(Westfalen), die toen dertien jaar oud
was, met het achterhoofd op het ijs.
Hij had sedert dat ongeluk, ten ge
volge ran een hersenschudding, zijn
spraak en gehoor verloren. Eenige dagen
geleden wekte zijn broer hem's ochtends
door een lichten tik op het hoofd,
waarop de doofstomme het van pijn
uitschreeuwde. Maar de spraak en het
gehoor waren teruggekeerd en zijn tot
nog toe gebleven.
De correspondent van de Daily Te
legraph te Pietermaritzburg seint: De
inlichtingendienst heeft ontdekt, dat
een menigte assegaaien uit Duitschland
en uit Birmingham afkomstig over
Portugeesch gebied zijn ingevoerd.
Dezelfde correspondent heeft een ge
sprek gehad met Botha, een grondei
genaar in Noord-Natal, waar Bambata's
kraal ligt. Botha schrijft de onlusten
toe aan den Ethiopischen geestelijken
Mozes, vroeger hulpprediker bij de Ne-
derd. Gëref. Kerk. Deze zette hem af
wegens zijn opruiende taal. Mozes schijnt
ook gewerkt te hebben door een Kaf
ferblad, waarvan de Natalsche regee
ring de uitgave toelaat, hetgeen Botha
vreemd vindt. Botha zei ook, dat ve
le Kaffers ontevreden zijn, omdat zij
in de Randmijnen niet zooveel kunnen
verdienen als vroeger.
Reuter seint uit Athene, dat er op
't oogenblik 14 Engelsche oorlogssche
pen in de baai van Phaleron liggen.
De kruisers Arrogant en Amethyst,
van het Atlantische eskader, die te
Gibraltar liggen, hebben bevel gekre
gen, zich onverwijld bij het eskader
van de Middellandsche Zee te voegen.
Volgens den correspondent van de
Timis te Konstantinopel loopt daar het
gerucht („dat op eenigen grond schijnt
te berusten," zegt de correspondent),
dat de Turksche regeering belangrijke
versterkingen, waaronder artillerie, naar
Tabah en Akabah zendt.
Te Petersburg worden tegen den lOen
dezer, wegens de komst van den Tsaar
ter gelegenheid van de opening van de
Doema, buitengewone maatregelen van
voorzorg genomen. Alle bruggen zul
len afgezet, en de vaart op de Newa
geheel geschorst worden.
Zondag zijn in de provincie Tacna,
Chili, in het noorden, hevige aardschok
ken gevoeld, die meer dan een halve
•minuut aanhielden. Te Tacna ontstond
een paniek onder de bevolking.
De schokken zijn ook waargenomen
te Arica, waar ook een zeebeving ge
weest moet zijn.
Plaa(«»el|ik Nieuws.
HEUSDEN, 9 Mei.
Zaterdagmiddag hadden twee jongens van
circa 11 jaar het vlot, dat aan de legger
is gemeerd, als speelplaats uitgekozen. Het
duurde echter niet lang of een dezer, een
zoontje van den Machinist K. lag in de
Maas. Gelukkig begreep zijn makker Adr.
van den Oever, dat het nu op hem aan
kwam om hulp te verleenen. Hij deed dat
dan ook zoo beleidvol, dat hij hem spoedig
op het drooge had. Zonder zijn directe hulp
ware de drenkeling vermoedelijk verdron
ken.
Door den jongsten hoogen waterstand
is aan den teen van den dijk, ongeveer ter
hoogte waar eertijds de woning van den
heer Theuns stond, een gat geslagen, dat
de bazaltglooiïng geheel heeft medegenomen.
Op dezelfde plaats is een diepte ontstaan
met een draaikolk. Aan tegenovergestelde
zijde heeft daarentegen een ophooping van
zand plaats gehad, zooals wij reeds vroeger
mededeelden.
WERKENDAM. Verleden week verloor
»het schip „Niets zonder Gods zegen", schip
per G. van Berchum, geladen met huiden
naar Delft bij Hansweerd een zwaard. De
reis werd sleepend voortgezet.
Een zelfde ongeluk en ter zelfder plaatse
overkwam de Nederl. tjalk „Adriana", schip
per Van Dongen.
Zondag 1.1. kwamen op verscheidene
plaatsen in ons dorp verkoolde stukjes riet
enz. uit de lucht vallen en dacht men
eerst dat in den Biesbosch iets aan het
branden was, doch nergens was eenig teeken,
dat brand aanduidde, te bespeuren. Den
volgenden dag pas bleek, dat het gevallene
afkomstig was van den grooten brand te
Raamsdonksveer, (zie onder Binnenland.)
ANDEL. Tot hoofd der Christelijke
School alhier werd heden benoemd de heer
J. F. Calame uit Dordrecht.
Ingang 16 Mei is tot postbode van
Andel op Woudrichem benoemd de heer
Turus, thans in gelijke betrekking teDin-
teloord.
VEEN. Het 10-jarig dochtertje van den
koopman S. had het ongeluk over een
steen te vallen. Zij bezeerde zich ernstig
aan haar arm. Bij onderzoek bleek dat de
arm gebroken was.
♦GAMEREN. Maandagmorgen ongeveer
half vyf werden de bewoners al attent ge
maakt dat er brand was. Het luiden der
klok wekte enkelen uit hun slaap; velen
waren reeds wakker. De brand was uitge
broken bij H. Monfrooij, welks huisje in
een oogenblik in asch lag; door krachtig
optreden van vele personen werden de
belendende perceelen met moeite gespaard.
Kippen, geiten en konijnen alles kwam in
de vlammen om. Een en ander is tegen
brandschade verzekerd, oorzaak onbekend.
WIJK. De Raad dezer gemeente heeft
in beginsel besloten tot den bouw eener
nieuwe onderwijzers Woning, aangezien de
tegenwoordige woning in slechten toestand
verkeert. Rijkssubsidie zal worden aange
vraagd, daar zonder hulp van het Rijk de
lasten voor de gemeente te zwaar zijn.
Het kohier van den hoofdelijken
omslag dezer gemeente, dienstjaar 1906, is
door den Raad vastgesteld ten bedrage van
2937.94. Het bevat 165 namen van belas
tingplichtigen. De hoogste aanslag bedraagt
f 299.70, de laagste f 0.37. Van het belast
baar inkomen wordt geheven 3.70 percent.
Bij de op heden gehouden aan
besteding door de kerkvoogdij der Nederl.
Hervormde gemeente alhier van het bou
wen eener nieuwe woning is de heer J. v.
Wijk Wz. alhier aannemer geworden voor
de som van f 1142,de begrooting was
f 1300,—.
Aan den heer P. van Ooijen, onder
wijzer aan de openbare school te Wijk is
door den gemeenteraad toestemming ver
leend om tot 1 Januari 1907 te Nederhe-
mert te gaan wonen bij zijne ouders.
Bij de gehouden verpachting der
weisoharen van het „Wijkerzand" was de
prijs gemiddeld f 28.per schaar, zijnde
f 2.minder dan het vorige jaar.
IJlt ons Parlement.
XXXI.
Nog altijd houdt het „Arbeidscon
tract" de Tweede Kamer bezig en zij
heeft ook nu hare eerste vergaderingen
weer aan de behandeling daarvan ge
wijd. De regeering had de wijziging
van het artikel, betreffende de gedwon
gen winkelnering, voorgesteld en hier
over begon de beraadslaging.
Het gewijzigd artikel bepaalt, dat uit
een ongeoorloofd en nietig beding als
in art. 1673m bedoeld (gedwongen win
kelnering) geen verbintenis ontstaat en
dat de arbeider het reeds betaalde of
van zijn loon afgehoudene mag terug
vorderen zonder van zijn kant te be
hoeven terug te geven wat hem ver
strekt is krachtens de overeenkomst.
Verder geeft het den rechter de be
voegdheid het schade-bedrag aan den
arbeider te beperken, maar zóó dat hem
althans vergoed wordt het geheele be
drag der geleden schade. En eindelijk
geeft het den arbeider het recht om,
wanneer hij met een ander (bedoeld is
een leverancier) ingevolge zoo'n beding
een overeenkomst heeft aangegaan, het
bedrag van hetgeen hij uit dien hoofde
betaald heeft of nog verschuldigd is,
van den werkgever te vorderen, met
dezelfde beperking echter ten opzichte
van 's rechters bevoegdheid. Het vor
deringsrecht van den arbeider krach
tens het artikel vervalt echter na 6
maanden.
Over deze bepalingen bleek men het
nu in de Kamer niet eens te zijn. De
heer Troelstra vond ze niet sterk ge
noeg vóór de arbeiders, de heer Loh-
man daarentegen meende, dat het vol
doende zou zijn, wanneer bij zoo'n on
wettige overeenkomst het gekochte goed
moest worden teruggegeven en het daar
voor toekomend loon worden uitgekeerd
zonder meer. De eerste had, ten einde
de bepalingen een meer preventieve
werking te geven, een paar amende
menten voorgesteld, om de in het tweede
lid van het artikel aan den rechter toe
gekende bevoegdheid, dezen geheel te
ontnemen en dat deel te doen vervallen,
en om den derden, die bij gedwongen
winkelnering betrokken zou zijn, den
bewijslast op te leggen, dat hij te goe
der trouw is en bovendien den eisch
tot terugvordering uit te breiden tot
wat de werkman reeds mocht hebben
ontvangen.
De Minister was het met geen van
beide heeren eens. Den heer Lohman
herinnerde hij eraan, dat men hier op
strafrechterlijk gebied gekomen was en
deze straf door de bedreiging met nadeel
den werkgever van een onwettige over
eenkomst moest afhouden. En tegen
over den heer Troelstra merkte hij op,
dat men deze straf niet te zwaar mocht
maken.
De heer Heemskerk, die wel wat
voor een deel van 's heeren Troelstra's
amendement voelde, gaf dezen den raad
ze te splitsen, waaraan gevolg werd ge
geven. Maar ook gespitst wilde de Ka
mer er niet aan, maar keurde daaren
tegen het regeerings-artikel goed.
De artikelen 1638c eny, betreffende
uitkeering van loon bij ziekte en ver
pleging, die nu in behandeling kwamen,
lokten een vrij uitvoerig debat uit. De
heer Van Dedem begon met te wijzen
op de tegenstrijdigheid tusschen de
bepaling, dat geen loon verschuldigd
is voor den tijd, dat de arbeider niet
heeft gewerkt en die andere, dat hy
bij niet-opzettelijk veroorzaakte ziekten
aanspraak houdt op het niet verdiende
loon. Hij zou later de algemeene be
palingen omtrent ziekte-verzekering
hier van toepassing willen verklaren,
maar daaraan staat art. 1638y, dat den
werkgever verplicht den inwonenden
arbeider te doen verplegen zonder ge
houdenheid langer dan 4 weken loon
uit te keeren, in den weg. De heer
Tydeman had ook nogal iets op deze
artikelen tegen vooral op art. 1638c,
waarin vergoeding wegens onvoorziene
ziekten wordt toegekend en bepaald,
dat van het loon het bedrag wordt af
getrokken, dat voor de verpleging wordt
uitgekeerd, alsmede vergoeding voor
tijdverlies bij verschillende familie
omstandigheden wordt geregeld en daar
omtrent had hij dan ook met eenige
anderen een amendement voorgesteld.
Zijn hoofdbezwaar gold echter, afge
scheiden van den inhoud der bepalin
gen, het opnemen van ziekteverzekering
in deze wet. Bij de Ongevallenwet is
iets dergelijks publiekrechtelijk geregeld
en nu gaat men het weer privaatrech
telijk, d. w. z. bij contract tusschen
werkgever en werknemer doen.
Ditzelfde bezwaar werd ook door an
dere afgevaardigden gevoeld en ook de
heer Van Wijnbergen, die anders wel
iets voor de bepalingen voelde, meende,
dat het noodig was te weten, hoe de
Kamer voor de ziekte-verzekering zal
komen te staan en of ieze bepalingen
zich aan de latere ziekteverzekering
zouden aanpassen. De heer De Klerk
deelde echter dit bezwaar niet. Hij
wenschte alleen enkele wijzigingen,
waaronder ook deze, dat de werkman
alleen het ziekengeld zou verbeuren,
wanneer hij bij zijn in diensttreding
een kwaal opzettelijk heeft ver
borgen gehouden.
Door den heer Schaper werden de
bepalingen, ofschoon ook niet in alle
deelen naar zijn zin, uitvoerig verde
digd, omdat hij met het grondbeginsel
meeging en hij vroeg, waarom de hee
ren kerkelijken en liberalen, die vaak
zooveel met het oude gilden-systeem
op hebben, niet ook deze eigenlijk
gezegde oud-vaderlijke zorg van den
patroon goedkeurden.
Het bleek echter spoedig, dat onder
de kerkelijken er wel waren, die de
bepalingen toejuichten, want al heel
kort na de woorden van den heer Scha
per hield de heer Tal ma een uitvoe
rige verdedigens-rede. Hierin wees hij
erop, dat iemand niet buiten zijn schuld
zijn aanspaaak op loon verliezen mag,
dat men, wanneer men iemand in dienst
neemt, een groote verantwoordelijkheid
aanvaardt, waarvan men zich niet mag
ontslaan en dat het hier niet enkel aan
komt op technische of juridische over
wegingen, maar op moreele verplichtin
gen. Alleen in de details wenschte deze
afgevaardigde verandering.
llliinenland.
Naar men uit Den Haag meldt, is
er bij de Tweede Kamer ingediend een
wetsontwerp tot voorziening in den
toestand van den spoorwegdam door
den Bathpolder bij Rilland, na den
jongsten watersnood in Zeeland.
Tengevolge hiervan zou de begroo
ting van Waterstaat voor 1906 met
f 250,000 verhoogd moeten worden als
bijdrage in de kosten van herstel en
versterking van de bedyking van den
Eersten Bathpolder.
In de toelichting zegt de minister
o.a., dat hij over de versterking van
den spoordam, waarvoor de gelden wor
den aangevraagd, in overleg is getre
den met de Mij. tot Expl. van S. S.,
en heeft haar bereid bevonden, mede
te werken tot uitvoering van al het
geen noodig geacht wordt tot afdoende
verzekering legen eventueele storm
vloeden. Een definitief plan voor de
versterking van den spoorwegdam wordt
thans ontworpen in overleg tusschen
*s rijks-waterstaat, den raad van toe
zicht op de spoorwegdiensten en de
Exploitatie- Mij. Dat werk zal vervolgens,
zoodra de op 12 Maart aan de spoor
baan toegebrachte schade geheel zal
zijn hersteld, onverwijld door de Ex
ploitatie-Mij. worden uitgevoerd, zoodat
het voor den herfst zal kunnen zijn
voltooid. Alleen bestaat verschil over
de vraag, voor wiens rekening de uit
voering zal geschieden. Terwijl n.l. de
minister van oordeel is, dat het werk
ingevolge het tweede lid van art. 20
der overeenkomst van lo90, voor reke
ning komt van de Exploitatie-Mij., is
genoemde Mij. van meening, dat het
voor rekening van den staat is uit te
voeren. Dit geschil zal op nader over
een te komen wijze worden uitgemaakt.
Overigens is de Exploitatie-Mij. met
den minister daarover eenstemmig, dat
de vraag, voor wiens rekening de kosten
van het werk komen, geen oogenblik
vertraging in de uitvoering daarvan
mag brengen. Mocht bedoeld geschil in
het nadeel van den staat worden beslist,
dan zal nader een verhooging van het
desbetreffende begrootingsartikel zijn
aan te vragen.
Intusschen zou dit werk op den duur
niet voldoende zijn te achten, indien
herdijking van den Eersten Bathpolder
niet mocht plaats hebben. In dit geval
zou een verdere versterking, gepaard
met ophooging van den spoorwegdam,
zoodat deze als zeewering werd inge
richt, niet achterwege kunnen blijven.
Daarentegen zouden deze verdere wer
ken kunnen worden ontgaan, indien
spoedig tot herstel en versterking der
bedijking van den polder werd over
gegaan.
De beide Bathpolders, die te zamen
een oppervlakte hebben van 720 H.A.,
zijn deels door het rijk in erfpacht
uitgegeven aan, deels eigendom van
een naamlooze vennootschap, die niet
bij machte is, de herdijking te bekos
tigen.
Belanghebbenden hebben zich ge
wend tot Ged. Staten van Zeeland, met
het verzoek, aan de Staten van dat
gewest, een voorstel te doen tot cala-
miteusverklaring der polders, of wel
tot het verleenen van een aanzienlijke
subsidie, teneinde hen tot herdijking
der polders in staat te stellen.
Intusschen zou het te betreuren zijn,
indien de herdijking der Bathpolders
achterwege bleef en dientengevolge
eene aanzienlijke oppervlakte, ten deele
zeer vruchtbaar polderland, verloren
ging. Dat polderland brengt aan het
rijk jaarlijks omstreeks f 4000 aan
grondbelasting en f 1540 aan erfpacht
op, terwijl bovendien de cultuur daar
van niet gering te schatten indirecte
voordeelen oplevert. Neemt men hierbij
in aanmerking, dat, indien spoedig tot
herstel en versterking der bedijking
van den eersten Bathpolder wordt over
gegaan, ten aanzien van den spoorweg
dam met het bovenvermelde werk kan
worden volstaan en verdere versterking,
met ophooging daarvan, onnoodig is te
achten, dan komt men tot het besluit,
dat er alleszins termen zijn om, door
het toekennen van een subsidie van
rijkswege, de herdijking der Bathpolders
in financieelen zin mogelijk te maken.
Voor het bedrag van het subsidie is
als maatstaf genomen, eensdeels de
besparing, voor de Mij. tot Expl. van
S. S., of voor den staat te verkrijgen,
door het vervallen der noodzakelijkheid,
om den spoorwegdam door verdere ver
sterking en ophooging, tot een zee
keerend werk in te richten, welke be
sparing, blijkens het hierboven gezegde,
op ten minste f 200.000 is te stellen,
anderdeels het op eene som van f 50.000
geschat voordeel, dat de tegenwoordige
inkomsten uit de erfpacht en de vrije
eigendom van het land, na afloop der
erfpacht voor het rijk verzekerd blijvon.
Ook aan den minister van binnen-
landsche zaken is het rapport aange
boden, door een commissie uit de Ver-
eeniging voor vrouwenkiesrecht in zake
Grondwetsherziening uitgebracht. Aan
het Hbld. wordt uit Den Haag mede
gedeeld, dat de dames door den minister
zeer vriendelijk werden ontvangen.
„Minister Rink antwoordde dat de
dames juist op tijd kwamen, daar de
werkzaamheden voor Grondwetsher
ziening juist een aanvang zouden ne
men dat hare verwachting niet te hoog
gespannen moest zijn. In de toespraak
van dr. Jacobs werd reeds gesproken
van een kiesrecht voor vrouwen in de
Grondwet vastgesleld en de Minister
wilde een blanco-artikel met wegneming
van de belemmering tot invoeiing van
vrouwenkiesrecht.
„De dames wezen hem er op dat in
het rapport een blanco-artikel met vast
legging van vrouwenkiesrecht is gefor
muleerd en spraken als hare meening
uit, dat een dus geformuleerd blanco
artikel bij de Volksvertegenwoordiging
meer kans van slagen zou hebben.
„Na met den Minister over het voor
en tegen van vrouwenkiesrecht gerui-
men tijd gesproken te hebben, vroeg
hij toezending van geschriften waarin
hij het oordeel van bevoegde autori
teiten omtrent de werking van vrouwen
kiesrecht kon vinden en eindigde hij
met te zeggen, dat hij het rapport met
aandacht zou bestudeeren en dat hij
de dames nog meer hoopte te spreken."
Door den commissaris van politie te
Leeuwarden is, namens den minister
van Justitie, aan in de gemeente wo
nende of vertoevende kermisreizigers,
die zich omtrent de toepassing der Lo
terij wet 1905 tot de Koningin hadden
gewend, als beschikking op hun ver
zoek medegedeeld, dat tot het, door
middel van draaiborden, verloten van
koek enz. nimmer toestemming mag
worden verleend, aangezien met deze
loterij persoonlijk winstbejag wordt be
oogd.
Men meldt ons uit Doetinchem van
4 Mei:
Hedenmiddag had te Gendringen een
treurig voorval plaats. Toen de heer
Rupert, arts aldaar, een patiënt, zekeren
G., bezocht, werd hij door dezen on
verhoeds aangevallen en zoodanig met
een hamer op het hoofd geslagen, dat
men voor zijn leven vreest. G., die
naar men denki^, in een vlaag van
waanzin gehandeld heeft, trachtte daarna
zich te verdrinken achter zijn woning,
doch werd gered.
Aan dr. R. zijn reeds de sacramenten
der stervenden toegediend.
Hierover meldt het Hbld. nader:
Naar wij met genoegen vernemen, is
de toestand van dr. Rupert gunstiger
dan het zich na de eerste behandeling
liet aanzien. De doctoren in het zieken
huis te Arnhem, waar de heer R. thans
verpleegd wordt, hebben zich er over
verwonderd, dat de schedel ten gevolge
van de zware hamerslagen niet gebro
ken is en de hersenen geen letsel heb
ben bekomen, ofschoon de schedel toch
op vele plaatsen ingedeukt is. Er heeft
zich tot dusver geen noemenswaardige
temperatuursverhooging voorgedaan, en
hoewel de lijder ten gevolge van het
vele bloedverlies zeer verzwakt is, hoopt
men, wanneer zich geen complicaties
voordoen, op een gelukkig herstel. Dat
de heer R. zich niet voldoende tegen
den aanvaller heeft kunnen verweren,
wordt verklaard door de omstandigheid,
dat de dader hem, na ongemerkt de
deur van het vertrek gesloten te heb
ben, onverwachts een hamerslag op het
achterhoofd gaf, die den dokter ter
aarde deed storten. Een volgende slag
brak een der beenderen van de linker
hand, waarmede de aangevallene ver
moedelijk het hoofd heeft willen be
schermen. Na een hevige worsteling,
waarbij de aanvaller zijn slachtoffer nog
circa 30 slagen met den hamer heeft
toegebracht, bleef de heer R. machte
loos liggen. Als door een wonder heeft
hij toen de kracht weten te vinden om
kruipende te ontkomen in een oogen
blik dat de dader, die voornemens was
zijn slachtoffer met een scheermes af
te maken, zich even verwijderde. De
sleutel stak gelukkig nog in het slot.
Op de straat gekomen, stortte de dokter
dadelijk bewusteloos neder en werd in
dien toestand door den juist aanko
menden veldwachter gevonden.
De heer Rupert is nog een jong arts
hij heeft pas sedert een jaar zijn studie
voltooid. Hij is sedert kort te Gendrin
gen gevestigd, waar hij een drukke
praktijk heeft, en bij zijn patiënten in
hoog aanzien staat.
Volgens de laatste berieden zijn de
verwondingen zoo hevig, dat de zusters
van het gesticht verklaren nooit nog
iemand zoo toegetakeld te hebben ge
zien. Een rib is gebroken, een middel
vinger hangt bij de hand, de pols is
gebroken en het hoofd vol wonden en
geheel onkenbaar. De lijder is bij be
wustzijn, zoodat zijn hersensnietscliijnen
geleden te hebben.
Men vermoedt dat de aanvaller en
zijn zuster, die verdacht wordt hem
geholpen te hebben, ontoerekenbaar
zijn. De reden tot de mishandeling
moet gelegen zijn in de omstandigheid
dat de dokter geweigerd had hem ver
der te behandelen, omdat hij toch de
voorschriften niet opvolgde en zoo
vreeselijk vuil was. Onder voorwend
sel hem zijn rekening te willen vol
doen, heeft de aanvaller daarop zijn
slachtoffer in huis gelokt.
Zondag is te Weesp een geval van
pokken geconstateerd bij een meisje
werkzaam op de Koninkl. Cacaofabriek
C. J. van Houten en Zn. Daaromtrent
meldt men aan het Hbld. dat de lijde-
res een veertien dagen vertoefde te
Groningen en daar een pokkenlijder,
die dezer dagen overleed, heeft ver
pleegd. Zij was een 5-tal dagen weder
te Weesp toen zij zich onder genees
kundige behandeling stelde, doch ver
zweeg dat zij met een patiënt in aan
raking was geweest.
Zondag constateerde dr. A. A. Knaap
na het meisje, Dirkje Stuitje genaamd,
een paar dagen behandeld te hebben,
de ziekte. Onmiddellijk zijn pogingen
aangewend haar in het Burger Zieken
huis te Amsterdam geplaatst te krijgen,
doch zonder succes. Ten huize van de
wed. Krom, waar het meisje thuis is,
zijn nog 4 kostmeisjes, allen ook werk
zaam bij de firma C. J. van Houten
en Zn., doch deze vertoefden te Am
sterdam toen de ziekte zich openbaar
de. Aan deze meisjes is bij haar terug
komst aangezegd, niet in het kosthuis
terug te keeren en zich onder behan
deling van de geneesheeren der fabriek
te stellen. Een wacht is voor de wo
ning geplaatst.
Men meldt uit Velsen
Waar het zich aanvankelijk liet
aanzien dat de aannemer van de weg
ruiming der voetbrug eenige malen de
premie van f250 voor vroeger gereed
zijn, zou in den zak steken, bestaat er
nu veel kans dat er geld bij zal moeten.
Want het opruimen van den hoofd
pijler valt danig tegen, niettegenstaande
daarbij flinke, volgens velen zelfs al
te flinke springladingen worden ge
bruikt. De pijler moet weggenomen tot
12.50 N. A. P. en nu zijn, na een
paar maanden arbeid, nog 5 meter
niet verwijderd. Voeg daarbij het in
zakken van een kistdam voor de nieuwe
haven der pont en het is duidelijk dat
van voorspoedigen arbeid geen sprake
is.
Een gulden minder dan de laagste
inschrijver. Uit 's-Gravendeel ont
ving de „N. R. Ct." een bericht van
den volgenden inhoud:
Als een aardige parodie op de vreemd
soortige en zeer unfaire inschrijving voor
de levering der schoolbehoeften voor
de openbare gemeentescholen van 's-