden met zich- zelve en daarom zoekt zij een reden om ontevreden te zijn over een en ander. ,,'t Was," denkt ze, „toe ie z'n hand uitstak en me aankeek, 't was of iemes me zeitoe dan meisje, toe danEn 't is of 't leelijk van me is, da' 'k 't niet en deej. Maar 't is nog wijd veur 't kermis is. En dan En in gedachte ziet ze de Wij kamp, de grootste hofsteê uit den omtrek, met hare uitgestrekte bouw velden en heerlijke weiden. Als zij wil, dan zal dat alles ook het hare zijn, want een paar dagen geleden heeft Tinus, de eigenaar, haar eenzelfde verzoek gedaan als Aart. Eens is Geerte, met hare loren zijn gegaan (jaarlijks ongeveer 1 millioen hectare) niet gebruikt zijn voor een natuurlijke, goedgeregelde inwen dige kolonisatie en een betere cultuur, maar voor de verderfelijkste grond- speculatie, roofbouw en uitzuiging der groote massa boeren. Wel is reeds in 1883 de boerenleen bank gesticht, om de goederen te k( o- pen, welke voor den adel verloren gingen en d;e tot over de waarde met schulden waren belast, en om den boeren den aankoop gemakkelijk te maken, onder voorschot van 90 of 100 percent der koopsom, maar de directie van deze bank bestond uit denzelfden persoon als die der adelsleenbank ('t spreekt van zelf, dat alleen een adelijke dien post kon vervullen) en zoo viel het dan ook niet moeilijk te bewerken, dat de boerenleenbank hoe langer hoe meer het doel najaagde om de adelijke goe deren tot enorm hooge prijzen los te koopen, zonder dat men zich verder be kommerde over de verdeeling ol de k o lonisatie dezer goederen. Natuurlijk konden de armste en tal rijkste vertegenwoordigers der boeren bevolking, die het land het meest'noo- dig hadden, onmogelijk deze landerijen verwerven, omdat hun pogingen, om door middel van de boerenleenbank land te krijgen, aan het licht bracht, dat zij niet in staat waren tot betalen. De niet naar zijn zuivere opbrengst maar veel hooger geschatte grond, waarvoor volgens de statuten der boeren leenbank 572 pCt- v°or rente en aflos sing moest betaald worden, behalve de verhoogingen bij achterstand, die grond kon dus alléén komen in handen van speculanten onder de boeren. Slechts ongeveer 4 millioen Hectaren zijn door de gemeenten aangekocht tot afronding hunner bezittingen en slechts ongeveer 1 millioen, om enkele boeren te vestigen. Het overschot van het land, dat vroeger den adel toebehoorde, on geveer 25 millioen Hectaren is meeren- deels overgegaan in handen van enkele boeren of van groepen gezeten boeren, waarbij de koopers zich bovenal ten doel stelden, den vreeselijkeD nood der boeren op het platte land zich ten nutte te makeu, door hun het land tegen woekerprijzen te verhuren, zelfs tot 15 perc mt. En deze ontzaglijk hooge prijzen, die door de boeren in de cen trale gouvernementen betaald worden, alleen om in de mogelijkheid te zijn brood koren te kunnen zaaien voor hun eigen voeding, hebben vele slimme be zitters van groote goederen er toe ge leid, om hunne meer of minder gere gelde boerderij op te geven en hun land aan de noodlijdende boeren tot woekerprijzen te verpachten. Deze ont zettende toestanden zijn alleen te ver gelijken met die, welke in de helft der vorige eeuw in Ierland de agrarische omwenteling hebben veroorzaakt. De regeering zou reeds langen tijd hebben kunnen ingrijpen op die wijze, dat zij de grootgrondbezitters er toe bewoog, om, op het voorbeeld der En- gelsche landlords, op hunne landerijen een gez nde klasse van daar wonende pachters in het leven te roepen, die er naar streven om buiten de gemeente een zelfstandige boerderij te stichten. Een vooruitziende agrarische politiek zou zulke flinke boerenpachters reeds in 1861 als voortrekkers der binnen- landsche kolonisatie hebben gebruikt om een krachtigen, zelfstandigen, wel varenden boerenstand in wezen te roe pen. Daartoe is in alle gouvernementen, waar het privaatgrondbezit, de apanage- goederen en de landerijen van kerken en kloosters gevonden worden, een ont zaglijk groot terrein beschikbaar, in het geheel in de 49 gouvernementen van Europeesch Rusland een grond- oppervlakte, die 27.2 pCt. van den geheelen vlakte-inhoud beslaat, n.l. 116 millioen Hectaren. Slot volgt). logen te verijdelen. Nadat Hyndman en Troelstra nog in denzelfden geest het woord hadden gevoerd, betuigde van der Velde zijn leedwezen dat Bebel wegens vermoeidheid niet had kunnen verschijnen. Onder het zingen van de Internationale ging de vergadering uit een. Te Brussel heeft Zondag het inter nationaal socialistisch bureau vergaderd. Aan de orde was Vaillant's voorstel tot verhindering van den oorlog. Van der Velde, Jaurés, Bebel, Hyndman en ook anderen namen deel aan de be raadslaging, die van 10 uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds duurde. Vaillant's voorstel, inhoudende dat de socialistische partijen van alle landen met elkaar in overleg dienden te treden om den oor- log te voorkomen, werd eenparig goed- 1 gekeurd. 's Avonds werd in het Volkshuis een volksvergadering gehouden, waarin Jaurés een welsprekende rede hield over den plicht van het internationale i socialisme, om alle krachten voor het behoud van den vrede in te spannen. De redenaar werd soms minuten lang door de toejuichingen onderbroken. Hij betoogde dat de Fransche socia listen het gekuip in de Marokkaansche aangelegenheid bijtijds ontdekt, onthuld en zoo den oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland gestuit hadden, dien een politiek-financieele kliek wilde ont lokken, om de vorderingen van de de mocratie in een oorlogsroes te verstik ken, gelijk Napoleon III in 1870 zijn huis door den oorlog met Duitschland wilde redden. Jaurés liet de vergadering zweren, dat zij alles zou doen, om oor moeder, op de Wij kamp geweest, en ver baasd was ze over alles wat ze zag. ,,'t Was haast te veul voor een alleenig mens," had hare moeder gezegd, maar Tinus had ge antwoord, dat hij 't nog niet half genoeg vond, en even later een kistje geopend, waarin hij het goud van zijne moeder be waarde. „Doe ze 's in, Geerte," had hij gezegd, toen zij voorzichtig een paar lange oorhangers opgenomen en die, haar hoofd op zijde houdende, zwijgend had bewonderd. Maar zij had 't niet willen doenen toen zij het goud weer had geborgen, had zij, in den spiegel, zijn oogen op haar geves tigd gezien met een uitdrukking, die haar had verschrikt. „Zou 't waar weze, moeder, alles wat ze van 'm vertelle had zijnaar huis gaande, gevraagd. En hare moeder had geantwoord, dat zij 't niet wist, maar dat hij rijk was en afgunstige menschen misschien kwaad van hem spraken. Dat was wel mogelijk, had Geerte gedacht, maar toch, er was in zijne oogen iets schuws, iets gluiperigs vond zij. En toen had zij aan Aart gedacht en gevoeld, dat zijn gezicht niets verborg. Aan dat alles denkt Geerte, als zij, met de blankgeschuurde emmers aan het juk. naar het land gaat om te melken en zij weet niet wat zij zal doen. ,,'t Is moeilijk," meent ze, „moeilijk!" Intusschen loopt Aart naar huis, en als hij op het erf van „De Zonnebloem" ge komen is, dan roept zijn knecht hem toe, dat Harmson, de kastelein van „De Roode Leeuw", er geweest is en gevraagd heeft waarom hij het hooi nog niet had gekregen dat er morgen paardenmarkt te Elsdingen was en hij zijn stal vol paarden kreeg. Aart heeft het vergeten, en 't is het eenige niet wat hij in den laatsten tijd verzuimd heeft te doen. ,,Wa' 'k tegen woordig toch zit te piekere en te miere denkt hij. „Zet de wage voor de schuur. Dirk, en laat Kees ons helpe!" roept hij terug. „Toe dan jong'k mot nog veur 't aved weerum." Zes rappe handen hebben den wagen spoedig geladen, en als de vracht is vast gesjord, haalt Aart het paard van stal. 't Is de zwarte, dien hij niet graag gebruikt, want het mooie dier is nog te jong en te vurig voor dat zware werk. Maar 't is zijn eigen schuld, dat hij hem nu moet inspan nen. Arie met de bruinen komt eerst laat thuis. 't Is ruim een half uur stappen naar „De Roode Leeuw" en reeds laat in den namid dag. als hij er aankomt. „Daar is ie eindelijk. Ha' je 'tvergete?" vraagt Harmsen, in 't zolderluik van den stal staande. „Dat he' 'k," antwoordt Aart opkijkende; 1 ,,'t was me deur 't heufd gegaan, heur „Zooals laast met de eerappels. Hei je muizeneste in 't heufd, jong? Of wil ze niet meer van je wete?" vraagt Harmsen met een knipoogje. „Nee, heel niet!" antwoordt Aart. „Dan denk maar, jong! veur haar 'n aar," zegt Harmsen. „En nou as de weerga de zolder vol." En Aart steekt het hooi op. 't Is zwaar Van alle kanten uit België komen er weer berichten over den watersnood. De Schelde is nu ook onrustbarend aan het wassen, de weiden langs de bijrivieren staan onder water en in de tichelwerken aan den oever heeft men het werk moeten staken. In de Borinage ziet het er hier en daar ook treurig uit. Bij Cuesmos is de Trouille door den dijk heengebroken, zoodat daar 180 huizen ondergestroomd zijn. De bewoners hebben het leven kun nen redden door een overhaaste vlucht. Het water staat in sommige huizen anderhalve meter hoog. Tal van gezin nen hebben al hun hebben en houden verloren. Gisteren steeg het water zoo in de straten van Marais en Troubiot, dat de paarden tot de schoften er onder kwamen. Toen werd het rijden met wagens verder verboden. Met schuiten heeft men den menschen hun voedsel thuis gebracht. Bij Charleroi is het water de gasfa briek binnengestroomd, en dat maakt, dat de bewoners al vele dagen zonder gas zijn Tal van fabrieken en werk plaatsen waar gaskrachtmachines ge bruikt worden, kunnen niet voortwer- ken. De stad is zonder licht. Het is een ware ramp. Bij Saraing zijn de arbeiderswonin gen, behoorende bij de fabrieken van Cockerill, overstroomd. Nooit hebben de Belgen met zooveel angst de zwarte regenwolken zien samen pakken. Als de regens aanhouden vreest men dat nog op verscheiden plaatsen de dijken geen weerstand meer kunnen bieden. In sommige plaatsen op het platte land van Frankrijk wordt nog hevig verzet geboden tegen de boedelbeschrij ving van de kerken. Zoo wordt uit Le Puy gemeld dat in een dorp in de buurt van Pradelles de bewoners be sloten hebben, zich eerder tot op den laatsten man te laten dooden dan de boedelbeschrijving in hun kerk te ge- doogen. Om dit besluit ten uitvoer te leggen, hebben zij alle toegangen naar het kerkhof dat de kerk omgeeft, en dit hof zelf met eggen, boomstammen en dik staaldraad verbarrikadeeerd, de kerkdeuren en vensters dichtgespijkerd, om de kerk een gracht van 2 7a M. breed gegraven, op den toren en het dak wachts opgesteld en binnen in de kerk pieken, hooivorken, zeisen en ook le vensmiddelen voor de verdedigers bij eengebracht. Zij zullen zelfs niet voor het gebruik van gloeiende ijzeren sta- werk. Zijne voeten zinken diep in het voer, telkens als hij, heen en weer stappende, de vork drie- viermaal in het hooi steekt, en vinden slechts een wankel steunpunt, als hij de vork opheft en eene geurende, wijd uitstaande massa, waarvan telkens vlokken loslaten, die op zijn hoofd en schou ders vallen, in het luik werpt. De vracht mindert, maar dan ook wordt de afstand tusschen hem en den zolder grooter, zoo dat hij het hooi hooger opsteken en dus ook meer kracht aanwenden moet, en de haast, die hij maakt, om spoedig gereed te komen, vermeerdert de inspanning. Ja, 't is zwaar werk. Maar als eindelijk alles is geborgen en Aart, op den bodem van den leegen wagen staande, zij n pet af neemt en met den mouw van zijn boeze roen het zweet van zijn voorhoofd wischt, dan denkt hij„hard werke, da' 's 't beste te prakkiseere en te narre, dat baat niks!" En met een vluggen zwaai springt hij van den wagenen terwijl zijn paard weer wordt ingespannen, rust hij nog even uit op de bank, die tegen het achterhuis staat. ,,'n Mooie zwart," zegt Harmsen, naar borst en „beenen" van het fiere en trappe lende dier kijkende, en het dan, onder de manen, op den hals kloppende: ,,'n lief pêrd. Ho-o! man, ho!" ,,'n Bestel" antwoordt Aart, met den voet op de tree van den wagen. „Stil, zwart 1 Ho, jong!" „Hij is dartel," zegt Harmsen, op zijde gaande om den wagen voorbij te laten. „Hij is jong, en 't is veurjaar," antwoordt Aart. „DaagEn de teugels vierend, rijdt hij het erf af. ven en kokend water terugdeinzen en hebben daarom verscheidene smids ovens in de kerk opgesteld. Anarchisten zijn te Odessa een bak kerij binnengedrongen, hebben zich de kas, inhoudende 150 roebel toegeëigend en zijn daarmede gevlucht. Toen zij achtervolgd werden, slingerde een hen vergezellend jong meisje een bom waar door een voorbijganger doodelijk ge wond werd. De schuldigen zijn ontko men. In een winkel op het Alexanderpros- pekt, te Odessa, waarin de politie zich onlangs verdekt had opgesteld, om twee anarchisten in hechtenis te nemen, werden Maandag twee bommen geslin gerd, waarvan de ontploffing groote verwoestingen aanrichttede eigenaar van den winkel en een beambte werden zwaar gewond. De daders zijn ontko men. Een betaalmeester te Tiflis, die in een wagen 7000 roebel had, welke hij van 's lands kas vervoerde, is door drie mannen overvallen en met revolver schoten gedood. De misdadigers vlucht ten met het geld, doch later werd één gevangen genomen. Admiraal Nebogatof heeft in de Rus- sche pers een uitvoerig verhaal gegeven van zijn nederlaag bij Tsoesjima en in verband daarmee van de uitrusting zijner vloot. Volgens dit verhaal had hij geen keus ten aanzien van zijn officieren en equipages; over de benoemingen der officieren gingen drie afzonderlijke lichamen en het gebeurde vaak, dat een officier op twee schepen tegelijk werd benoemd. Eerst twee of drie dagen voor het vertrek van het eskader was de officiers- lijst compleet; twee derden der beman ningen kwamen eerst eenige uren voor het vertrek aanEn onder deze bevon den zich nog een menigte dieven, dronkaards, invalieden, voorwaardelijk ontslagen gevangenen en recruten. Aan zulk een zoodje werd o. a. de beste torpedoboot toevertrouwd. Nebogatof hangt dan een droevig tafereel op van de schepen, waarmee hij moest vechtenalle waren zij ver sleten of onzeewaardig. Het ballonschip Roessi, een zeventien jaar oud koop vaardijschip, kreeg 250 pleisters op zijn gehavende ketels voor het vertrek uit Kroonstad, enz. Te New York is uit Mexico bericht ontvangen dat in de hoofdstad de typhus erg woedt sedert het begin van dit jaar en dat de ziekte nog geen teekenen van vermindering vertoont. Gemiddeld sterven er vijftig menschen daags, en in 't geheel zijn al 4000 menschen door de ziekte weggesleept. Om een paniek ,,'k Zal 'm toch 's minder straf voere," denkt hij, als hij uit het mulle zand op den straatweg gekomen is en zijn vurig paard, dat naar den stal verlangt, slechts met moeite in toom houdt; „hij wordt te veul mans. Zacht, zwart! zacht nou!" En met sterke vuist beheerscht hij het edele dier, zoodat het, den glanzenden nek sierlijk gebogen en knabbelend op het bit, eenigen tijd, half stappend half dravend over den weg gaat, door het schudden van den kop en het vinnig slaan met den lan gen staart bewijzende hoe noode het ge hoorzaamt. En terwijl hij naar huis rijdt, herinnert Aart zich het gezegde van Harmsen: veur haar 'n aar. ,,'k Mocht lijje," denkt hij, „dat 't zoo makkelijk was, maar 't kruipt en wriemelt in je rond, dat je 't niet ver zette kan. 'n Aar! wis, 'n aar; want moe der is oud en alleenig kan 'k niet; maar of 'k krijg wa' 'k wil, of da' 'k neem wa' 'k kan of dat scheelt! En as'k sikuur wist," denkt hij, op de schoft van het tuig starende, „heel sikuur, dat ze me niet lijje mag alla! 't zou dragelijk weze; maar 't is of ze nee zeit met 'r aardig bek- kie, en ja kijkt uit 'r Maar opeens heft hij het hoofd op en grijpt krachtig in de teugels, want het paard schrikt voor eenig wit goed, dat op eene haag hangt en door den wind wordt be wogen. Het dier wil niet voorbij, loopt achteruit, en als daardoor zijn lijf met den dissel en een zijner pooten met een wiel van den wagen in aanraking komt, dan wordt het schuw, slaat, steigert, trekt aan en slaat op hol. (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1