Hel Land van Heusden en illena, de Langstraat en de Bontmelerwaard. tiaar keuze. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2509. Zaterdag ÏO Maart. Het zwaartepunt van de crisis in Rusland. FEUILLETON. LAW VAN ALTEN/' VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1906. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Ill" {Slot). Volgens de officiëele gegevens der boerenleenbank werden voor zelfstan dige kolonisatie van afzonderlijke boe ren gemiddeld van elk van deze 10.1 desjatinen verkregen (in de Poolsche provinciën gemiddeld 5, in de centrale 14 en in de oostelijke 19). Zulk een nieuwe boerderij buiten de gemeente is overeenkomstig met de werkkracht van één paard en van eert gezin van 5 tot 6 leden. Daaruit vloeit van zelf voort, dat bij dergelijke verhoudingen elk millioen desjatinen bruikbaar bouw land 100.000 afzonderlijke boerderijen met 550.000 tot 600.000 zielen kon helpen aan arbeid en voedsel, ja, zelfs tot betrekkelijke welvaart brengen. Als men van 105 millioen desjatinen onge veer een derde aftrekt voor bosschen en onbruikbaar land, en gemiddeld 15 desjaniten (16,5 Hectare) bij den be- staanden intensieven landbouw rekent als een normaal bedrijf voo een ho r- derij van twee paarden of ossen, dan vloeit daaruit voort, dat in de stam- gouvernementen 5 millioen boerderijen konden bestaan, buiten het gemeente land, met een bevolking van 25 tot 30 millioen zielen. Men stelle zich voor welk een enorme vlucht alle bedrijven zouden nemen, wanneer de boerenbe volking, waarvan het grootste gedeelte tot nu toe nog geen ijzer gebruikt, tot grooteren welstand kon komen. Tot groote schade van geheel het land waren de hoogste lagen der regee ring en der bureaucratie altijd bezet met de vertegenwoordigers der grond- arristocratie, die in het bezit was van 70 percent van alle grondbezit en het nooit verstaan hebben, om hunne maat schappelijke taak in de algemeene volks huishouding te vervullen. Veelal zonder belang te stellen in hun landgoed, hunne landerijen grootendeels niet kennend en het beheeren daarvan overlatend aan onwetende of oneerlijke personen hebben zeer vele vertegenwoordigers van de grondarristocratie tot nog toe niet willen breken met de van oudsher gehandhaafde tradities. Zij zien nog altijd in de boeren wezens, die maat schappelijk afhankelijk zijn en in elk opzicht en met alle middelen voor hun eigen doel mogen worden verbruikt. En daarom vormen deze bezittingen, daar, waar geene lationeele, maar alleen roofbouw gedreven wordt, een groot Blootshoofds, met fladderende haren, de oogen wijd geopend, de kleurlooze lippen op elkander geklemd, het bovenlijf geheel achterover gebogen, spant Aart de teugels met levens verdedigen de kracht; maar het woeste dier stuift voort in toomelooze vaart, met opgespalkte en trillende neusgaten, de wild-staande oogen met bloed beloopen, de ooren in den nek en den kop tegen de borst gedrukt. De manen in den wind, bloedig schuim om den bek, dat in vlokken weg vliegt, druipend van zweet, peezen en ze nuwen op het uiterste gespannen, telkens gespoord door den slingerenden wagen, die hotsend en stootend over den weg giert en elk oogenblik kan kantelen, rent het razende dier voortVoort jaagt het langs bouw- velden, waar daglooners nog arbeiden, die door het ratelend gerucht van den wagen, waarvan de losse zijstukken telkens op vliegen en [weer neerploffen, opkijken en dan, ontzet door hetgeen zij zien, hun ge reedschap laten vallen en zich naar den weg spoeden, waar zij, de handen boven de oogen, hem nastaren. „Wie is 't?" „Aart." „Aart Aart vaD de Zonnebloem „Ja, hij. Hemel! wat slingert de wagen, wat holt ie!" Voort gaat het. Windsnel over een pas grondbezit, die de algemeene volkswel vaart zonder twijfel alleen schade toe brengt. Inplaats van voor de pioniers der inwendige kolonisatie, voor de flinke, energieke, naar werk en welstand stre vende boeren geschikte pachthoeven op hunne gronden te stichten en zichzel- ven daardoor een vaste grondrente te verzekeren hebben de vertegenwoor digers van het groot-grondbezit de re geering verleid tot een geheel valsche politiek, die de boeren er toe bracht naar de oostelijke grensdistricten en Siberië te trekken, alvorens een dwin gende maatschappelijke noodzakelijkheid daartoe best nd. En het gevolg is ge weest dat honderdduizende boeren, nadat alle pogingen om in hun stamgouver- nementen zich te vestigen, buiten den gemeentegrond, waren ijdel gebleken, den tocht naar het verre oosten hebben ondernomen, die hun het laatste red middel scheen. Door alle mogelijke for maliteiten teruggehouden, hebben zij jarenlang gewacht op het verlof tot verhuizing, om dan, aan het einddoel gekomen, dikwerf terug te moeten, om dat öf het door de regeering aangewe zen land voor vestiging niet deugdelijk bleek, öf hunne papieren verklaard werden niet in orde te zijn. En dan keerden de betreurenswaardige slacht offers van een valsche agrarische staat kunde geheel verarmd, dikwijls door honger, gebrek en inspanning gedeci meerd, terug naar hun vroegeren grond, na verlies van alle have en goed, ont bloot van alle middelen van bestaan. Zoo zijn tientallen van jaren lang in Rusland alle vo rwaarden voor een redelijken landbouw, alsgebondenheid aan dezelfde plaats, individueele zelf standigheid, initiatief, onmiddellijke na bijheid van den bouwgrond bij de boer derij, verbetering van den bodem door veeteelt en bemesting, zoowel van den kant der grondbezitters als zij 't dan ook door den nood gedrongen door de boeren met voeten getreden. En de gevolgen van deze in alle p- zichten verkeerde wijze van beheer, gepaard met een roekeloos en zonder eenig vooraf gemaakt plan uitgevoerd uitroeien der bosschen (de wet tot be scherming der bosschen trad eerst 3 jaren na hare uitvaardig:ng in werking), het omploegen van ieder grasveld en van alle hellingen in de centrale en zuidelijke gouvernementen, met den ondergang der veeteelt (omdat er geen weide voorhanden is) de verzanding van rivierbeddingen en van geheele streken, het dalen van het grondwater peil, het opdrogen van bronnen en nog veel meer dat alles heeft eindelijk Europeesch Rusland tot de crisis ge voerd, waarin het zich nu bevindt en waarvan het kernpunt gevormd wordt door het boerenvraagstuk, want dat raakt 80 percent der bevolking, der halve m9er dan 100 millioen menschen. De eenige hoop op een vreedzame oplossing van dit vraagstuk bestaat daarin, dat de volksvertegenwoordigers samenkomen vóór de honger en de armoede der tot wanhoop gebrachte, onontwikkelde volksmassa's de grenzen van het mogelijke overschrijden, en dat in de allereerste plaats wetten worden gemaakt, die een vrijwillige binnen landsche kolonisatie terstond mo gelijk maken. De Russische boer is over 't algemeen loyaal, maar iedere boer draagt van zijn geboorte af in zijn hart mede den haat tegen het grootgrondbezit en de vaste overtuiging, dat alleen ten gevolge van fouten in de wetgeving niet al het land in het bezit der boeren is, maar dat in elk geval het gebruik van alle landerijen aan de boeren behoort. Wat nu tot dusver aan de afzon derlijke personen niet gelukte, hoopt men door de volksvertegenwoordiging te verkrijgen. Tot zoover de door ons genoemde schrijver. Moge de uitkomst der ver tegenwoordiging tot een betere regeling van het agrarisch vraagstuk leiden en daarmee een vasten grondslag geven aan een herboren Rusland. ■Buitenland. Uit Antwerpen wordt gemeld: Donderdagmiddag te halfvijf is een gebouw, gelegen in de Ridderstraat achter het oude huis van Geertruyen, dat onlangs door de stad was aange kocht om er een schoolgebouw van te maken, ingestort, met het gevolg dat eenige werklieden gedood en vele ge kwetst werden. De nieuw aangebrachte tweede verdieping zakte in en sleepte de eerste met zich mede. Te half vijf was een schutsel afgebroken geworden, onmiddellijk daarop viel een muur in. De overheden, de politie en de brand weer waren spoedig ter plaatse. Onder de puinhopen werd het lijk gehaald van Philips de Hondt, een 49-jarig ar beider, wonende in de Ridderstraat. Kort daarop ontdekte men het lijk van een tweede slachtoffer, Désiré Bolsiers, 19 jaar oud. Een piket soldaten van de genie, in allerijl ontboden, ruimden verder op en schoorden de overblijvende muren. dik begrint eind van den weg, zoodat de kiezelsteenen hoog opvliegen, Aart in het aangezicht treffen, of op den wagen klet teren Voort naar den tol De tolgaarder staat buiten. Zal hij den boom dicht gooien Als hij het doet, dan Stort alles neer in een verschrikkelijken val, maar als hij het niet doet, dan is dicht hij het dorp, met alles wat er in den weg kan staan, de losplaats aan en de brug over de rivier, en als de klap op staat Maar hij is een oud man, en voordat hij een besluit genomen heeft, schiet de wagen hem voorbij en scheuren de wiel- naven stukken hout uit den paal, waaraan de sluitboom bevestigd is. Voort holt het kolderende dier naar het dorp. Eerst met donderend geraas over het houten brugje, dat over een smallen zijarm van de rivier is geslagen, en dan over de vonkende keien door de dorpsstraat, waar de menschen, die in groepjes staan te praten, uit den weg vliegen en, als de wagen voorbij is, zich op net midden van de straat vereenigen, waar zij, met gerekte halzen, hem nazien. „Staat de brug op „Net gestreken. „Goddank. I" Eenige jongens rennen hem na. "Want bij de losplaats, glooiend naar de rivier loopende, daar moeten paard en wagen in het water storten, of als zij op de lange, smalle brug komen, dan slingert de gierende wagen tegen de borstwering en moet kantelen. Even voor de brug rukt het dier naar links, naar de losplaats, maar dan wringt het weer naar rechts en is op de brug. En nu komt er een uitdrukking van ontzetting op het gelaat van Aart, want voor hem uit rijdt een boerenwagen en daarachter slingert een ploeg met de punt van het breede ijzer dreigend naar boven. Aart tracht den dissel te grijpen om van den wagen te springen, maar het is hem niet mogelijk een oogenblik in evenwicht te komen. De boer voor hem heeft zijn paard aangezet, om nog van de brug af te komen, maar in een oogwenk heeft het hollende dier hem ingehaald en dan storten zij neer, eerst het paard, dan Aart, terwijl het ach tergedeelte van den wagen hoog opvliegt en omkantelend neersmakti Een paar uren later komt Geerte thuis, zet haar emmers op de deel en loopt daar eenigen tijd rond, de handen tegen de borst gedrukt, kreunend alsof zij pijn lijdt. „O, Aartarme lieve Aart Want nu weet zij, dat zij hem liefheeft en altijd heeft liefgehad, en dat er geen rijkdom is zoo groot, dien zij niet zou willen geven om hem weer beter te maken. Naar hem toe om hem dat te zeggenWant als hij haar nog kan hooren, en ja, dat zal immers, dan zal dat hem troosten, en dan zal zij hem ook zeggen, dat zij zijne vrouw wil worden, wat er ook gebeure, als hij maar beter wordtweer beter wordt Zij wischt het klamme zweet van haar voorhoofd, snelt het erf af en spoedt zich langs den donkeren dijk voort, op de lich ten van de brug af, sterrende in de verte. De brugwachter is buiten, en met eene lantaarn bijlichtende, vertelt hij aan eenige boeren hoe het gegaan is. „Net was de „Admiraal" de brug onder deur en de klap gestreke, toe ie kwam aanrenne. Eerst is ie met 't achterwiel te gen de slagboom gereje, hier, zie je?"en De arbeiders gelooven dat nog 4 ka meraden onder de puinen liggen en misschien nog in leven zijn. De aan grenzende woningen werden op bevel ontruimd en verlaten. Vrijdag werd nader gemeld: Onder de puinen van het ingestorte gebouw werd dezen nacht nog levend uitge haald een 50-jarig te Deurne wonende werkman. Zijn rechterbeen is gebroken en zijn linkerenkel gekwetst. Een tweede vermiste kwam te middernacht tot ieders verbazing te voorschijn onder de volks menigte. Verdwaasd, was hij tijdig weg- geloopen en kwam nu eens kijken. Zooeven, twee uur namiddags, werd een derde slachtoffer levenloos buiten gebracht. Nu is er nog een zoek, die naar alle waarschijnlijkheid dood is. De jury te Caldwell (Idaho) in Ame rika, heeft zes leden van het geheime comité uit deWestersche mijnwerkers- vereeniging schuldig verklaard. Een van de zes heeft verklaard, dat het comité verantwoordelijk was voor den moord op Steunenberg, den gewezen gouverneur van Idaho, en nog '26 an dere moorden. Drie niet-aangesloten werklui, die op geheimzinnige wijze verdwenen zijn, had men in een kalk oven geworpen. Maandagavond is er te Kaapstad een bokswedstrijd gehouden tusschen twee kleurlingen. Een van beiden stierf na het vuistgevecht aan hersenschud ding. De ander is in hechtenis genomen. In zuidelijk Rusland woeden nog steeds boerenonlusten. In het gouver nement Cherzon zijn verschillende land goederen beroofd en platgebrand, het vee deels geslacht, deels weggedreven. Duizenden desjatinen grond worden door de boeren beploegd. In liet dis trict Soedsja, gouvernement Koersk, hebben de boeren op de dorpspolitie losgeslagen, die twee politiek verdachte personen wilde aanhouden. Dragonders die te hulp waren geroepen en een paar stukken hadden meegebracht, be schoten het dorp. Negen boeren werden gedood en vele gewond. Maar 't ergst leed het vee onder het bombardement. De bevolking van St. Lucia, in West- Indië, wordt nog voortdurend door aard schokken verontrust. Menschen die in steenen huizen wonen, kampeeren bui ten in hun tuinen, onder tenten. De houten huizen doen opgeld, daar zij als het veiligst worden beschouwd. De eerste schok werd op 16 Februari vernomen en sedert dien dag hebben de schokken aangehouden. De vuurspuwende bergen zijn werke loos gebleven, maar men heeft waar genomen dat de ergste schokken samen vielen met de vulkanische stoornissen in Columbië. De golvende beweging gaat van het Zuiden naar het Oosten en dikwijls ge paard met een geluid als van een na derenden trein. Hetzelfde verschijnsel is op Martinique en Barbaros waarge nomen. Tot nog toe is op St. Lucia niemand omgekomen. De correspondent van de Petit Bleu te Warschau is zonder eenige opgaaf van redenen uit Polen verbannen. Hij heeft eenvoudig een verzoek gekregen om naar den vreemde te gaan tot de Russische politie hem verlof geeft terug te keeren. De Petit Bleu zegt geen beter bewijs te kunnen zien van de Russische wil lekeur dan deze behandeling van haren berichtgever, die volgens haar, gedu rende de laatste twaalf maanden zich altijd een vriend der waarheid en ge matigdheid heeft betoond. „Dood?" „Nee, nog effe levend; maar de dokter zei, dat 't slim met 'm was slim." Haastiger spoedt Geerte zich voort, want als zij hem moet missen, dan niet, dat ge ve de hemelvoordat zij bij hem geweest is. Door de dorpsstraat, langs het kerkpad, bereikt zij den straatweg, waaraan „De Zonnebloem" gelegen is. Er gaat iemand voor haar uit, die over den weg waggelt, en als zij den beschonkene voorbijloopt, herkent zij Tinus, die haar ziet en aan roept: „Heur 's kind, heur 's I" en tracht haar in te halen. Maar in een oogenblik is zij buiten zijn bereik. Hij heeft haar niet herkend en roept haar na dingen, die zij half hoort en half begrijpt, maar genoeg om de opgekropte tranen in hare oogen te brengen. En stil staande op den weg schreit zij in het don ker tusschen de hooge boomen, wier toppen ritselen en ruischen. „O, die man, die ver schrikkelijke man! En om hem? Maar slechts een oogenblik geeft zij toe aan haar verdriet, en dan loopt zij voort en wischt met haar voorschoot hare oogen af. t Nog enkele minuten en zy heeft „De Een paar maanden geleden is in de Hongaarsche stad Debreczin de nieuw benoemde burgemeester Kovacs op zeer ergelijke wijze mishandeld. Nu heeft eergisteren de koninklijke commissaris Naszady daar vergezeld van een legertje zijn intocht gedaan. Maar dat kon niet beletten, dat zijn rijtuig toch met stee nen werd gebombardeerd, waarop de politie en gendarmen meermalen char geerden. Er zijn talrijke gewonden aan beide kanten en vele aanhoudingen hebben plaats gehad. De stad is in formeelen staat van beleg. De Berlijnsche correspondent van de „Standard" verklaart in staat te zijn, mede te deelen, dat de Duitsche regee ring haar gedelegeerden te Algeciras nieuwe instructies heeft doen geworden, een meer verzoenende houding in acht te nemen. Een Turksch ruiterregiment in het district Siwas, dat bestemd was om naar Jemen gezonden te worden, is aan het muiten geslagen. Bijna alle ruiters zijn er van door gegaan. In Texas zijn prairie-branden uitge broken. Duizenden stuks vee zijn om gekomen. De schade wordt op een mil lioen dollar geraamd. De politie te Rixdorf, bij Berlijn, heeft Richard Mirus, een vijftienjarig straatroover, ingerekend. Hij heeft een groot aantal kinderen op straat besto len en was ook werkzaam als roover- hoofdman over een door hem gevormde bende, die het voorzien had op koperen traploopers en -oogen. Mirus moet ook bij inbraken betrokken geweest zijn. Men heeft althans bij hem een aantal kleinoodiën gevonden, die moeilijk van straatroof afkomstig kunnen zijn. De Tribune verneemt uit Sydney: Zonnebloem" bereikt, en over het erf, waar de vruchtboomen bloeien, de meidoorns geuren, de pioenen blozen en alles een lied der toekomst zingt, treedt zij de woning binnen. 't Is er stil, doodstil, en slechts uit het achtervertrek, waarvan de deur openstaat, straalt het schijnsel van een zwak licht. Daarop gaat zij af, en als zij op den drem pel staat, ziet zij, bij het getemperd licht der hanglamp, het bleek, omzwachteld ge laat van Aart op het kussen in de bedstede. Naast hem zit zijne arme, oude moeder, het hoofd op de borst gebogen, zijne hand in de hare. Stil treedt Geerte binnen, en neergeknield voor de bedstede, grijpt zij eerst de gerim pelde hand van zijne moeder en kust die, en dan neemt zij zijne breede hand in de hare, kust ook die, drukt haar voorhoofd er op, en dan noemt zij hem bij zijn naam met de teederheid van hare liefde en houdt zijne scheidende ziel nog een oogenblik op den drempel der eeuwigheid op. Als de morgen weer rijst, ligt Aart alleen, de doode handen gevouwen up de borst. Donker golft het glinsterende haar om het strakke voorhoofd en donker ook stek de lange wimpers af tegen de wasbli wangen. Om den even geopenden mond rust een glimlach. En die is daar geko toen zij hem in tranen bekende, dat zij liefhad en altijd had liefgehad, o, alt^ IIIIIVIIUI (2. (Z. N. en A het licht valt met sprongen op den slag boom, die op het vaste gedeelte van de brug staat en over zijne geheele lengte ge splinterd is „en toe stoof ie tegen de borstwering aan, déar, zie je? 't Is ijzer, maar as glas afgeknapt, hè? Wat zoo'n dier toch 'n kracht had! Watte! Effe later viele ze op de ploegDaar in me woniDg hebbe ze 'm binnegebracht, maar geen leve d'r in, en toe ze 'm weghaalde, lag ie nog net as toe ze 'm gebrocht hadde. (SI -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1