[let Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Be maclt Jerjewoonte. Boor eigen sclralJ. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. IVo. 2532. Woensdag 3O Jflei FEUILLETON. 1906. 11 ÜND VAM ALTEN/- VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Zonder dat wij het zelf weten, zijn wij elk oogenblik van ons leven bezig gewoonten te vormen. Sommige van deze gewoonten zijn goede; andere zijn volstrekt niet be geerlijk en nog andere, hoewel in zich zelve niet slecht, zijn bij uitnemend heid verderfelijk in de opklimmende reeks van gevolgen, die zij na zich slepen. Deze soort van gewoonten be zorgen ons vroeg of laat veel schade, moeite en verdriet, terwijl de tegen overgestelde gewoonten, ons zouden geven veel vrede en vreugde zoowel als voortdurende innerlijke kracht. Het is echter de vraag of het' in onze macht st at, soorten van gewoon ten aan te nemen naar onze verkiezing. Is het louter toeval, dat de mensch levensgewoonten aanneemt, of heeft de mensch het vermogen zijn eigen levens gewoonten te vormen, zijn eigen ka rakter op te bouwen? De mensch bezit het vermogen daar toe inderdaad Ieder mensch ic n wor den, wie hij wezen wil. Elk mensch moet dan ook zeggen ik wil zijnwie ik wil. Daartoe dient men zelfvertrouwen aan te kweeken. Want het is niet ge noeg om te zeggen„ik wil," en dit voornemen met bewustzijn vast te hou den, integendeel valt daarover nog wel iets te zeggen. De mensch kan zijn eigen karakter opbouwen. Verkeerde gewoonten dienen afgelegd, en de goede moeten zorgvuldig beoefend worden. Als de mensch uiting aan zijn karak ter geeft, doet hij dit door zijn daden maar aan die daden zijn gedachten voorafgegaan. En juist de gedachte, de voorstelling, is de kracht die aan alle daden ten grondslag ligt. De gedachten beheerschen de daden, en de herhaalde daad noemen we eene gewormteen in een samenvatting van de gewoonten ligt het karakter. Wil men dus tot hot uitvoeren eener daad komen, dan diene men wel toe te zien, welke soort van gedachten ons tot dien daad voeren. We dienen daar om onze gedachten te beheerschen. Een ondoordachte daad, een daad die door te weinig denken t t schynbare rijp heid gekomen is, kan ons veel ellende baren. Daar hebt gij bijv. iemand die kas sier is van een groot koopmanshuis of van een bankinstelling. Hij leest in de 20) „Een minnarijtje, juffrouw? O, neen, dat is het niethij heeft haar een dikken trouwring gegeven, en gezegd, dat zij nog maar een poosje moest wachten, totdat hij zijn moeder heeft omgepraat, want die wil geen balletdanseres in de familie hebben. Nu, dat is haar eigenlijk ook niet kwalijk te nemenik zou er ook niet op gesteld wezen, hoewel Ilse een uitzondering maakt, en alles ging ook goed en wel, totdat zij gisterenavond desperaat thuis kwam, want de andere meisjes van het ballet hadden haar er op gewezen, dat haar minnaar met een andere dame, die zijn rechtmatige verloofde scheen te zijn, in zijn loge zat. Maar van daag is hij weer bij haar geweest en heeft beloofd, dat hij eindelijk zal toonen dat het ernst is; ik geloof ook, dat hij het eerlijk meent. Maar als gij hem kent, juf frouw, moet gij toch het best weten of die dame in den schouwburg werkelijk zijn verloofde isdat kunt ge mij wel zeggen." „Maar, om Godswil, Magdalena, wat overkomt je viel zij zichzelve in de rede, toen zij zag dat haar schoonzuster doods bleek was geworden. „Een meisje van het balletkermde mevrouw Schmidt. „O mijn God, moest hij mij zoo iets aandoen Van het ballet 11 van het ballet I" Haar breiwerk was op den grond gevallen courant van een man, die eensklaps rijk geworden is, die een fortuin van een half millioen gulden in weinig uren heeft gewonnen, door speculeereu aan de beurs. Wellicht heeft bij kon ge leden oen anderen man ontmoet, die herzelfde heeft ondervonden. Hij vestigt zijn g-heelen aandacht op die paar leiten, maar vergewist zich niet van de honderden gevallen, waarbij men- schen alles wat zij bezaten verloren hebben. Hij vergeet dat de weg tot rijkdom, slechts bij hooge uitzondering een heel korte weg is, hij waagt zijn spaarpenningen, veel of weinig, en ver liest al'es. Hij meent, dat met meer geld wel gewonnen had kunnen worden, stelt zich dus voor, als hij geld had nu te zullen winnen, neemt daarvoo." toevertrouwde gelden, en van de tien gevallen zijn negen noodlottig, dus laten we dezen niet verder volgen op zijn weg naar de gevangenis. Alleen op deze wijze is er nog red ding voor dezenop 't oogenblik, dat 't in zijn brein opkomt, de toever trouwde gelden te gebruiken, moet hij die gedachte uit zijn hersenen verban nen gemakkelijk is dit niet, maar door voortdurende oefening zal 't den mensch toch wel gelukken, tot op zekere hoogte zijne gedachten te beheerschen. Iemand, die van drankgebruik tot drankmisbruik is gekomen, is de slaaf van zijn gewoonte geworden. Deze ge woonte oefent grooten invloed op zijn karakter: hij is te zwak geworden om zich ertegen te verzetten. Nu en dan gevoelt hij het verkeerde van zijn toe stand, ziet de gevaren er van wel de gelijk in, maar deze gewoonte is zeer moeielijk. De kracht van de gewoonte is hem de baas. Hij is geen vrij man meer, maar er is toch nog kans voor hem, om weder vrij man te worden, zichzelf weer meester te zijn. Een voor nemen, zichzelf op half rantsoen te stellen, lijdt beslist schipbreuk; de eenige weg om van zijn kwaal genezen te worden is, op bet oogenblik zelf dat de gedachte tot drinken het bewustzijn binnentreedt, deze onmiddellijk te ver wijderen. Dit is een strijd, die ontwij felbaar zwaarder is, dan men meenen zou; maar toegevendheid is zwakheid die tot ondergang leidt. Ougeloof in eigen „kunnen en moe ten" leidt tot wantrouwen in zichzelf ea eigen geestelijke kracht. Te Antueit bij Hoei (België) wonen twee vrouwen, Marie Johnen, 45 en en haar bevende handen lagen gevouwen in haar schoot. „Hadt je mijn raad maar gevolgd, en het met Malwine ernstig doorgezet, toen het nog tijd was." „Van het ballet I" kermde zij weder, „van het ballet! Nooit, nooit, Justine, zal ik dat toestemmen; zoolang ik leef, zal die meid niet over mijn drempel komen. Hij heeft maar te kiezen tusschen haar en zijn moederEn al bezat zij de reinheid en schoonheid van een engel, nooit komt een danseres in deze kamers, nooit begroet ik haar als dochterHoor mij aan, Justine, zoodat je weet dat ik in vollen ernst spreek. Ik leefde zoo gelukkig met Christiaan, dat weet je, ruim vijftien jaar hadden wij geen woord met elkander gehad. „Maar eens vond ik hem veranderdhij kwam mij zoo schuw, zoo vreemd voor, en omdat ik bezorgd over hem was, zocht ik naar de oorzaak. En die oorzaak was een danseres! Mijn man, in wien ik het volste vertrouwen stelde, verried mij om een danseres Ik heb toen zwaar te kampen gehad, Justine, maar ik overwon om den wille van mijn zoon, en hij keerde tot mij terug. Je bent de eenige, die iets van deze korte afdwaling verneemt, en je zult ook de eenige blijven. Maar waar ik reeds om den vader gestreden heb, wil ik ook den zoon niet verliezen. Help mij, Justine!" Magdalena streek het witte haar, dat in hasr opgewondenheid naar voren gegleden was, weder onder de zwart kanten muts terug. Nog beefden haar handen, nog ademde zii zwaar de oude vrouw was buiten zich zelve. „Wat ik doen kon, heb ik reeds gedaan," Gérémie Doupagne 42 jaar, die nabij een halt van den tram eenen goed beklan ten manufactuurwinkel houden, zoodat zij den naam hebben, een goed for tuintje te bezitten. Zij slapen in eene achterkamer der eerste verdieping. Daar werden zij verleden week op een nacht door een zonderling gerucht gewekt en, opziende, bemerkten zij drie gemas kerde kerels, welke langs 't venster dat opgeschoven stond, door middel eener ladder, waren binnengekomen. Juffr. Johnen is gebrekkig en kon niet opstaan; juffr. Doupagne sprong echter uit het bed en, terwijl een der bandieten haro gezellin aanviel, wachtte zij moedig de twee anderen af. Tus schen hen ontstond nu een verwoed gevecht, zoodat de indringers, die het tegen de vrouw niet konden volhouden, het raadzaam oordeelden, terug langs de ladder af te dalen. De derde bleef echter binnen. Gedurende verscheidene minuten werd nu tusschen den bandiet en haar een gevecht van man tegen man geleverd, totdat hij, het niet meer kun nende volhouden, eenen revolver te voorschijn haalde en dezen op de vrouw richtte. Juffr. Doupagne deed, met een geweldigen vuistslag het wapen uit zijn band vallen en hem bij de lenden pak kend, drukte zij hem op den venster dorpel, waar zij hem, half verwurgd, dreigde buiten te werpen. Een der twee andere wilde nu de ladder opkomen, om zijn gezel bij te staan, doch de vrouw greep den boven sten sport en schudde met de eene hand zoo geweldig, dat hij opnieuw moest neerdalen, terwijl zij met de an dere hand den eersten dief bij de keel vast hield. Deze was er echter in ge slaagd, onder de worsteling, de vrouw eenen stomp op den buik te geven, welke haar half bedwelmde. Van dit oogenblik wilde hij gebruik maken om ook het hazenpad te kiezen; doch de vrouw stond op en greep hem opnieuw vast. De dief, ditmaal er genoeg van hebbende, spoedde zich naar het ven ster en verdween, terwijl de buren, door het gerucht opmerkzaam gemaakt, ter hulp snelden. Mej. Johnen zat onmach tig in eenen hoek te sidderen van angst. Mej. Doupagne is deerlijk toegeta keld. Hare tanden zijn gebroken, haar heele lichaam is vol kneuzingen en kwetsuren en daarenboven klaagt zij over inwendige pijn. Het parket heeft hoop, de schurken spoedig in handen te krijgen. Merkwaardige voorzichtigheidsmaat regelen worden naar aanleiding van het verblijf van den Duitschen keizer in den Elzas toegepast. Vier studenten uit Luxemburg, die verleden week naar Metz kwamen, om den keizer te zien en verschillende kiekjes namen van de kazerne en de antwoordde Justine. „Ik heb juffrouw Fal- kenberg gezegd, dat de moeder van dien heer nooit zal toestemmen, dat haar zoon met een dame van het ballet trouwt, en dat die andere werkelijk zijn verloofde is. Dat zal zij het meisje zeker ook wel over vertellen." „Neen, nooit, nooit!" zeide mevrouw Scbmidt beslissend„hij beeft maar te kiezen, of, neen, help mij, Justine, wat moet ik doen, ik ben radeloosO, mijn Arnold, mijn eenige „Hak den knoop door", zeide zij einde lijk beslissend. „Roep Arnold en Malwine binnen, verloof hen hier in mijn tegen woordigheid, met de andere zullen wij dan ook wel klaar komen, dat neem ik op mij. Maar nu moet je ook niet langer dralen". „Geloof je, dat met Arnolds k<irakter „Doe watje wilt", zeide Justine de schou ders ophalende, ,,'t Is m ij n zoon niet, die mij schande aandoet". „Je hebt gelijk, roep hen beiden Terwijl Justine te dien einde heenging, wrong mevrouw Schmidt de handen en bad „O, mijn God, geef mij de kracht om streng te zijn! Hij moet van haar afzien, hij moet met Malwine trouwen, opdat ik rustig kan sterven. Slechts dat niet, slechts dat niet! Geen van het ballet!" Beiden traden binnen. „Arnold", zeide zij, met vastheid, „ik heb je laten roepen om je te berispen. Je weet, dat het mijn eenige wensch is, je met Malwine vereenigd te zien en je aar zelt nog altijd; nu is mij intusschen iets ter oore gekomen, wat mij aanleiding geett om beslissend op je' verloving aan te drin gen, en omdat je, als altijd, talmt, doe ik nu aanzoek voor je bjj Malwine". forten, werden onverwijld gearresteerd en opgesloten. Twee werden na 24 uren vrijgelaten. De twee anderen zijn echter eerst na een uitgebreid onderzoek in vrijheid gesteld,doch de photografietoestellen zijn hun niet teruggegeven. Een werkman, Pruisisch onderdaan, sedert 1 Januari werkzaam aan het ar senaal van Saint-Avold, werd, onder verdenking van spionnage, in hechte nis genomen. Uit Caracas wordt aan de Newyork Herald geseind dat pres. Castro van Venezuela eene proclamatie heeft uitge vaardigd, getiteld: „Een offer aan mijn vaderland", waarin hij zijn besluit mededeelt, zich voor goed in het bur gelij k leven terug te trekken en zijn persoon op te offeren om zijne partij en zijn volk te redden van de nood lottige gevolgen van wangunst en hartstochten, die opgewekt zijn. Hij voegt daar echter bij, dat hij steeds zijn land ten dienste zal staan ingeval van internationale verwikkelingen. Het publiek stond door deze mededeeling verplet en reeds loopen er geruchten van eene volksbetooging ten gunste van zijn terugkeer tot het bewind. Waarschijnlijk heeft de sluwe vos daarop gerekend. De secretaris van prins Jayme van Bourbon is te Barcelona in hechtenis genomenhet is niet bekend om welke reden. Te Milaan is een bende falsarissen ontdekt, die aandeelen in maatschap pijen namaakte en wel op voortreffelijke wijze. Nagemaakt zijn o.a. stukken van het Credito Italiano, de Banco di Roma, de Tram Ferrarese, Forni Genovesi, Automobile Marchand, alles voor een bedrag van drie millioen lire. Voorloo- pig weet men alleen, dat eenige kleine banken in de provincie Pavia slacht offer zijn, maar verschillende leden der bende deden „zaken" aan de beurs te Milaan en daardoor kent men den om vang der gepleegde bedriegerijen nog niet geheel. De hoofdschuldige, een zekere Cirio uit Pavia is voortvluchtig. Vele Duitsche predikanten in Koer land hebben dreigbrieven gekregen, verklarende dat men alle dominees te j^latten lande zou doodschieten. Ds. Grühn te Erwahlen is reeds door op standelingen vermoord, ds. Seeberg te Doblen is gewond. De Daily Telegraph verneemt uit Petersburg: Do Tsaar keurde het ont werp van het regeeringsantwoord aan de Doema goed en besliste dat het aaD dat lichaam zou medegedeeld worden. De correspondent verneemt dat het „Veroorloof mij u te zeggen, lieve moe der", antwoordde hij, en zijn stem klonk ook zooals zij die nog nooit gehoord had, „dat gij in uw zorg voor mijn welzijn wat te ver gaat; ik geloof, dat ieder mensch toch wel het recht heeft zijn eigen toekomst te scheppen, vooral op het punt van het huwelijk:. En als ik nu eens een keus ge daan had?" „Aha!" zeide Justine spottend van de andere zijde der kamer, bij de kachel, waar zij zich in baar volle lengte geposteerd had, „nu komt de schoone van het ballet!" Arnold zag verlegen naar haar om. „Weet gij het, tante? Gij ook, moeder?" „Alles, knappe neef!" gevoelde de eerst genoemde zich geroepen te antwoorden. „De musschen tjilpen het van de daken, en de waschvrouwen dragen het van huis tot huis". „Dan is het hoog tijd, dat ik Ilses goe den naam herstel, opdat er niet het minste smetje op kleett. Zie haar maar eerst, moe der, zie haar in de oogen en als gij dan nog het hart hebt neen te zeggen, zal ik het in bedenking nemen". Mevrouw Schmidt beefde hevig. „Nooit, Arnold, nooit! Deze oude oogen zullen de schande niet over den drempel van ona huis zien komen. Nooit, Arnold! Grief je vader in zijn graf niet door zijn lievelings- wensch te verijdelen. Daar staat Malwine. Neen, ga liever de kamer uit, kind, ik heb nog zooveel te zeggen, dat beter voor je is niet te hooren. Justine zal je later wel roepen, ga zoolang heen." Maar Malwine ging niet heen; integen deel trad zij naar mevrouw Schmidt toe, legde zacht de hand op haar arm, en zeide „Neen, tante, ik geloof, dat ik hier ook stuk de eischen van de Doema hoffelijk afwijst, o.a. ook het algemeen stemrecht en de onteigening van particuliere do meinen, waarbij opgemerkt wordt dat dit laatste onuitvoerlijk is. De liberalen voorzien een botsing en bereiden er zich op voor. De hofpartij en de regee ring zoeken tijd te winnen in de hoop dat de botsing verdaagd kan worden tot de Doema met verlof gaat. De meer derheid van de Doema is echter vast Besloten, geen verlof te nemen voor de voornaamste vraagstukken geregeld zijn. De correspondent acht ontbinding der Doema op 23 Juni het waarschijn lijkst, waarna het ministerie leukweg zou doorgaan zonder Doema te regeeren en wetten uit te vaardigen. Er zijn booze geruchten in omloop, waaronder een, dat de revolutionairen overal nieuwe opstanden voorbereiden met de gebruikelijke daden van geweld. De re geering gelooft, dat de revolutionairen de voornaamste gevangenissen willen overrompelen, teneinde de gevangenen te bevrijden, weshalve zij de gevange nissen buitengewoon scherp laat be waken. De correspondent van de Standard verwacht geen onmiddellijke ministe- rieele crisis of ontbinding der Doema. De democraten vatten den toestand kalm op, maar de boerenvertegenwoor- digers seinden aan hun kiezers, dat de regeeringgeweigerd heeft de voornaamste eischen der boeren in te willigen. De man van de Standard vreest, dat daar uit boerenonlusten zullen voortsj>ruiten. Zaterdagavond om zeven uur stemde de Doema met algemeene stemmen voor een resolutie, waarin het aftreden van het ministerie geëisclit wordt. Vrijdagmiddag om half een, «lus op klaarlichten dag, heeft er te Warschau weer eens een van die brutale aanvallen op een bank plaats gehad, die bij de Russische revolutionaire beweging even regelmatig terugkeeren als de moorden op hooggeplaatste personen en andere misdaden. Een bende anarchisten drong de Nijverheidsbank binnen met revolvers, waarmee zij de beambten bedreigden. Een dezer gaf vuur op de aanvallers, die toen ook schoten. Twee clienten der bank werden gedood, twee auderen en vijf bedienden gewond. Daarop na men de schelmen de vlucht, een hunner gewond medevoerende. Geroofd is er blijkbaar niet kunnen worden. De Russische Regeeringsbode becij fert het getal menschen die van half December 1905 tot half Mei verbannen zijn op 6825 en het aantal dat in den kerker geworpen is, op 2627. Buiten dien bevonden zich nog 3351 menschen, die van politieke misdrijven beschul digd zijn, in de gevangenissen. een woordje heb mee te spreken, misschien juist het gewichtigste. Ik zou mij mijn neef niet als vrouw willen laten opdringen, al hing mijn zaligheid er van af. Maar ik zou hem ook niet anders kunnen lief hebben dan zooals wij elkaar altijd gaarne mochten lijden, als broeder en zuster, en als hij mij nu zijn hand aanbood, zou ik hem op dien grond moeten afwijzen." „Malwine!" riep mevrouw Schmidt ver schrikt, en wierp het meisje een verbaasden blik toe. „En ik geloofde het tegendeel!" „Gij hebt u vergist, tante, omdat gij het wenschte. Als er in een huwelijk, dat uit liefde gesloten wordt, reeds zooveel klippen zijn, waarop menschelijk geluk schipbreuk kan lijden, hoe moet het dan wel zijn in een huwelijk, waarin de harten niet voor elkander kloppen? Neen, wat mij betreft, is Arnold vrij „Kale bluf!" zeide tante Justine van haar plaats bij de kachel. „Je denkt zeker, dat er wonder wat aan je is, dat je zoo'n hooge borst zet; wie weet of er wel ooit een komt, die je hebben wil. Je mocht blij zijn, jij en je heele familie, als Arnold je nog wilde nemen. Maar al gebeurt dat niet, omdat je niet van hem houdt," op de laatste woorden, legde zij een spottenden nadruk „daarom behoeft hij zich toch niet aan een balletmeisje te verslingeren." „Zwijg, tante!" riep Arnold verontwaar digd. „Malwine is het beste, trouwste hart onder de zon, en wat zij zegt, daar heeft zij gelijk in. Mijn leven lang wil ik een hartelijke, getrouwe broeder voor haar blij ven, en haar meer eeren dan wanneer zij om mijn geld mijn vrouw was geworden (Wordt vervolgd.) EIHIRLi» Uit het Duit8ch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1